zondag 14 december 2014

Wordt de privacy in het onderwijs goed beschermd?

Laat ik voorop stellen dat ik niet alle feiten ken en ook geen privacy expert ben. Vanuit die relatieve lekenstatus concludeer ik echter toch wel dat er sprake is van een negatieve hype rondom de privacy van leerlingen en studenten in het onderwijs.

In april komt Price Waterhouse Cooper (PWC) met een nulmeting over hoe het gesteld is met de privacy van leerlingen in het PO en VO. Enkele conclusies in de samenvatting:

  • De scholen in het onderzoek passen de Wet Bescherming Persoonsgegevens en hun beleidsmaatregelen toe op basis van “gezond verstand”
  • De markt voor Leerlingvolgsystemen en Digitale Leermiddelen is in handen van een klein aantal leveranciers. De scholen hebben niet voldoende gewicht om tegenwicht aan leveranciers te bieden en eisen te stellen t.a.v. privacy en beveiliging. Zij accepteren de door de leveranciers gestelde voorwaarden.
  • De leveranciers van Leerlingvolgsystemen en Digitale Leermiddelen verwerken gegevens over bijvoorbeeld leerlingen en docenten. Het is onduidelijk hoe deze gegevens gebruikt worden, met welke partijen deze gegevens worden gedeeld en hoe deze gegevens adequaat worden beschermd. De beschikbare documentatie zoals privacystatements laten hiertoe ruimte. Er kan worden gesteld dat er een commercieel belang is om breder gebruik te maken van data.

Wat ik er niet in lees: leveranciers gaan aan de haal met de gegevens van leerlingen en verdienen daar geld aan.

RTL-nieuws besteedt er -overigens een paar maanden later- aandacht aan. Dat levert allerlei protesten op, zoals op die site staat te lezen. Kern van het verhaal is dat scholen gedwongen zijn om gegevens door te spelen omdat die kinderen anders niet met het materiaal kunnen werken.

Met name Basispoort van een aantal educatieve uitgevers moet het ontgelden. Basispoort is een dienst waarmee leerlingen met één toegangscode bij het lesmateriaal kunnen dat de uitgevers digitaal aanbieden.

Er is zeker ruimte voor verbetering. Met name het feit, dat er geen toestemming wordt gevraagd aan de ouders om de gegevens te delen met uitgevers is een belangrijk aandachtspunt. De uitgevers geven aan, dat toestemming vragen aan individuele ouders lastig is. De school heeft immers besloten om gebruik te maken van het lesmateriaal. Wanneer individuele ouders bezwaar maken, wordt dat lastig. De uitgevers stellen dan ook dat toestemming niet nodig is omdat het gaat om een gerechtvaardigd belang: het onderwijs aan de leerling. Dit kan wel wat sterker.
Ze zijn bezig om te bekijken hoe een en ander beter aangepakt kan worden, bijvoorbeeld door te werken met een pseudoniem van de leerling. Daar moet technisch best iets op te bedenken zijn zodat de gegevens in het systeem bij de uitgevers geanonimiseerd zijn.

Natuurlijk mag een Siebe Sietsma of een Aleid Truiens moord en brand schreeuwen. (Siebe mag dan zijn huiswerk wel overdoen. Als hij beweert dat de uitgevers een en ander hadden moeten melden bij het College bescherming Persoonsgegevens, heeft hij duidelijk niet gekeken naar het Vrijstellingsbesluit bij de Wet Bescherming Persoonsgegevens).

Als we nu met zijn allen stellen, dat wat hier gebeurt absoluut niet door de beugel kan, hebben we natuurlijk wel een flinke klont boter op het hoofd. Dan gaan we terug naar bord en krijt en schaffen we alle computers en tablets in het onderwijs af. nou ja, in elk geval internet. Dan moeten we ook alle leerlingadministratiesystemen afschaffen en weer terug gaan naar een papieren administratie want ook Parnassys, Magister en SOM registreren leerlinggevens zonder toestemming van de ouders.

Misschien kunnen we beter met allen constateren, dat ict veel mogelijkheden biedt, dat de ontwikkelingen sneller gaan dan we met zijn allen kunnen bijbenen en dat we serieus aandacht moeten besteden aan het aanpakken van deze problemen, die daaruit voortkomen. Maar achter de negatieve hype aanlopen betekent niets anders dan dat we het kind met het badwater weggooien. Dan gaan we weer naar de tijd dat kinderen thuis van alles doen met computer en tablet en op school komen om te zien hoe het vroeger was...


zondag 23 november 2014

De nationale onderwijsdialoog #onderwijs2032

Staatssecretaris Sander Dekkers wil in janurai 2015 een maatschappelijke dialoog starten over de toekomst van het onderwijs. Omdat de kleuters van nu rond 2032 de arbeidsmarkt betreden heeft hij dat jaartal als uitgangspunt genomen: wat moeten de kinderen van nu kennen en kunnen om in 2032 goed aan de slag te gaan.


In zijn kamerbrief geeft aan dat hij wil komen tot:
  1. Een herijking van de kerndoelen en eindtermen, zodat alle leerlingen optimaal zijn voorbereid op de toekomst waarbij de brede opdracht van het onderwijs en samenhang tussen vakgebieden en doorlopende leerlijnen in het vervolgonderwijs optimaal zijn geborgd.
  2. Meer houvast voor leraren en scholen om deze gemeenschappelijke ambitie te vertalen naar goed onderwijs in de klas door concrete en meer ambitieuze kerndoelen en meer samenhang in de eindtermen voor het voortgezet onderwijs.
  3. De introductie van een systematiek van periodieke herijking van het curriculum op basis van een integrale afweging, zodat de samenhang blijft gewaarborgd en een overladen curriculum wordt voorkomen.
Hoewel de echte dialoog pas in 2015 start, zie je dat er op heel veel plaatsen al een voorschot op wordt genomen. Op Onderwijs2032 wordt tenminste al veel gediscussieerd.

