donderdag 26 maart 2015

Epiloog - terugblik op de CVI Managementconferentie #CVImc


Het is alweer verleden tijd, de CVI Managementconferentie 2015.

Ik had eigenlijk nog een blog willen schrijven over de sessie van de MBO-raad over de keuzedelen. Maar eigenlijk heb ik daar op dit moment de puf niet meer voor, Ik heb alleen wat aantekeningen en foto's op mijn iPhone kunnen maken omdat ik de lading van mijn iPad-batterij wat te optimistisch had ingeschat. Dat betekent dat ik nog heel wat uitwerkwerk heb om daar een mooi verhaal van te maken. Misschien binnenkort alsnog. Het onderwerp is zeker de moeite waard, want er komt met die keuzedelen nogal wat op het MBO af, zoals Martijn Broekhuizen in een andere sessie al besprak. Het zaaltje zat in elk geval afgeladen vol.

Alles bij elkaar was het een goede conferentie. Niet zo heel veel innovatieve dingen voor een conferentie met Innovatief Vakwerk als werktitel, maar toch. Wat er aan innovatieve onderwerpen voorbij kwam, is door Wilfred Rubens beschrijven in zijn blog. Misschien doe ik nu veel mensen te kort, er gebeuren namelijk wel veel nieuwe dingen. Maar nieuw is nog niet innovatief.

Een paar dingen vielen op:

  • Theory U komt in veel presentaties terug (waaronder deze). 
  • Natuurlijk heel veel over professionalisering en dan met name veel LeerKRACHT.
  • Opvallend is de aandacht voor projectmanagement en projectmatig werken. Heel belangrijk natuurlijk, en eerlijk gezegd is het onderwijs daar niet zo heel erg goed in (anders zou je er in een onderwijsconferentie anno 2015 geen presentaties over hoeven te geven). Dus misschien toch goed om er aandacht aan te besteden. 
  • Natuurlijk komen er allerlei presentaties over de nieuwe kwalificatiestructuur voorbij.
  • Slechts enkele voorbeelden van innovatieve onderwijsvormen
  • Weinig onderwijslogistiek (hoewel dat toch behoorlijk hot is in het MBO momenteel)
  • En (voor zover ik kan overzien) helemaal niets over afstandsleren, e-learning, zelfstandig leren met ICT. Dat verbaast me. 
Verder leuke gesprekken, nieuwe inzichten en inspiratie voor nieuwe blogs of artikelen. Ik ben tevreden!



Samenwerking op het gebied van informatiemanagement - Noorderpoort en Alfa College op #CVImc

Marcel van Doren (Alfa College) en Martijn Broekhuizen Noorderpoort gaan in op hun samenwerking op het gebied van informatiemanagement. 

Waarom is informatiemanagement nodig?
Martijn geeft een aantal voorbeelden waarom informatiemanagement belangrijk is.
  • Keuzedelen: impact is veel groter dan je denkt.
  • Een student heeft zich ingeschreven maar komt niet opdagen. Als dat niet wordt doorgegeven loopt er aan de achterkant heel veel mis.
  • Hacka: een youtube kanaal waarin studenten best practices uitwisselen over de manier waarop je de informatiesystemen gehackt kunnen worden.
Daar uit volgt dat de hoeveelheid informatie, die wordt gevraagd, neemt almaar toeneemt, dat de kwaliteit van informatie steeds belangrijker wordt. Daarbij komen vraagstukken op het gebied van nformatieveiligheid, informatieketens. Belangrijk is ook dat verwachtingen van gebruikers op basis van hun ervaringen thuis veel hoger zijn dan het onderwijs kan waarmaken.

Informatiemanagement gaat om het het optimaal aansluiten van informatievoorziening op de bedrijfsvoering (processen). Het is een balans tussen vraag en aanbod. Het wordt goed weergegeven in het negenvlaks model van Rick Maes.

Het inrichten van informatiemanagement verloopt in een aantal fasen. In eerste instantie gaat het om het aanschaffen en implementeren van systemen. Daarna gaat het om het verbinden van de mensen en het integraal maken van de informatievoorziening. Als dat op orde is kom je op het niveau van innovatie.

