donderdag 29 maart 2012

Gek op gaten,

'Gek op gaten' is de titel van een boek van Jos Burgers. In een masterclass ging hij nader in op de vraag wat een klant echt wil.

De aanleiding van het boek was een gesprek met een leverancier van 'verspanende gereedschappen'. Wat hij vooral verkocht waren boren, in alle soorten en maten. In een discussie ging het er om, of die klant nu blij wordt van boren of juist van gaten. De rest van zijn verhaal ging vooral over het verschil of je nu boren of gaten moest verkopen.
Burgers stelt, dat je als bedrijf een heldere keuze moet maken, je moet onderscheiden van de rest. Hij schetst dat aan de hand van een weiland met koeien. Een koe die alleen staat heeft de neiging om zich naar de  rest van de kudde te bewegen, 'want daar zal het wel goed zijn'. Maar dat betekent dat hij geen echte keuze maakt en tussen de andere koeien ' in de shit' staat. Beter is om een eigen plek te houden, daar is het gras groen en ligt er geen shit. Je eigen plek in het weiland is je etalage.

Als je als bedrijf een duidelijke keuze maakt ben je herkenbaar voor je klanten. Bij AH weet je vrijwel zeker welke producten je er kunt vinden en dat het product, dat je zoekt er hoogstwaarschijnlijk ook is. En natuurlijk, service. Voor dat alles betaal  je natuurlijk wel iets meer. Bij de Aldi zijn de producten op zich wel goed, als ze er tenminste zijn. Verder weet je zeker dat er geen service is maar wel dat het goedkoop is. Beide formules hebben hun eigen fans.
Een foute benadering is 'strategisch kuddegedrag', doen wat iedereen doet en dus niet onderscheidend zijn. Een Edah is minder goedkoop én minder goed en staat dus tussen de andere koeien bijna onherkenbaar 'in de shit'. Het gaat er om dat je je uniek presenteert. Keuzen maken betekent helderheid naar de klant. Dat brengt geloofwaardigheid maar ook dat je beter wordt in jouw ding! Dat maakt ook dat mond op mondreclame beter werkt: je hebt een duidelijk verhaal.
Tijdens het verhaal passeren er allerlei voorbeelden. Schilders die zich aanbieden om bovenverdiepingen te schilderen omdat mensen het beneden best zelf kunnen doen. Zo zijn er ook schilders die zonder muziek schilderen. Gat in de markt. Je moet dus durven kiezen!
Bedrijven die niet kiezen,vinden het lastig om dingen los te laten, die hebben pas echt kiespijn...

Een praktijkcase is Cordaid. Bij Cordaid heeft een intern keuzetraject er toe geleid dat ze zich minder algemeen richten op het ondersteunen van gezondheidszorg in ontwikkelingslanden. Ze richten zich nu vooral op moeders. Daarmee komen ook thema's als kinderen, gezondheid, economische ontwikkelingen en dat soort zaken aan bod, alleen herkenbaar gemaakt aan de hand van een helder thema.  Daarmee creëren ze een 'gat' naast alle andere goede-doelenorganisaties.
Cordaid zoekt onder andere bedrijfssponsors. Bedrijven willen best meedoen aan goede doelen omdat klanten dat belangrijk vinden. Dat heeft er inmiddels toe geleid dat er een actie komt waarbij warme bakkers een 'mamabrood' gaan verkopen. Dat levert voor de bakkers weer een 'gat': een goed gevoel bij de klanten en een onderscheidend vernogen naar supermarktbakkers.