En wat onderwijsvanovermorgen van deze discussie?
Laten we voorop stellen, dat het altijd goed is om na te denken over de relevantie van het onderwijs in de context van de maatschappelijke ontwikkelingen. Een paar aandachtspunten:

  1. Laten we op de eerste plaats oppassen om niet (weer) achter allerlei hypes aan te lopen. Judith Volker noemt er op haar blog een paar die ze is tegengekomen: "Programmeren, mindfulness, robotica, filosofie, IPads, cultuur, probleemoplossend vermogen, ethiek, het afschaffen van schrijflessen." De vraag is, of je nu al een antwoord kunt geven op de behoeftes van het onderwijs in de aanloop naar 2032 door dit soort inhoudelijke onderwerpen te noemen. Wat dat betreft ben ik het wel eens met de derde opdracht uit de kamerbrief: een systematiek om regelmatig het curriculum te herijken.
    Als je nu dan toch zaken wilt noemen die in het curriculum moeten, dan ben ik wel gecharmeerd van de ideeën van sir Ken Robinson. Kijk bijvoorbeeld eens naar dit filmpje (en vergeef hem het uitstapje naar ADHD).
  2. Ik vind dat het debat onderdeel zou moeten zijn van een maatschappelijk debat over wat we met onze samenleving willen. Hoe denken we als Nederland in de toekomst ons geld te verdienen? We zouden een voorloper kunnen zijn op waterwerken (stijgende zeespiegel), energiebesparing, technologie, duurzame landbouw, wellicht zelfs onderwijs. In elk geval zaken die er in de toekomst toe doen. Vervolgens kunnen we nadenken over het onderwijs.
  3. Laat ik tot slot ook een knuppeltje in het hoenderhok gooien: moeten docenten meedoen aan deze dialoog? Aleid Truiens vindt van wel, zoals ze afgelopen zaterdag in de Volkskrant schreef. Ik ook. Maar ik vind ook, dat docenten niet zouden moeten meepraten over hun vak. Laat ze meepraten over het systeem, over didactiek, dat soort dingen. Maar laat de kalkoen niet meepraten over het kerstdiner...

dinsdag 23 september 2014

Even bijpraten ... #SamboICT en #Kennisnet

Zoals bij elke sambo-ICT conferentie praten Jan Bartling en Leo Bakker ons even bij over de belangrijkste thema's van dit moment.
  • Onderwijs
    • Leermiddelen en cloud
    • On-line leren in balans
  • Organiseren van onderwijs
    • Examineren
    • Informatievoorziening Focus op Vakmanschap (iFov) en de herstructurering van de kwalificatiestructiir (hKS)
  • Sturen en verantwoorden
    • iAgenda
    • Doorontwikkeling van BRON
  • IT-functie
    • Informatiebeveiliging
    • ICT Monitor

Leermiddelen en cloud
De implementatie van de iECK: (implementatie van de Educatieve ContentKeten). Inmiddels zijn er al 18 roc's die gebruik maken van de LiMBO-ECK methodiek. (LiMBO= Leermiddelen in het MBO). Ook uitgevers gaan er steeds meer mee doen. 
Er worden stappen gezet op het gebied van een unieke leerling ID, het beschikbaar stellen van productinformatie en de licentiestatus van de leermiddelen. Nu moet er nog een regiefunctie in het leven geroepen worden. Dat is een bestuurlijke aangelegenheid waar later in het jaar meer over bekend zal zijn.

Functioneel beeld van de MBO Cloud
De MBOcloud is gekoppeld aan de iECK. Er is een plateuaplanning opgesteld waarin gefaseerd gewerkt wordt aan clouddiensten, met name het ontsluiten van leermiddelen.

Veel instellingen worstelen met de vraag hoe het onderwijs anders georganiseerd kan worden. Daarbij speelt vooral de vraag hoe online leren daarbij een rol kan spelen. Kennisnet werkt aan een model: Online Leren in Balans. Het gaat om benodigde functionaliteiten en een applicatielandschap. Er wordt ook een rekenmodel geboden om te kijken of een opleiding met de inzet van online leren aan de regels van Onderwijstijd voldoet. Vier in balans+ ligt hieronder aan de basis. 

Examinering
Er ligt een procesmodel (een referentiekader) voor examenprocessen. Het is een programma van eisen voor examencommissies  die daarmee naar de informatiemanager kunnen stappen. 
Op dit moment wordt Facet als examineringsprogramma uitgerold. Vraag daarbij is of het programma ook gebruikt kan worden voor andere functionaliteiten, planning, inschrijven, analyses en dergelijke. 

iFoV en hKS
Er is een programma van eisen opgesteld voor processen rondom met name keuzedelen in de kwalificatiestructuur. Allerlei partijen zijn in samenwerking met Sambo-ICT aan het kijken naar de verdere uitwerking. Daar worden allerlei issues besproken die in de realisatie naar boven komen. Daar zullen extra administratieve lasten aan vast zitten. Zo moeten niet alleen de crebo's maar ook de keuzedelen op een onderwijsovereenkomst maar ook op het diploma moeten komen. Er zijn consequenties voor de bekostiging. 
Systemen zullen aangepast moeten worden. Leveranciers worden in deze trajecten meegenomen. 

