woensdag 29 september 2010

MijnOverheid.nl, toch handig

Zoals ik in het vorig berichtje al aangaf: inmiddels is er een website www.overheid.nl, die de communicatie van de overheid naar de burger moet verbeteren. Er is erg veel informatie te vinden over allerlei diensten, instellingen, activiteiten, noem maar op.
Je kunt verder inzoomen tot op het niveau van je eigen gemeente waar je ook weer alle informatie kunt vinden, die relevant is.

Via de website kun je ook naar MijnOverheid.nl. Je logt in met je eigen Digid, je persoonlijke toegang tot allerlei overheidsdiensten. Op MijnOverheid.nl kun je allerlei zaken vinden die op jouzelf betrekking hebben. Het moet straks via MijnOverheid ook mogelijk zijn vergunningen aan te vragen en allerlei zaken af te handelen.
De berichtenbox leek me wel handig. Een gemeente zou op die manier aan berichten kunnen sturen aan mensen op wie dat betrekking heeft. Bijvoorbeeld het afsluiten van een doorgaande weg door je dorp wordt aan iedereen gestuurd. Het voornemen om een weg open te gaan breken stuur je naar de hele straat, dat er bouwvergunning van iemand in buurt ter inzage ligt, stuur je naar de directe buren. De gemeente moet dan wel participeren in het project. Mijn gemeente stond er nog niet tussen. Ik vroeg me daarom af, van wie ik na het welkomsbericht verder nog berichten zou moeten krijgen. Ik was daarom verbaasd dat ik een dag na mijn aanmelding al een mailtje kreeg dat er een nieuw bericht in mijn berichtenbox zat. Bleek een reminder voor de APK te zijn... Toch handig!

ePortfolio - food for thought

Alweer een week geleden werd er mede op initiatief van STePS (Stichting ePortfolio Support) bij de NEN in Delft een symposium gehouden over het ePortfolio. Door wat omstandigheden moest ik de eerste presentatie missen en viel er ook nog een presentatie uit. Desalniettemin een aardig kijkje in de wereld van het ePortfolio en wat er allemaal bij komt kijken.

In een presentatie ging Ton Wilthagen van de Universiteit van Tilburg in op ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Daarbij gaat het om zeer uiteenlopende zaken: vergrijzing en vergroening, technologische ontwikkelingen, arbeidsmigratie en mobiliteit, een economische crisis, enzovoorts. Dat heeft consequenties voor zowel werknemers als voor werkgevers.
De inzetbaarheid van werknemers blijkt de achilleshiel van de arbeidsmarkt te zijn. Hoe zorg je voor voldoende van de juiste mensen (met de juiste kennis) op het juiste tijdstip? Met een goede match tussen werknemer en baan realiseer je immers de beste arbeidsproductiviteit.
Ook de EU bereidt beleid voor op dit terrein. Eén van de kernpunten in dat beleid is zorgen dat de informatievoorziening rondom beschikbare banen en benodigde competenties en beschikbaarheid van werknemers goed werkt. Het zal duidelijk zijn dat hieruit een pleidooi  volgt voor een ePortfolio als één van de  middelen om die match zo snel en goed mogelijk te kunnen maken.

Peter Sloep van de OUNL ging nader in op het formuleren van een standaard rondom ePortfolio: de NTA 2035. Hij ging daarbij in op de op de ontwikkeling van meer kennisgericht naar competentiegericht onderwijs en dat dat ook andere eisen stelt aan de manier van toetsen. Sloep gaf aan, dat hij een diploma te mager vindt en dat een ePortfolio daar een welkome aanvulling op is.
Vanuit het standpunt dat een portfolio van het individu is en dat die dus bepaalt wat er in komt en wat anderen daarvan mogen zien, is er bij de betrokken partijen sprake van een belangentegenstelling rondom het portfolio. Zo zal een individu niet alles willen laten zien terwijl een potentiële werkgever graag zoveel mogelijk informatie zou willen om zich een goed beeld te kunnen vormen. Het onderwijs beschouwt een portfolio meer als een begeleidingsinstroment en stopt er daarom allerlei oneigenlijke dingen in. Werkgevers zien in het portfolio een HR-instrument. Daarbij speelt de tendens dat het gebruik voor de korte termijn (sollicitatie, begeleiding, hr) een grotere rol speelt dan het lange termijn belang van de eigenaar (leven lang leren). Standaardiseren / het werken aan een gemeenschappelijke standaard is een manier om de belangen van de verschillende partijen op één lijn te krijgen.

