zondag 22 februari 2009

Ik loop achter

Ik begin hopeloos achter te lopen op al die pioniers die voortdurend nieuwe dingen ontdekken, uitzoeken, uitproberen en de resultaten daarvan presenteren.
Ik realiseer me, dat ik del.icio.us al een hele tijd niet meer ingekeken, laat staan gebruikt heb, laat helemaal staan er nieuwe links op gepost heb. Een vraag over het downloaden van een YouTube-filmpje leverde een hele serie reacties op.
Ook lijkt het wel of de hele wereld aan het Twitteren is geslagen. Toen ik een tijdje terug toch maar een account heb aangemaakt omdat ik nieuwsgierig was naar het fenomeen 'twitterfontein', werd ik vervolgens bedolven onder berichtjes van mensen die mij op Twitter wel wilden volgen. Jammer maar helaas, ik heb nog geen twittertje aangemaakt.

Moet ik me zorgen gaan maken? Ben ik de grens tussen de digital natives en digital immigrants de verkeerde kant op aan het passeren? Of moet ik me maar tevreden stellen met het idee dat ik met de massa meelurk?

Ik heb me ooit eens voorgenomen in een stressvolle periode: 'Ik laat me niet gek maken'. Lijkt me hier ook weer van toepassing.

Opleidingen ontwerpen (1)

De afgelopen weken ben ik nogal onderwijslogistiek bezig geweest. Presentaties, workshops, leeswerk, noem maar op. Te weinig tijd om er hier allemaal op te reflecteren (waar halen al die anderen die tijd en energie toch vandaan?).
In dit geheel ben ik meer en meer aan het nadenken over oplossingen maar ook de belemmeringen, die er nog zijn. Steeds als ik weer een stapje verder ben in mijn denken over de manier waarop je flexibele, competentiegerichte opleidingen zou moeten ontwerpen, inrichten en organiseren, komen er weer dingen voorbij, die me weer aan het twijfelen zetten.

Neem nou Jeroen van Merriënboer, die een powerpoint heeft gemaakt over de Zin en onzin van het nieuwe leren. (Die is van alweer twee jaar geleden in een discussiebijeenkomst, er wordt meteen een reclamepraatje aan vastgeknoopt over het 4C-ID-model, en natuurlijk is competentiegericht onderwijs niet hetzelfde als het nieuwe leren, maar toch!) De kern is in elk geval duidelijk: er zal heel goed nagedacht moeten worden over een gedegen ontwerp van opleidingen!
Een ander voorbeeld is het artikel van Marcel de Leeuwe dat ik via een berichtje van Wilfred Rubens onder ogen kreeg. Hartstikke mooi artikel, al is het maar omdat het meer aan het denken heeft gezet over de manier waarop je onderwijs moet organiseren en hoe je ICT daarbij wel en ook vooral niet moet gebruiken.

Ik ben er nog niet uit en zal dat in mijn eentje ook nooit voor elkaar krijgen! Een paar dingen zijn voor mij wel duidelijk: er moet integraal worden nagedacht over (het ontwikkelen van) een onderwijsontwerp, uitgaande van een goede onderwijsarchitectuur (en dan bedoel ik niet de relatie tussen onderwijs en slim bedachte gebouwen). En hoe professioneel docenten ook zijn, het zijn geen onderwijsarchitecten die onderwijs kunnen ontwerpen over opleidingen heen!

Na dit alles geschreven te hebben, heb ik maar een (1) achter de titel gezet. Dat geeft ook een beetje de morele verplichting een aantal van mijn denkbeelden verder te expliciteren. Maar dat vraagt ook wel een beetje geduld. Ik moet de tijd wel ergens vandaan kunnen halen...

maandag 16 februari 2009

Web2.0 in de buurt...

