dinsdag 14 september 2010

MBO2010 is kritisch op flexibel onderwijs

In een eerder berichtje besteedde ik al wat aandacht aan de voortgangsrapportage van MBO2010. In dat rapport wordt ook expliciet aandacht besteed aan maatwerk en flexibel onderwijs. De auteurs nemen daarin zodanig expliciet stelling dat ik daar een apart bericht aan wil wijden. Zij stellen zich behoorlijk kritisch op als het gaat over het nastreven van maatwerk en flexibel onderwijs. Ik geef de desbetreffende passage hieronder expliciet weer:

"Rond de basiskwaliteit hebben wij nog een ander punt van zorg. Een terugkerend thema in de gesprekken van de afgelopen jaren is geweest de flexibilisering van het onderwijs en het aanbieden van onderwijs op maat voor de individuele leerlingen. De aanname van scholen is hierbij veelal dat onderwijs op maat meer tegemoet komt aan de wensen van de individuele leerlingen dan standaardprogramma’s. Hierbij zijn vraagtekens te stellen. Waar het uiteindelijk om gaat, is dat leerlingen goed onderwijs krijgen waarmee zij adequaat worden toegeleid naar arbeidsmarkt of vervolgonderwijs. De kern van dat goede onderwijs bestaat uit een hoogwaardig standaardproduct. Dat moet allereerst op orde zijn. Daarna en daarnaast kan worden bezien of er ruimte is voor maatwerk. Wie voorbeelden bekijkt van excellente organisaties in andere sectoren, stelt vrijwel zonder uitzondering vast dat die organisaties voornamelijk een topkwaliteit standaardproduct leveren. En daartoe blijvend investeren in een topkwaliteit standaard productieproces oftewel de operational excellence. Sterker nog: in de verbetering van het standaardproduct en productieproces zit vaak de grootste innovatiekracht. De aandacht voor de individuele klant zit doorgaans niet zozeer in de ruimte voor maatwerk in het product, maar in topkwaliteit service (structuur, begeleiding, aandacht en informatievoorziening). Wat wij echter zien in de diverse gespreksrondes met de besturen, is dat het tegemoetkomen aan wensen van leerlingen vooral wordt gezocht in het aanbieden van maatwerk in het onderwijsproduct. Het organiseren van dat maatwerk blijkt vervolgens een logistiek enorm ingewikkelde opgave te zijn. In de uitvoering gaat er dan vaak van alles mis wat programmering, organisatie, roostering en informatievoorziening betreft. In de hectiek van het aanpakken van het rumoer dat hierdoor ontstaat, vergeten de scholen vervolgens vaak het belangrijkste: tijdige, transparante en adequate informatievoorziening richting de leerlingen. Toporganisaties in andere sectoren zijn niet voor niets terughoudend met ‘maatwerk’: het is buitengewoon ingewikkeld, zeer kostbaar en gaat al snel ten koste van de kwaliteit van het standaardproduct. Substantieel doorgevoerd is onderwijs op maat voor het mbo, gezien het reguliere niveau publieke bekostiging, onbetaalbaar. Wij vinden het daarom van belang dat scholen in de komende periode de focus verleggen van flexibilisering en maatwerk, naar operational excellence in het standaardproduct en productieproces en topservice en informatievoorziening richting de leerlingen. Realisatie van de beschreven aanpak vereist dat de overheid (inclusief de inspectie) zijn ambities en doelstellingen hierbij laat aansluiten."

Ik ben het op hoofdlijnen wel met de conclusie en genoemde consequenties. Toch zijn er bij dit stuk 'enkele vraagtekens te stellen'. Laat ik er een paar noemen:

  1. Tussen de regels door lees je dat er een beeld is van maatwerk dat zo'n beetje overeenkomt met het 'gele scenario' van Triple A: 'Substantieel doergevoerd' gaat het om flexibele leerroutes die worden vormgegeven op basis van de actuele ontwikkeling van de student. Ik durf wel te beweren dat die ambitie door de meeste scholen / besturen inmiddels is losgelaten.
  2. De ambitie van volledig individuele leertrajecten is in elk geval te hoog gegrepen. Al eerder heb ik gesuggereerd dat scholen uit moeten gaan van een veel beperktere ambitie, op basis van de 80-20 regel. Dan blijft de complexiteit beperkt en is een zeker maatwerk in onderwijsproduct wel haalbaar. En als het gaat om het wegwerken van deficiƫnties, het verbreden of verdiepen of het versnellen of vertragen van opleidingen kun je stellen dat er toch zeker een behoefte is. Het aardige is bovendien, dat met deze beperkte ambitie 80% van de opleiding kan worden gezien als een standaardproduct waarbij naar operational excellence kan worden gestreefd.
  3. De auteurs leggen het accent op 'operational excellence' op basis van een standaardproduct voordat men kan denken aan (meer) maatwerk. Ik zou dat willen omdraaien. Formuleer als school een (redelijk bescheiden) ambitie op het gebied van maatwerk. Gebruik die ambitie om toe te werken naar operational excellence. Die heb je immers nodig om dat maatwerk te kunnen realiseren.
  4. Verder wordt de consequentie van 'topkwaliteit service' naar mijn idee onderschat. We hebben het dan over wat laatst iemand noemde: de kleine flexibiliteit. De persoonlijke aandacht die een docent aan zijn studenten geeft, de persoonlijke begeleiding, differentiatie binnen de klas. Dat vergt geen structurele aanpassingen in de onderwijsorganisatie zoals het geval is bij de 'grote flexibiliteit', waarbij het onderwijs noodzakelijkerwijs over opleidingen heen moet worden georganiseerd. Maar de kleine flexibiliteit stelt hoge eisen aan de competenties van docenten (en/of teams). Die zullen in staat moeten zijn maatwerk te leveren. Daar zal in de professionalisering zeker aandacht aan besteed moeten worden. In het rapport wordt wel aandacht besteed aan professionalisering, al wordt daarbij met name het ontwerpen van opleidingen als competentie genoemd. Dat lijkt me nu bij uitstek een competentie die je vraagt in het kader van grote flexibiliteit…

Ik vraag me een beetje af hoe bestuurders en/of scholen hierop zullen reageren. Nu verwacht ik eerlijk gezegd niet dat een passage als dit een aardverschuiving teweeg zal brengen in de opinie en het beleid van scholen op dit gebied. Het zou in elk geval zonde zijn als het kind met het badwater wordt weggegooid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reacties zijn welkom