zaterdag 30 januari 2010

Huiskamerconcert

Zaterdagavond, beetje stil in huis, buiten sneeuwt het flink.
Vorige week rond deze tijd stonden we er wel wat anders voor. De huiskamer omgebouwd, drank en hapjes in huis gehaald, langzaam maar zeker stroomde de rest van het huis vol met mensen voor een speciale gelegenheid: een huiskamerconcert van John C Fraser met band. (Ik heb al eerder wat over ze geschreven.)

Rond een uurtje of negen nemen de muzikanten plaats achter hun instrument, stemmen de laatste snaren, spelen even wat vingers soepel. En dan gaan ze los, vier podiummuzikanten die al een hele tijd rondtouren door Nederland, langs café's, zaaltjes en radiostudio's om bekendheid te geven aan de muziek die ze maken. Tijdens die ronde liet zanger Frank ('John C Fraser') zich bij zijn band ontvallen dat het hem ook wel eens leuk leek om een keer spelen in een huiskamer. "Daar weet ik wel iets op!", zei zoon Daan indertijd...
Het leverde in elk geval een heel leuk feest en veel nieuwe fans op. En een paar dagen later kwam het bericht, dat mijn huiskamer op internet stond.

(Doordat het beeld is versmald lijkt het of we een kleine doorzonkamer hebben, in de praktijk valt dat wel mee... Tegelijkertijd valt het geluid wat tegen. Bij ons klonk het live echt een heel stuk beter.)

John C Fraser maakt uitgebreid gebruik van internet om zijn muziek te promoten. Een website, kanaal op YouTube, te vinden op Facebook en Hyves én een project aangemaakt SellaBand om geld bij elkaar te sprokkelen voor een nieuwe CD. Dat is pas Muziek 2.0!

vrijdag 29 januari 2010

Educator bij het Drenthe College

Op 28 januari werd vanuit MBO2010 een presentatie gegeven bij het Drenthe College over Educator.
(Wilfred Rubens was er ook...)

Educator is een onderwijsondersteunende applicatie waarmee het onderwijs, en dan met name het beroepsonderwijs wordt ondersteund. De applicatie wordt gebruik bij enkele hogescholen (Windesheim, Hanzehogeschool, Hogeschool Friesland) en natuurlijk het Drenthe College als enige MBO.
Het sterke punt van de middag was, dat er in de verhalen een goede balans was tussen onderwijs, de ondersteunende applicatie en het implementatietraject. De applicatie kwam wel aan bod maar was meer de kapstok waarmee de andere verhalen werden verteld.
Ik heb al eerder bij het Drenthe College onder de motorkap van Educator mogen kijken en was toen al behoorlijk onder de indruk. Niet eens zozeer van de applicatie (prima tool, zit slim in elkaar, werkt goed) maar met name van het proces dat door de onderwijsinstelling is en wordt doorlopen om te komen tot een goede ondersteuning van het onderwijs.

Educator
Grofweg werkt Educator met een onderwijscatalogus, resultatenbeheer en een portfolio (Educator omvat echt nog veel meer, maar dit zijn de elementen, die aan bod zijn gekomen). Zoals de applicatie nu is ingericht, geeft het studenten een beeld van het opleidings- en examenprogramma. Elke student kan zien wat hij al heeft gedaan, hoe hij er voorstaat en wat hij nog moet doen in een visuele weergave. Het studieprogramma (zeg maar studiegids) staat klaar in de vorm van een POP (langere termijn) en een PAP (één leerperiode). Opdrachten kunnen worden ingeleverd via inlevermappen en beoordeeld. Leerproducten komen in een portfolio, daar kan op worden gereflecteerd. Er zijn mogelijkheden om te kunnen inschrijven op onderwijseenheden, waarmee flexibele leerroutes tot de mogelijkheden kunnen gaan behoren. Docenten kunnen de resultaten beoordelen, studieloopbaanbegeleiders kunnen vorderingen bijhouden van un eigen studenten.
Educator is echter geen ELO, er staat geen content in, al kunnen er wel opdrachten (taken) aan de onderwijseenheden worden toegevoegd. Wat ontbreekt is een manier om de competentieontwikkeling te volgen of in elk geval de resultaten in de vorm van de competentiematrix uit de kwalificatiedossiers te kunnen volgen.
Uit de discussie daarover werd opgemerkt, dat de tweede generatie competentiegerichte kwalificatiedossiers niet meer uitgingen van het volgen van competentieontwikkeling maar van het leren beheersen van werkprocessen. Competenties zijn dan criteria, die in de beoordeling worden meegenomen. Lang niet iedereen miste die functionaliteit dus.