Kenmerkend voor web2.0 is, dat allerlei activiteiten en communities zich als vanzelf organiseren rondom de tools. Daarbij speelt natuurlijk schaalgrootte een rol. Als een bepaalde tool (op basis van de 90-9-1 regel) maar door 1% van de gebruikers daadwerkelijk getrokken wordt, is er nog steeds sprake van een heel groot aantal actieve gebruikers. In elk geval is er voldoende kritische massa om een community levensvatbaarheid te geven. Wanneer dergelijke faciliteiten worden klaargezet voor een beperkte gemeenschap bestaat het risico dat die faciliteiten helemaal niet gebruikt gaan worden, in elk geval op een schaal waarbij er sprake is van een kritische massa. In elk geval is voor een beperkte gemeenschap 1% actieve gebruikers niet genoeg om het geheel levensvatbaar te maken. Wil je dat toch voor elkaar krijgen, dan zul je een speciale aanpak moeten bedenken.

Recent is na enkele jaren voorbereiding de site www.buurtleven.nl in de lucht gekomen. Het is een website op basis van allerlei web2.0 toepassingen die momenteel als pilot voor een drietal buurten in Amsterdam een bijdrage moet gaan leveren aan de sociale cohesie en integratie. Elk huishouden in die drie buurten hebben een toegangscode gekreden waarmee ze een eigen account kunnen aanmaken. Daarmee kunnen ze een persoonlijk profiel aanmaken en zien wat er in hun buurt van hun gading is. De website biedt allerlei faciliteiten om met anderen te chatten, activiteiten te organiseren, communities in te richten, vraag en aanbod te organiseren. Dat gebeurt rondom een plattegrond (Google Maps) waar allerlei informatie, activiteiten, gebeurtenissen gekoppeld kunnen worden aan een bepaalde locatie. Voor de gebruikers is dan meteen inzichtelijk waar wat gebeurt.
Het project is opgezet in samenwerking met de woningbouwcorporaties, die als geen ander de situatie in de buurt kennen. Er zijn allerlei initiatieven genomen om mensen naar de site te trekken en ze te bewegen tot een actieve participatie. Zo is in elke buurt een groot aantal prominente figuren (van wijkagent tot maatschappelijk werker) benaderd om een actieve rol te spelen op de site. Ook zijn er wijkredacteuren, mensen die voortdurend op zoek zijn naar buurtnieuws, dat publiceren en en relateren aan een bepaalde locatie.
Er worden ook 'beloningen' uitgeloofd. Mensen die het initiatief nemen voor een buurtactiviteit en dat via de site organiseren en bekendmaken kunnen een deel van de kosten van die activiteit terugkrijgen.

Buurtleven moet niet worden verward met www.buurtlink.nl. Beide sites zijn vergelijkbaar als je de kernideeën erachter met elkaar vergelijkt. Ze gaan alletwee uit van web2.0 toepassingen om de sociale cohesie en integratie in buurten te versterken. Principieel verschil is de schaalgrootte. Buurtlink gaat over heel Nederland, Buurtleven is vooralsnog beperkt tot de drie Amsterdamse buurten.

Dergelijke sites kunnen in theorie een belangrijke bijdrage leveren aan de sociale cohesie en integratie. Maar dat is theorie. Natuurlijk kun je het succes afmeten aan kwantitatieve parameters (x% van de buurtbewoners maakt vaker dan y keer per z weken gebruik van de site). Het echte effect moet natuurlijk te zien zijn in een verbetering van de leefbaarheid van de buurt. Dat lijkt in eerste instantie moeilijk te meten. Woningcorporaties zullen echter op basis van hun ervaring ongetwijfeld criteria hebben waarmee de effecten in kaart kunnen worden gebracht. De organisatie achter Buurtleven is dan ook op zoek naar een socioloog of sociologie student die hier brood in ziet om onderzoek te doen naar de uiteindelijke effecten. Als daar resultaten van boven water komen zal het ongetwijfeld de moeite waard om daar weer eens een mini-symposium aan te wijden. In houd je op de hoogte.

zondag 15 februari 2009

Politieke profilering

Jasper van Dijk (SP) heeft opnieuw een oproep gedaan een eind te maken aan het competentiegericht onderwijs. In feite doet hij 5 voorstellen:

1. De invoering van het competentiegericht onderwijs is onder de maat en wordt daarom stopgezet.
2. Doe breed onderzoek onder alle betrokkenen naar de gewenste inrichting en vernieuwing van het mbo.
3. Zorg voor draagvlak onder docenten tijdens de invoering van vernieuwingen.
4. Voor de niveaus 1 en 2 van het mbo wordt onderzoek gedaan naar intensief onderwijs voor overbelaste jongeren, in lijn met de aanbevelingen van Pieter Winsemius en de WRR.
5. Vernieuwingen vinden pas plaats als wordt voldaan aan de eisen van de commissie-Dijsselbloem, in het bijzonder wat betreft draagvlak en onderbouwing. Ook worden vernieuwingen altijd voorafgegaan door experimenten, zodat er genoeg tijd is voor bijstelling.