iAgenda
Er is onrust ontstaan over allerlei consequenties van FoV en hKS. Veel is niet duidelijk, steeds allerlei uitwerkingen, is het allemaal niet te veel?
Dat gevoel moet je omzetten in inzicht. Zo is de iAgenda ontstaan. Met alle betrokken partijen is er gekeken naar wat er allemaal moet gebeuren op i-gebied. Dat heeft een lijst van 120 punten opgeleverd, rijp en groen door elkaar. Daarin moet geprioriteerd worden, daar moet op gestuurd worden. 
Niet alles valt te sturen omdat de politiek allerlei veranderingen zo maar kan door voeren. 

BRON moet technisch aangepast worden om in plaats van bestanden berichten terug te kunnen krijgen. Dat brengt ook een nieuwe werkwijze met zich mee. Leveranciers zullen hun systemen er op aanpassen. Complexe materie. Het is daarbij ook nog maar de vraag of alle leveranciers hier in mee willen of kunnen! 

Vandaag wordt een boekje gelanceerd over informatiebeveiliging. Er is een taskforce gestart dat een actieplan heeft opgesteld. Vijf werkgroepen gaan aan de slag met allerlei aspecten rondom dit thema. Tooling, scholing, audits, communicatie.

ICT Monitor
Ook dit jaar gaat er weer een ICT Monitor lopen na een beetje een beperkt resultaat van vorig jaar. Vanaf november worden instellingen weer gevraagd  om de monitor in te vullen. Er is een aantal verbeteringen in aan gebracht. De tooling is verbeterd. Er is nu koppeling met de MBO benchmark een aantal vragen is aangepast. Toch kan het niet anders dan een betrekkelijk oppervlakkige monitor zijn, die niet gevalideerd is, wat in de praktijk leidt tot het vergelijken van appels met peren. Voor de instellingen die er nog een slag dieper in willen gaan is er natuurlijk altijd nog de ICT Benchmark van M&I! ;-)

Er gaat een tweede programma van start in december 2014. Projectleiders binnen scholen die er mee aan de slag gaan kunnen daarbij ondersteuning krijgen.

En hiermee hebben we weer een aardig overzicht van wat er actueel is op ICT-gebied in het MBO...


donderdag 18 september 2014

MBO Docent van het jaar #samboict

Tijdens de Sambo-ICT conferentie van september 2014 bij het Groenhorst College geeft Sara Albone de eerste keynote. Sandra is de MBO docent van het jaar 2013. Dat was al duidelijk bij aankomst bij het Groenhorst: een grote poster met de foto en de naam van Sandra. En natuurlijk de mededeling dat het Groenhorst trots op haar is.

Tijdens de aankondiging werd er even gevraagd wat een ICT

Wat heb ik nodig van ICT?
Ze geeft zelf aan dat ze geen uitgebreide skills heeft op het gebied van ICT. En dan een keynote op een ICT conferentie. Ze heeft een achtergrond als veearts. Ze kwam bij toeval in het onderwijs terecht.
Dat ze docent van het jaar werd, is haar overkomen, voorgedragen door haar eigen leerlingen.

Door ons kennis te laten maken met haar leerlingen moet duidelijk worden wat zij als docent nodig heeft van ICT. Ze geeft les aan de opleiding voor dierenarts assistenten.

Bij de intake maken de leerlingen een intake test van AMN. Dat geeft inzicht in capaciteiten en persoonlijkheid. In de resultatenmatrix scoren leerlingen hoog op capaciteiten (veel HAVO-leerlingen) maar laag op persoonlijkheid (zelfvertrouwen, veel faalangst).
Ze is zelf gaan analyseren hoe dat zit met de hele populatie HAVO instromers. Dat geeft interessante beelden over wat de leerlingen nodig hebben (bijvoorbeeld begeleiding) en hoe ze graag leren (veel groepswerk). Met veel groepswerk is het lastig te bepalen wat elke leerling individueel opsteekt.

Wat heb ik nodig van ICT? De ICT die ik wil gebruiken moet:
  • Overleggen bevorderen
  • Samenwerken stimuleren
  • Faalangst verminderen
  • Enthousiasme behouden
  • Zelf ruimte hebben om te begeleiden
Ze zoekt het vooral in apps op de smartphone.
Wat ze vooral gebruikt zijn color vote en socrative. Met color vote kunnen leerlingen antwoord geven of aangeven of ze dingen al dan niet begrijpen. Socrative is een heel eenvoudig toetsprogramma. 
Ze brengt het meteen in de praktijk door iedereen te vragen de app color vote te instelleren. Tja die werkt alleen op Android. TabletGo is een alternatief voor iOS.

Waar droom ik van in de ICT? 
  • Betrouwbaarheid
  • Eenvoudigheid
  • Uitvoerbaar op een smartphone
  • Zelf aan te passen 
  • Ingebouwde beloningen
  • Monitoring voortgang
  • Stimuleren van individuele leerprocessen maar ook overleggen in groepsverband.
Leuk verhaal met een paar 'ja maren'...
Sara is een docent die betrokken is bij de leerlingen en dat terecht terugkrijgt in de vorm van een nominatie en neboeming als MBO docent van het jaar. Zelf geeft ze aan, dat ze weinig verstand heeft van ICT maar daarmee stelt ze wel de juiste vragen. Ze vraagt niet om een tool maar om functionaliteit.
Toch even die ja maartjes...