Implementatietraject
Een beschrijving als dit doet altijd tekort aan wat de applicatie allemaal nog meer kan. Zoals gezegd is het proces op de achtergrond echter nog veel interessanter. Natuurlijk kan een applicatie als dit worden gekozen op basis van een aardige 'look-and-feel' en vervolgens worden geïnstalleerd en beschikbaar gesteld. En dat wordt vervolgens een fiasco.
(Alle mensen, die ik over dit soort trajecten spreek, beamen dit. Open deur, dus. Toch zou ik de instellingen niet de kost willen geven waar het nog steeds gebeurt of zal gebeuren!)
Een implementatietraject kan gebruikt worden om de te ondersteunen proces op orde te krijgen. Op die manier kunnen handen en voeten gegeven worden aan het concreet maken en implementeren van een onderwijsvisie. Voor het Drenthe College heeft dat geleid tot uitspraken over vaste perioden, een examineringsmodel, één type beoordeling (zoals hier: onvoldoende - voldoende - goed), een bepaalde omvang van onderwijseenheden (hier 'didactische onderwijseenheden' of DOE's genoemd), de beschrijving van die eenheden in een opleidings- en examenstructuur, enzovoorts. Teams zullen hun opleidingen op die manier op orde moeten hebben voordat ze de applicatie kunnen gaan inrichten en gebruiken. Binnen het Drenthe College wordt er bovendien gestuurd door middel van het faciliteren van teams bij de inrichting. Nu is er nog geld beschikbaar om een opleiding in Educator in te voeren, volgend jaar niet meer.
De inrichting maakt ook de gebruikers bewust, dat er veel overlap bestaat tussen verschillende opleidingen. Docenten komen nu zelf met voorstellen om DOE's meer op elkaar af te stemmen of in elkaar te schuiven.

Discussies
Tijdens de studiedag werden allerlei discussies gevoerd. Onderwijsstructuren,  competentiegericht onderwijs, beoordeling, implementeren, onderwijsvernieuwing. Met name flexibilisering is nog steeds een 'hot issue'. Met de onderwijscatalogus wordt een flexibele onderwijsinrichting wel mogelijk gemaakt, maar daarmee heb je het nog niet georganiseerd! Er worden momenteel wel keuzemogelijkheden in de onderwijseenheden in Educator ingebouwd maar er wordt nog geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om daarop in te schrijven, De organisatie is nog niet in staat om op basis van de inschrijvingen het onderwijs georganiseerd te krijgen, dat vraagt een uitgekiende plannings- en roosterapplicatie. Op dit moment wordt er wel druk gewerkt aan een planningsmodule in Educator om ook een flexibele onderwijsplanning te kunnen ondersteunen.
Er werd ook nog een discussie gewijd aan het modulariseren. Bij het Drenthe College hebben ze overigens een slim onderscheid gemaakt tussen moduleren (module = inhoud + toetsing) en modulariseren (module = organisatorische eenheid, staat los van examinering). De vraag was of modulariseren (opknippen in kleine stukjes) eigenlijk niet indruiste tegen het gedachtegoed van het CGO (werken vanuit grotere gehelen). Ik vind dat eigenlijk niet zo'n probleem. Op de eerste plaats kun je meerdere modules 'aan elkaar plakken' tot een groter geheel. Op de tweede plaats is CGO in zijn ultieme vorm niet betaalbaar. Dan zul je consessies moeten doen om het toch voor elkaar te krijgen. Modulariseren helpt dan om het onderwijs betaaldbaar georganiseerd te krijgen.

