zondag 25 november 2007

Rekenvaardigheden

De Volkskrant besteed de laatste tijd nogal wat aandacht aan rekenvaardigheden. Inmiddels start ook weer de voorronde van de 'Nationale Rekentoets' (je kunt er ook aan meedoen!). In een apart artikel wordt nog eens ingegaan op de manier waarop rekenen in de hersenen plaatsvindt en hoe daar in het rekenonderwijs rekening mee gehouden wordt. Stonden de boekjes vroeger vol met allerlei abstracte sommen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen) en dat bladzijde na bladzijde. Er werd nauwelijks aandacht besteed aan verhalen, waaruit de sommen gehaald moesten worden. Dat is nu wel anders. Eerst verhalen, daarna abstracties, en, om te toetsen of ze het begrepen hebben: ook het tekenen van de som komt in de nieuwe methode terug (zie ook het bericht Gecijferdheid). Daarmee wordt de aandacht verlegd van routine naar strategie. (Eigenlijk een prima voorbeeld van 'nieuw leren'!) Het blijkt in elk geval veel beter te passen bij de manier waarop het brein werkt. Dat zie je bijvoorbeeld terug in de manier waarop kinderen leren om complexe delingen te maken. Wij deden dat nog aan de hand van staartdelingen, tegenwoordig gebeurt dat anders, zie ook een artikeltje in de Volkskrant.

Onderzoek toont aan dat er verschillende gebieden actief zijn bij het verwerken van rekenopgaven. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om een gebied, waar de waarde van het getal wordt ingeschat, een gebied voor de visuele representatie en een gebied voor de labeling (hoe noem je een getal?). Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van allerlei andere gebieden in de hersenen, zoals bijvoorbeeld de ruimtelijke oriëntatie. Het combineren van de resultaten uit die gebieden maakt dat er gerekend wordt. Dat verklaart, waarom verschillende kinderen dan ook verschillende methoden gebruiken om tot uitkomsten te komen.

In het boek 'Ben ik dat' van Mark Mieras komt ook terug, dat er een verband bestaat tussen het ruimtelijk inzicht en de rekenvaardigheden. Er kan een verband worden aangetoond tussen mensen met een beperkt ruimtelijk inzicht en (basale) rekenvaardigheden:

"Kinderen die te weinig kruipen, rennen en fietsen zouden minder goed worden in rekenen. Beweging helpt de hersenen om hun ruimtelijke oriëntatie te ontwikkelen en daarna gaat het rekenen ook makkelijker. De som vijf min drie is immers ook op te vatten als vijf stappen naar rechts en drie stappen naar links."

Als er problemen zijn in de ontwikkeling van een kind (denk bijvoorbeeld aan Roemeense weeskinderen, die tijdens hun vroege jeugd min of meer gevangen gehouden werden in een bijzonder prikkelarme omgeving), dan leidt dat tot tal van ontwikkelingsproblemen, waaronder het vermogen om te leren rekenen.
Nou is dat natuurlijk extreem maar het heeft me wel aan het denken gezet. Een hele tijd terug heb ik eens iets gelezen over allerlei veranderingen bij de jeugd. Er werd toen al gewezen op het feit dat doordat kinderen meer voor de tv zaten en meer met de computer bezig waren in elk geval de grove motoriek afnam (minder buiten spelen) en juist de verfijnde motoriek (muis!) toenam. Leuke Freakonomics-vraag: zou er een correlatie zijn met beperkte rekenvaardigheden?

woensdag 21 november 2007

En waarom bloggen we ook alweer?

Het begon met één van de laatste berichtjes van René Slot (Tips van René): waar doe ik het allemaal voor? Zo af en toe bekruipt me dat ook wel eens. En zelfs de nog meer gedreven bloggers kennen wel een writersblock.

Het is nu ruim een jaartje geleden dat ik met bloggen ben begonnen: tijdens de studiereis naar de CIT in Charlotte, waar Willem Karssenberg als huisblogger was uitgenodigd verslag te doen van het gebeuren. Dit jaar heb ik ook weer lekker meegeblogd in Nashville. De meeste berichtjes heb ik ook op mijn eigen weblog gezet omdat ik daar wat meer mogelijkheden had om links en plaatjes te gebruiken dan op de Nashvillesite.

Wat beweegt mensen (nou ja, mij dan) om te bloggen? Natuurlijk roep je hard naar iedereen dat je het vooral doet voor jezelf Het helpt je om de dingen wat op een rijtje te zetten en het is een aardig archief van wetenswaardigheden. Maar wees nou eerlijk: als je nou nooit eens een reactie kreeg (op de weblog zelf of anders in de wandelgangen van mensen) of als de statistieken bleven steken op een dermate laag getal dat het niet anders kon, dan dat het de bezoekjes waren die je zelf aan je eigen weblog bracht ter controle van de tekst of de layout, zou je het dan blijven doen?

