maandag 27 april 2009

Kansen en risico's voor competentiegericht MBO

Er worden heel wat duiten in de zakjes gedaan om de huidige stand van zaken, de voors en tegens van een competentiegericht MBO in kaart te brengen. Ook de Onderwijsinspectie heeft opnieuw een rapport uitgebracht onder de titel 'Competentiegericht MBO: kansen en risico's'. Het is een uitgebreid onderzoek, dat bestaat uit twee delen: een kwantitatief en een kwalitatief onderzoek. Het is ongeveer op dezelfde manier opgezet als het vorige onderzoek in 2007 zodat een vergelijking mogelijk was.

Het kwantitatieve onderzoek is uitgevoerd door enquêtes uit te zetten onder contactpersonen en deelnemers. Met nadruk wordt in het onderzoek gesteld dat het gaat om de indruk, die de contactpersonen hebben.

Uiteraard dient bij de interpretatie van de onderzoeksgegevens wel rekening gehouden te worden met het gegeven dat het in dit kwantitatieve onderzoeksdeel nadrukkelijk gaat om de perceptie van betrokken contactpersonen.

In elk geval maakt het rapport duidelijk wat voor de Inspectie de criteria zijn voor goed CGO. Het rapport geeft aan:

  1. Meerdere jaren ervaring met competentiegericht opleiden (tenminste twee jaar)
  2. Systematische en operationele planvorming en evaluatie
  3. Evenwichtig onderwijs door een heldere visie van de opleidingen op de verhouding theorie en praktijk, kennis en vaardigheden en de positie van de algemene vakken
  4. Variatie in gehanteerde werkvormen
  5. Competentieontwikkeling van docenten
  6. Versterking van de samenwerking tussen de opleidingen en het (regionale) bedrijfsleven
  7. Een aangepaste bedrijfsvoering gericht op het realiseren van de randvoorwaarden
  8. Maatwerk en flexibiliteit in de opleiding
  9. Een grotere externe oriëntatie van de opleidingen: te beginnen naar de bedrijven, gevolgd door afstemming met het hbo en vervolgens het vmbo

Aardig dat geconstateerd wordt dat wat betreft punt 1 de meeste opleidingen het beter doen... :-)
Verder vind ik het opvallend dat er juist weinig maatwerk wordt gerealiseerd.

Alles bij elkaar een omvangrijk onderzoek, dat zich niet altijd even makkelijk laat lezen en interpreteren. Neem nou een tabel, waarin duidelijk wordt gemaakt waar de inhoud van de opleidingen op is gebaseerd. Uit tabel 3.1 van het rapport van het kwantitatieve onderzoek blijkt dat 81% van de contactpersonen aangeeft dat de opleiding in grote mate gebaseerd is op het voor de opleiding bestaande kwalificatiedossier. In de kolom daarnaast is aangegeven wat men voor 2010 verwacht. 98% verwacht dat dat in 2010 hetzelfde of zelfs meer het geval zal zijn. Jammer dat je niet kunt zien, hoe dat bij het vorige onderzoek in 2007 was. Daarvoor moet je in het kwalitatieve deel zijn, waar in tabel 6.1 de verschillen tussen 2007 en 2009 zijn aangegeven, maar daar ontbreekt het uitzicht op 2010 weer. En dat geldt voor veel van de tabellen.

Ook bij sommige conclusies moet ik even nadenken, hoe ik er tegen aan moet kijken.  Zo wordt bij punt 4 als positief beoordeeld dat er meer klassikaal wordt lesgegeven en dat er minder zelfwerkzaamheid is. In het kwantitatieve onderzoek komt naar voren, dat men verwacht, dat in 2010 er weer minder theorie en meer zelfwerkzaamheid zal zijn...

Al met al concludeert de Inspectie:

Er zijn stappen vooruit gemaakt, maar dat neemt niet weg dat er nog veel te doen is om de ontwikkeling verder te brengen. Dan gaat het om uitbalanceren van variatie in werkvormen, verstevigen van structuur en diepgang, op orde brengen van de bedrijfsvoering en het vormgeven van een adequate relatie met het bedrijfsleven.
De meest kritische punten betreffen volgens de inspectie het niveau en de diepgang van de opleiding naast de externe oriëntatie die zich vertaalt in de arbeidsnabijheid van de opleidingen.

In elk geval is duidelijk dat de invoering van CGO meer is dan een administratieve omslag (voldoen aan het kwalificatiedossier), er is ook sprake van een duidelijke onderwijskundige vernieuwing. Betekent dat nou, dat de Inspectie zich toch (weer) met het 'hoe' bemoeit?

1 opmerking:

  1. Het is maar net hoe je de feiten vertaald. Ik heb het gevoel dat inspecties en allerlij belanghebbende bedrijven en instanties de zaken proberen te sturen.

    Mijn ervaring als 32 jarige vrouw, die net weer een opleiding is begonnen zijn de volgende:

    Compentiegericht onderwijs houd in dat het bedrijf macht krijgt op de leervloer. Wie macht en geld heeft bepaald de regels.

    Het is een mooi idee dat mensen werkgericht worden onderwezen, maar de essentie van het verhaal loopt uit op wie de meeste centen heeft.
    De werkgever zegt dit, de school zegt dat. Ik mag geen taken op de werkvloer uitvoeren die ik niet geleerd heb en waar ik geen bekwaamheden heb behaald, maar de werkgever dwingt de student in een positie die niet de bedoeling is. Het motief zit hem erin dat wij als BBL leerlingen betaald werk verrichten. Weliswaar tegen een leerlingensalaris.

    Het bedrijfsleven heeft teveel macht gekregen, zij hebbeen hun ideen op de scholen doorgedrukt: portfolios maken (Amerikaans), engelse termen die men waar geen hond wat van begrijpt, overal moet je een verslag van maken, notuleren, administreren, schrijven schrijven schrijven praten praten praten.

    Ik heb zwaar verzet van deze manier van 'regeren' over mensen. Voor ieder wissewasje krijg je een gesprek. Overcommunicatie noem ik dat.
    Een gesprekje om je op het hart te drukken dat als je je niet de normen en waarden en denkbeelden van het bedrijf niet overneemt je het wel kunt schudden.

    Dan kun je nog de beste student zijn, als je kop niet aanstaat kun je oprotten.

    Dus waar is de nadruk op komen te liggen: netwerken, politieke spelltjes, vergaderen en nog eens vergaderen. De nadruk ligt niet meer op vakinhoud maar op politiek.

    Als we dit een vooruitgang in de maatschappij noemen dan verkas ik liever naar een ander continent, waar ik me niet hoef te bekeren tot democratie en een militante staat. Een staat die niet door de overheid wordt geregeerd maar door het bedrijfsleven, waar niet de mens centraal staat maar waar geld centraal staat, waar niet geleefd wordt maar waar mensen gedwongen worden om zich te bekeren tot het kapitalisme.

    Studenten van pakweg 16, 17 jaar zijn de klos. Als zij deze manier van onderwijs niet kunnen bijbenen, omdat de praktijkopleider een bitch is dan is hun toekomst voor de rest van hun leven vergalt.

    We creeren een gigantische onderkant van de samenleving waar je u tegen zegt. Wat we nu hebben bezuinigd mogen we in 10 jaar drie maal zoveel terugbetalen aan uitkeringen van minderbedeelden in samenleving.

    BeantwoordenVerwijderen

Reacties zijn welkom