maandag 11 mei 2009

Dat ben ik...

'Ben ik dat?' is de titel van een boek van Mark Mieras waar ik al eerder aandacht aan heb besteed. In één van de hoofdstukken beschrijft hij zijn ervaring met een fMRI-scan:
...Gebiologeerd staar ik even later op het computerscherm naar de kronkels in mijn eigen brein, naar kwabben en orgaantjes. Dat ben ik, denk ik. Daar zitten mijn gedachten en herinneringen, mijn gevoelens en neuroses. En daar zitten dus ook ergens de centra die nu deze beelden zitten te bekijken...
Afgelopen week heb ik het zelf kunnen ervaren. Mijn zoon mag zich inmiddels drs noemen en houdt zich als AIO bezig met, jawel, hersenonderzoek in een fMRI. En bij zijn onderzoek heeft hij regelmatig proefpersonen nodig. Dat leek me wel wat.
Dus meldde ik me tegen vijf uur op de universiteit (wetenschappers werken net als adviseurs ook buiten kantoortijden) en na wat formaliteiten, wat uitleg en het afleggen van alles wat van metaal was of metaal bevatte, mocht ik gaan liggen en werd ik met mijn hoofd in een smalle koker geschoven.
Na anderhalf van allerlei testjes werd ik weer bevrijd.
Het onderzoek in de scanner was op zichzelf niet zo sensationeel maar wel heel erg doordacht. Het ging om de relatie tussen gezichtsherkenning en het opslaan van geassocieerde informatie bij gezichten als beroep, hobby, woonplaats, huisdier, muziekvoorkeur, enzovoorts. Het was nog maar een voorzonderzoek dat zich richtte op het localiseren van de plaats in de hersenen waar die bijbehorende informatie wordt opgeslagen. Als die locatie eenmaal bekend is, kan het echte onderzoek worden opgezet.
Een fMRI-scanner werkt op wisselingen in magnetische velden door de aanwezigheid van hemoglobine. Actieve plekken in de hersenen krijgen extra zuurstof wat leidt tot een sterkere doorbloeding wat in een fMRI weer zichtbaar wordt door een verstoring van het magnetisch veld. Nu zijn er in de hersenen voortdurend allerlei plekken actief. Een onderzoek als dit moet dusdanig slim worden opgezet dat niet relevante hersenactiviteit moet kunnen weggefilterd. Het waarnemen van woorden leidt immers op veel verschillende plaatsen tot activiteit: in de visuele schors, in een gebied waar woorden worden waargenomen, in een gebied waar woorden worden herkend, enzovoorts. In het onderzoek werd eerst aandacht besteed aan het lezen van woorden zonder betekenis, daarna aan woorden die bij een bepaald plaatje werden aangeboden en vervolgens aan diezelfde woorden, die met gezichten moesten worden geassocieerd. Door in de hersenen de gebieden met elkaar te vergelijken die bij die verschillende activiteiten actief werden, moest een patroon zichtbaar worden dat de locatie van het gezochte hersengebied verraadde. Kom er maar eens op!
Wie het idee heeft dat je tijdens zo'n onderzoek op een schermpje kunt gaan zitten kijken naar oplichtende hersengebiedjes, zit er behoorlijk naast. Er worden met een zeer geavanceerd computerprogramma (zie www.brainvoyager.com) gigantische hoeveelheden data ingelezen en verwerkt voordat de patronen zichtbaar kunnen worden. Het verwerken van alle gegevens van één proefpersoon kost dan ook al gauw een paar uur. Pas daarna kunnen de patronen zichtbaar worden gemaakt.
In het bijgaande plaatje een schermafdruk van mijn eigen hersenactiviteiten. In de grafiek rechts zijn de hersenactiviteiten op één punt in de hersenen zichtbaar bij het uitvoeren van de verschillende taken (blauw en rood). Linksonder een grafiek met een statistisch gemiddelde van die hersenactiviteit waarbij de verschillen in activiteit van dat ene puntje in de hersenen bij bepaalde taken zichtbaar worden.
Met weer wat andere instellingen wordt in de plaatjes duidelijk wanneer de hersenen actiever zijn bij de rode of juist bij de blauwe taken.
Breinjef
Bij een dergelijk onderzoek blijkt, dat het interpreteren van de resultaten heel complex is. Meet je echt wel wat je wilt meten? Het feit dat je de ene taak leuker vind dan de andere kan al tot onvermoede afwijkingen leiden. Als je in zo'n scanner ligt en hoopt dat het allemaal niet zo lang meer duurt omdat je nodig naar de toilet moet, lichten er in de hersenen ook weer gebiedjes op die een nietsvermoedende onderzoeker op het verkeerde been kunen zetten.
De beweringen van de neuroloog Verbeke tijdens een uitzending van Pauw en Witteman dat dergelijke scans binnen een jaar of vijf zullen worden gebruikt bij sollicitaties moet dan ook naar het rijk der fabelen worden verwezen, al is het alleen maar dat er in de presentatie sprake is van misleiding. Een doorsnede van de hersenen is net zo individueel als een vingerafdruk. De gepresenteerde plaatjes toonden twee keer dezelfde hersenen.

1 opmerking:

  1. Interessante blogpost, interessant onderzoek. En kan je zoon nu zeggen dat hij jou 'door en door' kent: van binnen en van buiten?

    BeantwoordenVerwijderen

Reacties zijn welkom