Ik vond het dan ook leuk dat ik bij thuiskomst uit Amerika een berichtje vond met een trackback naar Rino's blog met een citaat van een van mijn recente berichtjes. En inmiddels blijkt mijn berichtje over Google en Windows in elk geval bij onze dienst I&A de oren gespitst te zijn. (Allicht, nu betalen we jaarlijks een enorm bedrag voor 20.000 emailaccounts met 20MB opslag...)
Nog een ander voordeel van bloggen: je bent niet de enige, je maakt deel uit van een hele gemeenschap. Zo zit ik (net als enkele andere blijkbaar) met smart te wachten op het verslag van Willem over 'de strijd der Titanen'.

Ook was het aardig, dat ik via weer een ander berichtje van Willem terecht kwam bij de vernieuwde site van ROC-nieuws. Ik kende de site niet eens! Staat daar naast een hoop actueel nieuws ook een hele berg educatieve weblogs, waar ook de mijne tussen mag staan. (Ik heb wel weer een hele hoop achterstallig werk weg te werken, is nu wel duidelijk.)

Dus met dank aan alle lezers en medebloggers, vanwege het gevoel dat ook ik 'een steen heb verlegd in een rivier op aarde'.

dinsdag 13 november 2007

Nashville (6) - Persoonlijke portals

Er staat iets te gebeuren. Tijdens de conferentie ben ik gaan kijken naar Windows Live@Edu. Naar mijn idee de opvolger van Hotmail. Ik weet dat het GraafschapCollege is overgestapt naar Live@Edu en heb ook mijn eigen organisatie geadviseerd er eens naar te kijken.
Tijdens de presentatie werd duidelijk dat Live@Edu veel meer is dan een aangeklede e-mailbox. Allerlei tools die het mogelijk maken om te communiceren, te plannen, samen te werken, documenten te delen, enzovoorts. Op zich wist ik dat wel maar realiseer me, dat ik de impact daarvan niet had overzien. Het gaat me niet eens zozeer om de tooltjes zelf, ook niet om de enorme opslagcapaciteit, die wordt aangeboden, maar vooral om het fenomeen, dat er een complete, persoonlijke portal wordt aan­geboden buiten de schoolinfrastructuur om. Een onderwijsinstelling maakt er alleen handig gebruik van door de eigen systemen er op aan te sluiten om vervolgens de communicatie met de student via dat portal te laten lopen. Daarmee wordt ook een hele hoop eigen hardware en beheer uit handen geno­men. Geen eigen mailservers, geen upgrades naar nieuwe versies (nieuwe en verbeterde functio­nali­teiten worden automatisch toegevoegd).
De infrastructuur is ook geschikt voor studenten na hun opleiding: geen gedoe om aparte alumni systemen in het leven te roepen en te houden.

Maar ook Google doet mee. Op de conferentie hingen ze werkelijk met de benen buiten om de presentaties van Google te kunnen volgen. Daar hetzelfde verhaal: allerlei persoonlijke tools om te communiceren, samen te werken, documenten te bewaren en te delen, enzovoorts, en dat allemaal in een persoonlijke portal.
In een presentatie werden de verschillende tools nog eens gedemonstreerd. De traagheid van het netwerk maakte, dat ik het snel voor gezien hield, maar ik ga er zeker nog eens naar kijken. Ook nieuwsgierig? Met een Google account kun je naar http://groups.google.com, zoek daar naar “Teaching with Google” (inclusief aanhalingstekens), en kijk dan bij de “Googles Tools List”.

Het Central Piedmont Community College heeft inmiddels voor Google gekozen om een aantal redenen. Tijdens de presentatie werd een vergelijking tussen Google en Windows gepresenteerd. Daar heb ik wat foto’s (foto1 en foto2) van gemaakt.

Het verhaal past in de trend van een persoonlijke digitale omgeving, waarin het mogelijk is, dat mensen zichzelf presenteren, communiceren met de virtuele wereld, samenwerken, enzovoorts. Er hoeven natuurlijk maar een paar knoppen aan worden toegevoegd en hup, daar staat je persoonlijk portfolio. Het is de kracht van het aan elkaar knopen van losse elementen. Van die mogelijkheid maak je als onderwijsinstelling (of werkgever of nog anderszins) gebruik van, zolang je een relatie hebt met die student. Er wordt een verbinding gelegd met die persoonlijke omgeving zodat gegevens kunnen worden uitgewisseld.

