maandag 13 december 2010

Flexibiliteit in het MBO

Het ITS heeft in opdracht van het ECBO een onderzoek gedaan naar de flexibiliteit in het MBO. Het onderzoek was gericht op alle opleidingen van de MBO-instellingen ( BOL, BBL, deeltijd en Educatie) en bestond uit verschillende onderdelen: deskresearch, een survey, gesprekken met sleutelfiguren, benaderen van frontoffices en enkele casestudies.
De vraagstelling richtte zich op vragen rondom de variabele instroom, maatwerk (in duur, tempo, enz) en het gebruik van EVC, waarbij met name gekeken wordt in hoeverre hiermee de opleidingen kunnen worden verkort. Het resultaat is een rapport waarin een beeld wordt geschetst van de huidige stand van zaken rondom flexibilisering in het MBO.

Volgens het rapport komt het vraagstuk van flexibiliteit voort uit de Wet Educatie & Beroepsonderwijs (WEB) waarin maatwerk aan een zeer gevarieerde populatie als uitgangspunt wordt beschouwd. Daarvoor is flexibiliteit nodig als middel. Om dat goed voor elkaar te krijgen vraagt dat om een visie vooraf: het waarom. Daarbij gaat het om het inspelen op de vragen en wensen van de deelnemers of om problemen zoals uitval aan te kunnen pakken.
Het rapport deelt flexibiliteit in in twee categorieën: onderwijsorganisatorische (vooral tijdsaspecten als instroommoment, EVC, werken met deelcertificaten, enzovoorts) en onderwijsinhoudelijke (afstemmen op leerstijl, motivatie, keuzemogelijkheden, enzovoorts) flexibiliteit. Hier gaat het om het wat.

Om meer flexibiliteit gerealiseerd te krijgen is er sprake van remmers en trekkers, omstandigheden die als probleem worden ervaren of juist als bevorderlijk worden beschouwd. Denk aan problemen met wet- en regelgeving, het roosteren en de kosten van flexibiliseren (remmers) terwijl een goede visie bevorderlijk kan zijn (trekker).

Het rapport gaat uitgebreid in op de resultaten van gesprekken en het survey. Hoofdstuk 3 en 4 beschrijven de resultaten van de survey voor respectievelijk het reguliere MBO en Educatie. Dat biedt een momentopname in de vorm van een kwantitatief overzicht van wat er gebeurt aan flexibilisering. De conclusie is, dat er binnen Educatie meer gebeurt aan flexibilisering in het reguliere MBO. Ook wordt er een vergelijking getrokken met het Community College, zoals ze dat in Amerika kennen. Omdat die veel algemener van opzet zijn, is daar veel meer variatie (lees: flexibiliteit) mogelijk.
Hoofdstuk 5 geeft een beschrijving van de 4 meest flexibele opleidingen uit de survey. Daaruit komt een aantal gemeenschappelijke kenmerken, randvoorwaarden en problemen naar voren. Daarbij worden de remmende en bevorderende factoren nog eens op een rijtje gezet.

Gemeenschappelijke kenmerken

  1. Alle opleidingen kennen meerdere instroommomenten
  2. De programma's zijn flexibel, het leertraject van de student en niet de leerstof staat centraal.
  3. Er wordt gewerkt met een studieloopbaanbegeleider
  4. Studenten kunnen vrijstellingen krijgen
  5. Een doorstroom naar een hogere opleiding is mogelijk
  6. Een examen wordt gehouden als de student er aan toe is

Bevorderende factoren zijn onder meer

  1. Vraag vanuit bedrijven of deelnemer
  2. Cultuur en geschiedenis van de opleiding.
    Vaak gaat het om opleidingen, die al langer bezig zijn met een vernieuwend onderwijsconcept.
  3. Het is belangrijk dat er vanuit een visie wordt gewerkt
  4. Docenten zullen vraaggericht moeten werken
  5. Zelfsturende leermiddelen. Dit moet ruim worden opgevat, het gaat niet alleen om lesmateriaal maar ook om een portfolio, competentiematrix en dergelijke.
  6. Een goed volgsysteem is een belangrijke vereiste
  7. Een goed gebouw

Als remmende factoren komen de volgende punten naar voren:

  1. De complexiteit, waarbij ook allerlei wettelijke regels een rol spelen
  2. De kosten (docent-student ratio)
  3. Het vasthouden aan het jaarklassensysteem
  4. De organisatie, met name de logistiek

Samengevat biedt het rapport een aardig overzicht van de huidige stand van zaken op het gebied van het flexibel onderwijs. Het is waarschijnlijk teveel gevraagd om naast het waarom en wat in een rapport als dit ook dieper in te gaan op het hoe. Toch is dat, waar de meeste instellingen mee worstelen. Daardoor blijft het rapport toch een beetje hangen in algemeenheden. Er was naar mijn idee meer uit te halen geweest.
Zo wordt de Opleiding Procestechniek als een zeer flexibele opleiding gepresenteerd. De vorm komt daarbij niet zo goed naar voren. Het gaat om het zelfstandig doorwerken van lesmateriaal. Zeg maar: LOI op school. Dat kan een heel legitieme keuze zijn, maar het is niet de vorm die de meeste opleidingen nastreven. Dat kan je dus op het verkeerde been zetten.