  • Ik krijg een beeld van een docent die veel alleen doet. Zij gebruikt deze apps maar doen haar collega's dat ook? Goed onderwijs is geen eenmanszaak!
  • Hoe zit het met allerlei andere zaken? Leerlingvolg, begeleiding? Daar kan ICT heel veel betekenen. Ik ben nieuwsgierig naar juist die aspecten!


woensdag 10 september 2014

Wie bedenkt zoiets als eHerkenning?

Ik heb (vroeger) altijd gedacht dat ICT bedoeld was om het mensen makkelijk te maken. Ik heb (vroeger) maar tussen haakjes gezet, omdat ik steeds meer voorbeelden tegenkom, waarbij ik met weemoed terugdenk aan mijn jeugdige illusies. Neem nou eHerkenning...

Natuurlijk, je moet het Steve Jobs nageven, hij snapte het concept van intuïtiviteit in de ICT. Maar Steve Jobs is waarschijnlijk niet te vergelijken met de bedenkers van de eHerkenning-oplossingen. Ik krijg bij die mensen een beeld van nerdige mannen die met bloeddoorlopen ogen en een gemene grijns op hun gezicht bedenken hoe ze het onschuldige ZZP-ers met een rood kapje op en een bosje bloemen in de hand zo moeilijk mogelijk maken om bij het huisje van oma te komen...

Ik help in mijn vrije tijd enkele ZZP-ers in de jeugdzorg die, met het oog op de komende transitie in de jeugdzorg, proberen een voet tussen de deur te krijgen bij de gemeentes. "Sluit je aan bij Tendernet", was zo'n beetje het maximale aan advies dat ze uit een positief meedenkende ambtenaar konden krijgen.
Ok, laat ik dat dan maar eens doen, dacht één van die onschuldige ZZP-ers nog... Haar psychische gemoedstoestand was toch wat anders toen ik haar enkele uren later in haar keuken achter een laptop aantrof. En de mijne ook, nog een hele tijd later.

TenderNed ("Eenvoudig, snel en efficiënt volledig digitaal aanbesteden", het staat er echt!) is een marktplaats van vraag en aanbod. Overheden publiceren hier hun vraag, aanbieders kunnen daar dan op inschrijven. Maar dat moet dan wel via eHerkenning, zeg maar de DigId voor bedrijven.
eHerkenning is een dienst, die door verschillende bedrijven wordt aangeboden. Je moet dus bij één van die bedrijven een account aanvragen om bij Tenderned terecht te kunnen. Die eHerkenning kan op verschillende (beveiligings-)niveaus worden aangevraagd: E1, E2, E2+ (??) E3 en E4. Dat is voor een gemiddelde ZZP'er in de zorg zonder veel ICT-ervaring niet vanzelfsprekend helder.

Een reconstructie van een proces van een ZZP-er om 'eenvoudig, snel en efficiënt' je aan te melden bij Tendernet.

  • Stap 1 Maak een account aan bij Tendernet
    Dat kan onze ZZP'er nog op de 'gewone' manier, registratieformulier invullen met een inlognaam en wachtwoord. Mooi. Nu de bedrijfsgegevens invullen. Oeps...
  • Stap 2 .Om je gegevens in te vullen, moet je je alsnog aanmelden via eHerkenning. Roodkapje kijkt me vragend aan: eHerkenning? Wat is dat??? Je kunt op TenderNed een aanbieder uit een lijstje selecteren. Als je dan op Volgende klikt, kom je ineens op een andere website met een inlogscherm. Onze ZZP'er denkt: Net een account op TenderNed aangemaakt, maar waarom werkt dat hier nou weer niet? Blijkbaar moet je hier ook een account aanmaken? 
  • Stap 3 Dus bij deze eerste de beste aanbieder ook maar een account aangemaakt. En weer terug naar TenderNed. Om er achter te komen dat het niet werkt. Ze raakt gefrustreerd. Paar keer wachtwoord aangepast maar het blijft maar niet werken...
    Nee, klopt, bij deze aanbieder maak je automatisch een E1-account aan en om je gegevens in te voeren heb je een E2-account nodig... Dus
    Stap 4 Terug aan de aanbieder om het account op te waarderen naar E2. Maar wacht eens even, deze aanbieder biedt alleen E1 en E2 eHerkenning aan, voor bepaalde zaken op TenderNed heb je een E2+ nodig. Onze ZZP'er kijkt me met holle ogen aan. "Hoe moet je dat nou weer weten?" Op naar...
  • Stap 5, Een andere aanbieder gezocht om een E2+  eHerkenning account aan te vragen. Kost wat, maar dan kunnen we verder. Daar gaan we weer: registratieformulier met wat bedrijfsgegevens , inlognaam en wachtwoord aangemaakt. Foutmelding. Het bankrekeningnummer klopt niet. Hè? Nog eens. Fout. Spaties weg, nog steeds niet. Na wat zoeken blijkt dat onze vrienden nog niet over zijn op IBAN... Ok, account aangemaakt en terug naar TenderNed. Oh wacht even, Het gaat om beveiligde gegevens dus onze vrienden vinden dat het account wel echt veilig moet zijn. 
  • Stap 6 "Er is een email gestuurd naar je zakelijk emailadres". Als je op de link in die mail klikt, kom je weer bij een inlogscherm met wat verwarrende knoppen, die je weer bij de registratie terugbrengen. Maar dat hebben we al gehad. Andere knop, hèhè, opluchting. Het werkt. Oh, wacht even...
  • Stap 7 "We hebben een SMS met een code naar je mobiele telefoon gestuurd". Vooruit dan maar, code invullen en terug naar TenderNed. Eh, toch niet...
  • Stap 8. "We schrijven via iDeal € 0,01 van een privérekening af (dus niet van je zakelijke rekening!) om te controleren of je wel echt bestaat". Dus via iDeal weer (!!) inloggen, nu bij de ING om een bedrag van € 0,01 te accorderen. En weer terug naar de aanbieder. Kunnen we dan nu naar TenderNed? Zucht.
  • Stap 9 "We sturen per post een PUK-code, die telefonisch moet worden bevestigd..." 
Onze ZZP'er pinkt een traan uit haar ooghoek en zucht berustend. Tijd voor een borrel, Ze moet toch nog een paar dagen wachten om eenvoudig, snel en efficiënt...

