vrijdag 31 augustus 2007

Reïficatie

Zo af en toe kom je in de praktijk van alledag een term tegen waarvan je denkt, 'wat is dat nou weer?' Mijn (onvolprezen) collega Hanneke kwam onlangs ook weer met een nieuwe term: reïficatie.

Van Dale:

re·ï·fi·ca·tie (de ~ (v.), ~s)

1 gedachte dat een abstract concept over materiële realiteit beschikt

Handboek filologie

Reïficatie
Het voorstellen van iets abstracts als concreet. Een vorm van metafoor.
Bijvoorbeeld: 'het grijze verleden'.

Het kwam naar voren tijdens een discussie over organiseren en veranderen. De invoering van CGO is een uitermate complexe verandering in de organisatie. In een dergelijk verandertraject wordt vaak gesproken over een 'enthousiast team', een 'sturend management', een 'logge organisatie'. Daarmee worden aan dergelijke entiteiten bepaalde menselijke eigenschappen toegedicht. Maar een team of een management of een organisatie: het zijn allemaal virtuele dingen, ze bestaan allemaal uit individuen, elk met hun eigen bijzonderheden. In (sommige scholen van) de veranderkunde is het blijkbaar 'not done' om op die manier te praten over virtuele zaken. Het gaat erom interventies te plegen die de mensen vooruit helpt. En daarmee het team, het management, de organisatie.

Ok, weer wat geleerd.

Massa individualisatie in het onderwijs

Sietske Waslander van de Universiteit van Groningen heeft al veel publicaties op haar naam staan over het onderwijs. Een recent artikel ging over Mass customization in schools: strategies Dutch secondary schools pursue to cope with the diversity-efficiency dilemma.
Rekening houden met de wensen van een individuele klant (maatwerk) vraagt een grotere diversiteit met zich mee. Diversiteit kost geld en is dus minder efficiënt. Bedrijven, die worden geconfronteerd met een dergelijk diversiteit-efficiëntie dilemma passen vaak een strategie van 'massa-maatwerk' toe. Het blijkt dat scholen, die met het zelfde probleem worden geconfronteerd vaak dezelfde strategie toepassen.
Onder 'mass customization' wordt verstaan: "the mass production of individually customized goods and services" ofwel "massaproductie van op het individu afgestemde goederen en diensten".

Het leek me nou eens interessant om te kijken of het artikel aanknopingspunten biedt voor een project als Flexibel Leren. In elk geval wordt aangegeven dat de literatuur heel positief is over het idee maar nauwelijks ingaat op mogelijke nadelen of problemen.

Het artikel noemt in eerste instantie een aantal mogelijkheden hoe organisaties om kunnen gaan met het diversiteit-efficiëntie dilemma met voorbeelden uit het onderwijs.

  1. Cosmetische aanpassingen
    Vaak blijkt het al genoeg om naar buiten toe te zeggen dat je flexibel bent terwijl het onderwijs niet noemenswaardig is veranderd.
  2. Uitstellen van de invloed van de klant.
    Maatwerk vereist invloed van de klant. Hoe meer die invloed zich in het productieproces laat gelden, des te meer problemen zal dat opleveren. Door die invloed pas heel laat in het traject toe te laten blijven de problemen beperkt. Denk aan een iPod (gewoon standaard productieproces, de klant stelt het apparaat gewoon in naar eigen voorkeur als hij het al gekocht heeft), denk ook aan IKEA: heel veel varianten mogelijk maar de klant maakt zijn keuze pas in de winkel. In het onderwijs komt dit terug in de vorm van modularisatie.
  3. Samenwerking en combinaties.
    Door samenwerking te zoeken zijn er meer variaties te maken van producten of diensten. Denk aan een samenwerking tussen een VMBO en een MBO met gezamenlijke programma's.
  4. Terugdringen van heterogeniteit
    Klinkt een beetje vreemd maar door in de markt van veel aanbod te gaan specialiseren kun je een bepaalde klantengroep aan je binden. Een vakschool of een gymnasium zijn hier voorbeelden van. De populatie is uitermate homogeen wat de complexiteit natuurlijk beperkt.
  5. Extra resources
    Een grote variatie aan klantvragen kan natuurlijk ook opgelost worden door extra resources in te zetten, mits de klant daarvoor wil betalen, natuurlijk.
  6. Digitalisering
    En natuurlijk, alles wat kan worden gedigitaliseerd kan op maat worden gemaakt. E-learning biedt veel mogelijkheden voor flexibiliteit.