Frank Zwart van ICTU ging in op MijnOverheid.nl, een persoonlijk portaal van elke Nederland  dat via www.overheid.nl is te bereiken. Op zich een interessant verhaal, dat een apart bericht waard is.
Het verhaal zwakte een stuk af toen de relatie met ePortfolio werd gelegd. Er zijn naar mijn idee drie manieren waarop die relatie vorm zou kunnen krijgen:

  • Informatie uit de databases wordt via webservices beschikbaar gesteld aan ePortfoliosystemen
  • De structuur / architectuur van MijnOverheid.nl wordt beschikbaar gesteld zodat een ePortolio systeem daar gebruik van zou kunnen maken.
  • Het ePortfolio wordt geïntegreerd met MijnOverheid. Zwart liet zelfs (fictieve) schermafdrukken zien van de manier waarop dat dat er zou kunnen uitzien.

Naar mijn idee zou dat laatste geen wenselijke ontwikkeling zijn onder het motto "gebruik de infrastructuur waarvoor die bedoeld is en niet voor andere dingen". In de vervolgdiscussie kwam ook nog even terug dat burgers wellicht helemaal niet gecharmeerd zouden zijn van een overheid die bovenop hun portfolio zit en er desgewenst in zou kunnen kijken. Eigenlijk vreemd, want commerciële bedrijven worden blijkbaar wel vertrouwd.

In de afrondende discussie kwamen verschillende vragen en voorstellen voorbij waar STePS mee aan de slag wil. De kernvraag is toch wel: Hoe krijg je een ePortfolio aan de man, ofwel, hoe overtuig je mensen, dat ze zoiets nodig hebben? Ervaringen bij NedCar hebben aangetoond dat het vinden van werk in elk geval wordt vergemakkelijkt door het hebben van een ePortfolio. In elk geval is iedereen uitgenodigd om mee te denken of voorstellen te doen op de LinkedIn-groep.

Het lijkt allemaal zo simpel. De voordelen van een (e)portfolio lijken evident. Pas wanneer je over allerlei zaken gaat doordenken, komen allerlei lastige technische en organisatorische kwesties bovendrijven. Neem nou de opmerking van Peter Sloep, dat een portfolio van de gebruiker is. Die bepaalt wat er in komt en wie wat mag zien. "En zo'n systeem moet dan de mogelijkheid dat een onderwijsinstelling er een gevalideerd diploma in kan plaatsen. De portfoliohouder kan daar dan niets aan veranderen, kan er alleen voor kiezen om het al dan niet zichtbaar te maken".
Maar goed, hoe regel je nu weer dat alleen bepaalde instellingen diploma's mogen plaatsen? Daar had Sloep wel een antwoord op (via accreditaties die dan weer tot bepaalde certificaten leidt waarmee iemand toegang kan krijgen), maar organiseer maar weer een accreditatiegebeuren...