Waarom samenwerken?
Instellingen hebben vaak dezelfde vraagstukken. Ook intern spelen dezelfde processen en vernieuwingen. Instellingen hebben ook dezlefde uitgangspunten. Denk aan architectuur, informatiebeleid en informatieveiligheid.
De beschikbare kennis binnen de roc's is beperkt, delen van kennis levert veel op.
Het bedenken van oplossingen en het aanpssen van systemen is complex, tijdrovend en kostbaar.

Aan de groep wordt gevraagd op welke gebieden je kunt samenwerken ten aanzien van informatiemanagement. Met name bestuurlijke processen, management informatie, en logistiek komen daar uit naar voren. Maar eigenlijk zou je op alle geieden wel kunnen samenwerken. Belangrijk daarbij is, dat deelnemende instellingen in een samenwerkingsverband  niet overal even ver in zijn.

Welke samenwerking tussen Np en Alfa?
  • Bestuurlijk - macrodoelmatigheid in Qlikview.
  • Primair proces: Aan en afwezigheid, verkenning van keuzedelen bij elkaar
  • Secundair proces: Shared service centrum PeopleSoft (kernregistratie)
  • Logistiek: Planning en roostering (Xedule)
  • Tertiaire processen: kennisdeling informatiemanagement en niet-gezamenlijke systemen
  • Managementinformatie: gezamenlijk bouwen van rapportages in Qlikview.

Waarom samenwerking op deze gebieden:
  • Geen concurrentie op deze gebieden
  • Vraagstukken identiek
  • Systemen het zelfde
  • Krachten bundelen en kennis delen
  • Meer efficiency, effectiviteit en kwaliteit

Op welke gebieden werken de instellingen niet samen?
  • Werving
  • Primair proces
  • Alumni
  • Communicatie
  • Informatieplanning

Waarom niet?
Onderscheidend vermogen!

Er zijn veel successen gehaald op gebied van managementinformatie, koppelingen, informatie- en datamodellering, reductie administratieve capaciteit met 40%, digitaal aanmelden, digitaal archief.
Een project om een gemeenschappelijk app te laten bouwen door studenten is niet gelukt.

Wat zijn de valkuilen?
  • Onevenwichtige vedeling en inbreng van capaciteit en kennis in de samenwerking
  • Onvoldoende mandaat en draagvlak
  • Samenwerken op een gebied waar je verschillende systemen hebt

Zou het mogelijk zijn om ook een soort shared service centrum op het gebied van informatiemanagement in te richten? Dat zou op veel gebieden veel voordelen opleveren maar vergt op meerdere niveaus een heel goede afstemming.

Zicht op de docent - Inspiratiesessie met UP op #CVImc

UP learning komt in veel onderwijsinstellingen. Daarbij komen ze ze allerlei vraagstukken tegen op het gebied van de informatievoorziening. Het gaat daarbij natuurlijk om het verhaal achter de cijfers.

In een inspiratiesessie discussieert een groepje mensen over het zicht dat je als teammanager / -leider hebt / wilt hebben / kunt hebben op je docenten.

Voor een teamleider is het moeilijk om een beeld te krijgen op een aantal belangrijke zaken. Wat mag je van een docent, een team verwachten en hoe krijg je dat inzichtelijk?
Die vragen kun je stellen over een aantal thema's:

  • Zicht op de docent
  • Zicht op het curriculum
  • Zicht op het rendement
  • Zicht op student.
In een videofilmpje (nog niet online!) komt een aantal onderwijsmensne aan het woord over de manier waarop docenten functioneren. Dat kan via gesprekken met docenten of studenten of klassenbezoek. Dat geeft veel informatie maar dat zijn momentopnames. Vaak wordt daarover buiten wat gespreksverslagen niets vastgelegd. 
Hoe kun je dan docenten met elkaar vergelijken?
De vraag is of je daadwerkelijk moet willen vergelijken. Kijk naar de mogelijkheden die LeerKRACHT biedt, eventueel gecombineerd met een enquete onder studenten.
Je kunt werken met competentieprofielen gekoppeld aan gedragspatronen (sie ik die competentie in het gedrag terug?) en een 360' feedback. Maar het blijft lastig om een goed beeld te krijgen en dus lastig om daar sturing aan te geven. Lesgeven is per slot van rekening een deel van de taak van een docent. 