Het artikel beschrijft verder een onderzoek onder een aantal scholen. Daarbij is gekeken naar een zestal variabelen (doelen, inhoud, doorlooptijd, leermateriaal, leeractiviteiten en roosters) waar de scholen op werden gescoord. Het resultaat liet vier typen scholen zien die min of meer hetzelfde scoorden op deze variabelen.

  1. 'Guards': weinig variëteit
    Strategie: terugdringen van heterogeniteit, cosmetische aanpassingen (wat extra begeleiding)
  2. 'Differentiators': variatie in inhoud en tempo
    Strategie: modularisatie, samenwerking
  3. 'Economizers': variatie in leermateriaal en leeractiviteiten
    Strategie: schaalvergroting (grotere groepen met meer docenten)
  4. 'Radical costumizers': veel variatie in alles.
    Staregie: extra resources tegen betaling (tussen de regels door lees je dat het gaat om Iederwijsachtige scholen, afhankelijk van bijdragen van ouders en vrijwillegers).

Wat verder opvalt, is dat geen enkele school uit het onderzoek gebruik gemaakt heeft van de digitalisering! Daar is wellicht nog veel te winnen.

Zetten we dit alles nou af tegen de resultaten van Flexibel Leren dan is de strategie, die daarin gekozen wordt vooral te vergelijken met de 'Differentiators': modularisering en samenwerking.
In elk geval zullen we voor de tweede fase op zoek gaan naar meer literatuur en voorbeelden van flexibiliseringsstrategieën als input voor de simulatie die gebouwd zal gaan worden. Ik houd me aanbevolen!

woensdag 29 augustus 2007

Fotoalbum?

Foto's op het web zijn inmiddels de gewoonste zaak van de wereld. Inmiddels staan er al heel van mij wat bij Flickr, heb ik de inauguratie van van mijn broer met de onlineservice van Albert Heijn zitten bewerken maar kom ik bij de Trendwatcher weer wat leuks tegen met betrekking tot Picasa.
Albert Heijn gebruik voor het afdrukken van dingen, over Flickr ben ik niet zo tevreden (met name omdat ik iedere keer weer problemen heb met de volgorde van mijn foto's). Dus ook maar eens bij Picasa gekeken.
Ik had het er afgelopen zaterdag al over: de optocht van de Brabantse Dag in Heeze op de laatste zondag van augustus is bijzonder de moeite waard. Nou, hier dan de serie bij Flickr (je moet hem wel in de omgekeerde volgorde afdraaien), en hier bij Picasa. Daar was het in elk een fluitje van een cent, ik ben om.

zaterdag 25 augustus 2007

Zin om te bloggen (2)

Ja, zo gaat die zaterdagmiddag wel om. Eigenlijk alleen maar wat gesurfd en uitgeprobeerd. Daardoor heb ik uiteindelijk nog niets geblogd over de ideetjes die ik nog had. Maar goed die komen dan nog wel.
Toch wel een productieve middag geweest.
Ik heb me een beetje laten leiden door de vraag, die ik deze week kreeg of ik niet eens wilde nadenken over het opzetten van een leercommunity op het intranet van ROC Eindhoven. Daar hoort dus ook een overzicht van relevante websites bij. Via het berichtje van Wilfred Rubens over zijn Top Tien Tools ben ik bij ´del.icio.us´ uitgekomen. Daar kun je je eigen lijst van favoriete websites en links aanmaken.  En dus een account aangemaakt, wat knoppen in mijn knoppenbalk geìnstalleerd en maar eens begonnen.
Via wat surfen uitgekomen bij SlideShare, een soort van Flickr of YouTube maar dan voor presentaties. Geweldig! Meteen al een hoop inspiraties op kunnen doen.