Hartstikke boeiend, spannend, goed dat er over nagedacht wordt en dat kennis wordt uitgewisseld. Voor mij is er in elk genoeg te overdenken, al is alleen maar, dat ik zelf maar weer eens actie moet gaan ondernemen met mijn eigen POP en portfolio...

dinsdag 14 september 2010

MBO2010 is kritisch op flexibel onderwijs

In een eerder berichtje besteedde ik al wat aandacht aan de voortgangsrapportage van MBO2010. In dat rapport wordt ook expliciet aandacht besteed aan maatwerk en flexibel onderwijs. De auteurs nemen daarin zodanig expliciet stelling dat ik daar een apart bericht aan wil wijden. Zij stellen zich behoorlijk kritisch op als het gaat over het nastreven van maatwerk en flexibel onderwijs. Ik geef de desbetreffende passage hieronder expliciet weer:

"Rond de basiskwaliteit hebben wij nog een ander punt van zorg. Een terugkerend thema in de gesprekken van de afgelopen jaren is geweest de flexibilisering van het onderwijs en het aanbieden van onderwijs op maat voor de individuele leerlingen. De aanname van scholen is hierbij veelal dat onderwijs op maat meer tegemoet komt aan de wensen van de individuele leerlingen dan standaardprogramma’s. Hierbij zijn vraagtekens te stellen. Waar het uiteindelijk om gaat, is dat leerlingen goed onderwijs krijgen waarmee zij adequaat worden toegeleid naar arbeidsmarkt of vervolgonderwijs. De kern van dat goede onderwijs bestaat uit een hoogwaardig standaardproduct. Dat moet allereerst op orde zijn. Daarna en daarnaast kan worden bezien of er ruimte is voor maatwerk. Wie voorbeelden bekijkt van excellente organisaties in andere sectoren, stelt vrijwel zonder uitzondering vast dat die organisaties voornamelijk een topkwaliteit standaardproduct leveren. En daartoe blijvend investeren in een topkwaliteit standaard productieproces oftewel de operational excellence. Sterker nog: in de verbetering van het standaardproduct en productieproces zit vaak de grootste innovatiekracht. De aandacht voor de individuele klant zit doorgaans niet zozeer in de ruimte voor maatwerk in het product, maar in topkwaliteit service (structuur, begeleiding, aandacht en informatievoorziening). Wat wij echter zien in de diverse gespreksrondes met de besturen, is dat het tegemoetkomen aan wensen van leerlingen vooral wordt gezocht in het aanbieden van maatwerk in het onderwijsproduct. Het organiseren van dat maatwerk blijkt vervolgens een logistiek enorm ingewikkelde opgave te zijn. In de uitvoering gaat er dan vaak van alles mis wat programmering, organisatie, roostering en informatievoorziening betreft. In de hectiek van het aanpakken van het rumoer dat hierdoor ontstaat, vergeten de scholen vervolgens vaak het belangrijkste: tijdige, transparante en adequate informatievoorziening richting de leerlingen. Toporganisaties in andere sectoren zijn niet voor niets terughoudend met ‘maatwerk’: het is buitengewoon ingewikkeld, zeer kostbaar en gaat al snel ten koste van de kwaliteit van het standaardproduct. Substantieel doorgevoerd is onderwijs op maat voor het mbo, gezien het reguliere niveau publieke bekostiging, onbetaalbaar. Wij vinden het daarom van belang dat scholen in de komende periode de focus verleggen van flexibilisering en maatwerk, naar operational excellence in het standaardproduct en productieproces en topservice en informatievoorziening richting de leerlingen. Realisatie van de beschreven aanpak vereist dat de overheid (inclusief de inspectie) zijn ambities en doelstellingen hierbij laat aansluiten."

Ik ben het op hoofdlijnen wel met de conclusie en genoemde consequenties. Toch zijn er bij dit stuk 'enkele vraagtekens te stellen'. Laat ik er een paar noemen:

