Innoveren betekent vernieuwen. Toch gaat het bij innovatie lang niet altijd niet om iets nieuws maar om het (slim) combineren van dingen die al langer bestaan. Toen de eerste auto werd gebouwd werd in feite het paard vervangen door een motor. Dat betekende nog lang geen innovatie van de mobiliteit. Voordat voor het eerst een auto van Schotland naar Londen kon gaan, moest men paard en wagen met brandstof vooruit sturen. Pas nadat ook een heel netwerk van verharde wegen en brandstofpunten ontstond, kon de mobiliteit echt toenemen: innovatie gaat om een combinatie van factoren.
Er zijn genoeg voorbeelden van sectoren waar de digitalisering tot grote veranderingen, tot innovaties heeft geleid. Denk aan wat elektronisch betalen heeft betekend voor de banken, hoe de muziekwereld is veranderd. Wie fotografeert er nog met filmrolletjes? Vakanties boek je op internet, internetnieuws wint het van de dagbladen.
In het onderwijs wordt ICT al dertig jaar toegepast, maar door allerlei oorzaken heeft dat (kleinschalige uitzonderingen daargelaten) tot dusver niet geleid tot een echte innovatie van het onderwijs. Onderwijs is erg gebaat bij de inzet van ICT. Met name als ICT een deel van het werk van een docent
Momenteel zijn er allerlei signalen, dat een kentering aanstaande is.
Er zijn tal van mogelijkheden te noemen waarop het (Nederlandse) onderwijs gebaat is bij de inzet van ICT. De vraag is, welk van die mogelijkheden daadwerkelijk leidt tot een innovatie van het onderwijs. Bij innovatie denk ik aan ambities zoals een hoger leerrendement door nieuwe didactische werkvormen maar ook praktijkgericht onderwijs met de inzet van externe deskundigen via ICT-kanalen (crowdsourcing, cocreatie). Leertrajecten op maat, mede gebaseerd op learning analytics. De inzet van elearning om onderwijs effectiever en efficiënter te maken.
Die ambities vragen om een combinatie van factoren die afzonderlijk al beschikbaar (kunnen) zijn. Langzaam maar zeker zijn er meer en meer factoren zichtbaar die elkaar kunnen versterken en op die manier tot daadwerkelijke innovaties kunnen leiden. Een overzicht:
- Steeds meer scholen maken gebruik van tablets. Wat voorheen niet lukte met pc's en later laptops blijkt nu een stuk makkelijker te realiseren met tablets, waarschijnlijk omdat die heel intuïtief werken.
- Afstandsleren bestaat al lang. Denk aan de papieren cursussen van PBNA, LOI, NTI of OU. Tegenwoordig is er veel aandacht voor MOOC's, Internet maakt het mogelijk om les te krijgen van de beste geleerden van de wereld. De muren van de school vervagen, inmiddels ook in Nederland, zoals bij de UvA.
- Er verschijnen didactische concepten als flipping the classroom, waarbij ICT een belangrijke ondersteunende rol vervult, nou ja, kan vervullen.
- Op allerlei manieren roepen tal van prominente figuren op om meer aandacht te besteden aan de mogelijkheden van ICT. Denk aan Nelie Smit-Kroes met haar recente oproep. Wellicht past hierbij ook de oproep van Marc Zuckerberg waarin hij oproept om het programmeren weer in het curriculum op te nemen in dit rijtje thuis.
- Er is veel belangstelling voor de professionalisering waarbij ICT-vaardigheden een steeds prominentere rol krijgen.
- En last but not least: ook in de regelgeving komt er meer ruimte (in elk geval voor het MBO). In een recente brief van Minister Bussemaker geeft ze aan dat de regels voor onderwijstijd worden veranderd. Dat biedt meer ruimte voor scholen om te experimenteren met de inzet van elearning in het onderwijs.