woensdag 2 april 2014

Peter Heerschop op de #cviov: docenten doen er toe!

Daar zit je dan tweederangs bij de keynotepresentatie van Peter Heerschop. Eigenlijk was de zaal al dicht, maar als blogger mag ik 'alle presentaties bijwonen', ook als het vol zit. Dat levert niet dus niet automatisch de beste plek op. 
De keynote van Peter Heerschot 'is mede mogelijk gemaakt door Edu'Actief', zoals blijkt uit het introductiefilmpje. (Zouden de aanwezigen nu ineens meer boeken gaan kopen van Edu'Actief? Nou ja, staan ze toch mooi even in de kijker.)

Peter begint met de opdracht die hij meekreeg. Als iemand 'in het digibetisch spectrum' zou hij 'desondanks' een mooi verhaal moeten kunnen vertellen. Hij heeft veel verhalen over onderwijs, lesgeven, leren, enzovoorts. Die wil hij wel even afstemmen op het publiek. Met wat vragen wordt duidelijk, wat voor publiek er zit: Wat meer mannen dan vrouwen, eentje jonger dan 25, de meetsen boven de 50. De helft geeft nog les, waarvan één directeur. Bijna niemand klaagt meer dan 10 keer per week, maar iedereen kent wel iemand die 10 keer klaagt. Er is er een met een verborgen liefde...

Peter vertelt zijn verhalen. Over het belonen van dolfijnen, over voetwedstrijden met mongolen, over zijn eigen jeugdtrauma's in het onderwijs. Hij zingt sindsdien niet meer. En tekenen kan hij ook al niet. Het gaat over Nick, die hem verwijt zijn leven te hebben verknald door veel te aardig willen zijn. Maar toen hij enkele maanden later overleed bedankten diens ouders Peter omdat hij de enige was die hun zoon had gegeven wat die nodig had. Het vertelt over een mus in Siberië, die gered wordt door een koeievla maar daarna opgevreten wordt door een roofvogel. "The one that shits on you is not always your enemy, the one that pulls you out, isn't alwas your friend."

Aan het eind geeft hij zijn boodschap mee aan het publiek: "Zorg dat je je leerlingen het gevoel geeft, dat ze er toe doen. En met dit verhaal wil ik jullie het gevoel geven dat jullie er toe doen." 
Waarvan acte...

Privacy in het onderwijs op #cviov


Privacy is een belangrijk thema waar tegelijkertijd nog maar beperkt aandacht voor is binnen onderwijsinstellingen. Op de conferentie Onderwijsvernieuwing en ICT geven Job Vos en Erwin Bomas van Kennisnet er een presentatie over.

In 454 is de eed van Hippocratus ontstaan. In de eed belooft een arts dat hij de gegevens van zijn patiënt geheim houdt. Privacy is ook opgenomen in artikel 12 van de Universele Verklaring van de rechten van de mens. In 1983 is privacy pas in de Grondwet opgenomen. En de Wet op de Bescherming Persoonsgegevens dateert pas van 2001. In de kern komt privacy neer op 'your right to be left alone and to be in control of information about you'.

Bij privacy gaat het om gegevens die herleidbaar zijn tot een natuurlijk persoon. Privacybescherming geldt voor stelselmatig verwerken van gegevens, een studentadministratie bijvoorbeeld. Er is een belangrijke rol weggelegd voor de 'betrokkene' (data-subject), en tot en met 16 ook de ouders. Daarnaast is er de 'verantwoordelijke' voor de gegevensverwerking (directeur of CvB). Ook een leverancier van digitale systeem speelt een rol. Die moet bijvoorbeeld zorgen voor een goede beveiliging, al blijft de verantwoordelijkheid bij de verantwoordelijke. 

Een aantal vuistregels voor het hanteren van privacy:

  • Er moet een doel zijn voor de gegevensverwerking, bijvoorbeeld het verzorgen van onderwijs. 
  • De verwerking van gegevens moet in overeenstemming zijn met het doel. Je mag dus geen extra gegevens verzamelen, die niet bijdragen aan het doel. 
  • Je mag de gegevens niet voor iets anders gebruiken. Je mag geen namenlijst doorgeven aan een bedrijf zodat die aanbiedingen kan doen aan leerlingen. 
  • Er moet toestemming zijn. Voor veel zaken, zoals het leveren van gegevens aan DUO levert de wet al toestemming. In andere gevallen moeten studenten/ouders toestemming geven. 
  • Er mogen niet meer gegevens opgeslagen worden dan nodig: data-minimalisatie. 
  • Er moet sprake zijn van transparantie, er is een informatieplicht 
Deze maand besteedt Kennisnet extra aandacht aan privacy en internet. Er komt ook een privacyscan, een HoeZo over Recht en internet. 