  1. Tussen de regels door lees je dat er een beeld is van maatwerk dat zo'n beetje overeenkomt met het 'gele scenario' van Triple A: 'Substantieel doergevoerd' gaat het om flexibele leerroutes die worden vormgegeven op basis van de actuele ontwikkeling van de student. Ik durf wel te beweren dat die ambitie door de meeste scholen / besturen inmiddels is losgelaten.
  2. De ambitie van volledig individuele leertrajecten is in elk geval te hoog gegrepen. Al eerder heb ik gesuggereerd dat scholen uit moeten gaan van een veel beperktere ambitie, op basis van de 80-20 regel. Dan blijft de complexiteit beperkt en is een zeker maatwerk in onderwijsproduct wel haalbaar. En als het gaat om het wegwerken van deficiënties, het verbreden of verdiepen of het versnellen of vertragen van opleidingen kun je stellen dat er toch zeker een behoefte is. Het aardige is bovendien, dat met deze beperkte ambitie 80% van de opleiding kan worden gezien als een standaardproduct waarbij naar operational excellence kan worden gestreefd.
  3. De auteurs leggen het accent op 'operational excellence' op basis van een standaardproduct voordat men kan denken aan (meer) maatwerk. Ik zou dat willen omdraaien. Formuleer als school een (redelijk bescheiden) ambitie op het gebied van maatwerk. Gebruik die ambitie om toe te werken naar operational excellence. Die heb je immers nodig om dat maatwerk te kunnen realiseren.
  4. Verder wordt de consequentie van 'topkwaliteit service' naar mijn idee onderschat. We hebben het dan over wat laatst iemand noemde: de kleine flexibiliteit. De persoonlijke aandacht die een docent aan zijn studenten geeft, de persoonlijke begeleiding, differentiatie binnen de klas. Dat vergt geen structurele aanpassingen in de onderwijsorganisatie zoals het geval is bij de 'grote flexibiliteit', waarbij het onderwijs noodzakelijkerwijs over opleidingen heen moet worden georganiseerd. Maar de kleine flexibiliteit stelt hoge eisen aan de competenties van docenten (en/of teams). Die zullen in staat moeten zijn maatwerk te leveren. Daar zal in de professionalisering zeker aandacht aan besteed moeten worden. In het rapport wordt wel aandacht besteed aan professionalisering, al wordt daarbij met name het ontwerpen van opleidingen als competentie genoemd. Dat lijkt me nu bij uitstek een competentie die je vraagt in het kader van grote flexibiliteit…

Ik vraag me een beetje af hoe bestuurders en/of scholen hierop zullen reageren. Nu verwacht ik eerlijk gezegd niet dat een passage als dit een aardverschuiving teweeg zal brengen in de opinie en het beleid van scholen op dit gebied. Het zou in elk geval zonde zijn als het kind met het badwater wordt weggegooid.

Om uit te proberen: de ICT Ambitietool voor het VO (2)

Nadat ik snel wat technische problemen (hopelijk) opgelost heb, even een reactie op de reactie van Willem Karssenberg. Altijd leuk als er gereageerd wordt op je blog, nog leuker als er een nieuw bericht aan gewijd wordt. (Een frons in mijn wenkbrauw als ik zie dat het gekopieerde bericht meer reacties oproept dan mijn eigen, oorspronkelijke bericht :-) maar dat nemen we zeker nu met alle plezier voor lief.)

Mijn reactie gaat over de oproep van Willem om de uitslagen bekend te maken, zodat ze met elkaar kunnen worden vergeleken. Dat gaf me alweer een nieuw idee voor een volgende of eventueel alternatieve versie van de tool. Als meerdere uitslagen worden opgenomen in één bestand, kan gekeken worden naar het gemiddelde en de uitschieters. Als de rol van de invuller wordt meegenomen (management, docent, ICT-coördinator) kan ook gekeken worden of bepaalde doelgroepen anders denken over de na te streven ambities en de huidige situatie! Dan kan het echt een meerwaarde gaan krijgen binnen een organisatie...

Gaan we over nadenken.

Altijd vervelend als het niet werkt

Naar aanleiding van mijn bericht over de Ambitietool kreeg ik al snel een reactie van iemand die aangaf dat de links niet werkten. Dat was na een uitgebreid bericht van Willem, die wel in staat was geweest om de tool binnen te halen en te gebruiken.

