vrijdag 31 oktober 2008

Discussiëren over flexibiliseren in Orlando

In verschillende settings is in Orlando gediscussieerd over flexibiliteit in het onderwijs. Het is onmogelijk om een gedetailleerde weergave te maken van al die discussies maar een paar thema's vond ik wel interessant.

  • Flexibiliteit is een containerbegrip. De vraag is, of je het begrip nader moet specificeren. Beter is om als instelling duidelijk te definiëren wat die verstaat onder flexibiliteit, wat doe je wel, wat doe je niet. Een visie formuleren op flexibiliteit, dus.
    Daarmee wordt het hanteren van het begrip 'flexibiliteit' flexibel op zich… :-)
  • Zou je niet veel meer met informatie kunnen doen? Door goed te analyseren wat voor verband er bestaat tussen oorzaak en gevolg ben je beter in staat de goede beslissingen te nemen of een goede ondersteuning te bieden. Stel je voor dat je intakegegevens van een grote groep deelnemers afzet tegen de studieresultaten. Dan kunnen verbanden duidelijk worden tussen bepaalde kenmerken van studenten en de effecten op de opleiding. De ondersteuning van een student kan daarop worden afgestemd. Er zijn nog vele andere voorbeelden te noemen. Daar worden wel wat bezwaren tegen geopperd, die een beetje variëren van 'big brother is watching you' tot blauwdrukdenken. Ik ben er in elk geval van overtuigd, dat hier nog grote kansen liggen voor kwalitatief goed onderwijs!
  • In hoeverre spelen bepaalde aannames een rol bij het ontwerpen van opleidingen? De aanname bijvoorbeeld, dat talen alleen maar in de context van het beroep gegeven kunnen worden. Of de aanname, dat studenten alleen maar in staat zijn om opdracht X uit te voeren als ze theorie Y hebben gehad. Die aannames werken beperkend op het ontwerp van de opleiding. Wanneer duidelijk is, dat bepaalde aannames niet kloppen, ontstaat er meer vrijheid om opleidingen anders vorm te geven.
  • Onderwijsvernieuwing moet intergaal worden aangepakt. Wanneer dat niet gebeurt, bestaat het risico dat bij het daadwerkelijk starten van de opleiding er allerlei problemen ontstaan. Er zijn niet voldoende lokalen, de begeleiding of administratie van de voortgang kost op de nieuwe manier te veel tijd, de opdrachten leken op papier wel leuk, maar vallen in de praktijk erg tegen of zijn niet uitvoerbaar, enzovoorts. Het is dus van groot belang dat bij het uitwerken van een opleiding eerst de uitgangspunten goed op papier worden gezet en dat doorgerekend wordt of alles wel haalbaar is.
  • Flexibiliteit kan ook gericht zijn op efficiënter werken. Daarbij kan als uitgangspunt dienen, dat 33% van de noodzakelijke kennis en vaardigheden bestempeld kan worden als basiskennis: voor iedereen het zelfde, eigenlijk onveranderbaar. Nog eens 33% is sectorbreed en verandert niet zo snel (bepaalde werkwijzen. De laatste 33% is beroepsspecifiek en is het meest veranderbaar. Voor de 3 keer 33% kunnen ook andere getallen gebruikt worden, dat is mede afhankelijk van het beroep. Deze verhoudingen kunnen natuurlijk een rol spelen bij het ontwerpen van opleidingen. Bepaalde delen kunnen roc-breed ingevuld worden, sommige delen sectorbreed en maar een beperkt deel moet beroepsspecifiek worden ingevuld.
    Bij dit alles komt de vraag bovendrijven of die basiskennis nou eigenlijk wel nodig is. Die verandert weliswaar niet zo snel, maar de techniek eromheen wel. Waarom zouden leerlingen nog moeten leren hoofdrekenen terwijl er rekenapparaten zijn? Waarom de hoofdsteden van Europa nog leren als je een TomTom hebt om er naar toe te rijden? Hiertegen kan worden ingebracht, dat het niet alleen om het product 'het kunnen hoofdrekenen' gaat maar ook om het leerproces dat er mee verbonden is. Dat leerproces zou wel eens voorwaardelijk kunnen zijn voor latere leerprocessen. (rekenvaardigheid als voorwaarde voor rekenen, taligheid als voorwaarde om opdrachten goed te kunnen begrijpen en goede antwoorden te kunnen formuleren).
  • De visie en onderwijsuitgangspunten van een onderwijsinstellingen moeten worden vertaald in een raamwerk, dat als kapstok kan dienen voor het ontwerpen en inrichten van opleidingen. Zo'n raamwerk (je zou ook kunnen spreken van een 'onderwijsarchitectuur') helpt bij het vormgeven van opleidingen in een onderlinge afstemming.
    Er zijn mensen die niet houden van een dergelijke 'blauwdrukbenadering'. Een dergelijk raamwerk is echter helemaal niet bedoeld als een algeheel ontwerp van opleidingen (dat is immers helemaal niet mogelijk). Maar dat je een hoeveelheid 'blauwdrukdenken' nodig hebt na een fase van 'witdrukdenken' (chaotisch, geen samenhang, 'duizend bloemetjes bloeien') lijkt me evident.

donderdag 30 oktober 2008

Conflict between Technology and Institutional Education (Educause)

Het verhaal van Sarah Robbins over 'the Conflict between Technology and Institutional Education' was (zoals te verwachten) een beetje meer van hetzelfde als het gaat om de mogelijkheden van Web 2.0 in het onderwijs. Van de andere kant vind ik het altijd (nou ja, meestal) wel leuk om naar zo'n presentatie te gaan. Op de eerste plaats zijn er altijd wel weer nieuwe voorbeelden van web 2.0 tools of communities die me steeds weer verwonderen. Daarnaast verbaas ik me steeds over het aantal mensen dat nog steeds niet door heeft wat er gaande is en wat de enorme mogelijkheden zijn van web 2.0 in het onderwijs.
Bij Sarah kwam ik wat dat betreft ook wel weer aan mijn trekken (in de tekst staan er een paar). Maar wat ik leuk vond in deze presentatie was haar benadering. Ze vergeleek een aantal uitgangspunten van onderwijsinstellingen met die van web 2.0.