In het tweede deel van het verhaal gaat Burgers nader in op wat ik maar even noem 'klantenbinding'. Nadenken over gaten in plaats van over boren betekent, dat je je echt verdiept in wat de klant wil.
Een mooi voorbeeld is Zappos, een bedrijf dat oorspronkelijk schoenen verkocht. Dat doen nog steeds maar vanuit een andere filosofie. Nu 'helpen ze mensen en leveren af en toe ook schoenen'. Dat betekent, dat mensen altijd gehoor vinden, het daarom daarom een vertrouwd bedrijf vinden en er dus terug komen. Daarnaast laten ze andere mensen vooral weten hoe tevreden ze zijn. Iemand, die na het onverwacht overlijden van haar moeder een paar onlangs bezorgde dozen schenen vond, mocht die ondanks een ruim verstreken termijn toch terugsturen. Vervolgens stuurt het bedrijf een condoleancebloemetje. Zo krijg je nieuwe fans.
Een restaurant in Amsterdam geeft mensen, die niet gereserveerd hebben, een drankje aan de bar en regelt vervolgens een plekje in een ander restaurant in de buurt. Die klanten komen geheid weer terug en vertellen dat verhaal ook nog rond!
En natuurlijk kost dat allemaal geld, maar veel minder dan wat een beetje bedrijf in reclame stopt!

Burgers gaat verder in wat dat betekent voor je gedrag in het contact met de klant. Hij heeft daarbij als stelregel: Begin niet over de boren als je de behoefte aan gaten van de klant niet kent. Door juist niet in te gaan op de 'boorvragen' van de klant komt het gatenverhaal vanzelf aan bod. Mensen voelen zich dan veel beter begrepen, worden fan van je bedrijf.

Hij licht de wet van Snuf even toe.
Snuf is zijn hond. Wat er ook gebeurt, die hond is altijd blij als je thuiskomt, ook als je twee uur te laat bent en niet hebt gebeld. Dat kun je van je eigen partner niet altijd zeggen! Als je dan nagaat wie er het meest geknuffeld wordt: Snuf. Kortom, de wet van Snuf zegt, dat je terugkrijgt terug wat je zelf geeft.

Als je bij willekeurig welke vraag of reactie van een klant begrip toont, krijg je ook altijd begrip terug. Dat vertaalt hij in een ABC:
Aandacht geven, begrip tonen, complimenten geven.
Dat vertaalt zich in een aantal aandachtspunten voor de ruimte die je je medewerkers biedt om daadwerkelijk aandacht en begrip te tonen en complimenten te geven aan de klant.
  1. Omgaan met regels. Er zijn altijd regels en er zijn omstandigheden om daar van af te wijken. Medewerkers moeten ruimte hebben om daar verstandig mee om te gaan 
  2. Bevoegdheden. Het zijn vooral de medewerkers die contact hebben met de klanten. Je moet dan ook zorgen dat die bevoegdheden hebben om zelf initiatief te nemen. Zo is er een verzekeringsmaatschappij, die de callcentrummedewerkers €1000 ruimte geeft om kleine problemen bij klanten op te lossen. Dat blijkt vele malen goedkoper dan alles formeel af te handelen en levert bijzonder tevreden klanten op.
  3. Laat je beter maken. Accepteer kritiek. 
  4. Zeg nooit nee, zeg 'nee, maar' dan wordt het eigenlijk een ja.
    'Nee, dat product kunnen we nu niet leveren, wat we wel kunnen doen ...'
Burgers is een makkelijk verteller met veel voorbeelden en anekdotes en een prettige, droge humor. Tegelijkertijd zet hij je ook aan het denken over wat er werkelijk toe doet bij de manier waarop je omgaat met je klanten. 
Het boekje moet ik nog lezen. In elk geval geeft het me ook stof tot nadenken over de manier waarop je in het onderwijs dingen beter, makkelijker, leuker kunt maken. Daar moe ik nog een keer op terug komen. 

vrijdag 23 maart 2012

CVI-conferentie, epiloog: een nieuwe wind door het MBO?

Het zit er weer op, de 'ik weet niet hoeveelste' CVI-conferentie voor Onderwijsvernieuwing: Samen naar de Top. Het is altijd een intensief maar bijzonder leerzaam en leuk gebeuren.

Ik vind het altijd interessant om achteraf een beetje 'door mijn oogharen' terug te kijken naar de conferentie. Wat viel op? Wat zijn de trends? Wat dat betreft kan ik niet anders dan constateren dat er een nieuwe wind begint te waaien door het MBO.