Ik heb de tool op mijn eigen Skydrive staan. Daar kun je grote bestanden kwijt en delen met derden. Vervolgens de link bewerkt met TinyUrl. Daarmee wordt de link sterk ingekort. Het mooie is, dat je daar ook kunt nagaan hoe vaak een link is aangeklikt. Bij een collega bleek dat echter niet goed te werken, dus ook maar een link rechtstreeks naar het bestand op de Skydrive opgenomen. Dat werkte gisteren bij mij, en bij Willem. En nu dus niet meer. Ook bij mij op mijn werkplek niet.
Firewall? Ik ben geen techneut, dus eerlijk gezegd weet ik het niet. Het zou inderdaad mooi zijn als iemand er een webbased tool van zou kunnen maken, zodat we dit soort dingen achter ons kunnen laten!

Toch wat anders geprobeerd en de tool maar in de blog opgenomen. Klik hier voor de ICT Ambitietool_V1.0. Het werkt nu in elk geval bij (op mijn werkplek) wel!

(Ik zag bij Willem, dat hij het ook op zijn server heeft geplaatst. Dat is ook service, dank je wel!). Ik heb bovendien de links in het oorspronkelijk bericht ook aangepast.

maandag 13 september 2010

MBO2010 geeft de voortgang invoering CGO een voldoende

In de afgelopen jaren heeft MBO2010-procesmanager Hans van Nieuwkerk met een aantal 'critical friends' gesprekken gevoerd met bestuurders van MBO-instellingen. De resultaten daarvan zijn in verschillende rapportages hier terug te vinden.

Het rapport, dat dit jaar is verschenen onder de naam 'In 2010' onderzoekt of de sector de doelstellingen voor dit jaar heeft gehaald. Het gaat daarbij om 3 dingen:

  1. Alle eerstejaars leerlingen een nieuwe opleiding per 1 augustus 2010
    De auteurs stellen vast dat deze doelstelling is gehaald. Uitgangspunt was ruim 80%. De schatting is nu dat tussen de 85% en 90% van alle eerstejaars studenten met een CGO-opleiding starten.
  2. Inhoudelijke kwaliteit van het onderwijs voldoende robuust
    Hier is nog wel wat te verbeteren, maar het thema heeft de aandacht van de bestuurders en de auteurs zijn vol vertrouwen dat dit goed gaat komen. Er wordt nog een kritische noot gekraakt over de Inspectie, die te veel en te detaillistisch bezig is.
  3. Bedrijfsvoering van de scholen heeft een kwalitatief stevige basis
    Hier gaat over organisatie, professionalisering en bedrijfsvoering. Hier worden wat harde noten gekraakt, met name over de (basiskwaliteit van de) organisatie. Bestuurders zijn overwegend visionair (waardoor de problemen niet worden aangepakt) of te operationeel (wat leidt tot een overdaad aan controle). Over het algemeen menen de auteurs dat ook op dit punt voldoende is gerealiseerd om de overstap naar de volgende fase te kunnen maken.

Er worden allerlei aanbevelingen gegeven voor scholen en de overheid om de volgende fase goed vorm te kunnen geven. Daarbij worden scholen geadviseerd een integraal innovatieplan op te stellen om de verschillende aspecten in samenhang vorm te kunnen geven.

Een bijzonder punt van aandacht hebben de auteurs voor flexibel onderwijs en maatwerk. Zie het volgende bericht...

Om uit te proberen: de ICT Ambitietool voor het VO

Kennisnet ondersteunt scholen bij de invoering en het gebruik van ICT. Daarvoor is er een uitgebreid palet aan ondersteuningsmiddelen, -diensten en -programma's. Ook meet Kennisnet jaarlijks de voortgang van de uitvoering in de Vier-in-Balans monitor. Daaruit kan worden geconstateerd, dat er onmiskenbaar een vooruitgang te zien is. De veranderingen gaan echter niet zo snel, zeker niet als je de ontwikkelingen om ons heen in ogenschouw neemt.