(Reflectievraag: zou ik me nu een beetje moeten schamen dat ik hier niet eerder bij uitgekomen ben?)

Naar aanleiding van dat berichtje van de Trendwatcher ook eens naar een andere test (Personal DNA) gekeken en uitgeprobeerd natuurlijk. Het resultaat is een kubus of 'streepjescode' met daarin een karakterisering van je eigenschappen. In het rapportje, dat er bij komt, staat uitgebreid beschreven wat voor iemand je bent. Je krijgt zelfs wat tips waar je aan zou kunnen werken. Het rapportje laat ik even achterwege (ik wil veel delen met de hele wereld maar niet alles). Maar de plaatjes zijn wel leuk.

Nou zou ik best wel willen weten, hoe dat in elkaar zit, maar dat is logisch, want ik blijk een 'considerate analyst' te zijn.
Een 'analyst' lijkt me helder, mwaar wat bedoelen ze nou met 'considerate'? Nou daar hebben we dan weer Interglot voor (alleen dat vervelende schermpje, dat elke keer naar boven komt, hoe kom je daar van af?), met een aardige uitleg voor deze term. Daar kan ik me op deze zaterdagmiddag wel in vinden...

Zin om te bloggen

Dit weekend is het in Heeze (mijn onvolprezen woonplaats) "Brabantse Dag". Het is een cultuur-historisch evenement van een week met als slotspektakel een zeer indrukwekkende optocht op de laatste zondag van augustus. Daarnaast zijn er allerlei andere activiteiten zoals toneel, muziek, een kunstmarkt, een ambachtenmarkt, een dansfestival.
Als het huishouden dan op zaterdagmiddag besluit naar 'de tuin' te gaan realiseer ik me dat ik niet zo'n zin heb om mee te gaan. Sterker, er komt even een gevoel naar boven van 'even wat tijd voor mezelf, kan ik bijvoorbeeld even bloggen'. Ik heb namelijk nog wat ideeën op de plank liggen.

Dus de computer opgestart en wat achterstallig leeswerk bij mijn collega-bloggers doorgewerkt. Het is alsof de duvel ermee speelt. Eén van de Trendmatcher-berichtjes heeft helemaal aan het eind een verwijzing naar een test over je verslaafdheid aan het bloggen. Dat kan ik dus nu niet niet op me laten zitten.
Simpel testje met een voor mij bevredigend resultaat ondanks mijn zaterdagmiddagbehoefte...

64%How Addicted to Blogging Are You?

Mingle2 - Dating Site

vrijdag 24 augustus 2007

Jaarboek ICT en samenleving

Nog net voor de vakantie lag er een boekje op mijn bureau met een stickertje erop "Na lezing retour". "Ok", denk je dan, maar wat zou de bedoeling zijn? Moet ik een advies formuleren? Is het bedoeld ter kennisgeving, als extra informatie omdat het op mijn werkterrein ligt?
Boek mee op vakantie, maar ja, de concurrentie van collegaboeken is erg groot, dus deze heeft het niet gehaald.
Beetje pragmatisch van aard, dus net als de eerste beste student ook even op internet rondgekeken. En jawel, een keurige aankondiging en natuurlijk een persbericht met een samenvatting van een paar kenmerkende zaken. Dan kan het boekje weer als naslagwerk in mijn boekenkast. Komt vast nog een keer van pas. (Moest het eigenlijk niet terug? Jawel, maar er bleken nog enkele gratis exemplaren te zijn, die heb dus snel eentje aangevraagd).

Al bladerend zie je al die tabeltjes en grafiekjes over de veranderingen, die er het afgelopen jaar alweer geweest zijn. Ook een hoofdstukje over onderwijs, ...  mmm, toch nog even wachten met die boekenkast.

