woensdag 7 oktober 2015

Onderwijslogistiek van keuzedelen - deel 2

In mijn vorige blog schreef ik al over dit onderwerp naar aanleiding van de afgelopen Sambo-ICT conferentie.  Vanuit het oogpunt van onderwijslogistiek was het in elk geval een bijzonder interessante conferentie!
In een sessie gingen Elsa van Bruggen (Regie Herziening MBO) en Henk-Jan van Ginkel (saMBO-ICT) in op de bedrijfsvoering van de keuzedelen. Leuke workshop met een leuke werkvorm (een quiz in Socrative). De inhoud viel me een beetje tegen in die zin dat er maar weinig verteld werd over het 'Hoe' van de bedrijfsvoering rondom de HKS. Wat dat betreft is er ook nog wel te halen bij de website van Herziening MBO en een publicatie waarin veel zaken in perspectief worden geplaatst.



In een drukke workshop presenteerden Martijn Broekhuizen en ik vervolgens de Managementgame Keuzedelen. In deze game krijgen groepjes allerlei dilemma's voorgelegd waarin alleen met 'ja' of 'nee' op kan worden geantwoord. Allerlei adviseurs voorzien de spelers van adviezen, die zij in hun overweging kunnen betrekken.
Na afloop verschijnt er een ROC-bode waarin de verschillende betrokkenen uit de game aan het woord komen. Het verhaal, dat ze vertellen, is gebaseerd op de keuzen die tijdens de game worden gemaakt. In de rapportage staat ook een weergave van de resultaten. Daar moet niet zoveel waarde aangehecht worden, de game is eigenlijk best wel een beetje plat. dat is helemaal geen probleem omdat de werkelijk opbrengst van het spelen zit in de discussie tijdens en na afloop van het spelen. Een impressie van een dergelijke rapportage is hier te vinden.

Wil je meer weten over deze game? Stuur me dan een mailtje!



donderdag 1 oktober 2015

Onderwijslogistiek van keuzedelen

Bij de invoering van de herziene kwalificatiestructuur vormen de keuzedelen een apart verhaal. Hoewel de verplichte invoering per 1 augustus 2016 voor de deur staat, lijken de onderwijslogistiek
en informatievoorziening minder aandacht te krijgen dan nodig. Als dat gebeurt, komen belangrijke invoeringsproblemen pas tijdens de uitvoering aan het licht. In een artikel in Profiel van juni 2015 heb ik geschreven over een aantal belangrijke onderwijslogistieke aandachtspunten bij de invoering van die keuzedelen.

Maar ja, papier is geduldig. Hoe kun je er voor zorgen, dat organisaties zich bewust zijn van een aantal keuzes en met name van de consequenties van die keuzes? Samen met Martijn Broekhuizen van het Noorderpoort heb ik een managementgame opgezet, die een aantal van die keuzes presenteert. Bij elke casus presenteert een aantal betrokkenen zijn of haar visie op het vraagstuk. Als speler moet je een keus maken: ja of nee. Aan het einde van de game verschijnt er een artikel waarin de resultaten in verhaalvorm worden gepresenteerd op basis van de gemaakte keuzes.
De game zelf duurt maar een minuut of 20. De leerwinst zit hem in de groepsdiscussie na die game.

Op 2 oktober presenteren Martijn en ik de game op de Sambo-ICT conferentie bij het ID-college in Gouda. Daar komt nog een presentatie over de bedrijfsvoering rond keuzedelen, er begint dus (eindelijk) aandacht voor die onderwijslogistieke consequenties te komen. Dat is in elk geval al heel mooi! Ik kom er later dus nog een keer op terug!


maandag 4 mei 2015

Krijgen we een monopoliepositie van EduArte in het MBO?


Recent schreef ik een artikel voor onze eigen Nieuwsbrief over de actuele stand van zaken op het gebied van de studentinformatiesystemen in het MBO. Daar kreeg ik veel reacties en 1 opmerking op. Ik dacht, laat ik mijn blog gebruiken om het artikel nog wat breder te delen én om meteen een paar dingen recht te zetten:

  • Op één plek gebruikte ik Osiris in plaats van Icarus. Osiris is een student informatiesysteem dat in het HO wordt gebruikt. 
  • In het artikel vermeldde ik dat UP is overgenomen door Iddink. Dat moet ik wat nuanceren: de overname is jarenlang geblokkeerd door van Dijk's boekhuis. Iddink en UP praten nu over een overname. 
Voor de rest, benieuwd naar reacties op mijn observatie...


Elke onderwijsinstelling maakt gebruik van een informatiesysteem om gegevens van leerlingen, deelnemers of studenten te registreren en het onderwijs te verantwoorden. In de afgelopen twintig jaar bleek, met name in het MBO, deze markt voor Kernregistratiesystemen Deelnemers (KRD's) behoorlijk dynamisch. Na twee grote vernieuwingsgolven staat alweer een derde voor de deur. En die derde golf vormt een uitdaging voor de MBO-sector omdat die kan leiden tot een absolute monopoliepositie voor EduArte.

Hoe het allemaal begon
Bij de roc-vorming in 1996 realiseerden de kersverse Colleges van Bestuur zich dat het samengaan van meerdere instellingen een uitdaging vormde voor de informatievoorziening binnen de nieuw te vormen instellingen. De keuze in die tijd was beperkt; je had het nieuw ontwikkelde Noise. Dit was de opvolger van SchoolFact, een administratiesysteem, dat op de meeste MBO-scholen werd gebruikt. Daarnaast had je het Amerikaanse PeopleSoft (later overgenomen door Oracle). Deze twee systemen hadden binnen afzienbare tijd elk net iets minder dan de helft van de grotere MBO-instellingen als klant. Enkele instellingen maakten gebruik van Icarus of Probol.

Met frisse moed gingen de regionale en agrarische opleidingscentra (ROC en AOC) van start met hun implementatietrajecten. Het werd een deceptie: de kosten rezen de pan uit, de applicaties maakten hun beloften niet waar en de onvolwassenheid van de sector in de vorm van veel maatwerk vergelden zich.