Kennisnet probeert met de opzet van Vier in Balans en later Vier in Balans Plus met name VO- en PO-scholen een handreiking gegeven bij de invoering en het gebruik van ICT. Op de site van Kennisnet zijn dan ook -naast allerlei documenten en rapporten- enkele tools te vinden waarmee scholen de mogelijkheid hebben hun situatie (een beetje) in kaart te brengen. Die tools zijn vrij beperkt van opzet. Aan de hand van wat vragen krijg je een beetje in beeld waar je als school staat in vergelijking met het gemiddelde van alle scholen (waarvan vertegenwoordigers die tool hebben ingevuld), een soort benchmark dus. Daarmee krijg je als school een beetje een beeld van je eigen vraagstelling en of je er wellicht ondersteuning moet zoeken. Toch blijft een beetje de vraag hangen: nu heb ik het ingevuld, ik weet ongeveer waar ik sta (tenopzichte van andere scholen), en nu???

Vorig jaar heb ik samen met een collega een aantal scholen in het VO bezocht om ook een beetje een beeld te krijgen van de ontwikkelingen in die sector. Bij de gesprekken die we daar met verschillende mensen hebben gevoerd, zijn allerlei onderwerpen de revue gepasseerd. Wat ons daarbij opviel, dat er binnen de scholen in de regel best wel sprake was van een visie op het gebruik van ICT. Tegelijkertijd bleek dat het voor de meeste scholen (om allerlei begrijpelijke redenen) best wel lastig was om die visie te expliciteren en te vertalen naar beleid of naar acties om het gebruik van ICT te versterken.

De resultaten van ons (zeer beperkte) onderzoekje waren aanleiding om er in een interne studiemiddag samen met mensen van Kennisnet eens aandacht aan te besteden. Nu kun je daar tijdens zo'n studiemiddag natuurlijk over praten maar het is veel leuker en leerzamer om iets te doen met de beschikbare informatie. Dat heeft er toe geleid dat we intern hebben zitten knutselen aan een (prototype van een) instrument, dat een stap verder gaat dan de tooltjes, die je bij Kennisnet vindt. We hebben het de ICT Ambitietool gedoopt. Kern van deze tool is, dat je eerst een aantal ambities kiest: wat streef je na in je onderwijs en je organisatie? Vervolgens wordt de huidige situatie aan de hand van (hoe kan het ook anders?) een aantal vragen in kaart gebracht. Afhankelijk van de gekozen ambities wordt vervolgens getoond aan welke aspecten je nog zou kunnen of moeten werken.
Natuurlijk, het is geen glazen bol, er is veel discussie mogelijk over de uitkomsten. En dat is mooi! Op die manier kan het een bijdrage leveren aan het denkproces binnen een school!

Nu zijn we geen programmeursclub. De tool is een uitgebreid Excel-bestand. Een webbased tool zou waarschijnlijk veel meer mogelijkheden bieden. Maar dat gaat onze ambitie weer te boven. 
En nu? We geven de tool weg onder een CC-licentie 'zonder commercieel gebruik'. Wie het wil uitproberen, er op wil reageren, het toe wil passen of doorontwikkelen is bij deze van harte uitgenodigd. Wel graag een terugkoppeling! Klik hier voor de tool (mocht het met die link niet lukken, klik dan hier).
Let op: Er zit een enkele macro in het bestand. Bij het openen krijg je afhankelijk van je beveiligingsinstellingen een waarschuwing of wordt de macro zelfs automatisch uitgeschakeld. Als je liever geen bestand met macro's opent, kun je gerust kiezen voor 'Macro uitschakelen', dat heeft geen invloed op de werking van de tool. Alleen de knop 'Leegmaken' in de vragenlijst werkt dan niet.