Wat betreft onderwijsinstellingen gaat het om:

  • Lidmaatschap van leercommunities op basis van gemeenschappelijke belangstelling
  • Betrokken worden in inhoudelijke discussies
  • Toegang tot expertise en bronnen
  • Betrokkenheid bij professionele communities
  • Begeleiding bij het opdoen van ervaringen en leerprocessen
  • Ontwikkeling van maatschappelijke en professionele competenties
    (het valt me overigens op dat de Amerikanen het wel hebben over 'employement' maar eigenlijk nauwelijks over 'social skills'. Of heb ik gewoon niet zo goed opgelet?)
  • Borging van het leerresultaat (examinering, diplomering)

De mogelijkheden zijn van web 2.0 zijn in feite:

  • Zelfexpressie: wie je bent, wat je maakt presenteer je aan de wereld
  • Communities: het delen van enthousiasme voor gemeenschappelijke interesses in zelforganiserende verbanden
  • Toegang tot experts en 'persoonlijkheden' (www.TED.com)
  • Presenteren, versterken van je persoonlijke reputatie via professionele netwerken (LinkedIn)
  • Opbouwen en delen van kennis en ervaring (You Suck at Photoshop)
  • En nog veel meer...

Duidelijk is, dat er een grote overlap is tussen wat de scholen als instituties doen en wat er mogelijk is met web 2.0. Het onderwijs zal dat door moeten krijgen anders zal het zijn waarde verliezen.
(De presentatie zou op Slideshare staan maar die heb ik daar nog niet kunnen vinden, maar je kunt daar zoeken op Intellagirl)

Holland goes for Obama!

Het kan bijna geen toeval zijn. Uitgerekend als de Nederlandse EduCausedelegatie in Orlando verblijft, last Barack Obama vlakbijeen extra 'rally' in, waar hij samen met Bill Clinton probeert de swingstate Florida voor zich te winnen. Dat wordt gewaardeerd. En dus worden er wat busjes geregeld zodat een aantal afgevaardigden acte de presence kunnen geven op deze massabijeenkomst.

Dat hebben we geweten. Toen we naar ons idee ongeveer op de plaats van bestemming zouden moeten bleek er angstvallig weinig verkeer te zijn. We begonnen al te dromen, dat Florida niet zo warm liep voor Obama en dat het wellicht een Hollands onderonsje zou worden. Helaas bleek de chauffeur de verkeerde afslag te hebben genomen waardoor we een kwartiertje later dan gepland, alsnog aansloten in een file waar menig Nederlandse snelweg jaloers op zou zijn geweest. Het laatste stuk hebben we dus maar gelopen.
Nadat we eenmaal op in de buurt van het tgerrein op een grote parkeerplaats aankwamen moesten we eerst nog tien minuten lopen ... om ons aan te kunnen sluiten in een wachtrij die zich minstens een kilometer lang over de parkeerplaats en om wat gebouwen heen slingerde. Na een uitgebreide controle konden we ons aansluiten bij een menigte van minstens 50.000 enthousiaste Amerikanen, die daar al uren moeten hebben gestaan.

Na nog een kwartier verschenen Bill Clinton en Barack Obama en die gaven na elkaar een spetterende speech. Clinton prees in Obama de vier eigenschappen, die een goed president moet hebben: een goede filosofie, een goed beleid, besluitvaardigheid en het vermogen die besluiten te effectueren.
Obama liet vervolgens zien als geen ander de menigte te kunnen bespelen. Er werd niet op de man gespeeld maar het beleid van Bush en McCain werd stevig aangepakt. En met hunor pareerde hij de aanvallen van de andere kant.

They found evidence that I, when I was 8 years old, split my peanutbutter sandwich en shared it with somebody else. Now they call me a socialist!

Ook hij beloofde weer 'taxcuts' voor mensen die minder dan een kwart miljoen per jaar verdienen.
'Raise your hand who earns less then a quarter of a million dollar a year ... Hm, that seems to be the majority'. You know, most teachers do not earn that much money, nor nurses do. Even 99,9% of the plumbers do not earn $ 250.000!

Met de hele Hollandse delegatie juichten we al net zo hard mee met de Amerikanen. Alsof we ook naar de stembus konden. Dat zal helaas niet lukken. maar in elk geval hebben we ons best gedaan om de sfeer een beetje gezellig te maken. Want het geldt ook een beetje voor ons, die "Change we need".

(Nabrander, inmiddels heeft Wiebe zijn foto's hier geplaatst. Ik schijn ook nog op CNN gespot te zijn!)

woensdag 29 oktober 2008

Discussies over flexibiliteit in het onderwijs

Zoals ik in het vorige bericht al aankondigde, zijn er tijdens de studiereis in Orlando enkele discussies geweest rond het thema Flexibiliteit van het onderwijs. Het is onmogelijk om een gedetailleerde weergave te maken maar een paar thema's vond ik wel interessant.