De onderwijssector wordt al een tijd geplaagd door allerlei negatieve berichten. Deels terecht, grotendeels onterecht. Elk incident leidt tot een kramp. Die komt voort uit een redenering, dat het óf niet goed geregeld is en er dus meer regels nodig zijn die vervolgens weer moeten worden gecontroleerd, óf dat bestaande regels niet goed genoeg gecontroleerd wordt wat ook weer leidt tot meer controle. Het is bijna ondoenlijk om aan al die regels te kunnen voldoen nog los van het feit dat het controle- en verantwoordingsapparaat veel energie kost die aan het onderwijs wordt onttrokken.

Wat me vooral intrigeert is een  nieuwe benadering van het organiseren van onderwijs. Minder vanuit en behoefte aan control, vanuit het willen 'regelen' van zaken maar juist meer vanuit het zelforganiserend vermogen van de basiselementen van een onderwijsinstelling: de teams. Dat vraagt om een andere visie op onderwijs organiseren, andere veranderingstrajecten, andere sturingsmodellen. Dat bleek al uit de keynote van Alex Peltekian, uit verschillende andere presentaties maar ook met name uit de verdiepingssessie Route 66.
Er is behoefte aan een nieuwe wind, er lijkt nu momentum te ontstaan. Mooi! Benieuwd of deze ontwikkeling zich doorzet naar de Managementconferentie volgend jaar!

donderdag 22 maart 2012

Route 66: veranderen met visie en lef.


(Dit verhaal is ook gepubliceerd op de CVI-blog)

Mark Vlasblom van ROC Flevoland (& ROC van Amsterdam) organiseerde een verdiepingssessie 'Route 66'. Het is een verandertraject dat door een aantal directeuren waaronder Mark nu anderhalf jaar geleden is ingezet om nu eens te veranderen vanuit een heel ander perspectief dan vanuit een 'noodzaak om te bezuinigen' of een 'van buitenaf opgelegde verandering'. De naam Route 66 is gebaseerd op het feit dat betrokken directeuren allemaal geboren waren in 1966.
(Persoonlijke noot: Wellicht zou een andere invulling van de metafoor kunnen zijn dat Route 66 van de ene kant naar de andere kant (van het oosten naar het westen - of andersom natuurlijk) van de USA loopt.)

Na afloop van een aantal eerste brainstorms heeft de groep een presentatie gegeven aan de Raad van Bestuur in de vorm van een aantal beelden met muziek die die beelden ondersteunde. Kern van het verhaal was het neerleggen van de verantwoordelijkheid op de plek waar die thuishoorde: bij de 'cellen' waar het onderwijs wordt verzorgd (de teams). Sturen op basis van vertrouwen vanuit een grote mate van zelforganisatie.

Vanuit die behoefte is een verandertraject in gang gezet dat is gebaseerd op het boek Theory U van Otto Scharmer. Kort gezegd komt die theorie er op neer dat we nou eens niet meteen bij elk probleem onmiddellijk een oplossing moeten bedenken maar eens de tijd moeten nemen en via een aantal stappen in een omweg (in een u-bocht) naar veel meer structurele oplossingen moeten kijken.
In de verschillende stappen, die je als team (of groep betrokkenen) doorloopt gaat het om het echt luisteren naar elkaar zonder meteen te oordelen ('voice of judgement') of  te redeneren vanuit de beren op de weg ('voice of cynism'). Onder in de U-bocht gaat het om het leren omgaan met de eigen angsten ('voice of fear'). Dat vereist veel vertrouwen en geborgenheid in een groep. Pas dan kan er toegewerkt worden naar structurele oplossingen. Ook daar gaat het vooral om het onderling vertrouwen. Oplossingen moeten ook niet worden gezocht in grootschalige oplossingen. Mark vergeleek het met een bloemkool: 'als je een roosje van een bloemkool afhaalt, heb je nog steeds dezelfde vorm als van een hele bloemkool'.

Vervolgens gaf Mark veel voorbeelden en verhalen over de weg die zij sindsdien hebben gevolgd. Zij hebben zich laten inspireren door andere, excellente bedrijven, op zoek naar hun succes. Kernpunten, die daaruit gehaald werden, waren onder meer: 'geen concessies wat betreft het werken met alleen goede mensen', 'persoonlijk aandacht voor wat mensen echt bezighoudt' en 'stimuleren van persoonlijke ontwikkeling'. Het klinkt eigenlijk vreemd om met een team een paar uur te gaan zingen of juist dansen. Maar daaruit blijkt dan enorm veel energie te ontstaan waarmee een groep vooruit kan.