Tot nu toe hebben we best positieve reacties op de ICT Ambitietool gekregen. Voor ons genoeg reden om er ook zelf wat meer mee te gaan doen. Er zijn plannen om het bij wat scholen gewoon eens toe te passen. En ook Kennisnet heeft aangegeven het wel te willen gaan gebruiken.
Samen met Kennisnet hebben we een voorstel ingediend voor de Onderwijsdagen onder de titel "Praten is zilver, doen is goud". Bij die workshop willen we het publiek dan de mogelijkheid geven eens te spelen met het instrument en suggesties te doen voor verdere verbetering. Misschien zien we je daar wel terug. Als je die presentatie graag wilt volgen, moet je er wel even op stemmen op de website van de Onderwijsdagen, dat kan tot 17 september).

(Kleine noot: door een vervelende communicatiestoornis is op de OWD-site de naam van een presentator vermeld, die vooraf al had aangegeven dat liever niet te doen. De workshop zal dus door iemand anders gegeven worden…)

Om uit te proberen: de ICT Ambitietool voor het VO

Kennisnet ondersteunt scholen bij de invoering en het gebruik van ICT. Daarvoor is er een uitgebreid palet aan ondersteuningsmiddelen, -diensten en -programma's. Ook meet Kennisnet jaarlijks de voortgang van de uitvoering in de Vier-in-Balans monitor. Daaruit kan worden geconstateerd, dat er onmiskenbaar een vooruitgang te zien is. De veranderingen gaan echter niet zo snel, zeker niet als je de ontwikkelingen om ons heen in ogenschouw neemt.

Kennisnet probeert met de opzet van Vier in Balans en later Vier in Balans Plus met name VO- en PO-scholen een handreiking gegeven bij de invoering en het gebruik van ICT. Op de site van Kennisnet zijn dan ook -naast allerlei documenten en rapporten- enkele tools te vinden waarmee scholen de mogelijkheid hebben hun situatie (een beetje) in kaart te brengen. Die tools zijn vrij beperkt van opzet. Aan de hand van wat vragen krijg je een beetje in beeld waar je als school staat in vergelijking met het gemiddelde van alle scholen (waarvan vertegenwoordigers die tool hebben ingevuld), een soort benchmark dus. Daarmee krijg je als school een beetje een beeld van je eigen vraagstelling en of je er wellicht ondersteuning moet zoeken. Toch blijft een beetje de vraag hangen: nu heb ik het ingevuld, ik weet ongeveer waar ik sta (tenopzichte van andere scholen), en nu???

Vorig jaar heb ik samen met een collega een aantal scholen in het VO bezocht om ook een beetje een beeld te krijgen van de ontwikkelingen in die sector. Bij de gesprekken die we daar met verschillende mensen hebben gevoerd, zijn allerlei onderwerpen de revue gepasseerd. Wat ons daarbij opviel, dat er binnen de scholen in de regel best wel sprake was van een visie op het gebruik van ICT. Tegelijkertijd bleek dat het voor de meeste scholen (om allerlei begrijpelijke redenen) best wel lastig was om die visie te expliciteren en te vertalen naar beleid of naar acties om het gebruik van ICT te versterken.

De resultaten van ons (zeer beperkte) onderzoekje waren aanleiding om er in een interne studiemiddag samen met mensen van Kennisnet eens aandacht aan te besteden. Nu kun je daar tijdens zo'n studiemiddag natuurlijk over praten maar het is veel leuker en leerzamer om iets te doen met de beschikbare informatie. Dat heeft er toe geleid dat we intern hebben zitten knutselen aan een (prototype van een) instrument, dat een stap verder gaat dan de tooltjes, die je bij Kennisnet vindt. We hebben het de ICT Ambitietool gedoopt. Kern van deze tool is, dat je eerst een aantal ambities kiest: wat streef je na in je onderwijs en je organisatie? Vervolgens wordt de huidige situatie aan de hand van (hoe kan het ook anders?) een aantal vragen in kaart gebracht. Afhankelijk van de gekozen ambities wordt vervolgens getoond aan welke aspecten je nog zou kunnen of moeten werken.
Natuurlijk, het is geen glazen bol, er is veel discussie mogelijk over de uitkomsten. En dat is mooi! Op die manier kan het een bijdrage leveren aan het denkproces binnen een school!