  • Flexibiliteit is een containerbegrip. De vraag is, of het zin heeft om het begrip nader te specificeren. Het zal een hele tijd duren voordat alle instellingen op één lijn zullen zitten wat dat betreft. Wat veel beter is, is dat elke instelling duidelijk definieert wat wordt verstaan onder flexibiliteit. Waarom doe je het, wat doe je wel, wat doe je niet? Een visie formuleren op flexibiliteit, dus.
    Daarmee wordt het hanteren van het begrip flexibel op zich… :-)
  • Zou je niet veel meer met informatie kunnen doen? Door goed te analyseren wat voor verband er bestaat tussen oorzaak en gevolg kan een student veel beter begeleid of bijgestuurd worden. Er kunnen veel betere beslissingen worden genomen. Voorbeeld:
    Stel je voor dat je intakegegevens van een grote groep studenten afzet tegen de studieresultaten gedurende de hele opleiding. Dan kan het duidelijk worden dat er een verband bestaat tussen bepaalde kenmerken van kenmerken van studenten en de effecten op het verloop van de opleiding (een student met leerstijl X en een betrekkelijk laag cijfer voor vak Y blijkt veel vaker problemen te krijgen met vak Z in het tweede jaar van de opleiding). De ondersteuning van een student kan daarop worden afgestemd. Er zijn nog vele andere voorbeelden te noemen.
    Daar worden wel wat bezwaren tegen geopperd, die een beetje variëren van 'big brother is watching you' tot 'dat is blauwdrukdenken'. Ik ben er in elk geval van overtuigd, dat hier nog grote kansen liggen voor kwalitatief goed onderwijs!

Kennisnetdiner - Orlando

Op maandag 27 oktober werd door Kennisnet in Orlando het (eigenlijk wel traditionele) Kennisnetdiner georganiseerd. Rondom het thema flexibilisering van het onderwijs had ik een driegangen-discussie voorbereid met ingrediënten als flexibiliteit, logistiek en onderwijsorganisatie, gelardeerd met vers bereide kennisdeling en een toefje presentatie.

Voorgerecht: het Waarom
Enkele rijpe stellingen, bereid met wat oude uitgangspunten

Hoofdgerecht: het Wat
Een goed bereide presentatie, langzaam gegaard in voorafgaand onderzoek, bedekt met een simulatiesaus. Het geheel wordt afgewerkt met een warme discussie op een bedje van ervaring en een keuze uit enkele opties

Dessert: het Hoe
Een Grand-Dessert: een plateauplanning met daarop een keuze uit een onderwijscatalogus. wat architectuur, ICT-voorzieningen en vele andere gerechten. Daaroverheen een smakelijke hefboomsaus

Helaas bleek dat het niet mogelijk was om wat dieper in te gaan op 'het FlexCollege' omdat er geen beamer was.
(Het FlexCollege is een workshoptraject, dat door Kennisnet in samenwerking met MBO2010 wordt aangeboden om instellingen te helpen bij het nadenken over en het vormgeven van flexibiliteit in het onderwijs).

In elk geval hebben de thema's aan de verschillende tafels tot geanimeerde discussies geleid. Ik kom in een ander bericht nog terug op een aantal highlights van wat van die discussies.

maandag 27 oktober 2008

"Goodmorning America"

Inmiddels ben ik voor derde keer in de VS. In één dag tijd is mijn bioritme alweer grondig overhoop gehaald. Na een dag van twintig uur en een kleine zes uur slapen maak ik maar van de verwarring van mijn interne klok gebruik om mijn eerste indrukken aan een weblog te besteden. Thuis is het alweer kwart over negen (riante tijd om wakker te worden), hier nog maar kwart over vijf...

Amerika is een prachtig land maar bureaucratisch tot op het bot. Het geloof in de maakbaarheid van de wereld en de samenleving komt terug in die enorme bureaucratie wanneer je het land wilt binnenkomen. Want tussen het landen en opstijgen in Washington ben je in ruim anderhalf uur twee interviews, elf vragen, zes stempels, twee formulieren waar je naam en adres vier keer op ingevuld moet worden en met de meest stompzinninge vragen (of ik een terrorist ben, meegedaan heb aan genocide of criminele activiteiten van plan ben of slakken wil invoeren), twee vingerafdrukken en een foto, twee losgemaakte en opnieuw gestrikte veters en vijf wachtrijen verder.
Ze hebben ook wel verstand van entertainment, die Amerikanen. De wachtrijen kronkelen op dezelfde manier door de wachtruimtes als bij de Efteling en op de videoinstructies laten allemaal van die heel blije mensen zien, die allemaal heel geïnteresseerd en blij de instructies opvolgen van gelukkige en blije ambtenaren.
De echte ambtenaren kijken wat minder vrolijk. Ik kan het me vcoorstellen als ik zie, wat voor werk ze moeten doen. Formuliertjes nakijken, vragen stellen, stempeltjes en krabbeltjes zetten en dat de hele dag door. Wat zouden die 's avonds thuis te vertellen hebben als ze daar vragen: "En hoe was het op je werk?"
Wat zouden ze toch doen met al die formuliertjes? Zitten er weer ergens wat ambtenaren die dingen over te typen in een centraal computersysteem? Of is er ergens een gigantisch magazijn waar al die miljoenen en miljoenen formulieren zijn opgeslagen en waar dan weer ambtenaren rondlopen om dat ene formuliertje terug te zoeken 'van die van den Hurk, die op 26 oktober om 15.00 is geland met vlucht UA 947 in Washington'?

Maar we zijn er weer, het avontuur gaat weer van start en ik ben blij dat ik het allemaal weer mee kan maken.

zaterdag 25 oktober 2008

Orlando: proloog

Het is nog te vroeg om dit bericht aan te duiden als 'Orlando (1)', simpel omdat ik nog helemaal niet in Orlando zit. Zoals enkele anderen maak ik gebruik van het CitizenM hotel bij Schiphol omdat ik het morgenvroeg niet haal met het ov om op tijd op Schiphol te zijn.

CitizenmCitizenM is een ervaring apart (hier een fotoimpressie, hier de kamers).
Bij het reserveren kun je vooraf aangeven in wat voor 'mood' je zult zijn. Alles is al ingesteld op die 'mood'.
Inchecken doe je op een computerscherm bij de ingang, je activeert je eigen keycard en kunt naar je kamer gaan. Nou is het gebouw eigenlijk niet meer dan een stapel containers. Als je door zo'n gang loopt met links en rechts al die deuren, heb je het gevoel alsof je in een sciencefiction film zit.
Elke kamer heeft ongeveer de omvang van een flinke container met een toilet en een douche en een bed van wand tot wand (net iets meer dan twee meter). Een moodboard zorgt voor de juiste sfeer (eigenlijk is het gewoon een flatscreen tv met wat kleurtjes en muziekjes).
Je zou kunnen zeggen, dat het een soort Ikea onder de hotels is. In elk geval brengt het me in de juiste futuristische stemming voor de komende week...