Ambities zijn er genoeg, misschien wel teveel. Het pleidooi om vooral niet te veel in een keer te willen, er de tijd voor te nemen lijkt me dan ook op zijn plaats.

zondag 24 januari 2010

Selecteren van applicaties

Tijdens een conferentie als die van saMBO~ICT wordt er veel informatie tussen mensen uitgewisseld. Eén van de onderwerpen, die in verschillende gesprekken aan bod kwamen, was het selecteren van applicaties. Een actueel onderwerp, denk alleen al aan het vervangen van studentadministratiesystemen maar ook de grote behoefte bij veel onderwijsinstellingen aan een goed studentvolgsysteem.

Iemand maakte de opmerking, dat het toch wel typisch was, dat een selectietraject vaak een heel voorspelbare uitkomst gaf. Je kunt je dan afvragen of je daarvoor wel zo'n uitgebreid traject zou moeten doorlopen.

saMBO~ICT conferentie - dag 2

Door wat 'drukkigheden' kon ik pas aan het einde van het weekend mijn eerste aanzet over de tweede dag van de saMBO~ICT conferentie verder uitwerken.

Gelukkig kan ik een paar zaken overlaten aan een collega-blogger: Wilfred besteedde al aandacht aan de keynote van Jan Bartling en WikiWijs. En zijn eigen presentatie staat inmiddels ook al online. En dat is maar goed ook, want met zijn (overigens prima) stijl van presenteren gingen de dia's te vlug voorbij om goede aantekeningen te kunnen maken.

Jan Bartling had het voor elkaar gekregen om met een dag of twee voorbereidingstijd een keynote presentatie in elkaar te draaien. Daarin liet hij niet alleen zien dat hij als nieuwe voorzitter van saMBO~ICT over een uitstekende visie beschikt, maar ook dat er nog veel, heel veel uitdagingen liggen voor de sector en saMBO~ICT.
Vanuit de 5 s'en (samen snel - simpel - sober - slim) gaf hij aan dat het ook draaide om de 3 k's: kwaliteit - klant - kosten. Daarbij gaf hij een opsomming van de zaken die op het onderwijs afkomen: financiën (denk aan de ombuigingen de komende jaren), het open bestel, kwaliteit van het onderwijs, kwaliteit van de bedrijfsvoering, centrale examinering, inrichting van cgo en de verdere flexibilisering, vergrijzing (de grote uittocht staat nu echt voor de deur). Daarbij werd ook de Onderwijsagenda van de Volkskrant even aangehaald.
(Voor het gemak verwijs ik voor de rest naar Wilfred.)

De presentatie over de nieuwe portal van het Koning Willem I College gaf me een beetje een gemengd gevoel. Coen Free liet opnieuw zien, dat hij een goede visie op het onderwijs heeft en dat kan vertalen in concrete acties en programma's, zoals hier bij het realiseren van het nieuwe KW1C portal. De aanleiding voor zijn verhaal kwam uit Jacksonville, waar Florida State Community College in een korte tijd er in was geslaagd in de top-5 van Amerikaanse community colleges te komen, dankzij een uitstekende inzet van ICT. Hij vroeg zich af, wat hun succesformule was en hoe dat was te vertalen naar zijn eigen school.
Uit het statement dat "succesvolle studenten de reden zijn voor ons bestaan" leidde hij een aantal criteria af dat applicaties moeten bijdragen aan studiesucces, leerplezier, enzovoorts. Een sterk punt vond ik ook zijn insteek dat een applicatie alleen wordt gebruikt waarvoor het bedoeld is: een portal is een portal en dient voor communicatie, een elo is een elo en dient voor leerondersteuning. Geen elo of portfolio inbouwen in SharePoint is dan zijn conclusie. Verder doet Free aan 'branding', hij wil het KW1C als een merk neerzetten. Hij gaf verder duidelijk aan, dat hij een centrale aansturing voorstaat. 
De rest van het verhaal ging dan over de aanpak van het project. Dat zag er heel gedegen uit maar bleef zo aan de oppervlakte dat het ook wel weer een beetje een standaardverhaal werd.