De tweede golf van aanbestedingen
Ongeveer tien jaar later was het duidelijk; Noise was end-of-life. Het bleek domweg niet meer mogelijk om alle nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs te verwerken in het systeem. Op initiatief van ROC Aventus, Albeda College en Amarantis ontstond het Triple A consortium. Zij werkten, samen met nog een aantal andere roc's, een architectuur uit die inmiddels als referentie dient voor de informatievoorziening van de primaire processen in het MBO. Uit de daaruit volgende aanbesteding van zeven roc’s, kwam EduArte als winnaar uit de bus. EduArte was een product van Educus, een joint venture van Stoas (enige tijd geleden omgedoopt tot UP Learning) en softwarebouwer Topicus.

Niet alleen Noise-gebruikers stapten over. Voor de KRD’s was het blijkbaar ook het moment om het roer om te gooien. PeopleSoft- en Osiris Icarusgebruikers besloten dat het tijd was voor iets nieuws. De golf van aanbestedingen die volgde, leidde binnen enkele jaren tot een totaal ander beeld. EduArte trok al snel de helft van de markt naar zich toe. Voor een aantal instellingen bleek Magister van SchoolMaster, vooral bekend als marktleider in het voortgezet onderwijs, de beste keus. SAP lanceerde samen met twee roc’s; Edictis en werd vervolgens (in een geval tegen wil en dank door een vergissing in de aanbesteding) geselecteerd door nog twee roc’s. Oracle had én heeft als Amerikaans beursgenoteerd bedrijf problemen met de eisen die instellingen op basis van Europese aanbestedingsregels mogen stellen en moest zich noodgedwongen terugtrekken uit een aantal aanbestedingstrajecten. Het aantal PeopleSoft-gebruikers in het MBO daalde naar vijf. Icarus en Probol gingen volledig ten onder in dit geweld.
Het ging er soms hard aan toe, verschillende malen kwam de rechter er aan te pas om een oordeel te vellen over een aanbestedingstraject.

Het perspectief
Wie denkt, dat de markt na de tweede golf in rustiger vaarwater is gekomen, ziet een paar dingen over het hoofd. SchoolMaster is overgenomen door Iddink, leverancier van leermiddelen in het voortgezet onderwijs en het MBO. Met deze overname probeert Iddink via Magister een doorgeefluik voor digitale leermiddelen te realiseren. Iddink zette de doorontwikkeling van Magister voor het MBO daardoor op een wat lager pitje, een zorg voor de betrokken MBO-instellingen.

Met ongeveer een marktaandeel van 75% lijkt de lucratieve implementatiemarkt voor EduArte op te drogen. Educus verschuift daarom haar strategie en breidt de applicatie in de breedte uit: van een puur administratief systeem naar een systeem dat ook de onderwijsprocessen ondersteunt met ELO-functionaliteiten. Daarmee willen ze de concurrentie aangaan met onder meer het leerplatform 'N@Tschool' van ThreeShips en 'Its Learning'.

Net als PeopleSoft indertijd blijkt Edicitis voor een aantal van de betrokken MBO-instellingen een molensteen. De eerste spijtoptant heeft de stekker er uitgetrokken en gekozen voor EduArte. Voor SAP is het onmogelijk de markt te blijven bedienen. Het marktaandeel wordt te klein om de noodzakelijke vernieuwingen te blijven doorvoeren.
Inmiddels is het waarschijnlijk dat 'Up Learning', en daarmee een belang in Educus, zal worden overgenomen. Door ... Iddink! Je hoeft geen helderziende te zijn om te bepalen wat dat betekent voor de strategie van Magister en EduArte. Binnen één bedrijf laat je niet twee met elkaar concurrerende producten dezelfde markt bedienen.

De keuze in de markt wordt nu wel heel beperkt. Natuurlijk is er naast EduArte nog PeopleSoft. Maar dat is een duur systeem met een slecht imago dat bovendien een probleem heeft met aanbestedingen. Er gloort echter ook licht aan de horizon. Vier van de vijf roc's, die PeopleSoft gebruiken, hebben zich (al enige jaren geleden) verenigd in een Shared Service Centrum (SSC) PeopleSoft. Daar zit veel kennis waardoor PeopleSoft, voor die vier roc's, op dit moment naar tevredenheid werkt. Dit biedt wellicht ook perspectief voor de aanbestedingsproblemen van PeopleSoft. Het SSC is inmiddels opgenomen in een vereniging met de participerende instellingen als lid. Andere MBO-instellingen kunnen lid worden van de vereniging en gebruik maken van PeopleSoft. In dat geval is er geen aanbesteding nodig. Maar of dat andere instellingen overtuigt?

Wat veel mensen niet weten, is dat TrajectPlanner ook een KRD-module heeft. In de afgelopen jaren is TrajectPlanner er echter niet in geslaagd grotere instellingen aan het eigen KRD te binden. Door de eisen die instellingen stelden aan het aantal studenten die het systeem moest bedienen (proven technology) waren het alleen wat kleinere vakscholen die dit KRD gingen gebruiken.

Voor de huidige Magister- en Edictisgebruikers vormt EduArte dan ook een logische keus bij een eventuele overstap. Dit leidt tot een (bijna-) monopoliepositie van EduArte. Dat hoeft geen probleem te zijn als de leverancier voldoende middelen heeft om de applicatie te blijven ontwikkelen. Maar daar hangt wel een prijskaartje aan. In een markt waar de concurrentie ontbreekt zijn de instellingen vrijwel geheel afhankelijk van EduArte. Dat brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Het zou goed zijn als de instellingen, die er gebruik van maken, ook kunnen meepraten over de koers van de applicatie op strategisch niveau.

vrijdag 17 april 2015

Tablets in de klas, is dat nu goed of niet?