In de laatste drie kwartier werd de groep gevraagd om op basis van een heel eenvoudige techniek met elkaar in gesprek te gaan. Het ging hierbij om de techniek van de 'talking stick', de manier waarop Indianen met elkaar in debat gingen. Iemand, die wil spreken, neemt de talking stick, een voorwerp met een grote symbolische waarde. Het voorwerp vraagt om respect, dat betekent ook dat wat je wilt zeggen, de moeite waard moet zijn. Dat net alleen, uit respect voor de ander, herhaal je eerst de essentie van wat de vorige spreker net heeft gezegd. Dat kan alleen als je echt goed luistert.
Het duurde een hele tijd, voordat iemand genoeg moed had verzameld de 'talking stick' op te pakken en iets met de groep te delen. Soms was het minuten lang stil, vooral aan het begin. Later kwamen steeds meer mensen er toe hun bewondering, hun intenties of hun twijfels uit te spreken. Naar iedereen werd geluisterd.

Het vereist visie én lef om op deze manier veranderingen te willen en durven aanpakken. Het is een inspirerend verhaal dat om verdieping en verbreding vraagt. Voor mij geeft het verhaal stof tot nadenken, om zeker nog eens bij stil te staan.

zondag 18 maart 2012

Voorbereiden op een conferentie, hoe doe je dat?


(Ook geplaatst op de CVI-blog)

Voorbereiden op een conferentie?
Als je het druk hebt: dan doe je dat helemaal niet of op het laatste moment! En dan maakt het nog verschil of je als presentator gaat of gewoon als bezoeker.

Twee presentaties
Dit keer geef ik twee presentaties. De eerste (ronde 3, 15:40 in Papendal 11) is een presentatie samen met Jan Kees Meindersma van Kennisnet over de 'Beelden op Flexibel Onderwijs', het Kennisnetboekje waarin ik samen met een aantal andere auteurs verschillende aspecten van flexibel onderwijs in kaart heb gebracht. Dat wordt een open presentatie met bevindingen uit het boekje en een aantal stellingen.

De tweede presentatie (ronde 4, 17:00 in CIOS 2.10) gaat over het flexibiliseren bij het Hoornbeeck College. Samen met Jan Pleizier van het Hoornbeeck College en David Dekker van Educus hebben we het verhaal al eerder over het voetlicht gebracht. Nu een en ander bij het Hoornbeeck live is gegaan willen we het in de praktijk laten zien. Dat wordt nog spannend, morgen wordt een kopie van de productieomgeving gemaakt waarin woensdag laten zien hoe enkele fictieve studenten en loopbaanbegeleiders het keuzetraject doormaken.
Als er uit dat project iets duidelijk is geworden dan is het wel dat een onderwijscatalogus veel mogelijk maakt maar tegelijkertijd een moeilijk grijpbaar concept is.

Bloggen 
Al een paar jaar op rij ben ik één van de conferentiebloggers. Dat is ontzettend leuk om te doen maar schept ook verplichtingen. Veel presentatie bezoeken en tussendoor dingen uitwerken. Daar staat tegenover dat ik ook bij een presentatie binnen mag die eigenlijk al vol zit. En verder een eigen 'blog-o-sphere', een ruimte waar we ons als blogger even kunnen onttrekken aan de hectiek van de conferentie om in alle rust te 'werken'.