De laatste keynote was van Theo Thiadens, lector ICT Governance bij Fontys. Hier ga ik verder niets meer over schrijven. Het was een onnavolgbaar verhaal dat in feite in twee zinnen te vertellen was: IT Governance gaat over 'wie neemt de besluiten?' en alignment gaat over 'de juiste dingen doen'. Hier was een meer spetterende afsluiting wel op zijn plaats geweest…

donderdag 21 januari 2010

saMBO~ICT conferentie - dag 1

De eerste saMBO~ICT-conferentie zit er op. Georganiseerd op de Groene Campus van Helicon Opleidingen in Helmond.

Bij de aftrap presenteerde Jan Bartling zich als nieuwe voorzitter van de club met de kernboodschap van de 5 s'en, die saMBO~ICT moeten kenmerken: samen - snel - simpel - sober - slim. In een aantal vervolgpresentaties kwam alweer een keur van onderwerpen voorbij.

Paul van Uffelen vertelde over zijn ervaringen bij het implementeren van een DLWO (digitale leer- en werkomgeving, eigenlijk een elo) voor de Hogeschool Amsterdam. Daar hebben ze besloten het in te richten in SharePoint.
Kern van zijn boodschap waren enkele bekende open deuren, die in de praktijk nog maar zo weinig echt worden toegepast:

  • Bij een ICT-implementatie moet duidelijk zijn wat het moet gaan opleveren. Geen ICT vanwege de ICT. Bij de Hogeschool Amsterdam werden strategische doelen geformuleerd (aanboren van het potentieel aan nieuwe studenten uit het omliggende bedrijfsleven, terugdringen van uitval, enzovoorts), die als basis moesten dienen voor het project.
  • Een ICT-implementatie moet vanuit het primaire proces worden vormgegeven. nadenken over de manier waarop je het onderwijs wilt vormgeven en van daaruit kijken hoe je daar ICT bij kunt gebruiken. In dit project was dat expliciet de benadering.

Een heel sterk punt vond ik de benadering van de DLWO als dienst aan het onderwijs. Door het op die manier te benaderen ontstaat een heldere relatie tussen de vraag- en aanbodkant. Het levert in elk geval weer wat 'food for thought' bij het opzetten van implementatietrajecten.

Maaike Stam gaf als keynote de tussenstand van het onderzoek naar de implementatie van laptops in het onderwijs. Het resultaat wordt binnenkort verwerkt in een publicatie van Kennisnet over dit onderwerp. In de aanpak zijn roc's benaderd die bezig waren met deze materie. Het geheel is opgezet rond de vragen die een dergelijk traject oproept rond aspecten als techniek, kosten, wet- en regelgeving, functionaliteit (voor het onderwijs), ondersteuning, enzovoorts. Vanuit die vragen werd een groot aantal aandachtspunten voor een implementatietraject gepresenteerd. Naar mijn gevoel schoot Maaike daarin een beetje door. Zo werden consequenties genoemd zoals de noodzaak van 24/7 ondersteuning, de aanschaf van smartboards in de klassen en nog een aantal punten. Naar mijn idee staan dat soort aspecten los van de invoering van laptops. Die hebben meer te maken met een toenmend gebruik van ICT in het algemeen of webapplicaties in het bijzonder in het onderwijs. Die kun je ook zonder laptops gebruiken! Natuurlijk kan het gebruik van laptops de toepassing van ICT versterken en ook zal een toenemend gebruik van ICT leiden tot een toenemende vraag naar een mobiel gebruik en dus laptops (of andere 'mobile devices') maar het gaat om twee verschillende zaken!
In elk geval werd prima duidelijk gemaakt dat het invoeren van laptops niet zo maar even een klusje is.

