Het lijkt een open deur. Als je systematisch werkt aan het oplossen van problemen lukt dat beter dan wanneer je dat op een chaotische manier probeert. (Persoonlijk ben ik er van overtuigd, dat je best een beetje chaos mag gebruiken om creativiteit en dus oplossingsgericht denken te stimuleren.) Oplossingen bedenken doe je pas als je het probleem helder hebt. Systeemdenken helpt daarbij.
Nog niet zo lang geleden heb ik een workshop gehouden om bestaande problemen binnen een complex proces in kaart te brengen. Daarvoor hebben we gewerkt met causaliteitsdiagrammen. Causaliteitsdiagrammen vormden indertijd de basis voor het wereldmodel van Forrester, waar de rapporten van de Club van Rome over 'Grenzen aan de groei' op zijn gebaseerd.
Met een causaliteitsdiagram breng je oorzaak en gevolg in een systeem (proces) met elkaar in verband. Op die manier ontstaat inzicht in de werking van het systeem. Welke factoren beïnvloeden elkaar? Een factor waar veel pijlen vandaan komen, biedt perspectief als aangrijpingspunt voor veranderingen in het systeem. Een factor, waar veel pijlen bij elkaar komen, is geschikt als indicator.
Tijdens mijn workshop heb ik in elk geval ervaren, dat systeemdenken voor veel mensen niet zo heel simpel is. Het opstellen van zo'n diagram is in de praktijk minder makkelijk dan het in eerste instantie lijkt. Het belangrijkste probleem is de manier waarop mensen de betekenis van de pijlen interpreteren. Er zijn twee typen pijlen: versterkend en omkerend. De eerste pijl betekent in feite niets anders dan: 'als dit groter wordt, wordt dat ook groter' (meer studenten betekent meer inkomsten). Het betekent natuurlijk ook: 'als dit minder wordt, wordt dat ook minder' (minder studenten = minder inkomsten).
De tweede pijl betekent dan: 'als dit groter wordt, wordt dat kleiner' (meer uitvallers betekent minder studenten).
In een uitleg is het allemaal heel simpel. Het probleem is, dat men de pijlen vaak als 'positief' en 'negatief' aanduidt, (zoals ook hier op Wikipedia). En juist dat maakt het lastig. Zo gauw een pijl er voor zorgt dat er een factor afneemt, wordt die als snel als negatief bestempeld, terwijl het ook kan gaan om een versterkende pijl (dus eigenlijk een +-teken). Dan ontstaat er verwarring in de groep. Goede ervaring om een volgende rekening mee te houden!
Inmiddels bleek een van mijn collega's, Vincent Ruijter (in samenwerking met Twan Zoetmulder), een mooie Prezi te hebben gemaakt, die het systeemdenken nog eens duidelijk uitlegt. Doe er je voordeel mee!