Ik heb even nagedacht, wat dat dan betekent voor elektronische leeromgevingen of leermanagement­systemen en nog andere zaken. Nou, die kunnen alvast stoppen met het bedenken, uitbouwen of verbeteren van hun communicatiefunctionaliteiten. Niet meer doen, gewoon aanhaken bij deze ontwikkelingen. Wat het gaat betekenen voor al die portalbouwers? Voorlopig zal dat nog wel meevallen. Portals hebben meer functionaliteiten dan alleen communicatie maar ook daar zullen ze op hun tellen moeten passen!
Het aanbieden van leermaterialen is een andere zaak. De opleidingsstructuur (zeg maar: de leerroute die aan een student wordt gekoppeld) hoort naar mijn idee in een aparte infra­structuur thuis binnen de school zelf, nou ja ‘binnen’, in elk geval beheerd door de school. Het plaatje, dat in mijn hoofd aan het ontstaan is, moet ik snel eens uitwerken.

Er zitten natuurlijk allerlei consequenties aan deze ontwikkelingen. Privacy, afhankelijkheid van een externe leverancier (die immers niet wordt betaald en waar je dus nog niet zo makkelijk kunt aankloppen als er iets niet werkt), wennen aan het feit dat je afhankelijk bent van een infrastructuur waar je zelf nauwelijks invloed op hebt (dat vinden de meeste IT’ers niet leuk). Maar de wereld is niet maakbaar, het gebeurt en je kunt er beter maar op voorbereid zijn.

zondag 11 november 2007

Nashville (5): CIT -1 (Tips & Tricks)

De conferentie is begonnen! Drie dagen van presentaties, workshops, lezingen, voordrachten en andere leuke en minder leuke dingen. Na vier presentaties merk ik, dat mijn aandacht begint te verslappen dus in afwachting van de officiele opening maar even van de gelegenheid gebruik gemaakt om alvast wat resultaten weer te geven. Ik heb me voorgenomen de leuke presentaties in aparte berichtjes te verwerken, de rest in een overzicht weer te geven. 

Vanmorgen wilde ik persé bij de eerste presentatie zijn van enkele mensen van het Piedmont Community College van Charlotte, NC. Die hadden vorig jaar ook een dergelijke presentatie en die was gewoon heel leuk. Niks moeilijk doen, gewoon in een razend tempo een hoop knoppencombinaties, tooltjes, websites en andere tips en trucs de revue laten passeren.
De presentatie begon met heel leuke, inspirerende video van Michael Wesch onder de naam:
Web 2.0 ... The Machine is Us/ing Us. Zeer de moeite waard om in een presentatie mee te nemen!

Om het met betrekking tot de tips en trucs wat makkelijk te maken, hebben ze een lijst gemaakt en die op een website gezet onder de naam www.tropicalteachers.com. Die naam is ingegeven door het idee dat lesgeven net zo leuk moet zijn als op het strand zitten, sterker nog, je zou het vanaf het strand moeten kunnen doen. Alleen blijkt er een foutje in de link te zitten waardoor het niet werkt. Klik hier voor de goede lijst.

Het eerste deel ging over allerlei toetsencombinaties die het sneller en makkelijker maken om op de pc dingen voor elkaar te krijgen. Daar zijn meerdere redenen voor te bedenken: het is sneller, minder belastend voor je gewrichten én minder storend tijdens presentaties (muisaanwijzers over het scherm, klikken, dat soort dingen).

Verder kwamen allerlei tools voorbij: Wikipedia (missie: 'bringing all human knowledge to humanity"), Googletools, fotobewerkingsprogramma's en nog een hele hoop meer. Het is zaak om die dingen gewoon uit te proberen. Ik verwacht natuurlijk wat onderzoeksresultaten van gerenommeerde web 2.0 adepten op wat weblogs terug te zien, wat betreft de nog onbekende zaken.

Nasville (4)

Cimg1081_2Wat doe je op een vrij dag in Amerika? Je kunt van alles bekijken maar een bezoek aan een 'mall' is natuurlijk een must.
Vandaag dus een paar uur lang door een grandioze mall geslenterd. Ik viel daar van de ene verbazing in de andere. Natuurlijk de afmetingen, hectares groot, een aantal afzonderlijke winkels zijn al groot genoeg om een behoorlijk formaat V&D te herbergen. Je kunt daar makkelijk een dag doorbrengen met allerlei vertier en boodschappen. Midgetgolf bij fluoriserend licht, een jungle- en een waterrestaurant. Roggen voeren, soms van meer dan een meter. Die beesten steken hun bek boven het water en daar kun je dan eten in stoppen. En natuurlijk fastfood eten. En dat is ze aan te zien, die Amerikanen (ik weet het, ik blijf er over bezig maar ik kan er maar niet aan wennen, al die tonnages overgewicht).