In een presentatie van Pierre Veelenturf werd ingegaan op het vraagstuk rondom Informatievragen. Alles bij elkaar zijn er wel 45 verschillende stakeholders die informatie opvragen bij mbo-instellingen. Soms gaat dat heel gestructureerd (BRON), vaak hebben verschillende stakeholders net iets andere informatievragen of erger nog, hebben verschillende instanties die samen als één stakeholder zouden kunnen worden gezien (gemeentes) afwijkende informatievragen. Lang niet altijd is duidelijk, waar die informatie voor nodig is (wat gaan ze er mee doe?). Er rijzen ook vragen over de rechtmatigheid van informatievragen. Mag de Inspectie wel vragen naar het percentage allochtonen? Wat dat houdt in, dat het kenmerk 'allochtoon' moet worden geregistreerd en het is nog maar de vraag of dat mag.
Ook het vraagstuk van de gegevendefinties kwam voorbij. Bekend is de discussie over rendement.
Pierre presenteerde een initiatief van de MBO-raad in samenwerking met saMBO~ICT en Kennisnet om de regie over die informatievragen meer naar de sector toe te trekken. Daarvoor gaat een club aan de slag. Meer weten? Stuur een mailtje naar p.veelenturf@mboraad.nl.

zondag 17 januari 2010

Flexibel onderwijs hoeft niet zo moeilijk te zijn

In de discussie over flexibel onderwijs komen steeds de problemen rondom de uitvoerbaarheid boven drijven. Hoe organiseer je nu maatwerk voor elke individuele student? Als het simpel was, was het allemaal al lang bedacht natuurlijk.

In de afgelopen weken heb ik me gerealiseerd, dat (in elk geval een deel van) de oplossing helemaal niet zo moeilijk hoeft te zijn. Sterker nog, op verschillende onderwijsinstellingen wordt het al lang in praktijk gebracht. In een recente discussie vielen in een keer een paar puzzelstukjes op hun plek. Dat gebeurde toen de oude vertrouwde 80-20 regel weer eens ter sprake kwam. In termen van flexibel onderwijs geredeneneerd: 80% van de studenten kan vooruit, is tevreden met een standaardprogramma, 20% van de studenten 'wil' wat anders. Maar het beeld van 80% standaardstudenten en 20% studenten met een afwijkende behoefte, past helemaal niet bij mijn beeld van de individuele student.

Maar als we de 80-20 regel nu eens kantelen? Alle studenten voldoen voor 80% aan een zeker basisprofiel, er is voor 20% behoefte aan variatie op basis van persoonlijke kenmerken of omstandigheden.  Vanuit dat uitgangspunt kun je ook stellen, dat 20% van het programma flexibel wordt ingevuld vanuit een gemeenschappelijke flex- (zeg maar onderwijs-) catalogus op enkele locatiebreed vastgestelde momenten in de lesweek.
Het zal duidelijk zijn, dat het hier niet gaat om deze getallen, het gaat om het beeld. (Je kunt ook uitgaan van 95 - 5 of 75 - 25. Daarmee wordt ook duidelijk dat het hier gaat om een schaalbaar onderwijsorganisatiemodel. Instellingen kunnen er heel beperkt mee beginnen en het later uitbreiden.) Als dit wordt doorvertaald naar het organiseren van onderwijs kun je in feite ook stellen dat je 80% van een opleiding standaard kunt aanbieden en dat je voor 20% werken aan een flexibel in te vullen, persoonlijk programma.
Dat gebeurt dus al op verschillende plekken in het onderwijs met dien verstande dat het in de regel beperkt blijft tot de invulling van de vrije ruimte. Hier gaat het om het invullen van veel meer dan de vrije ruimte. Het gaat ook om deficiënties of aanvullende programma's als mensen later instappen in een opleiding. Ook zijn er mogelijkheden om verplichte programmaonderdelen zelf in te plannen op momenten dat dat goed uitkomt.

Afgelopen vrijdag heb ik de gelegenheid gehad dit te presenteren tijdens een Innovatiedag van Noorderpoort in Groningen. Ik heb daar de mensen beloofd de presentatie online beschikbaar te stellen: bij deze.