Ik ben geen Metrolezer. Die korte berichtjes zonder duiding en achtergronden die boeien me niet zo. Tot ik deze week een kop zag: Tablets in de klas maken verwachtingen niet waar. Daar heb ik eerder over geschreven en me er ook dingen bij afgevraagd.
Als je wat verder rondneust, kom je verschillende berichten tegen over datzelfde onderwerp. Nieuws.nl komt met een vergelijkbaar bericht over de Steve Jobs scholen al lijkt de inhoud toch minder negatief te zijn dan de kop doet vermoeden. En dat de inspectie kritisch is, heeft meer te maken met het feit dat leerlingen ook thuis mogen blijven.
Kennisnet houdt een pleidooi voor de tablets in een artikel over Zin en onzin over tablets op school. Die kop komt niet terug in het artikel, het gaat eigenlijk alleen over de zin van tablets, mits je het op de goede manier inzet.
Nog een aardige, ook uit de Metro, gaat over het Handschrift in een digitaal tijdperk. Het Platform Handschriftontwikkeling luidt de noodklok omdat jonge kinderen steeds minder schrijven. Dat zou de ontwikkeling kunnen belemmeren. Nu kun je van alles denken over zo'n platform, maar de argumenten snijden wel hout! Dat Maurice de Hond dat afdoet als een soort 'romantisch nostalgie' maakt mij dan best wel nijdig!

'Use it or lose it' is een adagium uit de neurologie dat aangeeft dat hersenen zich vormen naar het gebruik. Leren betekent dat er bepaalde paden in de hersenen worden aangelegd die breder of weer smaller worden al naargelang er meer of minder gebruik van gemaakt wordt. Leren gebeurt vaak in bepaalde fasen. Spreken, talen, een muziekinstrument bespelen, allemaal zaken die je beter leert als je jong bent.
De impact van dat aanleggen van die paden is breder dan alleen het geleerde. Zo hebben kinderen die meer gekropen, gelopen en gerekend hebben een beter ruimtelijk inzicht en kunnen beter rekenen. Natuurlijk kunnen tablets een verbetering van het onderwijs betekenen. Daar wordt veel onderzoek naar gedaan. Het is inmiddels veel duidelijker onder welke omstandigheden welke aanpak  meerwaarde oplevert. Wat echter niet onderzocht wordt is het effect van wat er niet meer geleerd wordt, zoals in dit geval het gebonden handschrift. Nicholas Carr besteed in zijn boek 'the Shallowsveel aandacht aan wat je aan vaardigheden kwijtraakt als je je voortdurend laat ondersteunen door allerlei hulpmiddelen zoals tablets en allerlei tools. 
Maurice, wees een vent en onderzoek dat nou eens echt in plaats van die ongenuanceerde en vooral ongefundeerde uitspraken op basis van een nostalgisch toekomstbeeld...

donderdag 26 maart 2015

Epiloog - terugblik op de CVI Managementconferentie #CVImc


Het is alweer verleden tijd, de CVI Managementconferentie 2015.

Ik had eigenlijk nog een blog willen schrijven over de sessie van de MBO-raad over de keuzedelen. Maar eigenlijk heb ik daar op dit moment de puf niet meer voor, Ik heb alleen wat aantekeningen en foto's op mijn iPhone kunnen maken omdat ik de lading van mijn iPad-batterij wat te optimistisch had ingeschat. Dat betekent dat ik nog heel wat uitwerkwerk heb om daar een mooi verhaal van te maken. Misschien binnenkort alsnog. Het onderwerp is zeker de moeite waard, want er komt met die keuzedelen nogal wat op het MBO af, zoals Martijn Broekhuizen in een andere sessie al besprak. Het zaaltje zat in elk geval afgeladen vol.

Alles bij elkaar was het een goede conferentie. Niet zo heel veel innovatieve dingen voor een conferentie met Innovatief Vakwerk als werktitel, maar toch. Wat er aan innovatieve onderwerpen voorbij kwam, is door Wilfred Rubens beschrijven in zijn blog. Misschien doe ik nu veel mensen te kort, er gebeuren namelijk wel veel nieuwe dingen. Maar nieuw is nog niet innovatief.

Een paar dingen vielen op:

  • Theory U komt in veel presentaties terug (waaronder deze). 
  • Natuurlijk heel veel over professionalisering en dan met name veel LeerKRACHT.
  • Opvallend is de aandacht voor projectmanagement en projectmatig werken. Heel belangrijk natuurlijk, en eerlijk gezegd is het onderwijs daar niet zo heel erg goed in (anders zou je er in een onderwijsconferentie anno 2015 geen presentaties over hoeven te geven). Dus misschien toch goed om er aandacht aan te besteden. 
  • Natuurlijk komen er allerlei presentaties over de nieuwe kwalificatiestructuur voorbij.
  • Slechts enkele voorbeelden van innovatieve onderwijsvormen
  • Weinig onderwijslogistiek (hoewel dat toch behoorlijk hot is in het MBO momenteel)
  • En (voor zover ik kan overzien) helemaal niets over afstandsleren, e-learning, zelfstandig leren met ICT. Dat verbaast me. 
Verder leuke gesprekken, nieuwe inzichten en inspiratie voor nieuwe blogs of artikelen. Ik ben tevreden!



Samenwerking op het gebied van informatiemanagement - Noorderpoort en Alfa College op #CVImc

Marcel van Doren (Alfa College) en Martijn Broekhuizen Noorderpoort gaan in op hun samenwerking op het gebied van informatiemanagement. 

Waarom is informatiemanagement nodig?
Martijn geeft een aantal voorbeelden waarom informatiemanagement belangrijk is.
  • Keuzedelen: impact is veel groter dan je denkt.
  • Een student heeft zich ingeschreven maar komt niet opdagen. Als dat niet wordt doorgegeven loopt er aan de achterkant heel veel mis.
  • Hacka: een youtube kanaal waarin studenten best practices uitwisselen over de manier waarop je de informatiesystemen gehackt kunnen worden.
Daar uit volgt dat de hoeveelheid informatie, die wordt gevraagd, neemt almaar toeneemt, dat de kwaliteit van informatie steeds belangrijker wordt. Daarbij komen vraagstukken op het gebied van nformatieveiligheid, informatieketens. Belangrijk is ook dat verwachtingen van gebruikers op basis van hun ervaringen thuis veel hoger zijn dan het onderwijs kan waarmaken.