Europese regelgeving
Vanuit Europa komt er een algemene verordening gegevensbescherming. Daarin wordt aandacht besteed aan de snelle technologische ontwikkelingen. Daarmee ontstaat een Europese bescherming: 'one continent, one law'.
Daarin staat onder andere dat er een 'clear affirmative action' van de betrokkene nodig is. Geen verborgen tekstjes of kleine lettertjes waar je met een vinkje toestemming voor geeft, zonder dat je daadwerkelijk weet waarvoor je eigenlijk toestemming geeft.
Het gaat er om dat de burger in control is. Hij krijgt dan ook het recht op het wissen van gegevens. Dat is wel betrekkelijk, als een student vraagt om zijn geboortedatum uit het administratiesysteem te verwijderen kan dat niet omdat de wet verplicht dat de geboortedatum moet worden geregistreerd. Als school heb je dat gegeven dus nodig. Andere gegevens moeten op verzoek dus verwijderd kunnen worden. Het verwijderen heeft ook betrekking op gegevens die aan derden zijn doorgegeven, ook op backups. Het recht van de burger kan dus veel consequenties hebben.
De regeling kent zware sancties, die kunnen oplopen tot 2% van de jaaromzet, voor bedrijven als Google of Facebook kan dat behoorlijk in de papieren lopen. 

Wat betekent dat voor scholen?
Scholen registreren en verwerken 'stelselmatig' gegevens. Daarbij moet je goed nadenken wat je daar verder mee doet. Eigenlijk mag je niet zomaar (zonder teostemming) een schoolgids uitbrengen met de namen van de kinderen in de klas. Een telefoonboom is ook niet vanzelfsprekend. Een namenlijst doorgeven aan een boekenhuis voor het leveren van leermiddelen kan weer wel (immers in belang van het verzorgen van onderwijs).

Erwin Bomas gaat in op 'privacy by design'.
Hij begint met een voorbeeld. Als je een fles drank koopt moet je je legitimeren om te laten zien dat je boven de 18 bent. Het tonen van een rijbewijs geeft echter veel meer informatie dan nodig. In feite is het tonen van een rijbewijs op zich al voldoende omdat je die alleen maar kunt hebben als je 18 bent. Daarom krijg je daar tegenwoordig vaak een beschermhoesje die bepaalde gegevens afschermt, als je je legitimeert.

In het onderwijs zijn er steeds meer datagedreven processen (cloud, big data, learning analytics). Daarnaast is er sprake van meer gepersonificeerd onderwijs. tegelijkertijd wordt er meer verantwoording gevraagd van de instelling. Die dingen botsen. 
Daarvoor is het Privacy by design opgezet op basis van een zevental uitgangspunten. 


Erwin neemt ons mee in een casestudie waarin via een portaal aan de leerling en ouder duidelijk maakt, welke gegevens door wie worden gebruikt. Zo zie je in een overzicht dat een uitgever over bepaalde gegevens beschikt. Als de ouder het kind naar een huiswerkbegeleider stuurt, kan die via het portaal toestemming vragen om bepaalde resultaten in te zien uit het leerling volgsysteem. Het is een projectie van de regelgeving op wat een school wellicht nodig zal hebben om het naar de studenten en ouders goed te regelen.


De discussie na de presentatie laat zien, dat er nog veel uitdagingen liggen voor instellingen om zaken goed te regelen. Sambo-ict / Kennisnet staat een online leergang over privacy in het onderwijs. 

woensdag 22 januari 2014

Goede start met Learning Analitics bij Noorderpoort

(bron: http://learntech.rwth-aachen.de/LA-EDM_1213)
Het Noorderpoort heeft in samenwerking met Sambo-ICT en Kennisnet de uitdaging opgepakt om aan de slag te gaan met het thema 'learning analitics'. Kort gezegd komt dat er op neer dat je als onderwijsinstelling probeert causale verbanden te ontdekken uit een enorme berg beschikbare gegevens (big data). Dat kan leiden tot inzicht in bepaalde relaties of trends. Het rapport kun je downloaden bij Kennisnet

In dit project ging het om ervaring op te doen met het learning analytics door te gaan zoeken naar de relatie tussen bepaalde gegevens, die beschikbaar zijn bij de aanmelding en het studiesucces van een student. Wanneer je zo'n relatie kunt aantonen, biedt dat veel mogelijkheden voor een gericht studieadvies of (extra) begeleiding tijdens het studietraject.

Het rapport gaat vooral over de aanpak en de ervaring, die dat heeft opgeleverd bij de casus Noorderpoort.
Nadat ik het rapport had gelezen, was ik bijzonder positief over een aantal aspecten, al heb ik wat kanttekeningen bij de opzet en sommige formuleringen. Tegelijkertijd ben ik ook wel een beetje teleurgesteld over de concrete resultaten. Nu zou het natuurlijk heel bijzonder zijn als er meteen heel duidelijke resultaten naar voren zouden komen. We hebben immers met zijn allen nog heel veel te leren over de aanpak van zo'n traject. Mijn teleurstelling heeft dan ook niet zozeer te maken met het beperkte resultaat maar met het oppoetsgehalte in de beschrijving van die resultaten. Sommige resultaten worden naar mijn idee wat mooier voorgesteld dan ze in werkelijkheid zijn. 