Er is nog een hoop verder uit te werken, er zullen nog allerlei problemen opgelost moeten worden. Door er de komende maanden op verschillende gelegenheden met mensen over in discussie te gaan, hoop ik op nieuwe inzichten en uitwerkingsmogelijkheden.

maandag 11 januari 2010

Gratis

Een tijdje terug schreef ik een stukje over open leermiddelen. Daarbij haalde ik het boek 'Free'   (Gratis) van Chris Anderson aan, de auteur van onder meer 'the Long Tail'. 'Free' beschrijft allerlei vormen en consequenties van de economie van gratis.
Het boek begint in het voorwoord met een berichtje van Monty Python, waarin het team aangeeft zich belazerd te voelen door al die zogenaamde fans die video's en dvd's kopiëren. Ze slaan terug door alle filmpjes op Youtube te zetten. Gratis weg te geven dus. Met als gevolg dat de verkoop van Monty Python dvd's met enorme sprongen omhoog ging…

Anderson gaat in op de verschillende vormen van gratis:

  • Kruissubsidies: Geef een product gratis weg maar laat voor een gerelateerd product betalen (van Blue Band kookboekjes tot de gratis mobieltjes bij abonnementen, maar ook Ryanair, die vliegtuigstoelen (bijna) gratis weggeeft om geld te verdienen aan allerlei omliggende producten als hotelkamers en autoverhuur).
  • Drie partijen model: je krijgt van de ene partij iets gratis waarmee anderen de mogelijkheid wordt geboden om daar  betaald te adverteren en zo hun producten aan de man te brengen (Google is natuurlijk het bekendste voorbeeld maar zo is in Engeland een bushokjesfabrikant met een bijna monopolie positie failliet gegaan toen een ander bedrijf gratis bushokjes aanbood en het geld verdiende aan de advertentiepanelen.)
  • Freemium: een beperkt product wordt gratis weggegeven voor 'de massa', voor een uitgebreider product moet worden betaald. (Voor veel gratis software en internettoepassingen moet je betalen voor de pro-versie, gratis muziek van bands die daarmee reclame maken voor concerten.)
  • Non-monetaire markten: een aparte loot aan de stam zijn de echt gratis producten die de producenten / leveranciers iets anders oplevert dan geld. Het gaat dan om status of 'een goed gevoel'. (Veel mensen dragen bij aan Wikipedia of zetten hun lesmateriaal online zonder betalen te verwachten, communities die samen werken aan open source applicaties.)

Steeds komt in het boek het verschil tussen atomen en bits weer aan de orde. De natuurkundige (en daardoor economische) wetmatigheden, die belangrijke zijn voor het fysieke domein ('atomen') gelden niet in het informatiedomein ('bits'). In het fysieke domein gelden wetten als behoud van energie en massa (tot op zekere hoogte dan), in het informatiedomein gelden die wetten helemaal niet. Informatie kun je eindeloos kopiëren. De kosten van reproductie en distributie van informatie wordt uiteindelijk zo laag dat het niet meer te meten valt en je er dus beter aan doet het dan ook maar als gratis te beschouwen. Consumenten, die inzien dat die kosten veel lager zijn dan er voor gevraagd wordt, vinden het dan ook geen probleem om 'illegaal' bestanden te downloaden. Daarmee ontstaat een tendens die producenten dwingt in de richting van gratis. En daarmee in de richting van nieuwe businessmodellen. Want er moet toch brood op de plank komen...