Onder de titel 'de e-lerende burger' schrijven Peter Sloep en Wim Jochems over de relatie tussen het onderwijs en ICT op dit moment. Een aantal zaken, die worden beschreven, waren natuurlijk al bekend maar worden nog even in deze context op een rijtje gezet: de toegenomen behoefte aan kennis, de vergankelijkheid van kennis en de e-cultuur die aan het ontstaan is.
In elk geval wordt het competentiegerichte onderwijs ook hier weer onderschreven en krijgt BON (niet met name genoemd) er van langs.

Momenteel doet een reformatiebeweging opgeld, die onderwijskundige vernieuwingen naar de prullenbak lijkt te willen verwijzen en aan analyses als die van Castells geen boodschap lijkt te willen hebben. Zij is er niet van overtuigd dat onze maatschappij om kenniswerkers vraagt die niet alleen over kennis beschikken maar ook over vakgerichte competenties en zelfs vakoverstijgend competenties (soft skills zoals kunnen communiceren en samenwerken en het hebben van een ondernemende houding). Vakinhouden en gedegen kennis daarvan is het parool. Waar werkgevers in het midden van de jaren negentig bij monde van hun enmalige voorzitter vonden dat afgestudeerde studenten wel veel wisten maar niets konden, lijkt nu de roep te klinken dat ze wel over allerlei generieke competenties (soft skills) beschikken, maar niets meer weten. Maar de kennis- en netwerksamenleving gaat niet meer weg en we zullen als maatschappij ons onderwijs zo moeten inrichten dat we leerlingen afleveren die in die maatschappij kunnen gaan werken en kunnen blijven werken.

In het artikel wordt ook ingegaan op het feit dat de toepassing van ICT in het onderwijs tot dusver niet bepaald geslaagd blijkt te zijn, met name omdat bij de implementatie te weinig aandacht wordt gegeven aan het feit dat er sprake is van (veel) meer dan het toepassen van een nieuwe technologie. Juist de consequenties voor de didactiek, benodigde deskundigheid en organisatie worden over het hoofd gezien. Projecten, gebaseerd op een 'technologie-push' moet je bij voorbaat al met de nodige scepsis bekijken, zeker als het om complexere zaken als elo's gaat

Wees nou eerlijk, ook dit is natuurlijk bekende kost. Het introduceren van weblogs of podcasting 'omdat dat past bij wat de jeugd wil' zal uiteindelijk niks opleveren. Een knoppencursus voor docenten om met de nieuwe technologie om te gaan wellicht nog minder.

Een klein artikeltje in een klein boekwerkje maakt, dat ik toch weer de behoefte krijg om (nog meer) na te denken over de relatie tussen allerlei aspecten die bij een implementatietraject komen kijken. Mooi, dat ik momenteel met een paar collega's mag participeren in een uitermate boeiend traject waarbij wordt gekeken hoe onderwijs, organisatie, logistiek en ICT integraal vormgegeven kunnen worden in een verandertraject. Maar daarover later meer.

Bijblijven is van groot belang. Vandaar dat ik eigenlijk hartstikke blij met het geheel onverwachte verzoek van Kennisnet om deel te nemen aan de studiereis naar Nashville in november. Eens kijken hoe we daar onze gezamenlijke inzichten weer verder kunnen verdiepen!

dinsdag 21 augustus 2007

Met je voeten in de modder...

Binnen 48 uur twee keer met je voeten in de modder, Pict0069_2dat overkomt me niet zo vaak. De eerste keer was het fysiek, afgelopen zaterdag. Met een aantal collega's op excursie door het "Verdronken land van Saeftinghe". Ik was wel enigszins voorbereid op wat er komen ging (ik had extra kleren en een handdoek bij me) maar dat je zo af en toe kniediep door de modder zou gaan, had ik niet verwacht.  In het begin probeer je het nog een beetje binnen de perken te houden maar na een tijdje is het duidelijk dat dat helemaal geen zin heeft. Een paar uur ploeteren, zompen, plempen met als oogst een paar foto's van wat brakwaterplanten en natuurlijk, modderschoenen.