Eigenlijk zou ik nu mijn doelen moeten gaan formuleren voor de komende week en die invullen op de wiki cq weblog, die door Surf speciaal voor de reis is ingericht. Maar ja, die flatscreen blijkt ook de nieuwste Indiana Jones in het programma te hebben... In combinatie met dat flesje wijn in mijn tas is dat op dit moment toch net iets aanlokkelijker. Ik kijk in het vliegtuig wel...

vrijdag 24 oktober 2008

Misverstanden over flexibiliteit in het onderwijs (2)

Patrick Koning reageerde op het voorgaande bericht met een beschrijving van de manier waarop het onderwijs op de ICT-opleidingen van het Koning Willem I is ingericht. Prachtig voorbeeld van de ontkrachting van nog een ander misverstand: dat het niet zou kunnen.
(Ik word wel altijd nieuwsgierig naar nog een aantal andere, meer verborgen zaken. Patrick laat een stuk van de dagelijkse praktijk zien. Dat is wel het meest wezenlijke, natuurlijk, maar ik kan er slechts gedeeltelijk uit afleiden wat het onderliggende onderwijsontwerp is, hoe het tot stand gekomen is en hoe het zit met de betaalbaarheid. Je zou kunnen stellen dat het al een paar jaar draait en dus te betalen is. Maar is het nog steeds uitvoerbaar en betaalbaar als het hele roc op die manier gaat werken?).
Je kunt overigens nog een ander misverstand uit het bericht halen: dat flexibel onderwijs chaotisch zou zijn, ongestructureerd. Een uitgangspunt als: 'elke student krijgt wat hij nodig heeft' vraagt juist om structuur, zoals door Patrick wordt betoogd.
Ik vat structuur op als 'zekerheid', 'weten waar je aan toe bent'. Op die manier zijn er twee vormen van structuur te onderscheiden. Het ene heeft alles te maken met voorspelbaarheid (een vast lesrooster, bijvoorbeeld). Het andere heeft alles te maken met een goede informatievoorziening. Op tijd geïnformeerd worden over wat wanneer van je wordt verwacht. Als je de ene vorm van structuur (voorspelbaarheid) loslaat, moet daar dus wel iets voor in de plaats komen.

Ook Karin haalt in haar reactie nog een ander misverstand aan: dat alles in een keer geflexibiliseerd zou moeten worden. Er is veel 'laaghangend fruit' om het zo maar eens te zeggen. Daar hoort wel bij, dat men bereid is om op een aantal thema's wat stokpaardjes los te laten en wat water in de wijn te doen. Zo denk ik persoonlijk dat het helemaal niet nodig is een vreemde taal 'vanuit het beroep' te geven, wat betekent immers, dat elk opleidingscluster een eigen talencurriculum en eigen talendocenten nodig zou hebben. Het vakjargon wordt daarbij als  argument gebruikt, terwijl dat in wezen maar een fractie uitmaakt van een hele taal. Het Raamwerk Vreemde Talen biedt wat dat betreft natuurlijk structuur om te kunnen variëren

Er bestaan nog andere misverstanden over flexibiliteit. Misschien moet ik het geen misverstanden noemen maar 'denkblokkades' of zoiets. "Studenten zitten (in het kader van de vrije ruimte) helemaal niet te wachten op keuzemodulen vanuit andere opleidingen", wordt in het MBO vaak gezegd.

In het hoger onderwijs is een keuzeaanbod al een stuk gebruikelijker. Denk bijvoorbeeld aan de major-minorstructuur die op een aantal plaatsen in het HBO is of wordt ingevoerd. Als er eenmaal een aanbod is, blijken studenten wel degelijk een keuze te maken. (In de uitvoering zijn er wel allerlei problemen waardoor het enthousiasme wat getemperd wordt, maar dat even terzijde.)
Overigens is het wel opmerkelijk dat universiteiten juist bezig zijn om van uitgebreide keuzemogelijkheden (het bij elkaar sprokkelen van een opleiding) steeds meer overgaan naar standaardprogramma's voor opleidingen, soms (buiten de bama-structuur) zelfs zonder nog maar enige keuzemogelijkheid!

Als het gaat over keuzemodulen (in het MBO) is er nog veel te winnen door wat andere uitgangspunten te hanteren.
Voorbeeld. Nu worden onderwerpen of thema's in verschillende opleidingen of onderwijsteams afzonderlijk uitgewerkt. Ik herinner me een situatie waarin bij een roc in elk van de sectoren Economie, Handel én Horeca & Toerisme iets van ondernemersvaardigheden gegeven werd. En dat gebeurde volkomen afzonderlijk van elkaar. In zo'n situatie zou je een dergelijk thema bij één van die sectoren kunnen beleggen. Het thema wordt vanuit die sector verzorgd voor opleidingen van alle andere sectoren. Dat kan voor veel nog meer onderwerpen (Zoals als Karin al aangaf, kan dat ROC-breed voor ICT, taal, natuur- en wiskunde, enzovoorts). Binnen een bepaalde sector zijn er nog veel meer mogelijkheden.
De stap naar opleidingsoverstijgende keuzemodules lijkt me dan niet meer zo groot.

dinsdag 21 oktober 2008

Het begint te kriebelen...

Nog een paar dagen en ik ga alweer voor de derde keer naar 'the States'. Samen met de Surfgroep dit keer want in de CVI-herberg was geen plek meer. Niet zo erg, want ik heb voldoende gelegenheid met beide groepen op te trekken en ervaringen te delen.