Op zich kan ik me wel wat voorstellen bij de onderbouwing bij het eerste punt, niet met dat voorstel. Ver kan ik me prima vinden in voorstel 2 en 3. Punt 4 lijkt me ook geen probleem, maar daar heb ik me (nog) niet in verdiept (zie ook hier). Punt 5 maakt me weer zo huiverig...

Moet je eens voorstellen als het hele CGO wordt teruggedraaid. Ook daar heeft Jasper een reactie op:

Maar de trein dendert door, zoals wel vaker bij grote projecten die een regering bedenkt (JSF, Betuwelijn). 'We zijn nu al zo ver gevorderd, we kunnen niet meer terug', is de gangbare redenering van de voorstanders. Dat is niets minder dan chantage. De grote fout bij onderwijsvernieuwingen is dat ze op papier worden bedacht en van bovenaf opgelegd. De uitvoerders – docenten en studenten – worden over het hoofd gezien. Maar zij zien als geen ander het verschil tussen papier en werkelijkheid.

Dat is toch wel een boute bewering. Nou is Jasper daar niet vies van. Hij hekelt dan ook die politici, die zich koste wat kost moeten profileren met een onderwijsvernieuwing 'waar niemand op zit te wachten'. Tegelijkertijd begin ik een beetje het gevoel te krijgen van het omgekeerde. Is die Jasper zich een beetje aan het profileren misschien? Ondanks de noodzaak voor een (weliswaar goed doordacht en met draagvlak ingevoerd) CGO kan deze SP'er zich straks op de borst kloppen als degene die het CGO koste wat kost heeft kunnen tegengehouden.
Tegen de tijd dat er dan een parlementaire enquete wordt gehouden over de deplorabele toestand van de economie en de slechte concurrentiepositie van Nederland in de geglobaliseerde wereld, mede als gevolg van een teruggedraaide, noodzakelijke vernieuwing het onderwijs, is deze meneer van Dijk allang weer politicus af...

Vier keer flexibel onderwijs

Het is even wat rustig geweest op mijn weblog. dat veel te maken met het feit dat veel (vrije) tijd is gaan zitten in het maken van een aantal presentaties en workshops rondom Flexibiliteit in het Onderwijs. Afgelopen week was het goed raak: 4 verschillende presentaties en workshops.

Op dinsdagochtend heb ik twee keer een presentatie gegeven over 'Zin en onzin over flexibel onderwijs' op de Innovatiedag van het Deltion College.
(De presentatie staat in wat uitgeklede vorm op Slideshare. De animaties zijn er uit, dat maakt het geheel helaas wat minder duidelijk.)
Van daaruit met een sneltreinvaart naar Amsterdam om op de Managementconferentie van het ROC van Amsterdam een workshop te geven rondom hetzelfde thema. Het ging daarbij om een 'estafette workshop': drie workshops achter elkaar waarbij elke ronde voortbouwt op de voorgaande ronde. Tussen de rondes door konden deelnemers ervoor kiezen om te blijven zitten dan wel een andere workshop te gaan bezoeken. Leuk concept, maar je moet het wel een keertje ervaren om er echt rendement uit te kunnen halen. Onze voorbereiding was er op gebaseerd, dat minimaal een paar mensen zouden blijven zitten om op basis van de resultaten uit de voorafgaande ronde verder te kunnen gaan. Toen iedereen vertrok en een heel nieuwe groep binnenkwam, kwam die vervolgronde minder uit de verf.
Donderdag 12 februari werd de eerste Conferentie Onderwijslogistiek gehouden. Ook daar heb ik twee presentaties gegeven. De eerste over de manier waarop we bij het ROC van Amsterdam onderwijslogistiek aan het vormgeven zijn vanuit de Standaarden CGO. De tweede presentatie ging over het FlexCollege, het workshoptraject dat door Kennisnet in samenwerking met MBO2010 is opgezet.