Je kunt ook metaforisch met je voeten in de modder: nou eens niet van achter een bureau of vergadertafel allerlei structuren, schema's en modellen uitdenken om het onderwijs wat beter te organiseren maar kijken in de praktijk, waar het allemaal echt gebeurt. Dat was voor één van de onderwijsdirecteuren van ROC Eindhoven aanleiding om me eens uit te nodig een tijdlang in de praktijk mee te draaien als deel van een 'RVT' (resultaatverantwoordelijk team). De bedoeling is dat ik de komende maanden een dagdeel in de week ga meedraaien met een team van de Kappersopleiding van de School voor Uiterlijke Verzorging. Inhoudelijk zullen ze wel niet zo heel veel aan me hebben (ik kan de heg knippen en met een tondeuse mijn haren wat inkorten, daar houdt het dan ook echt mee op).
Dus afgelopen maandag voor het eerst sinds heel lange tijd de opening van een schooljaar weer eens meegemaakt. De plenaire vergadering deed me nog wel aan vroeger denken. De teamvergadering die er op volgde niet meer.

Binnen de Kappersopleiding wordt al geruime tijd met een nieuw, competentiegericht onderwijsmodel gewerkt. Dat leverde in de praktijk meteen allerlei problemen op, vooral met betrekking tot de planning en de organisatie. Dan blijkt dat het uitermate moeilijk is een goed onderwijsmodel ook daadwerkelijk in praktijk te brengen. Een extern deskundige heeft de zaak doorgelicht en een andere planningssystematiek voorgesteld die tevens veel meer recht deed aan het idee van de RVT's. Het rooster bestaat nu uit blokken van een dagdeel waarbinnen een team zorgt voor de planning en uitvoering van het onderwijs aan pakweg 120 studenten van verschillende leerjaren.
De vergadering ging dan ook vooral over de planning van de eerste week. Ik heb met verwondering gekeken naar alle problemen die over tafel gingen en opgelost moesten worden. En dat moet dan voortdurend, door het hele schooljaar heen. Een van de docenten vatte het mooi samen: "We zijn vooral aan het regelen, oplossen en  plannen, en als er dan nog wat tijd over is, kunnen we ons vak voorbereiden". Ik heb op dit moment geen oplossing voorhanden, alleen maar het idee dat het uiteindelijk beter, makkelijker moet kunnen.
In de komende tijd hoop ik een hoop te zien, mee te maken en vooral te leren. Het levert tweerichtingsverkeer op: toetsing van de theorie van Flexibel Leren aan de dagelijkse praktijk, een daarnaast de mogelijkheid om de praktijkervaringen mee te kunnen nemen in het verder uitwerken van de ideeën en plannen. Die oogst is wel wat modderschoenen waard...

donderdag 16 augustus 2007

De Netwerkschool

Tijdens de managementconferentie voor het MBO werd dor Frank Kalshoven de Netwerkschool gepresenteerd. Een mooi initiatief van onder meer het Herontwerp MBO, ROC ASA, ThiemeMeulenhof, Kennisnet ICT op School en nog wat andere organisaties in samenwerking met de Argumentenfabriek om te kunnen onderzoeken hoe een 'moderne' school er uit zou kunnen zien. Als je het nog niet bekeken hebt, het is zeker de moeite waard om dat eens te doen.

Hoe realistisch is die netwerkschool nou eigenlijk? In een bijeenkomst met Frank Kalshoven en Kees Kraaijenveld van de Argumentenfabriek maakte ik al een opmerking over de begroting. Kees gaf aan nieuwsgierig te zijn naar mijn bevindingen. Dus ben ik maar eens gaan spitten.