Nog een aardig aspect is, dat recent het IVA in opdracht van de MBO-raad het rapport Doelmatigheid in het MBO heeft uitgebracht. Daarin wordt ook ingegaan op flexibiliteit en dan met name de meerdere instroommomenten. In dat rapport wordt geconcludeerd dat de kosten van die vorm van flexibilisering gezien de geringe mate dat daarom wordt gevraagd eigenlijk als niet doelmatig moet worden bestempeld.  

zaterdag 11 december 2010

Meta - social media

Zoals ik in mijn vorige berichtje al aangaf: deze week op een studiedag werd er aandacht besteed aan het gebruik van social media. Tijdens die studiemiddag kwamen allerlei voorbeelden voorbij waar je zou kunnen spreken van 'meta - social media'.

Doordat mensen met de komst van web2.0 zijn prosumeren, komt er een gigantische hoeveelheid informatie beschikbaar in de virtuele wereld. Een paar voorbeelden waarbij die informatie wordt verzameld en geanalyseerd:

  • Feelings www.wefeelfine.org
    Een website waar uit allerlei berichten bepaalde boodschappen over de gemoedstoestand van de schrijver wordt gedestilleerd. Dat levert hartstikke mooie beelden op. Een praktisch nut kan ik niet zo goed bedenken, maar door er zo eens op rond te neuzen en de statistieken te bekijken krijg je toch een beetje een 'goodfeeling'.
  • socialmention.com
    Een zoeksite waar de social media worden afgezocht naar een ingegeven zoekterm. Er wordt allerlei gerelateerde informatie gepresenteerd.
    Socialmention 
  • Hint.fm
    "This is the collaboration site of Fernanda Viégas and Martin Wattenberg. We invent new ways for people to think and talk about data."
    Een site met allerlei kunstwerken, waaronder bijvoorbeeld een collage van Flickrfoto's naar seizoen.

Flickr 

Bij dit soort dingen moet je je niet afvragen of het nut heeft. Onderzoek, bekijk, geniet.

 

 

Social media voor bedrijven

Afgelopen week werd er tijdens een studiedag aandacht besteed aan het gebruik van social media door commerciële partijen. Ik heb daar een wat reserve tegen, zeker als die media worden gebruikt om er commercieel beter van te worden. Tweets gaan analyseren om te kijken of bepaalde (potentiële) klanten een probleem hebben waar je vervolgens op kunt acquireren, bijvoorbeeld. Naar mijn idee 'not done'.

Neemt niet weg dat je als commercieel bedrijf best gebruik kunt maken van social media. Er zijn bedrijven die volgen wat er over hen wordt getwitterd. De communicatie kan daar dan op worden afgestemd. In feite maak je als bedrijf dan gebruik van social media om informatie, waar je anders niet de beschikking over zou hebben, over je bedrijf te verzamelen en te analyseren.
Naar mijn idee bieden social media kansen voor bedrijven als onderdeel van een nieuwe strategie, een nieuwe benadering van de markt. En dan bedoel ik niet, dat er op de website een linkje staat 'follow us on Twitter' (waar vervolgens vaak niets gebeurt) of dat het bedrijf een soort van weblog bijhoudt. Naar mijn idee past het gebruik van social media in een strategie waarbij het uitgangspunt is, dat kennis wordt gedeeld. We zijn van oudsher gewend dat bedrijfskennis een belangrijk deel van het bedrijfskapitaal vormt. Als je dat zo maar weggeeft, dan maak je duidelijk dat het bedrijfskapitaal veel meer zit in de manier waarop je die kennis toepast voor je klanten. Het kapitaal zit dan veel meer in de mensen van het bedrijf!
Bovendien biedt dat mogelijkheden om kennis ook uit de markt te halen (crowdsourcing). Leg (namens je klant) de vraag in de markt en maak gebruik van de kennis die er is. Dat voelt voor een adviesbureau wat huiverig. Je laat immers aan je klant weten, dat je het zelf ook niet weet. naar mijn idee gaat het ook hier om meer: je brengt als adviseur een netwerk vol kennis mee en de mogelijkheid de aanwezige kennis te verzamelen en te vertalen naar een oplossing voor de klant.

Eigenlijk ben ik wel benieuwd hoe dit soort dingen gaan uitpakken in de nabije toekomst...

(En nu is dit een heel ander berichtje geworden dan waar ik eigenlijk aan begonnen was...)

zaterdag 4 december 2010

Laptops in de klas...

Op lInkedIn is momenteel een discussie gaande over laptops in het onderwijs naar aanleiding van een oproep van Kennisnet dat elk kind een laptop zou moeten hebben. Recent heeft de NCRV een programma aan gewijd.

