Zoals in het voorgaande verhaal al werd aangegeven: het ELD is één van de producten van een hele reeks die in samenhang moeten zorgen voor een innovatie van het onderwijs. Het effect moet zijn, dat er minder uitval is, dat meer studenten in één keer op een goede plek terecht komen, dat het onderwijs effectiever en efficiënter kan worden.
Dat betekent tevens dat de mensen in het onderwijsveld zullen moeten veranderen, lees: hun gedrag moeten aanpassen. We hebben de afgelopen jaren de kreten al voorbij zien komen: van docent naar coach, enzovoorts.
Tijdens de ELD-conferentie gaf Ben Tiggelaar een presentatie over het omgaan met verandering met als kernvraag: Wat maakt in de praktijk dat bij de meeste veranderingstrajecten veel mensen terugvallen in hun oude gedrag? Tijdens zo'n project worden immers afspraken gemaakt over nieuwe procedures en werkwijzen. Ondanks het commitment, dat daarbij wordt uitgesproken, blijken mensen de deur achter zich nog niet dicht te hebben gedaan, of…
Onderzoek heeft uitgewezen, dat gedrag voor pakweg 95% wordt bepaald door onbewuste, geautomatiseerde routines. (Het overkomt iedereen wel eens dat er onderweg ineens achterkomt dat je een heel stuk hebt gereisd, zonder dat je je bewust was van de afgelegde weg.) Je kunt dus zelfs bij heel complexe handelingen op de automatische piloot vertrouwen! Op zich is dat een heel natuurlijk fenomeen. Je hoeft geen kostbare tijd te besteden aan het bewust nadenken over waar je mee bezig bent. Je hoeft alleen aandacht te besteden aan dingen, die afwijken van het normale patroon. Als je het in een veranderingstraject dus hebt over afspraken over ander gedrag (gedrag dat dus afwijkt van het normale patroon) kun je begrijpen, dat dat nieuwe gedrag eerst moet inslijpen tot een routine. Je hersenen zijn nou eenmaal geprogrammeerd om terug te vallen op die oude routines.
Een belangrijke succesfactor bij het adapteren van nieuw gedrag blijkt voort te komen uit imitatie en dan met name van iemand met autoriteit of iemand, die sympathiek wordt gevonden. Sleutelfiguren hebben dus een bepalende de rol.
Daarnaast wordt het aanleren van gedrag beïnvloed door twee drivers: pijn en plezier. Een handeling, die een negatieve emotie (frustratie, onzekerheid, verdriet, woede, zeg maar: pijn) oproept, zal snel afgewezen worden. Als een handeling een positieve emotie (trots, liefde, zekerheid, hoop, zeg maar: plezier) oproept zal het snel worden geadapteerd.
Wat tevens speelt is het feit, dat een effect van de verandering ten aanzien van het ik - hier - nu een veel grotere stimulans oproept ten opzichte van het zij - daar - straks.
Neem nou een docent die met een nieuw computerprogramma aan de slag moet. "Waarom iets nieuws als het oude ook werkte?" (terugvallen in de oude routine). "Waarom doet dat stomme programma niet wat ik wil?" (pijnprikkels). "Wat schiet ik er mee op?" (ontbreken van plezierprikkel, maar ook ik-hier-nu).
Werken met een nieuwe applicatie voor bijvoorbeeld een betere registratie van de begeleiding van studenten gaat dus alleen maar werken als het programma zeer gebruikersvriendelijk is, een directe meerwaarde voor de gebruiker oplevert en ook door sleutelfiguren (management!) wordt gebruikt. Het feit dat een ELD de student een betere kans biedt bij zijn vervolgopleiding mag dan wel waar zijn, maar vormt voor degenen, die op de werkvloer met die studenten bezig zijn, nog geen prikkel om een registratieprogramma te gaan gebruiken.
Dit is natuurlijk voer voor innovatieadviseurs! En applicatieontwikkelaars, managers, begeleiders, administratief medewerkers, projectleiders, enzovoorts...
Je bent wel lekker bezig zo laat op de zaterdagavond!
BeantwoordenVerwijderen"Werken met nieuwe applicaties gaat dus alleen maar werken als ze zeer gebruikersvriendelijk zijn, directe meerwaarde opleveren en ook door sleutelfiguren (studenten!) worden gebruikt."
Dus MSN, Hyves, mobieltjes enz. Leuk hoe je verhaal op meer zaken is te copiëren...