En verder...
Een conferentie als dit is altijd erg leuk om te doen,al is het maar omdat je weer eens kunt bijpraten met een hele hoop mensen. Wat dat betreft is mijn balboekje alweer aardig gevuld! En verder laat ik me verrassen, zelfs met waar ik slaap woensdagnacht. Ik kan me niet meer herinneren of ik nu een hotel hebt geboekt of niet. Een dezer dagen eens opzoeken of ik dat wel gedaan heb...

zaterdag 17 maart 2012

Zwartboek over schoolkosten

Recent heeft JOB een zwartboek uitgebracht rondom de kosten die MBO-instellingen hun studenten in rekening brengen naast de wettelijke deelnemerbijdrage.
Voor alle duidelijkheid: de niet-wettelijke bijdrage betreft formeel een vrijwillige bijdrage. Een school ontvangt van de overheid een bedrag waarmee de opleiding van een student bekostigd moet worden. Dat betekent dat een school alle kosten moet betalen die betrekking hebben op het kunnen behalen van een diploma.
Een school mag extra kosten in rekening brengen zolang maar duidelijk is dat het om een vrijwillige bijdrage gaat. JOB heeft naar aanleiding van een aantal klachten een oproep geplaatst om van studenten voorbeelden aangereikt te krijgen waaruit blijkt dat scholen studenten toch verplichten tot het betalen van een bijdrage voor zaken, die eigenlijk onder het kopje 'vrijwillige bijdrage' thuishoren.

In de BYOD-blog heb ik al eens verwezen naar een publicatie van de onderwijsinspectie in verband met het al dan niet verplicht laten aanschaffen van een laptop of iPad. Het voorbeeld had vooral betrekking op het VO.
Het Zwartboek maakt duidelijk dat sommige instellingen niet alleen een verplichte 'vrijwillige bijdrage' vragen maar ook dat ze bij niet-betaling tot incasso overgaan. Soms worden er wel erg hoge bedragen gevraagd!

Toch denk ik dat er ook sprake is van een grijs gebied. Beroepskleding bijvoorbeeld (laboratoriumjas, uniform, koksmuts). Formeel zou dat niet verplicht mogen zijn omdat het nodig is om een opleiding te kunnen volgen. Toch lijkt me dat je een student kunt vragen om dat aan te schaffen.
Maar hoe zit het met de bijdrage die een horeca-student moet betalen voor 'materialen'? Daar eten wij wellicht goedkoop van in een schoolrestaurant. Een bijdrage voor het gebruik van een ELO of Wifi? Mag alleen als je de student de keus biedt om er gebruik van te maken.
Wat naar mijn idee echt niet kan is een bijdrage voor een schoolpas, voor brieven en dergelijke, voor het leerlingvolgsysteem. Toch komen dat soort dingen voor in de lijst van het Zwartboek.

Maar toch. Eens even kijken naar een praktijkvoorbeeld. Neem de bloemen, die een student van een bloemistenopleiding elke week moet meebrengen à €35. Strikt genomen geen bijdrage, wel verplichte kosten. Het zou een enorme hap uit het beschikbare budget van de opleiding betekenen. Als de kosten volledig bij de opleiding komen te liggen, zal die wellicht moeten snijden in het budget wat wellicht weer andere consequenties heeft voor de kwaliteit van de opleiding. De vraag is dan, wat er gebeurt met de kwaliteit van de opleiding als een student mag kiezen om zelf bloemen mee te brengen. Dat betekent wel dat als je geen bloemen meebrengt, je alleen kunt toekijken hoe iemand anders een mooi ruikertje maakt.

De vraag is verder wat dit betekent als er geen bijdrage gevraagd mag worden voor bijvoorbeeld digitaal lesmateriaal. Het zou wel eens kunnen betekenen dat alle ontwikkelingen op dat terrein heel snel stil komen te vallen als de kosten niet (deels) doorberekend kunnen worden!


woensdag 14 maart 2012

Sciencecafé over breinwetenschap, gedachtenlezen met een fMRI

Eén van de meest in het oog springende wetenschappelijke revoluties van de laatste decennia is die van de breinwetenschappen. Nog niet zo lang geleden konden de functies van het brein alleen maar onderzocht worden aan de hand van patienten met bepaalde breinletsels of -afwijkingen. Als je wist wat er mis was met het brein kon je de symptomen van de patient in relatie brengen met de beschadigde delen van de hersenen.