Inmiddels begint het toch alweer aardig te kriebelen, waar moet ik ook alweer allemaal aan denken? Fotospullen, natuurlijk. Maar ik heb geen 110-volts oplader voor mijn batterijen. Dan maar weer dat kleine ding meenemen? Ook een overloopstekker om in elk geval mijn laptop aan te kunnen sluiten. Allerlei snoertjes, kabeltjes. Extra veters. Pleisters! Mijn reisverzekering nog eens checken. Mijn  ticket niet vergeten, dat ligt nog in Amersfoort! Mijn zakmes in de koffer (of misschien gewoon thuislaten).

Orlando is warm, dus geen winterjas. Mijn zomerjas is maar zo zo, kan eigenlijk niet meer. Misschien toch nog eens ergens in de uitverkoop kijken. Sportkleren. Om die extra Amerikaanse calorieën weer (een beetje) kwijt te raken. Dollars! Die moet ik ergens nog een paar hebben liggen. (Stom, die zijn in het afgelopen jaar flink gedevalueerd. Nou ja, de waardevermindering van pakweg 3 dollar zal ik wel niet echt merken, denk ik.)
Ik moet mijn conferentieprogramma nog gaan samenstellen!

En waar ga ik naar op zoek? In elk geval naar oplossingen dan wel inspiratie op het gebied van flexibel onderwijs, de mogelijkheden van ICT in het leerproces, ontwikkelingen op het gebied van leertechnologieën. Onderwijsarchitectuur! En natuurlijk, het gezelschap van veel andere mensen, die het onderwijs een warm hart toedragen!

zaterdag 18 oktober 2008

Misverstanden over flexibiliteit in het onderwijs

Bij het nadenken over het flexibiliseren van het onderwijs, komt al snel het eerste vraagstuk al boven water drijven: wat wil je eigenlijk bereiken met (meer) flexibiliteit? Veel onderwijsinstellingen hebben flexibiliteit hoog in het vaandel staan, echter, vaak zonder dat expliciet duidelijk wordt, waar die flexibiliteit nou toe moet leiden.
Als je binnen een onderwijsinstelling vraagt naar het waarom van flexibiliteit worden er antwoorden geformuleerd als "meer keuzemogelijkheden voor de student", "maatwerk". "vraagsturing". Voor mij is dat nog maar de vraag. Op die manier wordt (logischerwijs) flexibiliteit uitgelegd als iets 'wat de klant wil'. Past natuurlijk prima bij het adagium 'de student centraal'.

Mensen worden niet per definitie gelukkiger worden van meer keus, van meer flexibiliteit dus. Veel van de onderwijsdiscussies, die momenteel plaatsvinden, hangen samen met het feit, dat de student aan zijn lot wordt overgelaten, geen structuur krijgt als er vraaggericht gewerkt wordt in het onderwijs. Flauwekul natuurlijk, maar het komt wel voort uit de bovenstaande benadering van vraaggestuurd werken, van flexibiliteit als klantvraag.

Laten we er nou eens van uitgaan dat onderwijsinstellingen met flexibiliteit bedoelen, dat 'de student krijgt wat hij nodig heeft om zijn studie effectief en efficiënt met succes te laten verlopen'. Dus een student, die veel begeleiding nodig heeft krijgt dat, de student die het beste leert met gewoon klassikaal onderwijs, krijgt dat. En natuurlijk wordt er aandacht besteed aan de noodzakelijke theoretische kennis of aan vakken, waar de student 'helemaal niet om gevraagd heeft', gewoon omdat die student dat nodig heeft.
Als elke student (zoveel mogelijk) krijgt wat hij nodig heeft in de vorm van een op zijn situatie afgestemd leertraject, vraagt dat nogal wat van de onderwijsorganisatie. Om aan de diversiteit van leervragen te kunnen voldoen, zal een onderwijsinstelling flexibel moeten zijn. Flexibiliteit aan de kant van de organisatie dus!

Natuurlijk moet je standaardiseren om te flexibiliseren. Open deur. Er is in de praktijk (en eigenlijk ook wel terecht) veel weerstand tegen het standaardiseren van het onderwijs. Maar dat is nou juist het punt. Er moet wel een hoop gestandaardiseerd worden maar niet het onderwijs zelf! Om juist docenten en studenten de ruimte te geven met het onderwijs, met leren en begeleiden bezig te zijn, moet je de faciliteiten en dan met name de informatievoorziening daaromheen goed organiseren, de verschillende processen goed op elkaar afstemmen. Daar moet je standaardiseren om het onderwijs te kunnen flexibiliseren.

Google en het milieu

Een paar dagen geleden schreef ik een bericht over de klimaatwet. Daarin een pleidooi om het vooral te zoeken in energiebesparing. Ineens zie je allerlei berichten opduiken, waarin die boodschap ook terugkomt, zonder dat ik overigens de indruk heb dat dat komt door mijn berichtje komt, hoor :-).

GoogleblogGoogle kent een officiële filantropische tak, die allerlei initiatieven steunt ter meerdere eer en glorie van de wereld waarin we leven. Eén van de onderwerpen waar aandacht besteed wordt is energie in een speciaal programma: Clean Energy 2030. Daarin worden drie maatregelen voorgesteld:

  1. Energiebesparing: meer doen met minder. Onafhankelijkheid van fossiele brandstoffen betaald zich altijd terug in een hogere economische groei.
  2. Investeren in alternatieve energiebronnen, die goedkoper zijn dan kolen. Veel potentie ziet Google in wind, zon en geothermische energie.
  3. Electrificeren van transport en een slimmere verdeling van de electriciteitscapaciteit (piek- en daluren). Dat maakt transport niet alleen schoon maar alle auto's, die gezamenlijk op het electriciteitsnet zijn aangesloten vormen ook een korte termijn energiebuffer. Laden tijdens daluren, auto's die gedeeltelijk op electriciteit rijden (Toyota Prius, bijvoorbeeld) kunnen de extra energie die tijdens het rijden wordt opgeslagen, teruggeven aan het net.