In een reeks van hoofdstukken worden allerlei aspecten van Gratis besproken. De psychologie van Gratis is daarbij heel interessant. Hoewel het verschil tussen bijna gratis en helemaal gratis maar heel klein hoeft te zijn, heeft het wel een grote invloed op het gedrag van mensen. Iets waarvoor betaald moet worden, al is het maar heel weinig, vraagt om een duidelijk beslissing van de koper. Daarmee wordt het product voor bijvoorbeeld adverteerders ineens een stuk waardevoller. Adverteren in een gekochte krant blijkt lucratiever dan in een gratis krant! Het bedrag dat adverteerders bereid zijn te betalen voor een advertentie in een betaald medium is dan ook veel hoger. Het bedrag dat de koper betaalt, hoeft dan ook helemaal niet kostendekkend te zijn.
Een ander punt is, dat het verschil tussen echt gratis en een zeer gering bedrag (1 cent voor een tijdschrift of zo) een stuk groter blijkt te zijn omdat je ineens een afweging moet gaan maken of het product de moeite waard is. De econoom Nick Szabo noemt dat de mentale transactiekosten. Omdat mensen daar niet graag over willen denken, laten ze een product vaak voor wat het is, als er voor betaald moet worden, al is het bedrag nog zo klein. Bij een gratis product hoef je helemaal niet na te denken. Hier is sprake van de 'pennygap'.

Het boek gaat in op nog veel meer zaken, die allemaal de moeite van het lezen waard zijn. Toch vind ik de laatste hoofdstukken het leukst. In één hoofdstuk komt een reeks misverstanden over gratis aan bod. Hoewel ik niet alle weerleggingen even sterk vind, biedt het hoofdstuk een mooie doorkijk door wat gratis eigenlijk inhoudt. Er worden 'misverstanden' besproken als gratis bestaat niet, er zijn altijd verborgen kosten, gratis beperkt innovatiekracht, gratis wordt afgewenteld op het milieu, gratis ontneemt inkomsten en ga zo maar door.
Er wordt ook nog een hoofdstuk gewijd aan freemiumtectieken (deel gratis, deel betaald), waarbij ook wat tips worden gegeven over de percentages van betalende en niet betalende gebruikers. Tot slot nog een lijst van 50 voorbeelden van businessmodellen op basis van gratis.

Het boek is in elk geval inspirerend voor wie zich verwondert over wat er gaande is in de nieuwe economie, nadenkt over nieuwe kansen of businessmodellen, zich bezighoudt met innovaties, kortom, (bijna) iedereen...

Overigens maakt Anderson zijn eigen theorie waar: het boek is gratis te downloaden (mits je je naam en adres achterlaat, toch nog niets voor niets...)

zondag 10 januari 2010

Nederland - Kennisland

Via via kreeg ik een nieuwsbrief van Kennisland in mijn digitale brievenbus.

KL is een onafhankelijke denktank die Nederland slimmer wil maken. Niet alleen omdat het nodig is, maar ook omdat we denken dat het kan. In de kenniseconomie is het de enige manier om welvaart en welzijn voor iedereen te blijven creëren. Onze werkwijze omvat onderzoek, advies, projecten en netwerken. We richten ons daarbij op vier thema’s: creatieve economie, open innovatie, slimme overheid en slimme scholen.

Wat rondneuzend op de site, de nieuwsbrieven en de bijbehorende blog gaven mij in elk geval al het idee dat hier wat meer te halen valt. Ik kwam al snel bij het Handboek Kennisland en online boek in de vorm van een wiki (nou ja, 'wiki', je kon tot 2 november op de afzonderlijke hoofdstukken reageren). Ook het Handboek Kafkabrigade (tegen overbodige bureaucratie) biedt waarschijnlijk aardig leesvoer. Zo wordt er al melding gemaakt van de strijd tegen de onderwijsbureaucratie, al vond ik daar nog niet zoveel bij terug. Binnenkort eens nader neuzen.

Het rondneuzen leverde ook wat links op naar andere sites zoals:

  • de Onderwijspioniers, waar allerlei creatieve onderwijsideeën ondersteund werden met een (inmiddels gesloten) regeling. Toch altijd leuk om eens door die ideeën te grasduinen. Wel benieuwd wat er nu nog van over is... 
  • Open Content, met allerlei informatie op Open Content maar ook een 'ocwfinder'. (Ik moest het even uitproberen voor ik er achter kwam dat het natuurlijk ging om een 'open courseware' finder).
  • Innovatieimpuls Onderwijs, (alweer) een regeling waar subsidie te krijgen is voor onderwijsinnovaties. Maar in een opzet met 'kritische vrienden', wie weet zijn hier nog mogelijkheden (indienen voor 15 februari 2010, volgens mij alleen po en vo).
  • Enzovoorts...