Al die presentaties hebben uiteindelijk weer heel wat inzicht opgeleverd! In elk geval word je gedwongen een aantal zaken weer eens goed op een rijtje te zetten en dat is nooit verkeerd. Daarnaast hebben de verschillende discussies ook weer geleid tot wat nieuwe inzichten!

  • Het helpt enorm als je in staat ben om een aantal zaken te visualiseren. Natuurlijk kun je de uitspraak doen dat een student elk gewenst moment zonder overlap moet kunnen overstappen naar een andere opleiding. Op het moment dat je dat uittekent, schematiseert, wordt veel beter duidelijk waar opleidingen op elkaar afgestemd moeten worden, waar afspraken gemaakt moeten worden.
  • Veel mensen hebben een bepaald beeld bij het begrip 'flexibiliteit'. Zo'n beeld kan belemmerend werken bij het vinden van oplossingen. Zo bestaat er het beeld dat een opleiding kan worden samengesteld uit een reeks van leereenheden. Dat vergt een flexibele organisatie!
    Er ontstond tijdens een van de presentaties een hele discussie over deze vorm van flexibiliteit en het kiezen van die leereenheden door studenten. "Ze maken veel eerder een keus voor wat hun klasgenoten doen dan wat goed voor ze is", was het commentaar.
    In de praktijk is dat waarschijnlijk ook zo. De vraag alleen is, of je die studenten die keuze moet bieden! Het kan zijn dat de ene student een andere combinatie van leereenheden nodig heeft dan een andere student. Het feit dat er twee verschillende combinaties van leereenheden zijn, vraagt om een flexibele organisatie. Of die studenten daar vervolgens een keus in hebben, is dan nog maar de vraag! 
  • Er is nog heel wat creativiteit nodig om leereenheden te maken, die in meerdere opleidingen toepasbaar zijn. Duidelijk is, dat we er met de bestaande content nog niet zijn!
    Maar als we er van uitgaan dat pakweg eenderde van het curriculum (of competenties) mbo- of hbo-breed toepasbaar zijn, een derde van het curriculum sectorbreed kan worden ingevuld en (slechts!) eenderde echt beroepsspecifiek is, zijn er aanknopingspunten om een deel van de invulling van opleidingen heel algemeen te maken. Dat betekent nog niet, dat dat heel algemene opdrachten moeten zijn! De opdrachten kunnen best rondom beroepstaken of -situaties worden opgezet. Alleen is het beroepsspecifieke in dat algemene deel niet meer dan een kapstok om te werken aan die brede competenties. Overstappen is dan ineens heel wat minder moeilijk!
    Tijdens één van de presentaties deed iemand een heel slimme suggestie: maak een 'conceptuele meetlat' (een reeks mijlpalen rondom bepaalde concepten waar de vorderingen aan afgemeten kunnen worden). Ik had even nodig om te begrijpen wat hij bedoelde maar toen het kwartje viel, bedacht ik me, dat dat wel eens een brillante inval zou kunnen zijn! Ik moet er nog eens over nadenken hoe dat in de praktijk uitgewerkt zou kunnen worden.

Alles bij elkaar een intensieve week, maar het heeft mij althans weer een stuk verder geholpen!

zondag 1 februari 2009

Onderwijscalculator

Op 28 januari organiseerde MBO2010 een Klantendag waar verschillende producten, diensten en scholingstrajecten werden gepresenteerd. Tijdens die dag werd ook de Onderwijscalculator gepresenteerd, een tool waarmee de kosten van het (nieuwe) onderwijs in beeld kunnen worden gebracht. Een toelichting op het product staat in de MBO-krant van november 2008. Vreemd dat op de sites van MBO2010, Herontwerpschool of de makers, Artefaction nergens een verwijzing staat naar de tool. Ik had er al het een en ander over gehoord maar was gewoon nog niet in de gelegenheid om er eens nader naar te kijken.