Informatiemanagement gaat om het het optimaal aansluiten van informatievoorziening op de bedrijfsvoering (processen). Het is een balans tussen vraag en aanbod. Het wordt goed weergegeven in het negenvlaks model van Rick Maes.

Het inrichten van informatiemanagement verloopt in een aantal fasen. In eerste instantie gaat het om het aanschaffen en implementeren van systemen. Daarna gaat het om het verbinden van de mensen en het integraal maken van de informatievoorziening. Als dat op orde is kom je op het niveau van innovatie.

Waarom samenwerken?
Instellingen hebben vaak dezelfde vraagstukken. Ook intern spelen dezelfde processen en vernieuwingen. Instellingen hebben ook dezlefde uitgangspunten. Denk aan architectuur, informatiebeleid en informatieveiligheid.
De beschikbare kennis binnen de roc's is beperkt, delen van kennis levert veel op.
Het bedenken van oplossingen en het aanpssen van systemen is complex, tijdrovend en kostbaar.

Aan de groep wordt gevraagd op welke gebieden je kunt samenwerken ten aanzien van informatiemanagement. Met name bestuurlijke processen, management informatie, en logistiek komen daar uit naar voren. Maar eigenlijk zou je op alle geieden wel kunnen samenwerken. Belangrijk daarbij is, dat deelnemende instellingen in een samenwerkingsverband  niet overal even ver in zijn.

Welke samenwerking tussen Np en Alfa?
  • Bestuurlijk - macrodoelmatigheid in Qlikview.
  • Primair proces: Aan en afwezigheid, verkenning van keuzedelen bij elkaar
  • Secundair proces: Shared service centrum PeopleSoft (kernregistratie)
  • Logistiek: Planning en roostering (Xedule)
  • Tertiaire processen: kennisdeling informatiemanagement en niet-gezamenlijke systemen
  • Managementinformatie: gezamenlijk bouwen van rapportages in Qlikview.

Waarom samenwerking op deze gebieden:
  • Geen concurrentie op deze gebieden
  • Vraagstukken identiek
  • Systemen het zelfde
  • Krachten bundelen en kennis delen
  • Meer efficiency, effectiviteit en kwaliteit

Op welke gebieden werken de instellingen niet samen?
  • Werving
  • Primair proces
  • Alumni
  • Communicatie
  • Informatieplanning

Waarom niet?
Onderscheidend vermogen!

Er zijn veel successen gehaald op gebied van managementinformatie, koppelingen, informatie- en datamodellering, reductie administratieve capaciteit met 40%, digitaal aanmelden, digitaal archief.
Een project om een gemeenschappelijk app te laten bouwen door studenten is niet gelukt.

Wat zijn de valkuilen?
  • Onevenwichtige vedeling en inbreng van capaciteit en kennis in de samenwerking
  • Onvoldoende mandaat en draagvlak
  • Samenwerken op een gebied waar je verschillende systemen hebt

Zou het mogelijk zijn om ook een soort shared service centrum op het gebied van informatiemanagement in te richten? Dat zou op veel gebieden veel voordelen opleveren maar vergt op meerdere niveaus een heel goede afstemming.

Zicht op de docent - Inspiratiesessie met UP op #CVImc

UP learning komt in veel onderwijsinstellingen. Daarbij komen ze ze allerlei vraagstukken tegen op het gebied van de informatievoorziening. Het gaat daarbij natuurlijk om het verhaal achter de cijfers.

In een inspiratiesessie discussieert een groepje mensen over het zicht dat je als teammanager / -leider hebt / wilt hebben / kunt hebben op je docenten.

Voor een teamleider is het moeilijk om een beeld te krijgen op een aantal belangrijke zaken. Wat mag je van een docent, een team verwachten en hoe krijg je dat inzichtelijk?
Die vragen kun je stellen over een aantal thema's:

  • Zicht op de docent
  • Zicht op het curriculum
  • Zicht op het rendement
  • Zicht op student.
In een videofilmpje (nog niet online!) komt een aantal onderwijsmensne aan het woord over de manier waarop docenten functioneren. Dat kan via gesprekken met docenten of studenten of klassenbezoek. Dat geeft veel informatie maar dat zijn momentopnames. Vaak wordt daarover buiten wat gespreksverslagen niets vastgelegd. 
Hoe kun je dan docenten met elkaar vergelijken?
De vraag is of je daadwerkelijk moet willen vergelijken. Kijk naar de mogelijkheden die LeerKRACHT biedt, eventueel gecombineerd met een enquete onder studenten.
Je kunt werken met competentieprofielen gekoppeld aan gedragspatronen (sie ik die competentie in het gedrag terug?) en een 360' feedback. Maar het blijft lastig om een goed beeld te krijgen en dus lastig om daar sturing aan te geven. Lesgeven is per slot van rekening een deel van de taak van een docent. 

In de discussie gaat het erom of je alles moet willen weten. je wilt niet alles controleren als teamleider. daar staat tegenover dat scholen goed zijn in het Plan en Do van de PDCA cyclus maar minder goed in Check en Act. Waar het natuurlijk om gaat is, dat je in staat bent om bij te sturen om de kwaliteit van het onderwijs te kunnen verbeteren.

In feite is er wel veel informatie: VSV, rendementen, BPV, JOB-enquete, noem maar op. Dat geeft echter nog geen zicht op individuele docenten. Heb je dan bijvoorbeeld zicht op de struikelvakken? Er is natuurlijk wel een beeld als je bijvoorbeeld kijkt naar herkansingen. Maar dat zegt niet alles.
Het is lastig om te sturen op studierendement. Waar zit de stuurknuppel om te kunnen sturen?
Sturen op studiererendement is eigenlijk ook een beetje onzinnig. Als je de cijfers krijgt kun je er niets meer aan veranderen. Daarnaast zijn de definities van rendement heel dubieus. Een overstapper die met een diploma de school verlaat, is voor de eerste opleiding een VSV'er. Sturen op cohortrendement levert wat dat betreft meer op. Sturen op rendement zegt bovendien niets over de prestatie van het onderwijs. 