In de discussie wordt veel aandacht besteed aan de techniek (de laptops en alles wat daarmee samenhangt), professionaliteit van docenten, visie en beleid. In de hele discussie komt de leerling zelf niet aan bod. Effectief leren met een laptop is niet voor elke student of leerling even vanzelfsprekend nog los van het feit dat ze er ook wel eens genoeg van krijgen, zoals Wilfred Rubens beschrijft op zijn blog.
Tijdens de Onderwijsdagen gaf Sugata Mitra een keynote waarbij hij aangaf dat het leren het meest effectief was als drie of vier kinderen samen een computer deelden.

Vaak wordt aangegeven dat het belangrijk is dat er sprake is van een goede visie op het gebruik van ICT. Toch blijft dat vaak een beetje onderbelicht, wat algemeen geformuleerd. Er wordt ook wel eens geroepen dat de inzet van laptops een bijdrage moet leveren aan onderwijsdoelen maar ook dat blijft dan vaak een beetje hangen. De essentie is in elk geval dat er duidelijke doelen geformuleerd moeten zijn waarna gekeken wordt of ICT of in dit geval laptops daaraan een bijdrage kunnen leveren. Denk bijvoorbeeld aan de noodzaak om studenten meer tijd zelfstandig aan het werk te zetten. Bezuinigingen in het onderwijs (ondanks andere geluiden) maar ook vergrijzing betekenen de komende tijd dat er minder docenturen beschikbaar zullen zijn. Studenten zullen dus meer zelf meer moeten doen. Daar kan ICT een belangrijke bijdrage aan leveren. Daar gaat echter heel wat onderwijsontwerpwerk aan vooraf. Pas tijdens dat ontwerpen is deze discussie pas echt zinvol.

vrijdag 3 december 2010

Nog steeds blij met een iPad?

Het vorige berichtje over mijn nieuwe iPad moest ik nog noodgedwongen schrijven op een laptop. Op een één of andere manier kreeg ik mijn weblog niet aan de praat op de iPad zelf. Na behoorlijk wat heen en weer gemail met een bijzonder geduldige servicedesk is het me inmiddels gelukt het programma aan de praat te krijgen. Met een eerste ervaring van wat het betekent om te bloggen op dit ding. Een reactie op het vorige bericht hielp me aan de nieuwste versie van de besturingssoftware waardoor ook het multitasken wat makkelijker gaat! Verder kwam ik nog wat leuke apps tegen zoals Instapaper waarmee onmiddellijk een link kan worden opgeslagen van een webpagina die je later nog eens wilt lezen. Eerst gaf ik een sterretje aan dat soort pagina's maar vergat die daarna natuurlijk weer. Dit is toch wat praktischer. toch loop ik nog tegen wat dingen aan. De automatische spellingchecker werkt af en toe behoorlijk irriterend (hoe zet je dat uit?). Ik mis mijn pijltjestoetsen om gemaakte spelfouten makkelijk te kunnen herstellen. En in mijn blog pagina mis ik de knoppenbalk om tekst op te maken en plaatjes of hyperlinks in te voeren. kortom er blijkt nog wel wat te wensen over...

Het bovenstaande is het resultaat van mijn iPad-poging. Normaal gesproken zou het er zo uit moeten zien:

Het vorige berichtje over mijn nieuwe iPad moest ik nog noodgedwongen schrijven op een laptop. Op een één of andere manier kreeg ik mijn weblog niet aan de praat op de iPad zelf. Na behoorlijk wat heen en weer gemail met een bijzonder geduldige servicedesk is het me inmiddels gelukt het programma aan de praat te krijgen. Dit is mijn eerste ervaring van wat het betekent om te bloggen op dit ding.
Instapaper Een reactie op het vorige bericht hielp me aan de nieuwste versie van de besturingssoftware waardoor ook het multitasken wat makkelijker gaat! Verder kwam ik nog wat leuke apps tegen zoals Instapaper waarmee onmiddellijk een link kan worden opgeslagen van een webpagina die je later nog eens wilt lezen. Voorheen gaf ik een sterretje aan dat soort pagina's maar die vergat ik daarna natuurlijk weer. Dit is toch wat praktischer.

Alles bij elkaar loop ik nog tegen wat dingen aan. De automatische spellingchecker werkt af en toe behoorlijk irriterend (hoe zet je dat uit?). Ik mis mijn pijltjestoetsen om gemaakte spelfouten makkelijk te kunnen herstellen. En in mijn blogpagina mis ik de knoppenbalk om tekst op te maken en plaatjes of hyperlinks in te voeren. kortom er blijkt nog wel wat te wensen over...

Nee, de iPad is nog geen laptop. En dat terwijl het naar mijn idee toch niet zo moeilijk zou moeten zijn om dezelfde functionaliteiten ook te realiseren in een iPad. Het zou me heel wat schelen. Maar ja, op deze manier verdient Steve Jobs er natuurlijk wat extra's aan. Zo verkoopt hij laptops én iPads. Slimme gozer...