De laatste presentatie op de Managementconferentie Toptien werd gegeven door Liliane van Lier en Maarten Kleijne van SARV. Dit is het bureau dat indertijd de gesprekken heeft gevoerd met de studenten van verschillende opleidingen over het competentiegericht onderwijs wat uiteindelijk heeft geleid tot de publicatie van de Balansschool (waar ik zelf heel lang geleden ook al eens over heb bericht).
SARV doet nu momenteel een vervolgonderzoek door op zoveel mogelijk scholen gesprekken aan te gaan met studenten over het competentiegericht onderwijs.
Tja, wat maakte nu, dat deze presentatie de toptien haalde? Het verhaal over de Einsteingeneratie was al lang bekend en kwam ook nogal gekunsteld over. Ik kan er dan ook niet zo veel mee als de stelling is, dat leerlingen meer dan vroeger met al hun zintuigen werken, dus niet alleen ogen en oren maar ook smaak, reuk en tast. Als er vervolgens relaties worden gelegd met competenties en slimheid verbonden worden met de neus ('ergens een neus voor hebben'), kan ik er niet meer zoveel mee. Verder had ik eigenlijk een andere verwachting bij de titel...
Eén onderdeel vond ik wel boeiend, in elk geval interessant genoeg om daar nog eens nader naar te gaan kijken. De onderstaande weergave is een beetje mijn eigen vertaling. Op de site van SARV staat wel iets over de kubus, dat moet ik nog gaan lezen.
Het leerproces werd in drie dimensies gepresenteerd: kennis (uitleggen), doen (in de praktijk brengen), en voelen (motivatie, ervaren van een 'drive'). Die drie dimensies zijn te representeren in een kubus.
Naar achteren: uitleg
Naar rechts: aan de slag
Naar boven: reflecteren
Er zijn nu zes verschillende onderwijsstrategieën te bedenken op basis hiervan: eerst uitleggen, dan aan de slag, vervolgens reflecteren. Of uitgaan van het gevoel door te reflecteren op wat studenten al weten, te achterhalen wat hun drive is, om er vervolgens mee aan de slag te gaan en waar nodig wat theorie te geven. Je kunt ook aan de slag gaan, te reflecteren om studenten op hun gevoel bij die praktijk en vervolgens de theoretische onderbouwing geven. Enzovoorts.
In de praktijk zou je kunnen zeggen dat bepaalde typen opleidingen passen bij een bepaalde strategie. In de techniek overheerst het uitleggen, doen en reflecteren. In de zorg gaat men eerst aan de slag, ervaart een bepaald gevoel en krijgt daar dan theorie bij. Voor een Handelsopleiding is het weer anders: eerst doen, dan theorie en daaruit gaan reflecteren.
Interessante materie, geeft stof tot nadenken maar ook op zoek gaan naar de onderbouwing van dit alles (evidence). Het biedt in elk geval aanknopingspunten bij het denken over curriculumontwikkeling en bouwen van een onderwijsmagazijn.