Inmiddels kan men met fMRI een levend, functionerend brein in kaart brengen. Het principe is eenvoudig. Actieve hersencellen verbruiken meer zuurstof. De bloedtoevoer neemt toe en dus is de hoeveelheid ijzer rond de actieve cellen wat groter. Dat levert een verandering in het magnetisch veld op, dat gemeten kan worden met een functional Magnetic Resonans Imaging (fMRI) scanner.
Ook de technieken om hersengolven te meten zijn beduidend verbeterd. Je kunt onderscheid maken tussen de verschillende hersengolven, die opgewekt worden bij het denken aan verschillende voorwerpen of bewegingen. Dat betekent, dat je een computer kunt besturen door aan bepaalde dingen te denken.

De mogelijkheden die dat allemaal biedt, zijn enorm. Tom de Graaf en Job van den Hurk (jawel, zoon van ...) van de faculteit Psychologie en Neuroscience van de Universiteit van Maastricht filosoferen tijdens het Studium Generale Science Café over de mogelijkheden die het breinonderzoek in de (nabije) toekomst wellicht zal opleveren.


Breinwetenschappen in historisch perspectief
Tom beschrijft de lotgevallen van een spoorwegmedewerker die in 1848 een ijzeren staaf door zijn hoofd kreeg. Hij overleefde het ongeluk maar was na het ongeluk niet meer te genieten. Blijkbaar was in de hersenen een deel verdwenen dat de persoonlijkheid bestuurde. (Zie ook het openingshoofdstuk van 'het maakbare brein' voor een vergelijkbaar verhaal.)
Phrenologie was een tijdlang een serieuze wetenschap die in kaart bracht waar bepaalde talenten in de hersenen zouden zetelen op basis van de vorm van de schedel. Als bij een talentvol iemand de schedel op een bepaalde plaatst een uitstulping had, zou dat kunnen komen doordat de hersenen de schedel op die plaats wat naar buiten hadden gedrukt, zo was de gedachte. Met een psychograaf konden de contouren van de schedel in kaart worden gebracht en daarmee ook de talenten.

Inmiddels kunnen met een fMRI de functiegebieden in kaart worden gebracht. Dat werkt ook andersom. Op basis van bepaalde beelden van actieve hersenen kun je afleiden wat iemand deed. Dat is al een soort gedachten lezen. Een aantal voorbeelden van de mogelijkheden passeren de revue zoals dit Ted-fimpje, dat laat zien dat je met een EEG-headset objecten in een computer met je gedachten kan verplaatsen.


Tom gaat ook even in op 'transcraniële magnetische stimulatie'. Die techniek houdt in dat een deel van de hersenen wordt uitgeschakeld door een sterke magneet. Ook op die manier kan onderzocht worden welke delen van de hersenen welke functie hebben. Door een gerichte stimulatie kan bijvoorbeeld de spraak uitgeschakeld worden. In plaats van uitschakelen kun je ook delen van hersenen stimuleren. Zou je op die manier mensen ook slimmer kunnen maken? Of van een depressie af kunnen helpen?

Kunnen scanners gedachten lezen?
Job gaat verder in op wat de grenzen zijn van wat we nu kunnen en wat er in de toekomst mogelijk is.
Recent besteedde Quest aandacht aan hersenscans. Je zou er niet veel aan hebben: met een scan kun je alleen in kaart brengen wat waar voor dient, net als een landkaart wel kan laten zien waar Utrecht ligt maar niet of het mooie stad is.
Om duidelijk te maken wat nu wel en wat zeker niet met fMRI mogelijk is, geeft Job een minicollege over hoe een scanner informatie uit de hersenen kan aflezen.
De activiteit van hersenen wordt geneten op het niveau van voxels, kleine kubusjes van pakweg een miljoen neuronen. Dat is behoorlijk grofmazig. Maar een waarneming wordt niet op één plek vastgelegd. Er zijn allerlei gebiedjes bij betrokken. Als je bijvoorbeeld een appel ziet wordt dat op allerlei verschillende plaatsen in het brein gereproduceerd. Vorm, kleur, smaak, geur, tast, allemaal eigenschappen die op een één of andere manier worden gerepresenteerd in de hersenen. Dat geeft bij een proefpersoon een bepaald specifiek patroon. Zo'n patroon kan geïnterpreteerd worden.