Tijdens de presentatie werd in eerste instantie ingegaan op de Onderwijscalculator zelf, in de tweede helft werden wat aspecten van de implementatie besproken.

De Onderwijscalculator is eigenlijk heel eenvoudig van opzet, bijna op een manier dat je zou denken, 'waarom heb ik het niet zelf bedacht?' Elke organisatie kan op basis van de voorgedefinieerde structuur zelf invulling geven aan allerlei aspecten van de onderwijsorganisatie: samenstelling van teams, kosten van bepaalde rollen, ruimtes, activiteiten, opzet van opleidingen, roosters. Op die manier wordt de actuele (of gewenste) situatie van een opleiding of een team in kaart gebracht. Ook op het niveau van een sector of de hele instellingen kunnen activciteiten alles wat daarbij hoort, worden gedefinieerd en ingevuld.

De kracht van de tool zit hem vooral in het feit dat op allerlei verschillende manieren doorsneden kunnen worden getoond van de onderwijsorganisatie. Benodgd aantal fte, ruimtes, financiële middelen. Doordat verschillende scenario's kunnen worden gerealiseerd kunnen situaties met elkaar worden vergeleken. Wat nu, als deelnemers niet wekelijks een half uur maar een kwartier ondersteuning krijgen: het wordt onmiddellijk duidelijk wat de consequenties zijn.

Naar mijn idee is de tool voor twee belangrijke zaken te gebruiken: op de eerste plaats kan de huidige situatie worden doorgerekend. Het is wel makkelijk om te roepen dat een opleiding of team financieel niet uitkomt, maar waar zit hem dat nu in? De tweede mogelijkheid is het doorrekenen van de businesscase van een nieuwe of aangepaste opleiding. Veel onderwijsvernieuwingsprojecten mislukken in de praktijk omdat dat wordt overgeslagen. Op papier een prachtig concept maar in de praktijk niet organiseerbaar of betaalbaar. Met deze toolo kan dat niet alleen inzichtelijk worden gemaakt maar kunnen ook de uitgangspunten nog eens tegen het licht worden gehouden, aangepast en vervolgens doorgerekend.
Kort gezegd: ik ben behoorlijk enthousiast over de mogelijkheden! Ook andere aanwezigheden waren behoorlijk positief. Sommigen zagen alweer allerlei alternatieve mogelijkheden: of de tool ook te gebruiken was voor het registreren van de onderwijstijd, managementrapportages, budgetberekeningen, beschikbaarheid van ruimtes, enzovoorts. Dat zijn altijd de valkuilen van de ontwikkeling van een dergelijke tool: het bloemkoolmodel. Steeds maar weer nieuwe dingetjes er aan vastbouwen. Niet doen dus! De calculator is 'voorcalculatorisch' bedoeld maar kan natuurlijk 'nacalculatorisch' worden gebruikt door achteraf realisatiecijfers in te voeren.

Een paar zaken ten aanzien van de implementatie werden nog besproken. Hoewel de tool op zichzelf wel eenvoudig is, gaat het pas echt werken als het wat grotere schaal wordt toegepast, Dat vraagt om een implementatietraject waarin gewerkt wordt aan een paar centrale uitgangspunten en definities. Ook het 'dilemma van de transparantie' werd besproken. Niet alle teams zitten er op te wachten dat de exacte cijfers bekend worden gemaakt. Dat zou immers kunnen leiden tot besluiten van hogerhand in de zin van: niet rendabel, niet meer uitvoeren.
De Onderwijscalculator komt op 1 maart beschikbaar. Het feit dat er een centrale installatie komt waar roc's een eigen deel van de database krijgen, maakt wel wat speciale afspraken over 'privacy' noodzakelijk. In elk geval wordt het beheer de komende twee jaar door MBO2010 betaald, daarna moet nog worden bekeken hoe het verder gaat.