Moeten docenten zich wel bezig houden met rendementen? Het gaat om de specifieke kenmerken die bepalen waarom een student al dan niet bsuccesvol is. Die informatie moet docenten helpen de goede dingen te doen, je moet de docenten niet belasten met rendementscijfers. 

Het gaat dan om de instrumenten die je beschikbaar hebt en de parameters die je daarmee kunt vastleggen om zicht te krijgen op de huidige situatie om vervolgens te kunnen verbeteren. 

De tijd was te kort om alles te bespreken. Wil je hier toch over meedenken, neem dan contact op met Theo Osse

woensdag 25 maart 2015

LeerKRACHT - #CVImc


Bij LeerKRACHT gaat het er om dat een team gezamenlijke acties ondernemen om het onderwijs te verbeteren. Het is geen trucje maar een methode. Het is een methodiek waarbij je gedurende 8 weken 2 uur met elkaar traint. Het is de bedoeling dat het in de teamcultuur wordt ingebed. Het werkt goed bij teams die goed functioneren en die naar excellent willen. Teams die niet goed functioneren moeten nog een aantal stappen doormaken.

Een aantal kerninterventies zijn:

  • Bordsessie
  • Samen lessen voorbereiden
  • Lesbezoeken
Eigenlijk zie je hier het Waarom, het Wat en het Hoe naar voren.

De kerninterventies staan met elkaar in verband. In een bordsessie worden problemen en meetbare doelen geformuleerd (ik wil de motivatie van mijn leerlingen vergroten) en een aanpak bedacht. Door samen lessen voor te bereiden voorkom je dat je in je eigen repertoire blijft hangen. Vervolgens pas je de ideeen toe in je lessen, waarbij een collega komt kijken. Als dingen niet lukken, wordt dat bij de volgende bordsessie besproken en wordt er gewerkt aan bijgestelde of nieuwe doelen (eerst de sfeer in de klas verbeteren).

Een bordsessie is gebaseerd op een bepaalde indeling van het bord. 
Een team staat bij het bord. (Door het staan, schiet het meestal beter op!) Op het bord staat een planning, staan de doelen, activiteiten en successen. Ook wordt geinventariseerd hoe iedereen zich voelt aan de hand van een aantal smileys. 
Elke week wordt bekeken wat er gerealiseerd is. Het komt vaak voor dat afspraken niet nagekomen worden (onderwijscultuur). Als een paar weken achter elkaar iemand niet gedaan heeft wat is afgesproken, dan gaat dat voor diegene wel wat ongemakkelijk voelen. Daar kunnen ook teaminterventies op plaatsvinden (heb je hulp nodig?).

LeerKRACHT richt zich vooral op de kwaliteit van het onderwijs, niet zo zeer op verandertrajecten als onderwijsvernieuwingen, hoewel dat wel kan. de methodiek werkt prima in het PO en VO, in het MBO is het soms wel zoeken om het goed passend te maken. 
Het is in elk geval heel belangrijk om de structuur en het ritme van de wekelijkse sessies vast te houden. Het gaat er daarbij om bestaande patronen (eigen koninkrijkjes in de klas) te doorbreken waarbij iedereen zich kwetsbaar durft op te stellen. 

In de discussie in groepjes komen ook wat andere geluiden naar boven. In de praktijk blijkt het lastig vast te houden als er geen groter kader, een groter teamdoel aan vast zit. Ook op dat niveau kan de methodiek worden toegepast.

Strategie Diner U - #CVImc

Een cryptische omschrijving voor een workshop op de CVI Managementconferentie 2015. Alweer een hele tijd geleden kwam ik in aanraking met Theory U van Oscar Scharmer op de IT-conferentie van 2012. Mark Vlasblom gaf indertijd een workshop onder de naam van Route 66.

De workshop wordt gegeven door Sarien Shkolnik en ... van het Graafschap College. Het gaat over het traject om te komen tot een nieuw strategisch beleidsplan. Aanleiding  hebben ze een Diner Pensant georganiseerd met vertegenwoordigers uit de regio over een strategisch plan voor de Achterhoek. Vanuit de 3 O's (overheid, ondernemeingen en maatschappelijke organisaties) is daasr vervolgens invulling aan gegeven.

Het boek van Scharmer vormde voor het Graafschap College een inspiratiebron voor een methodiek.
stappen volgens Scharmer bij elk vraagstuk.

  • Bewustworden en opschorten van je oordeel, opnieuw kijken met open blik
  • Opnieuw richten, aanvoelen van het veld, laten gaan
  • verbinen met wat er is
  • Laten ontstaan 
  • Aan de slag, uitkristalliseren van visie en intentie
  • Prototypes bouwen en inbouwen in het bestaande proces., uitvoeren
Het vergt een open mind, aanvoelen met open hart, wil en openstaan voor actie.
De eerste verkenning leverde een aantal strategische lijnen op, die later weer aangepast zijn.
  • school voor vakmanschap en ondernemendheid
  • school voor iedereen en altijd
  • school in een netwerk
  • school voor innovatie
  • school voor de euregio
Het bleek toen moeilijk om respons te krijgen uit de organisatie. Er is toen een nieuwe insteek gezocht, waarbij de U van Scharmer platgeslagen werd. Uit de organisatie zijn de koplopers gehaald waarbij medewerkers ideeen aanleverden op basis van de strategische lijnen. Die ideeen worden nu vorm gegeven. In een video-impressie preenteren medewerkers een aantal van de ideeen en hoe die in de praktijk worden gevraagd.
Studenten kregen ook de gelegenheid om op kosten van de school te gaan eten met mensen om ideeen op te gaan halen. Dat heeft heel veel opgeleverd. 

Om het publiek een idee te geven van de gebruikte werkvormen tijdens een diner pensant zijn we met een aantal vragen in groepen aan de slag gegaan volgens het placemat model: wat doe je vandaag, volgende maand, volgend jaar en over vijf jaar bijvoorbeeld op het gebied van 'onderwijs in de euregio'. Dat levert allerlei ideeen en kanttekeningen op, die meegenomen kunnen worden in het plan. 