Cimg1080_2Als ik dan zo'n plein vol met etende mensen zie, omringd door allerlei verschillende fastfoodtentjes dan bekruipt me toch een triest gevoel. Consumentisme, korte-termijn behoeftebevrediging, het nooit-genoeg syndroom. Een hele mall vol met overbodige producten, zodanig ingericht en uitgestald dat er vooral gekocht wordt. Is dit nou de ultieme 'American Dream'? Wat een leegte.

De avond in goed gezelschap doorgebracht in het Ryman Auditorium voor een speciaal programma: Opry at the Ryman. Een countryshow die life op de radio wordt uitgezonden.
Nou, dat hebben we geweten, wat een ervaring. De gemiddelde leeftijd van de artiesten was ruim boven de 70, het leek wel een reünie van een bejaardentehuis. Ze kregen de hele zaal plat met vreselijk ouwbollige grappen: 'Waarom zijn getrouwde vrouwen zoveel dikker dan ongetrouwde? Ongetrouwde komen thuis, kijken in de koelkast en gaan naar bed, getrouwde vrouwen kijken in hun bed en gaan dan naar de koelkast', wat een dijenkletser! Maar wel de hele zaal plat!
De muziek was prima, als je van die ouwe country houdt. En het moet gezegd: er waren minstens twee nummers met meer dan drie akkoorden in de begeleiding. Zeg maar het niveau van Frans Bauer.
Het meest facinerende was toch als elke keer tussen de nummer aandacht besteed moest worden aan 'a message from on of our sponsors'. En dat waren er heel wat. Leest een presentator life een lovende reclametekst voor over een een of ander overbodig product. Dat was eerst verbazingwekkend, maar groeide van lachwekkend (heb je hem weer) tot hilarisch (in één boodschap werd tot zeven keer toe vermeld dat 'the strawberry, the banana and the apple-cinnamon muffin' toch onvergetelijk van smaak waren. Om vervolgens twee boodschappen later doodleuk muffins van een ander merk aan te prijzen.
En natuurlijk werden Amerika, het leger en God de hemel in geprezen. Wat zijn ze toch trots, die Amerikanen.

zaterdag 10 november 2007

Nashville (3): Het Amerikaanse onderwijssysteem

450pxeducation_in_the_united_states_1

Op vrijdag werd een bezoek gebracht aan het Vollunteer State Community College, inde buurt van Nashville. Tijdens het bezoek werd mij snel duidelijk dat ik eenwat minder goed beeld had van het Amerikaanse onderwijssysteem dan dat ikvooraf had gedacht. En er waren meer mensen die daar last van hadden. DeAmerikaanse Wikipedia gaf uitkomst, compleet met een redelijk overzichtelijkschema.
In het schema is te zien, dat een Community College onderwijs verzorgt na de Highschool en toegang geeft tot vervolgonderwijs.

Dat schema kon worden aangevuld met een beschrijving op een anderesite (http://www.usastudyguide.com/overview.htm, waar het volgende nog werdvermeld:

Students who have completed high school and would like to attend college or university must attend what is referred to as an undergraduate school. These are schools that offer either a two-year degree(called an associate degree) or a four-year degree (called a bachelors) in a specific course of study. That course of study is called the major. While most schools that offer a four-year degree will admit students who have not yet chosen a major, all students are required to select (or declare) a major by their second year at school. Students who complete an associate degree can continue their educationat a four-year school and eventually complete a bachelor degree

Een Community College is dus een school, die onderwijs verzorgt na deHighschool (of aan mensen met een Highschool degree, dus ook volwassenen, dieom wat voor reden dan ook niet naar een College zijn gegaan) om hen voor tebereiden op een studie aan een College of University.

 

vrijdag 9 november 2007

Nashville (2)

De eerste dag zit er op. Mijn ogen willen eigenlijk niet meer maar toch maar even doorbijten om de laatste berichten aan het thuisfront door te kunnen geven.
Er is vandaag erg hard gewerkt door de hele groep. Siteseeing Nashville, ballonnen blazen als spoedcursus 'risico's nemen' ter voorbereiding van het 'durven vragenstellen' tijdens het bezoek aan het community college morgen. En natuurlijk een uiterst vermoeiende bootreis gemaakt: lopend buffet en steeds maar weer dat glas naar de mond brengen. En dat alles met een prima countryband.
Een hardnekkig probleem met de internetverbinding bleek pas na veel moeite van een uiterst aardige hotelmedewerker opgelost. De website die het hotel gebruikt om te kunnen inloggen blijkt niet te werken op Explorer 7. Inmiddels Firefox er bij geïnstalleerd. En nu draait het als een zonnetje...
Kan ik morgenvroeg tenminste even Skypen met mijn familie.
(Toch blijf ik dat tijdsverschil lastig vinden: als ik kort na het ontbijt even naar huis bel, blijken mijn kinderen na een lange schooldag het huiswerk al bijna af te hebben!