Weer wat uitzoekwerk, wie mee wil doen...

zondag 3 januari 2010

De onderwijsagenda is bekend

De onderwijsagenda van de Volkskrant is bekend. Na de duizenden reacties op de eerste thema's heeft het panel van wijzen nu zes thema's geselecteerd waar de zoektocht en de discussies de komende maanden op worden gericht:

  1. Er is op scholen te veel organisatorische rompslomp.
  2. Ouders en school zijn onvoldoende partners in onderwijs en opvoeding.
  3. De arbeidsvoorwaarden voor docenten moeten op de schop.
  4. In het onderwijs is te weinig maatwerk om recht te doen aan diversiteit.
  5. Talenten van lerenden worden onvoldoende ontwikkeld.
  6. Docenten hebben meer kennis, kunde en vaardigheden nodig.

De thema's zijn een bundeling van de meest genoemde problemen. Dat betekent dus, dat vooral aandacht wordt besteed aan de thema's zoals die worden ervaren door degenen, die op de stellingen reageerden. De vraag is nu of het onderwijs er een stuk beter voor staat als de genoemde problemen zijn opgelost. In de praktijk zie je immers regelmatig dat bij ervaren problemen vaak oplossingen worden voorgesteld die gebaseerd zijn op intuïtie maar in feite averechts werken. (Zo blijkt strenger straffen niet echt een oplossing voor het terugdringen van criminaliteit.)

Opvallend is het ontbreken van het thema 'onderwijsvernieuwing'. Het competentiegericht leren, Dijstelbloem, enzovoorts. Of het moet verpakt zitten in thema's 4 en 5 en wellicht 6 maar daarmee zou het thema onderbelicht zijn, gezien de enorme heisa die dat de afgelopen jaren heeft opgeleverd. Dit is inclusief het onderwerp van de te geringe aandacht voor kennis.
Wat eigenlijk ook ontbreekt, is ambitie. Wat is nodig in het onderwijs om daadwerkelijk innovatief en concurrend te kunnen zijn als land, als economie? Blijkbaar is dat bij de huidige problemen (zoals die worden ervaren) nog een brug te ver? Misschien komt dat terug bij thema 5, maar ook daarin vind ik het eigenlijk een beetje onderbelicht.

Dan de thema's zelf. Persoonlijk heb ik wat minder met de relatie ouders en school. Naar mijn idee is dat minder een onderwijsthema dan een algemeen maatschappelijk thema rondom de manier waarop mensen zich in het algemeen opstellen ten opzichte van elkaar en ten opzichte van publieke diensten. Neemt niet weg, dat het grensvlak van opvoeding - onderwijs wel boeiend is om over na te denken.
Een thema als arbeidsvoorwaarden is wel weer interessant, met name vanwege de discussie die steeds weer losbarst als het gaat over de verworven rechten. Toch zou ik hier liever zien dat dat het ter discussie stellen van arbeidsvoorwaarden pas ter sprake komt als duidelijk wordt, welke problemen er mee kunnen worden opgelost. Met andere woorden, er wordt al een oplossing voorgesteld nog voordat het probleem duidelijk is gemaakt.
Maatwerk als thema spreekt me bijzonder aan. Ik ben benieuwd hoe dat in deze discussie gaat uitpakken. Immers, om maatwerk te kunnen leveren zul je goed op de hoogte moeten zijn van de individuele behoeften van een leerling / student. Dan zul je toch het een en ander moeten bijhouden, moeten registreren. Wat wellicht weer gezien wordt als organisatorische (lees: administratieve) rompslomp...

De komende maanden gaan journalisten op pad en worden discussies georganiseerd. Daarbij zullen oplossingen worden gepresenteerd. Ik hoop, dat daarbij de thema's niet te veel afzonderlijk van elkaar worden benaderd maar dat ook gezocht wordt naar de verbindingen tussen de onderwerpen zodat er straks ook uitzicht komt op een integrale aanpak.