Het proces is nog bezig en heeft al veel inzichten opgeleverd.

vrijdag 13 maart 2015

De waarheid van Google

Laatst kwam ik een leuk artikel tegen op WebWereld over Google die met een nieuw zoekalgoritme de waarheid op het internet gaat bepalen. Niets mis mee, zou je zeggen. Inmiddels heb ik geleerd dat er altijd een andere kant aan een dergelijk verhaal zit. 'Elk foordeel hep sun nadeel', aldus onze nationale filosoof.

Kern van het idee is een systematiek, die vergelijkbaar is met de pagerank. De positie van een website in het zoekresultaat wordt normaal gesproken (vooral) bepaald door het aantal verwijzingen naar die site. In het nieuwe systeem gaat de ranking om het aantal verifieerbare feiten. Naarmate er meer ware feiten staan, komt de website hoger in de ranking.
Ik heb er toch wel twijfels bij, nog los van het feit dat waarheid niet alleen wordt bepaald door feiten (zoals Wittgenstein al zei: waarheid is iets dat niet los van de mens en zijn cultuur bepaald kan worden, maar er juist afhankelijk van is (bron)).

Het is alweer een hele tijd geleden dat ik schreef over het boek van Nicolas Carr (Het ondiepe), waarin hij aangeeft dat met elk stuk gereedschap je zelf iets van het vermogen inlevert. Bedenk wat een rekenapparaat doet met het vermogen tot hoofdrekenen, wat een tomtom doet met je oriëntatievermogen, enzovoorts.
In geloof dat dat boek beschreef dat juist door het systeem van zoekmachines wetenschappers steeds vaker bij dezelfde artikelen uitkwamen. Logisch: hoe vaker een artikel wordt gevonden en geciteerd, hoe hoger het in de ranking komt, hoe vaker het gevonden wordt. Daarmee versterken zoekmachines een vernauwing van de wetenschap. Dat is niet met een vooropgezet plan, het is een emergent effect van de manier waarop zoekmachines werken.

Kun je nu iets vergelijkbaars verwachten als er een waarheidsranking komt? Gaan mensen bronnen beoordelen op basis wat Google er van vindt? Ik wil liever zelf kritisch blijven denken.
Natuurlijk, veel websites verkopen klinkklare nonsens als waarheid. Ik ben stiekum dan toch wel benieuwd wat ze er bij Prive, Homeopatie.nl of de Astrologische Vakvereniging van zullen vinden...


dinsdag 3 maart 2015

Nederland kantelt, nu het onderwijs nog?

In een uitzending van Tegenlicht vertelt Jan Rotmans over de noodzaak voor Nederland om het anders te doen om de samenleving duurzamer te maken. In allerlei voorbeelden laat de documentaire zien hoe Nederland kantelt. De bijbehorende website laat meer voorbeelden zien.

Enerzijds zijn er genoeg redenen, anderzijds genoeg kansen om Nederland te laten kantelen. Ontwikkelingen als globalisering, technologische en maatschappelijke veranderingen maakt dat we goed moeten nadenken over de manier waarop we als Nederland ons geld willen verdienen. Voor Nederland liggen er kansen in de landbouw, waterbeheer, energie, technologie en nog wat onderwerpen meer. Vergelijk het met de 10 topsectoren waar de overheid in wil investeren.

Als Nederland kantelt, is het kantelen van het onderwijs een randvoorwaarde. Kantelt het onderwijs nu mee?
Op de website staat een aantal initiatieven rondom kantelend onderwijs. Een paar dingen vallen daarbij op. (Vrijwel) alle initiatiefnemers hebben het over het verstarde onderwijssysteem dat het leren belemmert, het kind / de student centraal en vooral activerende lesvormen. Jammer dat de verhalen vooral vertellen over de buitenkant ("een visie is belangrijk", "er is 3 jaar nagedacht over een visie", maar geen beschrijving van wat die visie nu precies inhoudt).
Na alle onderwijsvernieuwingen van de afgelopen decennia heb ik eerlijk gezegd nog niet het gevoel dat deze met verhalen een vernieuwingsbeweging in gang wordt gezet, het oogt nog teveel als los zand.

Als verbindende schakel staat daar echter United4Education tussen met een eigen website met nog veel meer voorbeelden dat dient als platform voor een community. Heel inspirerend voor mensen die vernieuwend bezig willen zijn, veel activiteiten waar je aan mee kunt doen.

Het doel van U4E is om 1000 dagen een voldoende kritische massa te bereiken waarmee het onderwijs daadwerkelijk gekanteld kan worden. Een paar dingen, die volgens mij daarbij zouden helpen:

  • Een koers waarmee de verschillende initiatieven aan elkaar verbonden worden, waarmee het streven herkenbaar wordt voor mensen die op zoek zijn naar het hoe van het kantelen.
  • verbinding met soortgelijke / vergelijkbare initiatieven. Een mooi voorbeeld van kantelend onderwijs vind ik zelf Leerkracht. Die mis ik eigenlijk in het overzicht van zowel Nederland kantelt als U4E.
  • Een minder sexy onderwerp maar wel een randvoorwaarde: hoe organiseer je dat als school allemaal? Dat gaat over zowel de verandering (welke veranderstrategie hang je aan, wanneer is het omslagpunt van vernieuwen naar breed implementeren en consolideren?) als over het regelen van de alledaagse dingen in de nieuwe situatie: de bedrijfsvoering.
Er zijn nog een paar honderd dagen te gaan...

woensdag 4 februari 2015

Leren in de 21ste eeuw, how do you MOOC it?

In het platform LRN21 werken onderwijs en bedrijfsleven samen aan 21st Century Skills. Het gaat daarbij om adoptie en implementatie van 21ste eeuwse vaardigheden in scholen en opleidingen.

Tijdens de platformbijeenkomst van 3 februari stonden MOOC's centraal.
John May gaf daarbij een inleiding. Daarin kwam een aantal begrippen en statistieken voorbij.