De originele begroting met alle uitgangspunten is op de website van de Netwerkschool te vinden. Eén van de kernuitgangspunten van de netwerkschool is, dat het rendement van elke onderwijseuro verdubbeld moet worden. Dat is nogal een hoge ambitie maar snijdt hout. In het onderwijs wordt immers nogal wat geld op zijn zachtst gezegd, niet zo efficiënt besteed.
De originele begroting, gebaseerd op een leerlingenaantal van 4000 komt uit op een jaarlijks bedrag van een kleine 16 miljoen euro. De begroting kent natuurlijk een aantal globale uitgangspunten, vereenvoudigingen en aannames. Moet kunnen. Daarnaast zijn er een aantal voor het onderwijs nieuwe elementen in gebracht. Een school, die het hele jaar door geopend is, minder vakantie kent (6 weken voor zowel medewerkers als leerlingen). De salarissen zijn met 15% verhoogd omdat de medewerkers ook 15% meer werken.
Als je uitgaat van een start met 1000 leerlingen in het eerste jaar kom je na enkele jaren uit op het beoogde aantal van 4000. Het eerste jaar draai je met verlies (een investering van ruim 26 miljoen voor een schoolgebouw verdien je niet terug met 1000 leerlingen). Het break-even point wordt na 2 jaar echter al bereikt.

Nu toch wat kritische noten. Ik heb de begroting op enkele punten aangepast. (In het paars zie je de extra of de aangepaste velden met de oorspronkelijke waarden ernaast.)

  1. Een openstelling van 52 weken en 6 weken vakantie door het hele jaar lijkt me niet reëel. Ik heb alle leerlingen en medewerkers een Kerstvakantie van 2 weken gegeven. Scheelt iets in de begroting, maar niet zoveel.
  2. Er wordt uitgegaan van een werkweek van 36,86 uur. Hoewel er 5% van het budget uitgetrokken wordt voor scholing komen die uren niet in de werkweek terug. Blijkbaar is scholing iets voor de eigen tijd. Overigens gaat men momenteel uit van 10% van de tijd, maar dat hoeft natuurlijk niet te worden overgenomen.
    De medewerkers zijn blijkbaar ook nooit ziek en hoeven blijkbaar ook nooit te overleggen. Ik heb wat correcties aangebracht met wat consequenties voor begroting natuurlijk (+ 1 miljoen).
  3. Blijkbaar hebben de medewerkers geen werkplek of computer nodig. Nu zullen de werkplekken wel in het gebouw verdisconteerd zijn, ik heb driekwart van de medewerkers toch maar een computer gegeven. Scheelt toch een paar ton.
  4. Dan de verhoudingen medewerker - leerling. Eén medewerker op 250 leerlingen praktijkbegeleiding (terwijl de leerlingen toch eenderde van hun tijd in de praktijk doorbrengen) lijkt me niet realistisch. Slechts een minuut of 5 per week per leerling lijkt me erg aan de magere kant. Datzelfde geldt voor een begeleider op 200 leerlingen en collegezalen met 200 leerlingen voor gastlessen. En hoewel ik de aantallen dan nog steeds hoog vind, toch maar eens gehalveerd. Dat hakt er in. De begroting komt vervolgens boven de 20 miljoen (met als consequentie dat er geen break-even point meer wordt bereikt).

Los van de kosten, als er gekeken wordt naar de consequenties voor het gebouw: een collegezaal voor 200 leerlingen, open leercentra met in totaal meer dan 1300 werkplekken, en er zijn pakweg 175 overlegruimtes nodig die voor bijna 100% bezet zijn. Is dat haalbaar?

Ik zou op basis van die punten graag eens willen doorfilosoferen over de opzet van een Netwerkschool. De aannames, die er gemaakt zijn over bezettingsgraad en verhouding medewerker-leerling zijn natuurlijk heel algemeen. In de praktijk zullen die heel sterk gaan variëren tussen opleidingen. Hoe werken de principes van de Netwerkschool uit als je die voor een aantal opleidingen in een curriculum gaat gieten?

Er staat in oktober een bijeenkomst gepland voor onderwijsmanagers met de Argumentenfabriek over de uitgangspunten van de Netwerkschool. Wellicht geven bovenstaande punten wat voer voor discussie. Benieuwd naar het resultaat!

dinsdag 14 augustus 2007

Vakantieleed...