Zoals ik boven al aangaf: ik ben behoorlijk enthousiast. Vooral als er ook werk gemaakt wordt van de suggesties om de calculator te koppelen aan initiatieven als de Netwerkschool (waar ik zelf de begroting nog wel eens van heb geanalyseerd) en het traject van het FlexCollege, waarvoor een simulatie van een flexibele onderwijsinstelling wordt gebruikt. Omdat ik daar zelf bij ben betrokken zou ik mijn tanden graag eens in die combinatie willen zetten!

Dell, dat kan beter!

We hebben inmiddels een indrukwekkend aantal pc's en laptops in huis, zeker als je de uitspraak van Ken Olson van een paar decennia nog eens in ogenschouw neemt: "there is no reason for any individual to have a computer in his home".
Die dingen hebben niet het eeuwige leven dus net voor de kerst een nieuwe laptop aangeschaft via Dell, compleet een 'on site'-garantie voor het eerste jaar en, inmiddels wijs geworden door eerdere ervaringen, een aanvullende 'carry and return'-garantie van nog eens twee jaar.

Wij maakten ons dus geen zorgen toen de nieuwe huisgenoot wat vreemde kuren begon te krijgen, vooral met opstarten. Keurig volgens het boekje wat testen gedaan en toen zelfs dat ook een aantal vastlopers opleverde kreeg ik het vermoeden van een kapotte harddisk.

Melding 1 gedaan bij Dell via internet. Keurig mailtje terug: wij streven er naar binnen één werkdag te reageren. Nou mooi niet.
Inmiddels startte het ding helemaal niet meer op en nam ik het kloeke besluit: dan maar terug naar fabrieksinstellingen. Dat leverde ook een vastloper op maar de tweede poging slaagde. Het ding was weer te gebruiken maar gaf om de haverklap een melding dat er zich een 'SMART-gebeurtenis' had voorgedaan en dat de harde schijf het snel zou kunnen opgeven.
Melding 2 via internet. Niet eens een mailtje terug.

Toen gaf onze vriend helemaal de geest. De telefoon erbij gepakt en snel door (ik kan niet anders zeggen) enkele bijzonder vriendelijke én deskundige mensen geholpen om wat aanvullende testen te doen. En inderdaad, het was een kapotte harde schijf.

Verrassing 1: "Wij zullen een u een nieuwe harde schijf toesturen".
Wacht even, een 'on site'-garantie betekent toch dat er iemand hier dat ding komt repareren?
"Nee hoor, een harde schijf is heel simpel zelf te vervangen, daar sturen we geen monteur voor."
Nou ja, ik zie mijn bejaarde moeder van 80 al voor me. Ik begon ons verjaardagscadeau - een Dell laptop - al enigszins te betreuren!

Verrassing 2: Je zou toch verwachten, dat de harde schijf voorzien is van de oorspronkelijke image, zeg maar weer wordt geleverd met alle fabrieksinstellingen.
"Nee, meneer, u moet de software zelf weer opnieuw installeren. Windows Vista wijst zichzelf, ik raad u alleen aan om daarna toch weer even contact met ons op te nemen voor het installeren van alle drivers."

Lekker. Dat heeft me een zaterdagmiddag gekost. En dat niet alleen. De informatie, die ik kreeg over het installeren van de drivers bleek helemaal niet te kloppen met de inhoud van de meegeleverde CD-ROM, waar die drivers op zouden moeten staan. Allerlei foutmeldingen bij het Apparaatbeheer, er kon geen contact gemaakt worden met internet, en nog wat andere vreemde zaken. Dat leverde weer een boeiend telefoongesprek op. De Nederlandse inhoudsopgave, die ik voor me had, bleek helemaal niet te corresponderen met de Engelse inhoudsopgave, die mijn gesprekspartner aan de andere kant van de lijn voor zich had. Toen ik de koos voor de Engelse weergave, bleken ineens allerlei drivers, die eerst onzichtbaar waren, wel te voorschijn te komen. Foutje...

Uiteindelijk werkt het allemaal weer. Maar de ervaring, die me dit opgeleverd heeft, doet me een volgende keer toch wel drie keer nadenken voor ik weer een Dell koop. De moeite, die het mij én Dell kost om mijn apparaat weer aan de praat te krijgen is behoorlijk wat meer dan het leveren van een harddisk met de oorspronkelijke image erop.

Dell, dit kan beter!