MOOC staat voor Massive Open Online Course.
Massive duidt in feite op een omvang, die een 1 op 1 interactie tussen onderwijsgevende en lerende niet meer mogelijk is. Met wat discussie in de zaal kwam dat op een bepaald moment uit op een grens van ongeveer 150 en meer deelnemers. Natuurlijk zijn er collegezalen met 300 studenten, die naar een docent luisteren, maar echt interactief kan je dat toch ook niet meer noemen.
Open betekent dat het voor iedereen toegankelijk is. De discussie ging daarbij ook over gratis toegankelijk. Er zijn bedrijven die betaalde MOOC's in de markt zetten. Omdat het gaat om massive kun je met een laag bedrag toch een behoorlijke omzet halen!
Naast MOOC's bestaan er ook SPOC's: Small private online course. Hierbij gaat het vaak om bedrijfscursussen (small en private).  
De site Elearninginfographics.com biedt een grote hoeveelheid grafische gegevens over MOOC's. (Overigens een irritante site met allerlei popups en reclames.)
  • MOOC's worden daadwerkelijk massaal afgenomen, met een gemiddelde van 33.000 deelnemers (oplopend tot 150.000) per cursus. Gemiddeld haalt slechts 5% van de deelnemers de eindstreep. De vraag is overigens of dat erg is. 
  • Een belangrijk argument voor MOOC's is, dat ze de toegankelijk voor hoger onderwijs vergroten voor mensen die moeilijk toegang hebben tot hoger onderwijs. In de praktijk blijken vrijwel de meeste deelnemers al een hogere opleiding te hebben gevolgd!
  • Er zijn maar heel weinig MOOC's die echt geaccrediteerd worden, waarbij je een formeel certificaat kunt krijgen. Dat hangt samen met de moeilijkheid van het vaststellen van de identiteit van de lerende.
    Er zijn systemen, die op willekeurige momenten van je vragen om via de webcam een foto te maken van jou met een ID-kaart in je hand. Speciale software checkt dan of degene achter de pc daadwerkelijk degene is, die de cursus doet. 
Janine Kiers is productmanager MOOC's bij de TU Delft.
De TU Delft maakt deel uit van het EdX-netwerk met daarin namen van de grote universiteiten als Harvard, Berkeley en Stanford.  

De doelen die TU Delft nastrreeft met het ontwikkelen en aanbieden van MOOC's zijn
  • Kennis delen met de wereld
    Dit voortgekomen uit een nieuwe visie en een nieuw business model voor hoger onderwijs. De meerwaarde zit niet de kennis maar in het onderwijsproces. 
  • Verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs
    Het ontwikkelen van MOOC's dwingt de makers om nog eens goed na te denken over inhoud en didactiek van de cursus. Door de MOOC in de vorm van flipping the classroom aan te bieden, gaan ook de resultaten van studenten omhoog, zowel in cijfers als in slagingspercentage. 
  • Maar eigenlijk ook het promoten van TU Delft
    Je zet een aantal onderwerpen waar je goed in bent in de etalage. De onderwijsinstelling maakt deel uit van een groep van excellente instellingen. Dat alles is goed voor je brand en dus voor nieuwe studenten. 
Het achterliggende businessmodel is wel toe te lichten maar moeilijk tastbaar te maken. Het maken van MOOC's is kostbaar, het (financieel) rendement kan eigenlijk niet worden aangetoond. De deelnemers aan de cursus betalen met informatie. Hun klikgedrag biedt inzicht in de manier van studeren. Hier gaat het echt om big data!

Nieuwe MOOC's worden gefinancierd als het voorstel aan allerlei voorwaarden voldoet. Zo moeten indieners niet alleen inhoud en didactische aanpak beschrijven maar ook de manier waarop men de marketing vormgeeft. Ook moet de indiener onderbouwen op welke manier de MOOC bijdraagt aan het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs.

François Walgering is oprichter van de MOOC-factory. Dit bedrijf maakt MOOC's en SPOC's.
De MOOC-factory hanteert een boeiende filosofie bij het samenstellen van hun MOOC's. Bij de 'universitaire' MOOC's draait het om het didactisch aanbieden van kennis. Deze MOOC's gaan meer uit van het idee van de prosumers en wisdom of the crowd. Deelnemers maken opdrachten en voegen content toe. Met likes en peerreviews ontstaat dan nieuwe inhoud. 

Interessant onderdeel is de 'learning locker',  Hierbij worden leeractiviteiten opgeslagen. Een leeractiviteit wordt in deze context opgevat als een persoon + werkwoord + object. ("Ik" + "lees" + "deze blog"). Ik heb nog niet helemaal een beeld van het wat en hoe hiervan. Het geeft me in elk geval wel een beeld van het monitoren van leergedrag, wat weer allerlei mogelijkheden biedt voor het bijsturen ervan!

Kijk vooral op de website van LRN21, daar verschijnen de presentaties snel online.

zondag 1 februari 2015

#Sambo-ICT bestaat alweer 5 jaar en werkt als nooit tevoren!

Het is inmiddels 5 jaar geleden dat ROC-i-Partners overging in Sambo-ICT. Een mijlpaal om bij stil te staan tijdens de 31ste conferentie bij het Horizoncollege. Inmiddels is ook die conferentie alweer verleden tijd. Een paar impressies...

Toine Maes neemt in een keynote de afgelopen 25 jaar ICT door. In zijn powerpoint kan hij dat veel mooier op een tijdlijn weergeven. Hier een overzicht:
1989: NL.net biedt de eerste particuliere internetaansluitingen aan.
1995: Negroponte schrijft zijn boek Being Digital
1998: Google start als zoekmachine
1999: BOL.com, booking.com, de eerste webwinkels
2001: iTunes, waarom een cd kopen als je een single wilt?
2004: Start van de social media. linkedIn, facebook, twitter,
2006: Spotify, van bezit naar toegang
2007-2010: Mobile devices, smartfones, 2010 iPad
2008: Prosumers, verdwijnen van onderscheid tusen consument en producent
2008-2011: Delen van voorzieningen als airBNB, Uber, van onbenutte naar benutte capaciteit
2009: Informatie als betaalmiddel, Freemiummodel
ICT houdt een belofte in van Vraagsturing = Massa = Samenwerking met mogelijkheden voor massamaatwerk, ook in het onderwijs. Dat geeft ook uitdagingen op gebied van logistiek, beveiliging, nieuwe businessmodellen.
In het MBO-veld speelt Sambo-ICT een rol in de balans tussen vraagmacht en marktkracht. Daarmee kantelt het model van het bepalen van de leveringsvoorwaarden van "u mag ons product gebruiken op onze voorwaarden" naar "u mag uw product leveren tegen onze voorwaarden".