Eerst wat sterke punten:

  • Al meteen in de inleiding maakt het rapport duidelijk, dat onderwijsinstellingen wat stappen overslaan bij veranderingen in processen. Zo worden stappen als een duidelijke probleemdefinitie en oplossingsdefinitie vaak overgeslagen. In de praktijk wordt een veranderingstraject dan ook vaak ingezet op basis van wat aannames. Heel herkenbaar. 
  • De opbouw van het rapport, waarbij eerst de acht stappen duidelijk worden beschreven en met de casus Noorderpoort worden verhelderd. De stappen zijn achtereenvolgens:
  • Relevante vraagstukken bepalen.
    • Ethiek en professionaliteit van de docent bezien
    • Onderzoeksteam inzetten
    • Literatuuronderzoek uitvoeren
    • Processen inventariseren
    • Data analyseren
    • Resultaten presenteren
    • Procesaanpassingen ontwerpen.
(De eerste 3 stappen vormen de voorbereidingsfase, de overige stappen vallen onder de uitvoeringsfase.)
  • Definitie van studiesucces. Het begrip studiesucces is voor de meeste mensen een duidelijk begrip. Totdat je moet aangeven, wat je er wel en niet onder verstaat. In dit project is gekozen voor eenvoudige maar duidelijk criteria: diploma, opleidingsduur en het switchen van opleiding. De verschillende factoren zijn getoetst op elk van deze criteria. 
  • De verschillende schema's en modellen bieden een goed inzicht.
Maar ook een paar kanttekeningen:
Er zitten wat onvolkomenheden in een aantal beschrijvingen. Misschien geen zwaarwegende dingen, maar mij stoort het nu eenmaal als dingen niet goed worden neergezet. Neem nu het voorbeeld hiernaast. Het is de beschrijving van een probleem, een mogelijke oplossing en een onderzoeksvraag. Alleen, wat hier staat als mogelijke oplossing is helemaal geen mogelijke oplossing. Staat niet in zo'n rapport.
Een mogelijke oplossing zou kunnen zijn: een vroegtijdige signalering kan helpen bij het het verbeteren van het studiesucces.






Wat betreft de uitkomsten: daar staan zeker interessante dingen in. Bij een paar uitkomsten heb ik toch wel wat bedenkingen. Daar had ik op zijn minst wat extra toelichting bij verwacht. Zie onderstaand voorbeeld: Als het eindniveau 2 niveaus verschilt van het beginniveau kan het niet anders dan dat een leerling is geswitched. Om dan te concluderen dat die mensen 89% meer kans hebben op een switch, dat voegt niets toe. Dat vind ik een beetje jammer...

Alles bij elkaar toch een goede start van een veelbelovend en boeiend nieuw terrein!

ICT-monitor versus benchmark

Tijdens de saMBO-ICT-conferentie werden de resultaten van de eerste ICT-monitor gepresenteerd door saMBO-ICT en Kennisnet. Ik was daar erg nieuwsgierig naar al mag mij daarbij enig opportunisme worden aangerekend. M&I/Partners voert immers jaarlijks de ICT Benchmark BVE uit. Met onze ervaringen hebben we nog wat input geleverd aan de ICT Monitor.

Nu zijn er best wat verschillen tussen de monitor en de benchmark:
  • De monitor is voor een groot deel een verlengstuk van de 4-in-balans monitor van Kennisnet met een een paar vragen over ICT-kosten en -investeringen. De benchmark gaat naast onderwerpen als inrichting van de ICT-afdeling en ICT-volwassenheid voor het overgrote deel over het Total Cost of Ownership (TCO) van de ICT. De benchmark ligt daarom logisch gezien in het verlengde van de monitor, vooral als de resultaten aanleiding geven nog eens dieper in te gaan op de kosten. 
  • Er is een behoorlijk groot verschil in kwaliteit van de gegevens. De monitor kent geen validatie. Dat betekent dat organisaties wat vragen of begrippen anders definiëren, waardoor de uitkomsten toch voor een deel berust op het vergelijken van appels en peren. Voor een monitor die een impressie van de stand van zaken wil geven minder erg dan voor een benchmark, waar de onderlinge vergelijking heel belangrijk is. Daar moet je er als instelling zeker van kunnen zijn dat appels met appels worden vergeleken.
  • De monitor is gratis en is in pakweg een halve dag in te vullen. Deelname aan de benchmark is niet gratis. Bovendien zal een instelling er vanwege de diepgang meer tijd in moeten steken om alle gegevens boven water te krijgen. 
Tijdens de presentatie van de ICT-monitor was duidelijk dat deelnemers vaak veel moeite hadden met de interpretatie van de vragen. Omdat er geen validatie plaatsvindt, is de betrouwbaarheid van de gegevens heel beperkt. De resultaten van de monitor worden binnenkort gepubliceerd op de website van saMBO-ICT. Voor instellingen waarbij de monitor vragen oproept, kan een nader onderzoek uitkomst bieden. In dat geval is een benchmark een goed instrument.

Bij de ICT Kostenbenchmark BVE gaat het 'verbeteren door te vergelijken'. Zo'n benchmark geeft inzicht in de eigen situatie, ook waar je staat ten opzichte van andere instellingen. De analyse levert een 'verhaal achter de cijfers', verklaringen voor verschillen of bepaalde vraagstukken. En het levert een aantal verbeterpunten op.

Martijn Broekhuizen vertelde het verhaal van het Noorderpoort in Groningen. Noorderpoort deed mee aan de benchmark in 2009. Daarna is een Masterplan ICT in gang gezet. De benchmark 2014 moet uitwijzen of het Masterplan heeft gebracht waarvoor het bedoeld was: meer functionaliteit voor minder geld.