Inmiddels is bij onderzoek gebleken dat het mogelijk is om uit de hersenscans te reconstrueren wat een proefpersoon ziet. Zelfs filmpjes zijn zeer grofmazig te reconstrueren. Dat brengt gedachtenlezen griezelig dichtbij. Als blijkt, dat dromen gebruik maken van dezelfde (bijvoorbeeld visuele) gebieden in de hersenen die ook gebruikt worden bij het zien, zou je wellicht dromen kunnen reconstrueren.

Vrije wil of niet?
In een bepaald onderzoek werd een proefpersoon gevraagd op een willekeurig moment op één van twee aanwezige knoppen te drukken. Uit de hersenscan was al een behoorlijke tijd van te voren (tot wel 8 seconden) waar te nemen wat de proefpersoon van plan was om te gaan doen. Nog voor die proefpersoon besloten had om op de knop in te drukken was er in de scan al te zien wat hij ging doen. Hoezo vrije wil?
(Leuk boekje in dit kader: het slimme onbewuste.)

Wat brengt de toekomst?
De toekomst zal uitwijzen wat de mogelijkheden maar ook wat de nadelen zijn van deze wetenschap. In de discussie kwamen allerlei zaken voorbij. van onoordeelkundig gebruik (in een rechtzaak, door een verzekering, bij een solliciatie) of  marteling tot compleet 1984-achtige scenario's waar met gedachtenlezende en gedachtenblokkerende helmen mensen tot willoze wezens worden gemaakt. Maar ook fantasieën van ingeprente belevenissen tot Matrix-achtige breinleer methodieken. De meeste van deze zaken werden door de wetenschappers toch als science fiction bestempeld. Mooi slot voor een boeiend science café.

Meer weten over dit onderzoek? Zie op 22 maart de uitzending van Labyrint, waar deze twee wetenschappers hun werk nog eens toelichten.

zondag 11 maart 2012

Het makkelijke van internet

In een paar dagen tijd loop ik weer tegen allerlei voorbeelden aan van dingen die vroeg niet konden of in elk geval niet zo makkelijk waren maar nu door internet algemeen beschikbaar zijn.
  • Ik heb jarenlang mijn meterstanden bijgehouden. Dat deed ik in Excel met allerlei formules en grafieken om zicht te houden op het verbruik van gas, water en elektriciteit. Ik kon uit de grafieken achteraf allerlei gegevens aflezen. De vakantieperiodes, bijvoorbeeld. Maar ook het groter worden van mijn kinderen en hun behoefte aan eigen apparatuur, nog los van het aantal was- en droogbeurten die zo'n opgroeiend stel nodig heeft. Ook de sprong in het verbruik na een flinke verbouwing en de gestage jaarlijkse daling doordat kinderen langzaam maar zeker zelfstandig werden.

    Het bijhouden van die mneterstanden was niet echt iets dat ik graag deed, het was een automatisme: elke zondag even naar de meterkast en vervolgens de meterstanden registreren. Mijn Excel raakte van slag als ik een week oversloeg.
    Prognoses berekenen of gasverbruik relateren aan buitentemperaturen was er niet bij. Voor dat laatste vond je vroeger overzichten in de krant. Daaruit kon je aflezen wat je verbruik zou moeten zijn afhankelijk van de buitentemperatuur. De laatste jaren heb ik die overzichten niet meer gevonden.