In de discussie gaat het erom of je alles moet willen weten. je wilt niet alles controleren als teamleider. daar staat tegenover dat scholen goed zijn in het Plan en Do van de PDCA cyclus maar minder goed in Check en Act. Waar het natuurlijk om gaat is, dat je in staat bent om bij te sturen om de kwaliteit van het onderwijs te kunnen verbeteren.

In feite is er wel veel informatie: VSV, rendementen, BPV, JOB-enquete, noem maar op. Dat geeft echter nog geen zicht op individuele docenten. Heb je dan bijvoorbeeld zicht op de struikelvakken? Er is natuurlijk wel een beeld als je bijvoorbeeld kijkt naar herkansingen. Maar dat zegt niet alles.
Het is lastig om te sturen op studierendement. Waar zit de stuurknuppel om te kunnen sturen?
Sturen op studiererendement is eigenlijk ook een beetje onzinnig. Als je de cijfers krijgt kun je er niets meer aan veranderen. Daarnaast zijn de definities van rendement heel dubieus. Een overstapper die met een diploma de school verlaat, is voor de eerste opleiding een VSV'er. Sturen op cohortrendement levert wat dat betreft meer op. Sturen op rendement zegt bovendien niets over de prestatie van het onderwijs. 

Moeten docenten zich wel bezig houden met rendementen? Het gaat om de specifieke kenmerken die bepalen waarom een student al dan niet bsuccesvol is. Die informatie moet docenten helpen de goede dingen te doen, je moet de docenten niet belasten met rendementscijfers. 

Het gaat dan om de instrumenten die je beschikbaar hebt en de parameters die je daarmee kunt vastleggen om zicht te krijgen op de huidige situatie om vervolgens te kunnen verbeteren. 

De tijd was te kort om alles te bespreken. Wil je hier toch over meedenken, neem dan contact op met Theo Osse

woensdag 25 maart 2015

LeerKRACHT - #CVImc


Bij LeerKRACHT gaat het er om dat een team gezamenlijke acties ondernemen om het onderwijs te verbeteren. Het is geen trucje maar een methode. Het is een methodiek waarbij je gedurende 8 weken 2 uur met elkaar traint. Het is de bedoeling dat het in de teamcultuur wordt ingebed. Het werkt goed bij teams die goed functioneren en die naar excellent willen. Teams die niet goed functioneren moeten nog een aantal stappen doormaken.

Een aantal kerninterventies zijn:

  • Bordsessie
  • Samen lessen voorbereiden
  • Lesbezoeken
Eigenlijk zie je hier het Waarom, het Wat en het Hoe naar voren.

De kerninterventies staan met elkaar in verband. In een bordsessie worden problemen en meetbare doelen geformuleerd (ik wil de motivatie van mijn leerlingen vergroten) en een aanpak bedacht. Door samen lessen voor te bereiden voorkom je dat je in je eigen repertoire blijft hangen. Vervolgens pas je de ideeen toe in je lessen, waarbij een collega komt kijken. Als dingen niet lukken, wordt dat bij de volgende bordsessie besproken en wordt er gewerkt aan bijgestelde of nieuwe doelen (eerst de sfeer in de klas verbeteren).

Een bordsessie is gebaseerd op een bepaalde indeling van het bord. 
Een team staat bij het bord. (Door het staan, schiet het meestal beter op!) Op het bord staat een planning, staan de doelen, activiteiten en successen. Ook wordt geinventariseerd hoe iedereen zich voelt aan de hand van een aantal smileys. 
Elke week wordt bekeken wat er gerealiseerd is. Het komt vaak voor dat afspraken niet nagekomen worden (onderwijscultuur). Als een paar weken achter elkaar iemand niet gedaan heeft wat is afgesproken, dan gaat dat voor diegene wel wat ongemakkelijk voelen. Daar kunnen ook teaminterventies op plaatsvinden (heb je hulp nodig?).

LeerKRACHT richt zich vooral op de kwaliteit van het onderwijs, niet zo zeer op verandertrajecten als onderwijsvernieuwingen, hoewel dat wel kan. de methodiek werkt prima in het PO en VO, in het MBO is het soms wel zoeken om het goed passend te maken. 
Het is in elk geval heel belangrijk om de structuur en het ritme van de wekelijkse sessies vast te houden. Het gaat er daarbij om bestaande patronen (eigen koninkrijkjes in de klas) te doorbreken waarbij iedereen zich kwetsbaar durft op te stellen. 