Het is nooit eenvoudig om de batenkant in beeld te brengen. ICT kost veel, maar wat levert het op? Een nieuw onderdeel in de benchmark laat zien hoe de kosten verdeeld worden over het Triple A applicatielandschap. De praktijk zal nog moeten uitwijzen hoe dat het beste kan gebeuren en welke inzichten het oplevert.



Er is al nagedacht over een aantal manieren waarop die baten in beeld kunnen worden gebracht. Samen met de benchmarkdeelnemers worden de verschillende mogelijkheden onderzocht om dat te doen. En dat alles om de organisatie te overtuigen van het belang van ICT. Een variant van de beroemde uitspraak van John F. Kennedy maakt het duidelijk:
Vraag niet wat ICT kost, vraag wat het van je kan betekenen!

maandag 20 januari 2014

Verbeteringen onderwijslogistiek bij het Drenthe College (#sambo-ict)

(bron: Volkskrant)
Jaap de Mare en Jacco Heikoop geven op de saMBO-ICT-conferentie een toelichting over het veranderingstraject Onderwijslogistiek bij het Drenthe College.
Het Drenthe College is op een aantal punten wat anders dan anderen. Zo is het een van de weinige roc's met Magister als studentadministratiesysteem. Verder kent het DC ook de functie van planner naast die van roostermaker. Het functioneel beheer is (weer) ondergebracht bij ICT in plaats van, zoals min of meer gebruikelijk, bij de functionele eenheden.

De aanleiding voor het onderwijslogistiek project was Focus op Vakmanschap. Met het verkorten van opleidingen en een toename van het aantal lessen zal er een grote druk op het rooster komen te staan.

Jaap de Mare hanteert voor het Drenthe College een vereenvoudigde definitie van onderwijslogistiek:
  1. Zo goed mogelijke roosters ...
    (Maar wat is een goed rooster? Dat is niet makkelijk in beeld te brengen.)
  2. ... waarin het volledige onderwijsprogramma wordt gerealiseerd ...
    (Veel keuzes worden al in het curriculum gemaakt. Het is een gegeven dat er weinig overleg is over de afstemming tussen teams / opleidingen.)
  3. ... voor alle studenten / groepen ...
    (Groepsgroottes zijn belangrijk. De norm is 1:22 (3.350 € / voltijdsstudent). Dat leidt tot een gemiddelde groepsgrootte van ongeveer 16 studenten.)
  4. ... gegeven de beschikbare ruimtes (lokalen) ...
    (Er is een trend naar minder maar beter bruikbare ruimtes.)
  5. ... en gegeven het beschikbare budget (docenten, instructeurs, materialen).
    (Hier zijn nog allerlei uitdagingen zoals een beperkt budget, uitstroom van docenten, noem maar op.)
Het project draait rond vijf thema's
  • Organisatie
    • Richt een functionele kolom onderwijslogistiek in met een coordinator aan het hoofd.
    • Organiseer planning en roostering per locatie. Dat brengt de onderwijslogistiek dicht bij de vloer in tegenstelling tot centrale roosterafdelingen. 
    • Perioderoosters worden door planners gemaakt. Week- en dagroosters worden gemaakt door administratieve medewerkers. 
    • Praat met studenten, niet alleen over studenten, met name voor wat betreft de vraag 'wat is een goed rooster?'
  • Proces
    • Bedrijfsregels afspreken
    • Afspraak is afspraak, geen vrijblijvende deadlines
    • Rol teammanagers is cruciaal: standvasting en beslisvaardig
    • Alle stakeholders betrekken
  • Meten is weten: rapportages over
    • inzet van docenten (gepland en gerealiseerd) 
    • groepsgroottes
    • uren onderwijs per docent / team
    • gebruik van lokalen (per type lokaal, zowel in uren als in stoelen)
    • aantal roosterwijzigingen
    • kwaliteit van het rooster (op korte termijn moeilijk vast te stellen).
      Een roosterautomaat optimaliseert het rooster op kwaliteit. Dat gaat over afspraken (aantal tussenuren, niet te veel moeilijke vakken achter elkaar, zelfs looprichting van studenten bij leswisselingen)
  • Applicaties
    Hierbij gaat het om input, processtappen en applicaties. Zo staan curricula in Word, de planning in Excel, roosters worden gemaakt in Untis, aan- en afwezigheid en formatief resultaatbeheer wordt bijgehouden in Magister.
    Op dit moment zijn er maar weining applicaties beschikbaar op markt voor de onderwijsplanning (plan van inzet)..
  • Kennis en scholing
    • Training onderwijslogistiek voor planners en roostermakers. 
    • Training onderwijslostiek voor onderwijsmanagers
    • Gluren bij de buren
Er volgde nog een discussie over de invloed van docenten persoonlijke met wensen op het rooster. Verschillende voorbeelden passeerden de revus:
Een docente wil niet werken op woensdagmiddag in verband met een kind op de basisschool. Na 12 jaar staat die afspraak er nog steeds. Een docent, die niet om half negen wil beginnen 'omdat het fietspad dan zo vol is'. Keuzevrijheid bij het invullen van de BAPO is ook een beruchte.
In de organisatie moet je er eigenlijk voor zorgen dat (alleen dringende) roosterwensen door een teammanager of directeur worden goedgekeurd. En verder geen rechtstreeks contact tussen docent en roostermaker.