    Nu heb ik de EnergieManagerOnline gevonden. Daar kun je een account aanmaken en je verbruiksgegevens regelmatig invullen. Deze registratie heeft veel voordelen ten opzichte van mijn eigen Excellijstjes.
    • Je hoeft het niet elke week te doen, het programma berekent het verbruik per dag, voor gas ook gecorrigeerd naar buitentemperatuur.
    •  Je krijgt een overzicht te zien ten opzichte van je streefverbruik.
    • Je kunt benchmarken met andere vergelijkbare woningen.
  • Ik ben al een hele tijd een regelmatige hardloper. Niet te fanatiek maar als ik zonder al te veel extra moeite af en toe een halve marathon kan lopen, ben ik tevreden. Na een blessure vorig jaar heb ik een tijdje helemaal niet kunnen hardlopen. Nu kost het me best wel weer moeite om mezelf te motiveren weer aan de slag te gaan.
    Nu had ik wel eens gelezen over een iPhone-app, die met GPS je route en snelheid bijhoudt. Vorige week kwam ik er achter dat er ook zoiets voor mijn (Android) HTC bestaat: Runkeeper. Voor velen oud nieuws maar ik vind het geweldig. Niet meer zelf klokken en achteraf mijn route uittekenen in Google Maps. De app gewoon aanzetten als je begint en uitzetten als je stopt. Tussentijds word je op de hoogte gehouden over tijd, afstand en gemiddelde snelheid. Achteraf zie je op Google Maps je route uitgetekend. Prachtig!
  • Deze week zat ik naar een televisieprogramma te kijken waar op de achtergrond een prachtig stuk muziek te horen was. Hoe kom je er nu achter welke muziek dat was?
    Toen ik dat vroeg aan mijn jongste dochter, grinnikte die even om me een kleine tien minuten later te vertellen welke muziek dat het was geweest. Simpel, Uitzending gemist en even Shazam op haar mobieltje erbij gehouden en vervolgens krijg je alle informatie over die muziek.
    Wellicht oud nieuws voor velen, ik vind het een uitkomst.
Onze wereld, ons leven raakt meer en meer doordrongen van informatie en informatiediensten. Natuurlijk kun je je afvragen of het allemaal even belangrijk is en of er geen addertjes onder het gras zitten. Denk aan de steeds terugkerende privacydiscussie. Ik ben in elk geval steeds weer gefascineerd door de vindingrijkheid die in die tools opgesloten zit en de mogelijkheden die internet steeds weer biedt, dag in, dag uit.

vrijdag 2 maart 2012

Bloggen over de Maturityscan Triple A

In hectische tijden (zoals nu) schiet het bloggen er vaak bij in. Als ik al tijd heb, heb ik even geen zin of heb ik geen inspiratie. Als ik inspiratie heb of interessante dingen voorbij zie komen heb ik gewoon geen tijd. En dan versloft het een beetje.

Toch zijn er af en toe van die momenten dat je denkt: oh ja, daar doe ik het (ook!) voor. Dat is vooral als blijkt  dat je blog gelezen wordt. Sinds ik overgestapt ben naar Blogger sinds het drama bij Weblog  heb ik een keurig overzicht van de statistieken per bericht. Het valt me op dat inmiddels het gemiddeld aantal lezers per bericht inmiddels is verdubbeld ten opzichte van de beginperiode. Het heeft blijkbaar even geduurd voor de nieuwe blog is gevonden.
Verder natuurlijk reacties van mensen in de zin van: 'jij hebt het nog steeds niet zo op die iPad van jou, hè?' of spontane felicitaties als je weer eens iets over je kinderen hebt geschreven. Een reactie onder een bericht of (zoals me recent overkwam) met de vraag of een bericht als artikel in een tijdschrift mag worden geplaatst...

Onderwerpen laten liggen werkt niet. Binnen de kortste keren is het achterhaald of heeft er iemand anders al over geblogd. Soms is dat jammer, soms komt het me gewoon goed uit. Zoals nu. Nadat ik tot gisteravond laat nog flink wat puntjes op de i heb gezet voor een 'Maturityscan Triple A' had ik voor vandaag bedacht dat ik er iets over moest schrijven. Maar ja, eigenlijk geen tijd. En dan komt er een bericht bij Joël de Bruin over deze Maturityscan. Normaal kost het me toch heel wat meer tijd om zo'n bericht te schrijven dan een bericht als dit!

Nu hoef ik maar één ding toe te voegen aan het bericht van Joël: als je interesse hebt om de tool eens uit te proberen, stuur me een mailtje. Binnenkort wordt de tool live gezet, daarvoor is het nu nog net te vroeg. Er moet nog wat documentatie en een handleiding bij. Maar wellicht levert het nog wat feedback op, waarmee de deze versie nog kan worden verbeterd voordat die officieel wordt.