In de discussie in groepjes komen ook wat andere geluiden naar boven. In de praktijk blijkt het lastig vast te houden als er geen groter kader, een groter teamdoel aan vast zit. Ook op dat niveau kan de methodiek worden toegepast.

Strategie Diner U - #CVImc

Een cryptische omschrijving voor een workshop op de CVI Managementconferentie 2015. Alweer een hele tijd geleden kwam ik in aanraking met Theory U van Oscar Scharmer op de IT-conferentie van 2012. Mark Vlasblom gaf indertijd een workshop onder de naam van Route 66.

De workshop wordt gegeven door Sarien Shkolnik en ... van het Graafschap College. Het gaat over het traject om te komen tot een nieuw strategisch beleidsplan. Aanleiding  hebben ze een Diner Pensant georganiseerd met vertegenwoordigers uit de regio over een strategisch plan voor de Achterhoek. Vanuit de 3 O's (overheid, ondernemeingen en maatschappelijke organisaties) is daasr vervolgens invulling aan gegeven.

Het boek van Scharmer vormde voor het Graafschap College een inspiratiebron voor een methodiek.
stappen volgens Scharmer bij elk vraagstuk.

  • Bewustworden en opschorten van je oordeel, opnieuw kijken met open blik
  • Opnieuw richten, aanvoelen van het veld, laten gaan
  • verbinen met wat er is
  • Laten ontstaan 
  • Aan de slag, uitkristalliseren van visie en intentie
  • Prototypes bouwen en inbouwen in het bestaande proces., uitvoeren
Het vergt een open mind, aanvoelen met open hart, wil en openstaan voor actie.
De eerste verkenning leverde een aantal strategische lijnen op, die later weer aangepast zijn.
  • school voor vakmanschap en ondernemendheid
  • school voor iedereen en altijd
  • school in een netwerk
  • school voor innovatie
  • school voor de euregio
Het bleek toen moeilijk om respons te krijgen uit de organisatie. Er is toen een nieuwe insteek gezocht, waarbij de U van Scharmer platgeslagen werd. Uit de organisatie zijn de koplopers gehaald waarbij medewerkers ideeen aanleverden op basis van de strategische lijnen. Die ideeen worden nu vorm gegeven. In een video-impressie preenteren medewerkers een aantal van de ideeen en hoe die in de praktijk worden gevraagd.
Studenten kregen ook de gelegenheid om op kosten van de school te gaan eten met mensen om ideeen op te gaan halen. Dat heeft heel veel opgeleverd. 

Om het publiek een idee te geven van de gebruikte werkvormen tijdens een diner pensant zijn we met een aantal vragen in groepen aan de slag gegaan volgens het placemat model: wat doe je vandaag, volgende maand, volgend jaar en over vijf jaar bijvoorbeeld op het gebied van 'onderwijs in de euregio'. Dat levert allerlei ideeen en kanttekeningen op, die meegenomen kunnen worden in het plan. 

Het proces is nog bezig en heeft al veel inzichten opgeleverd.

vrijdag 13 maart 2015

De waarheid van Google

Laatst kwam ik een leuk artikel tegen op WebWereld over Google die met een nieuw zoekalgoritme de waarheid op het internet gaat bepalen. Niets mis mee, zou je zeggen. Inmiddels heb ik geleerd dat er altijd een andere kant aan een dergelijk verhaal zit. 'Elk foordeel hep sun nadeel', aldus onze nationale filosoof.

Kern van het idee is een systematiek, die vergelijkbaar is met de pagerank. De positie van een website in het zoekresultaat wordt normaal gesproken (vooral) bepaald door het aantal verwijzingen naar die site. In het nieuwe systeem gaat de ranking om het aantal verifieerbare feiten. Naarmate er meer ware feiten staan, komt de website hoger in de ranking.
Ik heb er toch wel twijfels bij, nog los van het feit dat waarheid niet alleen wordt bepaald door feiten (zoals Wittgenstein al zei: waarheid is iets dat niet los van de mens en zijn cultuur bepaald kan worden, maar er juist afhankelijk van is (bron)).