Mijn optimistische ik wordt altijd warm bij dit soort berichten. Een kapitaalkrachtig, innovatief bedrijf dat op deze manier verder kijkt dan de schotten van de eigen winstgevendheid. Er is een piepklein stemmetje in mij dat toch ook wel een beetje bezorgd is over de economische macht, die een bedrijf als Google op deze manier naar zich toe kan trekken.

woensdag 15 oktober 2008

Blog Action Day

Het is 15 oktober, Blog Action Day. Vele bloggers besteden vandaag extra aandacht aan het thema armoede. In mijn Googlereader verschijnt dan ook een paar bijdragen van collegabloggers. Als ik eerlijk ben, ontbreekt het me een beetje aan inspiratie en blijkbaar geldt dat niet alleen voor mij...

Wat maakt nou, dat ik rond een thema als armoede niet in staat ben een bericht te schrijven? Misschien, omdat ik twijfel of het wel enig effect zal hebben. Als iedereen schrijft over het feit dat Blog Action Day 2008 gaat over armoede in plaats van over armoede zelf, schiet het inderdaad niet op. En papier (of een digitaal geheugen) is geduldig. Je kunt zoveel schrijven. Morgen is het donderdag 16 oktober en is het weer voorbij en is het weer 'business as usual'. Dan staan onze alledaagse problemen weer centraal.

Misschien is het dat wel, waarom de inspiratie niet wil komen. Ik kan me gewoonweg de problemen van een ander niet voorstellen. Want hoe moet het zijn om geconfronteerd te worden met heel andere keuzen dan die waar ik voor sta?

Ik heb honger en sta voor de voorraadkast. Waar heb ik zin in? Doe ik het makkelijk en maak ik wat chili con carne (wat gehakt en verse groenten roerbakken, twee blikken bruine bonen erbij, wat smaakmakers en in pakweg twintig minuten aan tafel), doe ik het uitgebreid met aardappelen, groente, vlees of laat ik de boel de boel en gaan we gewoon wat halen? Nee, dat zit er deze maand niet meer in, afgelopen zondag ook al chinees gehaald...

Ik heb honger en sta voor mijn voorraad zaaigoed. Als ik daar een klein beetje van neem en dat kook met flink wat water, dan hebben we tenminste weer iets in onze maag. Als ik het niet doe, heb ik morgen zeker niet de energie om op zoek te gaan naar wat eetbaars. En als over een paar weken het zaaiseizoen aanbreekt? Nou ja, wie dan leeft. Als ik mijn kinderen nu wegstuur voor wat brandhout kan ik over een paar uur beginnen met koken...

Het is alweer herfstvakantie. Het is alweer tijd om me te gaan oriënteren op de vakantie van volgend jaar zomer. Eigenlijk heb ik daar nog helemaal geen zin in. Ik wil nog niet nadenken of het een natuurvakantie of een stedentrip wordt. In elk geval liefst niet te ver, de benzine is al zo duur…

Het regenseizoen is weer aangebroken maar het ziet er naar uit, dat de regens ook dit jaar weer uitblijven. Kan ik het me veroorloven te blijven en te hopen op de volgende oogst? Of moet ik de knoop doorhakken, alles achterlaten en met mijn gezin op zoek gaan naar andere bestaansmogelijkheden in de grote stad. Zijn mijn kinderen in staat de 300 km te voet af te leggen?

Zo langzaamaan vliegen mijn kinderen allemaal uit. Binnenkort gaat mijn dochter op kamers! Dat maakt het kiezen van Sinterklaascadeautjes dit jaar voor haar in elk geval weer wat makkelijker...

Ik heb net mijn dochter verkocht aan een fabrikant. Het doet ongelooflijk zeer, maar ik zag geen alternatief. Nu kan ik weer een paar weken lang eten kopen voor de rest van mijn familie…

Tja, ik kan schrijven wat ik wil, maar me echt inleven kan ik niet.

800pxjakarta_slumlife55

Bron: nl.wikipedia.org/wiki/Armoede

This post is part of Blog Action Day 2008

zondag 12 oktober 2008

Overheid 2.0

Wordt een land democratischer als de overheid gebruik maakt van web2.0 mogelijkheden? Komt de burger dichter bij die overheid te staan? Levert het gebruik van web2.0 meer continuïteit op dan de maximaal vier jaar tussen twee verkiezingen in? Kortom, een 'Overheid 2.0' geeft stof genoeg tot nadenken!

Web20banner

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken organiseert een wedstrijd waarbij mensen gevraagd worden om ideeën aan te leveren en stelt daar 3x € 25.000 voor ter beschikking. Op de website (in Ning) kun je je ideeën kwijt, zijn er forums en is er aanvullende informatie te vinden. De wedstrijd duurt tot 17 november. Misschien een leuk thema voor het EduBloggers diner?

Onderwijsarchitectuur (2)

Karin Winters reageert op het bericht over onderwijsarchitectuur:

"De waan van de dag in docententeams, onderbezetting en (mijn stokpaardje) onvoldoende kennis en vaardigheden mbt ICT in het onderwijs, maken dat de visie niet omgezet wordt naar de wil/kunde om uit te voeren."

Helemaal mee eens. Maar waar komen die waan van de dag en onderbezetting vandaan? Heeft dat niet heel veel te maken met het met 'houtjes-touwtjes-werk' moeten repareren van dingen die door een slechte organisatie blijven liggen of juist worden veroorzaakt? De dingen goed organiseren betekent dus juist dat onderwijsprofessionals aan de slag kunnen met de dingen waar ze goed in zijn, zonder zich druk te hoeven maken over allerlei randvoorwaarden. En de waan van de dag lijkt ook veel op de verzuchting van een bibliotheekmedewerker die aangeeft geen nieuwe medewerker te kunnen inwerken omdat hij het te druk heeft! Dat betekent dus: keuzen maken!
Onvoldoende vaardigheden en kennis ten aanzien van ICT wordt overal geconstateerd. Maar ligt die verantwoordelijkheid wel (altijd) bij de docent? Worden niet ergens de verkeerde keuzen gemaakt als er systemen geïmplementeerd worden die niet door mensen met een zekere basiskennis van ICT, wat aanvullende scholing en een dosis gezond verstand kunnen worden gebruikt?