Toine gaat nog in op de thema's waar Sambo-ICT en Kennisnet samen aan werken. In hun half-jaarlijks 'bijpraatuurtje' gaan Jan Bartling en Leo Bakker daar nog verder op in.
  • Leermiddelen
    In de afgelopen jaren maken steeds meer studenten en docenten gebruik van digitale leermiddelen via de educatieve contentketen. Het gaat inmiddels om meer dan 300.000 MBO-studenten.
    Een aantal punten is voor verbeteriing vatbaar. Met name organisatie, communicatie en identity management. Daar komen verbetertrajecten uit voort, die de komende jaren worden opgepakt.
    Twee belangrijke aandachtspunten:
    • De catalogusservice is de functie van de digitale boekenlijst. Die wordt momenteel ontwikkeld. 
    • Daarnaast is er de licentieservcie. Die moet inzicht geven in de individuele rechten van studenten op leermiddelen. Dat geeft inzicht in oorzaken van problemen als 'ik kan er niet in'.
  • De MBO-cloud
    De MBO-cloud is een basisvoorziening voor leermiddelen in de cloud in een plateauplanning.
    Op dit moment wordt er gewerkt aan Plateau 1: de basisvoorziening dat instellingen gebruik kunnen maken van leermiddelen. Er is een 'demonstrator' beschikbaar waarmee duidelijk gemaakt kan worden hoe studenten leermiddelen kunnen bestellen.
    Het tweede plateau gaat het onder meer om de catalogusservice, het derde plateau omvat onder andere de licentieservice.
    Daarmee vermengen de MBO-cloud en de educatieve contectketen steeds meer tot één geheel. De MBO cloud ontwikkelt zich in de praktijk als een marktplaats waar studenten kunnen bestellen bij verschillende uitgevers of boekenhuis of zelfs tweede hands aanbieders.
  • Online leren in balans.
    Hoe kun je online leren inbouwen in het nieuwe curriculum? Er is een toolkit ontwikkeld waarmee oplossingen kunnen worden doorgerekend. Daarnaast is er een netwerk opgericht om kennis en ervaringen te kunnen uitwisselen in relatie met het Adviespunt Onderwijstijd.
  • Herziening kwalificatiedossiers
    Binnenkort zal de nieuwe kwalificatiestructuur ingaan. Frustrerend in het traject is het achterlopen van de wetgeving. Een definitieve regelgeving wordt pas in 2016 verwacht. Leveranciers zijn afhankelijk van de informatie om hun systemen te kunnen inrichten, Sambo heeft hier een schakelfunctie.Alles bij elkaar brengt het veel consequenties met zich mee op het gebied van de informatievoorziening.  
    • Administratief: keuzedelen op diploma, cijferlijsten, etc
    • Onderwijslogistiek: Keuzedelen spelen ook een rol bij de onderwijstijd. De vorm waarin keuzedelen worden aangeboden heeft consequenties voor de voorliggende delen van het curriculum.Rondom onderwijstijd is inmiddels een tweede versie van een programma van eisen verschenen. In dit traject wordt met vier lijnen samengewerkt. Sbb, opzetten van kwalifiatie dossiers. 
  • BPV
    Er ligt een probleem in de BPV keten. 3% van de opleidingen registreren geen BPV, 9% levert met een verkeerde en dus niet-geldige BPV. Ruim 10% van de diploma's zijn daardoor eigenlijk niet geldig!
    Instellingen hebben het idee dat stagebedrijven uniek zijn. In de praktijk zijn 61% van de stagebedrijven gedeeld met meerdere instellingen. In de afgelopen jaren is er een heel ingewikkelde BPV keten ingericht op basis van point to point verbindingen. Dat maakt het complex, er gaat veel informatie verloren. Daarnaast is er een synchronisatieprobleem. Er zitten tijdsverschillen tussen de momenten van gegevensverwerking. Dat betekent dat er op veel verschillende plaatsen verschillende gegevens worden geregistreerd.
    Er wordt gewerkt aan een uitwisselingsplatform waarin alle gegevens uitgewisseld worden. Het is geen database waar alle gegevens worden opgeslagen! Alle betrokken partijen kunnen dan op basis van hun rechten tegelijkertijd gebruik maken van de beschikbare informatie.
  • iAgenda
    Momenteel zijn er 90 beleidspunten met consequenties voor de informatievoorziening. Dat zijn er te veel. De iAgenda moet leiden tot een iStrategie waarin keuzen worden gemaakt en prioriteiten worden gesteld. De drie hoofdpunten op dit moment zijn BPV, HKS en de bekostigingsketen.
  • MBO Transparant
    Het platform MBO-Transparant laat van alle instellingen een aantal gegevens zien. Instellingen kunnen de gegevens zelf toelichten.
  • Actieplan Informatiebeveiliging
    Informatiebeveiliging is in zeer korte tijd prominent op een hoge plaats terecht gekomen. Inmiddels is het thema Privacy ook opgenomen in het programma. Ook examinering heeft raakvlakken vandaar dat voor examinering er ook een toetsingskader op het gebied van informatiebeveiliging komt. Van de masterclasses, die in het kader van het programma worden georganiseerd zitten al er al 2 lichtingen helemaal vol!
  • De ICT monitor 2014
    De nieuwe ICT-monitor wordt tijdens de conferentie gepresenteerd. Binnenkort verschijnen de resultaten op de website. Op vallend was, dat van de deelnemernde instellingen van vorig jaar er maar betrekkelijk weinig dit jaar opnieuw meededen.