Het is alweer een hele tijd geleden dat ik schreef over het boek van Nicolas Carr (Het ondiepe), waarin hij aangeeft dat met elk stuk gereedschap je zelf iets van het vermogen inlevert. Bedenk wat een rekenapparaat doet met het vermogen tot hoofdrekenen, wat een tomtom doet met je oriƫntatievermogen, enzovoorts.
In geloof dat dat boek beschreef dat juist door het systeem van zoekmachines wetenschappers steeds vaker bij dezelfde artikelen uitkwamen. Logisch: hoe vaker een artikel wordt gevonden en geciteerd, hoe hoger het in de ranking komt, hoe vaker het gevonden wordt. Daarmee versterken zoekmachines een vernauwing van de wetenschap. Dat is niet met een vooropgezet plan, het is een emergent effect van de manier waarop zoekmachines werken.

Kun je nu iets vergelijkbaars verwachten als er een waarheidsranking komt? Gaan mensen bronnen beoordelen op basis wat Google er van vindt? Ik wil liever zelf kritisch blijven denken.
Natuurlijk, veel websites verkopen klinkklare nonsens als waarheid. Ik ben stiekum dan toch wel benieuwd wat ze er bij Prive, Homeopatie.nl of de Astrologische Vakvereniging van zullen vinden...


dinsdag 3 maart 2015

Nederland kantelt, nu het onderwijs nog?

In een uitzending van Tegenlicht vertelt Jan Rotmans over de noodzaak voor Nederland om het anders te doen om de samenleving duurzamer te maken. In allerlei voorbeelden laat de documentaire zien hoe Nederland kantelt. De bijbehorende website laat meer voorbeelden zien.

Enerzijds zijn er genoeg redenen, anderzijds genoeg kansen om Nederland te laten kantelen. Ontwikkelingen als globalisering, technologische en maatschappelijke veranderingen maakt dat we goed moeten nadenken over de manier waarop we als Nederland ons geld willen verdienen. Voor Nederland liggen er kansen in de landbouw, waterbeheer, energie, technologie en nog wat onderwerpen meer. Vergelijk het met de 10 topsectoren waar de overheid in wil investeren.

Als Nederland kantelt, is het kantelen van het onderwijs een randvoorwaarde. Kantelt het onderwijs nu mee?
Op de website staat een aantal initiatieven rondom kantelend onderwijs. Een paar dingen vallen daarbij op. (Vrijwel) alle initiatiefnemers hebben het over het verstarde onderwijssysteem dat het leren belemmert, het kind / de student centraal en vooral activerende lesvormen. Jammer dat de verhalen vooral vertellen over de buitenkant ("een visie is belangrijk", "er is 3 jaar nagedacht over een visie", maar geen beschrijving van wat die visie nu precies inhoudt).
Na alle onderwijsvernieuwingen van de afgelopen decennia heb ik eerlijk gezegd nog niet het gevoel dat deze met verhalen een vernieuwingsbeweging in gang wordt gezet, het oogt nog teveel als los zand.

Als verbindende schakel staat daar echter United4Education tussen met een eigen website met nog veel meer voorbeelden dat dient als platform voor een community. Heel inspirerend voor mensen die vernieuwend bezig willen zijn, veel activiteiten waar je aan mee kunt doen.

Het doel van U4E is om 1000 dagen een voldoende kritische massa te bereiken waarmee het onderwijs daadwerkelijk gekanteld kan worden. Een paar dingen, die volgens mij daarbij zouden helpen:

  • Een koers waarmee de verschillende initiatieven aan elkaar verbonden worden, waarmee het streven herkenbaar wordt voor mensen die op zoek zijn naar het hoe van het kantelen.
  • verbinding met soortgelijke / vergelijkbare initiatieven. Een mooi voorbeeld van kantelend onderwijs vind ik zelf Leerkracht. Die mis ik eigenlijk in het overzicht van zowel Nederland kantelt als U4E.
  • Een minder sexy onderwerp maar wel een randvoorwaarde: hoe organiseer je dat als school allemaal? Dat gaat over zowel de verandering (welke veranderstrategie hang je aan, wanneer is het omslagpunt van vernieuwen naar breed implementeren en consolideren?) als over het regelen van de alledaagse dingen in de nieuwe situatie: de bedrijfsvoering.
Er zijn nog een paar honderd dagen te gaan...