Natuurlijk. Voor 'Jantje met de nieuwe hamer is alles een spijker'. Ik wil niet beweren dat onderwijsarchitectuur de oplossing is voor alle problemen in het onderwijs. Maar het is wel een hele goede kapstok om een hoop problemen nou eens structureel aan te pakken.

zaterdag 11 oktober 2008

Onderwijsarchitectuur

Het is alweer bijna twee weken geleden, dat ik mijn presentatie gaf over ICT in het onderwijs. En hoewel ik er best wat positieve reacties over gekregen heb, waren er ook wat kritische geluiden te horen. Op zich geen probleem natuurlijk, daar leer je van. In elk geval herkende ik me wel in die kritiek: het laatste deel ging wat 'te hoog over'. Het is maar de vraag of ik het publiek duidelijk heb kunnen maken, wat ik eigenlijk over het voetlicht had willen brengen.

Het mooie van een weblog is nu, dat je het verhaal in een net iets andere vorm opnieuw kunt vertellen. Dat bleek in de praktijk nog niet zo mee te vallen (vandaar dat het twee weken duurde), maar goed, hieronder een eerste poging. En wie weet kan het weer verder aangeslepen worden met behulp van de reacties of discussies over het onderwerp.

Onderwijsarchitectuur
In vrijwel elk document of presentatie over de toepassing van ICT in het onderwijs wordt wel geconstateerd, dat ICT niet die invloed heeft op het onderwijs als werd verwacht, zeker gezien de geweldige mogelijkheden die het biedt. Eerder heb ik al iets geschreven (en gepresenteerd) over de wat volgens mij de oorzaken zijn als het gaat om het gebruik van ICT in de klas.

Ook op het gebied van onderwijsorganisatie biedt ICT veel mogelijkheden maar komen de verwachtingen (nog) niet uit. Zo is er veel behoefte om de bestaande routines van het klassikaal, docentgestuurd onderwijs te vervangen door nieuwe routines waarmee studenten een op hun persoonlijke, actuele situatie toegesneden opleidingstraject krijgen aangeboden: innovatie dus. In elk geval is duidelijk allerlei andere sectoren dankzij de inzet van beschikbare ICT-middelen er wel in zijn geslaagd hun producten en diensten veel meer op individuele klanten te richten. Wat is nu de oorzaak, dat een dergelijke vernieuwing in het onderwijs, ondanks de mogelijkheden die ICT biedt, zo moeilijk van de grond komt?
Naar mijn idee ontbreekt het aan een onderwijsarchitectuur. Architectuur is een niet onomstreden begrip. Het heeft allerlei associaties met duffe, technische dingen onder de motorkap van de informatievoorziening. Nou, dat klopt… Maar het klopt ook weer niet.
Architectuur is veel meer. Het komt het meest overeen met een integraal ontwerp, of het nu gaat om een gebouw, een stad, een bedrijf, een informatievoorziening of een onderwijsorganisatie. Nu kan ik me voorstellen dat men in het onderwijs ook liever niet spreekt van een 'ontwerp' want ook dat riekt naar standaardisatie en beperking van vrijheid en zo. Allemaal flauwekul.

A_016Dat het niet opschiet in het onderwijs (en met de toepassing van ICT daarin) heeft alles te maken met het ontbreken van een integraal ontwerp, van een onderwijsarchitectuur, van een samenhangend geheel waarin docenten zich nou eindelijk eens kunnen bezig houden met waar het om gaat: goed onderwijs. En dat, zonder zich druk te hoeven maken over allerlei randvoorwaarden.

Een onderwijsarchitectuur is dus een integraal ontwerp van de onderwijsorganisatie en omvat een aantal lagen, te beginnen met de onderwijsvisie. Daarin wordt verwoord hoe de organisatie aankijkt tegen leren, onderwijzen, begeleiden en de meerwaarde die de onderwijsinstelling biedt aan elke student. Die visie wordt vertaald in een aantal richtinggevende uitspraken (standaarden of beleiduitgangspunten), bijvoorbeeld: "een student kan meerdere malen per jaar starten met zijn opleiding" of "actuele informatie over de studievoortgang van de student is tijd- en plaatsonafhankelijk beschikbaar". Van elke uitspraak worden de consequenties in kaart gebracht. De derde laag is een vertaalslag van de uitspraken en de consequenties in een aantal met elkaar samenhangende modellen: een onderwijsmodel, een onderwijsorganisatiemodel, een sturingsmodel, noem maar op. Die modellen worden dan vertaald in de inrichting van het onderwijs, de onderwijsorganisatie, de informatievoorziening.  

De meeste onderwijsinstellingen hebben hun visie goed verwoord, veel instellingen hebben ook de vertaalslag gemaakt naar de richtinggevende uitspraken. Maar de cruciale vervolgstap van het inzichtelijk maken van de consequenties van de uitspraken en het uitwerken in integrale, organisatiebrede modellen blijft vaak uit. De lijst met uitspraken wordt aan onderwijsteams gegeven als handreiking om het onderwijs in te richten. Daar is op zichzelf niets mis mee. De uitspraken zelf geven echter nog (te) veel ruimte om te komen tot verschillende oplossingen tussen onderwijsteams met als gevolg dat de afstemming, die noodzakelijk is voor het bereiken van meer flexibiliteit, ontbreekt. Een uitspraak dat er met vaste periodes wordt gewerkt kan bij de ene opleiding leiden tot andere periodes dan bij een andere opleiding. Een uitspraak over het inzichtelijk maken van de studievoortgang zegt nog niets over de manier waarop die studievoortgang wordt bepaald en geregistreerd. Dan kan het nog zijn dat de ene opleiding de resultaten op een heel andere manier bepaald en vastlegd dan de andere opleiding. En juist het ontbreken van die samenhang maakt dat er in de dagelijkse gang van zaken heel veel problemen elke keer opnieuw opgelost moeten worden.