Nu zijn we geen programmeursclub. De tool is een uitgebreid Excel-bestand. Een webbased tool zou waarschijnlijk veel meer mogelijkheden bieden. Maar dat gaat onze ambitie weer te boven. 
En nu? We geven de tool weg onder een CC-licentie 'zonder commercieel gebruik'. Wie het wil uitproberen, er op wil reageren, het toe wil passen of doorontwikkelen is bij deze van harte uitgenodigd. Wel graag een terugkoppeling! Klik hier voor de tool (mocht het met die link niet lukken, klik dan hier).
Let op: Er zit een enkele macro in het bestand. Bij het openen krijg je afhankelijk van je beveiligingsinstellingen een waarschuwing. Als je liever geen bestand met macro's opent, kun je gerust kiezen voor 'Macro uitschakelen', dat heeft geen invloed op de werking van de tool. Alleen de knop 'Leegmaken' in de vragenlijst werkt dan niet.

Tot nu toe hebben we best positieve reacties op de ICT Ambitietool gekregen. Voor ons genoeg reden om er ook zelf wat meer mee te gaan doen. Er zijn plannen om het bij wat scholen gewoon eens toe te passen. En ook Kennisnet heeft aangegeven het wel te willen gaan gebruiken.
Samen met Kennisnet hebben we een voorstel ingediend voor de Onderwijsdagen onder de titel "Praten is zilver, doen is goud". Bij die workshop willen we het publiek dan de mogelijkheid geven eens te spelen met het instrument en suggesties te doen voor verdere verbetering. Misschien zien we je daar wel terug. Als je die presentatie graag wilt volgen, moet je er wel even op stemmen op de website van de Onderwijsdagen, dat kan tot 17 september).

(Kleine noot: door een vervelende communicatiestoornis is op de OWD-site de naam van een presentator vermeld, die vooraf al had aangegeven dat liever niet te doen. De workshop zal dus door iemand anders gegeven worden…)

zondag 5 september 2010

Alle computers de school uit

Ik moest laatst weer eens denken aan de tijd, waarin Pim Fortuyn in de verkiezingstijd sterk won aan populariteit. Eén van zijn verkiezingskreten was indertijd: "Flikker die pc de scholen uit, leerlingen moeten thuis maar met computers leren omgaan" (in dit verkiezingsprogramma wat genuanceerder weergegeven). Als beleidsmedewerker op het gebied van ICT in het onderwijs kon ik niet anders dan hoofdschuddend denken: "weer zo'n politicus die er niks van snapt, die niet weet wat er speelt". Het computeronderwijs waarbij leerlingen moesten leren programmeren in Basic of Pascal lag toch alweer een tijdje achter ons. Het zou toch duidelijk moeten zijn dat computers inmiddels moesten worden beschouwd als een krachtig leermiddel met ongekende mogelijkheden.

De herinnering kwam in me op, toen ik rondneuzend op de Marktplaats MBO een artikeltje tegenkwam van Rein Bijlsma onder de titel "Alle computers de school uit" waarbij ook het argument werd gehanteerd dat kinderen dat thuis wel leren". Rein beschrijft de ontwikkelingen rondom mobieltjes en pda'tjes waarmee kinderen permanent in contact staan met elkaar en de buitenwereld. Kort gezegd de stelling van Rein: "Waarom niet investeren in een infrastructuur waarmee het leren op die manier kan worden ondersteund? Dan heb je die computers helemaal niet meer nodig. Scheelt ook nog eens een hoop geld."

Ik was verwonderd. Niet vanwege het (verder prima artikel van Rein) maar over het feit dat je blijkbaar twee keer dezelfde stelling kunt hanteren vanuit twee diametrale standpunten. Pim wilde de vooruitgang tegenhouden, Rein wil daar juist gebruik van maken. In een paar jaar tijd zijn computers in het onderwijs verworden van symbool van vooruitgang tot symbool van achterstand.

Het gaat hard, nou ja, behalve in het onderwijs dan...