De vakantie zit er weer op, de eerste werkdagen inmiddels ook. Ik moest er echt weer even inkomen, over vakantieleed gesproken...

Ik heb de vakantie grotendeels onderwijsloos doorgebracht, lekker relaxed, even een frisse wind door mijn hoofd na een inspannend jaar. Nou koop ik tijdens mijn vakantie meestal wel een krant bij de plaatselijke krantenboer. Zelfs dat heb ik dit jaar overgeslagen, nou ja, op eentje na dan.
Laat er nou in die krant een artikel (of was het een ingezonden brief?) van Hans Huismans onder de titel "het niveau in het onderwijs lijkt nergens meer op" (hier een link naar BON, waar het integraal is overgenomen, op de Volkskrantsite moet je betalen voor het artikel).
Toen ik later thuiskwam kwam ik er achter, dat John de Best een reactie had geschreven. Tja, die sprak me eigenlijk veel meer aan dan het eerste artikel.

Wat me nou eigenlijk vooral verbaasde, waren de vooral positieve reacties op het eerste verhaal en de overwegend negatieve reacties op de relativerende brief van de Best, zowel op de site van BON als in de Volkskrant. Blijkbaar is het eerste verhaal heel herkenbaar voor menig (reagerende) docent en valt het de Best bijna te verwijten te dat hij het nog zo goed doet.
Maar wat me eigenlijk nog meer opvalt, is dat het bijna nergens gaat over wat er nou eigenlijk aan de hand is. Zou het nou werkelijk liggen aan de onderwijsvernieuwingen van de afgelopen decennia? Of is er meer aan de hand? Mij lijkt van wel. De gevolgen van de individualisering, informalisering, informatisering, internationalisering, intensivering (de vijf i's van het SCP) laten zich voelen. Mensen gaan anders met elkaar om, stellen andere eisen, worden op een andere manier geprikkeld en gemotiveerd om iets te doen of te laten, en dat wereldwijd. Dat heeft zo zijn consequenties voor het onderwijs.
Natuurlijk kunnen we roepen dat het onderwijs vroeger veel beter was, dat de onderwijsvernieuwingen behoorlijk wat roet in het eten hebben gegooid. Daarachter liggen echter de diepere oorzaken waar we iets mee zullen moeten.

Het doet me denken aan de metafoor van de ijsfabrieken. Zo in het begin van de vorige eeuw zag je op veel plaatsen ijsfabrieken, waar grote ijsblokken werden gemaakt die mensen mensen konden gebruiken voor koeling. Toen de electriciteit ook beschikbaar kwam voor 'gewone mensen' zagen de ijsfabrieken een grote bedreiging in de opkomst van koelkasten. Ze hebben veel gewaarschuwd tegen de onbetrouwbaarheid van die dingen, tegen het gevaar van het ammoniak waarmee toen nog gekoeld werd. Geloof het of niet, de ijsfabrieken hebben het niet gered. En waarom? Omdat ze ijs verkochten. Als ze eens goed hadden nagedacht over wat ze eigenlijk verkochten (namelijk houdbaarheid van bederfelijke waar) dan hadden ze de ontwikkelingen (electriciteit) waarschijnlijk aangegrepen om hun product aan te passen aan de nieuwe omstandigheden (nieuwe manieren om bederfelijke waar houdbaar te maken met lage temperaturen), dan waren ze wellicht een grote koelkastenfabrikant geworden.

Moeten we in het onderwijs nu gaan waarschuwen tegen alle nieuwigheden, die er over gestort worden? Of moeten we nou eens goed kijken naar de ontwikkelingen, die er gaande zijn, en het onderwijs laten aansluiten bij die ontwikkelingen? Er is nog veel te doen. Dat bewijzen de ondersteunende commentaren bij het eerste artikel dan ook wel. Maar om nou naar elkaar te gaan zitten katten in plaats van nou eens kijken waar de problemen nou vandaan komen en te werken aan structurele oplossingen...