ICT kan hierin een belangrijk hulpmiddel zijn, wellicht een hefboomfunctie vervullen. Een parallel verlopend implementatietraject van een elo of studentvolgsysteem vraagt om een heldere beschrijving van processen, om een goede afstemming. Dat maakt dat tijdens het implementatietraject vragen gesteld worden aan de organisatie: "hoe wil je ervoor zorgen dat een student zijn resultaten mee kan nemen naar de volgende opleiding?", "lijkt het je dan niet handig dat alle opleidingen de studievoortgang op dezelfde manier registreren?", en "op welke manier gaan jullie dat dan doen?".

Hier is nog heel wat uitzoekwerk en ontwikkelwerk te doen. Mijn handen jeuken!

Oeps, bijna vergeten...


Ik zou het haast vergeten zijn. Het is alweer bijna 15 oktober: Blog Action Day met als thema 'Poverty'. De reminder van de organisatie in mijn mailbox was niet onvergeefs (hoe ICT de dingen toch weer makkelijker kan maken).
Poverty is natuurlijk een wel heel actueel thema als je ziet hoe in de afgelopen week meer geld is verdampt dan nodig was om alle armoede de wereld uit de helpen. Nu snap ik wel, dat die relatie niet één op één te leggen is maar duidelijk is wel dat de financiële crisis niet zonder gevolgen zal blijven voor de armere landen! Kortom reden te meer om er ook in deze onzekere tijden extra aandacht aan te besteden.

This post is part of Blog Action Day 2008

woensdag 8 oktober 2008

Hoezo een klimaatwet?

Laten we even voorop stellen dat ik jarenlang milieuonderwijs heb gegeven, pleit voor strenge milieumaatregelen, ook uit principe gebruik maak van het openbaar vervoer en thuis constant overbodige lampen uit te doe, laders uit stopcontacten haal, apparaten op standby steevast uitzet en de thermostaat consequent een graadje lager zet als ik er langs loop.

En toch heb ik getwijfeld bij het tekenen van de Klimaatwet. Waarom? Ik vraag me af of het wel gaat werken. We zijn zo van de regeltjes, als er iets mis gaat 'moet het weer geregeld worden' in een een of andere wet. Altijd een warm voorstander geweest van het kwartje van Kok, energieheffing, verwijderingsbijdrage, enzovoorts. Dat is een andere vorm om mensen te motiveren dan regeltjes. Ja, ja, ik weet het, mensen hebben het er best voor over in een welvarend land en dus helpen die maatregelen ook niet.

Eigenlijk zou ik willen pleiten voor iets heel anders. We zijn met zijn allen hard aan het nadenken hoe we als polderlandje het hoofd economisch boven water moeten houden in een geglobaliseerde wereld. We zullen het moeten hebben van creativiteit. Waarom zet het Innovatieplatform van Balkenende niet ruimschoots in op energiebesparing. Vijf vliegen in één klap:

  1. We verbruiken minder energie, wat niet verkeerd is in tijden dat we zo'n beetje het productieplafond van fossiele brandstoffen hebben bereikt en de huidige (nou ja, recente) energieprijzen nog maar een voorproefje zullen blijken te zijn
  2. En minder energie gebruiken betekent wel meer economische groei
  3. De afhankelijkheid van het roerige buitenland of dubieuze energiebronnen als kernenergie wordt een stuk minder
  4. En natuurlijk levert het een bijdrage aan het beperken van de klimaatproblematiek en vele andere vormen van milieuverontreiniging
  5. Maar de slagroom op het toetje is wel, dat we een geweldig exportproduct creëren: expertise op het gebied van energiebesparende technologie

Want wees nou eerlijk, het uitbesteden van productiearbeid aan lage lonen landen hangt wel samen met het feit dat transport zo vreselijk goedkoop is. Met de nieuwe energieprijzen in het verschiet zal transport de beperkende factor worden, zullen economieën veel regionaler worden (met uitzondering van de informatisering). Voor een land wat voor een groot deel de kost verdient als doorvoerland en dus afhankelijk is van transport, zal er wellicht toch naar een ander nationaal product gezocht moeten worden.

Uiteindelijk heb ik de klimaatwet toch maar getekend. De intentie is immers goed. En misschien moet ik vanaf hier ook maar een oproep doen om te tekenen. En als je hier via deze link doet, zie je Willem wellicht nog een treetje stijgen in de Blogbattle.

Onderwijs in het nieuws...

Via de weblog van John van Dongen kwam ik bij de column van Aleid Truiens in de Volkskrant. Nou gaat het natuurlijk om een column. Die mag prikkelen, uitdagen, wat draaien met de feiten, een persoonlijke noot weergeven. Toch zijn het dit soort berichten waar ik me groen en geel aan erger. Het gaat niet meer over prikkelen maar over beledigen, niet over uitdagen maar gewoon in de modder stampen.

Gelukkig ben ik niet de enige. Bij de uitreiking van de Nationale Prijs van Onderwijsjournalistiek gaf een aantal sprekers aan, dat er veel onzin over het onderwijs wordt geschreven. Daarbij gaf Robin Gerrits (nota bene van de Volkskrant) aan, dat lezers wel onderscheid moeten zien te maken tussen een column (mening) en berichten (feiten). Uit de reacties die lezers geven op columns blijkt duidelijk, dat velen daartoe niet in staat zijn. Er zal in het onderwijs nog meer aandacht besteed moeten worden aan competenties als informatievaardigheden, zin en onzin van elkaar scheiden, kritisch denken, enzovoorts.

Het goede nieuws is in elk geval dat de prijs niet naar Aleid Truiens, Martin Sommer of andere onderwijsdoemdenkers is gegaan...