zaterdag 13 maart 2010

CGO: Aan de verkeerde kant begonnen?

Het begon deze week met een artikel in de Volkskrant waarin enkele 'directeuren van MBO-instellingen' hun twijfels uitten over het CGO. (Helaas: de artikelen van de Volkskrant staan in het betaalde archief, een link werkt dus niet voor iedereen maar wie abonnee is kan het hier vinden. Een afgeleid berichtje staat op Bakkerswereld.nl).
Ik vraag me af of deze directeuren zichzelf en het MBO hiermee een groot plezier hebben gedaan.

Uitspraken
Kees Tetteroo, scheidend collegevoorzitter van ROC Eindhoven verwoordt het aldus:

'Natuurlijk is het fijn als de loodgieter niet met zijn vieze schoenen door het huis banjert. Maar wat heb je aan iemand die netjes bij de deur zijn schoenen uitdoet, als hij de verwarming niet kan repareren? Dát is toch de volgorde: eerst vakkennis, dan de houdingsaspecten die erbij horen. Bij competentiegericht leren zijn we aan de verkeerde kant begonnen.’

Zie je het voor je? Een praktijkruimte waarin waarin aankomend loodgieters de kunst van het schoenen uitdoen krijgen aangeleerd. En als een student een vraag stelt over een verwarmingsketel, halen docenten hun schouders op, want dat is in het CGO niet meer belangrijk. Er zullen ontegenzeggelijk loodgietersopleidingen zijn, waar het een en ander af te dingen is op de kwaliteit, maar er zal er geen één zijn waar omgangsvormen prominent meer aandacht krijgen dan de kennis van en de vaardigheden rondom het repareren van verwarmingsketels. Met zo'n anekdote wordt echter wel weer een bepaald beeld geschetst van competentiegericht onderwijs.

Coen Free levert op dezelfde manier kritiek op het beoordelen van competenties op de verschillende niveaus in het MBO:

"Neem de competentie kan zich gedragen in de openbare ruimte. Mag je dan op niveau 1 nog een ruit ingooien als je het ergens niet mee eens bent, en moet je bij niveau 4 aanbellen en je excuses aanbieden?"

Tiny Pheninckx twijfelt over het onderwijsaanbod:

'Nu staat er een opleiding tot leisure assistant of zoiets in de folder, en tast iedereen in het duister over welk niveau dat is. Als je zo het onderwijs inricht, roep je de ellende over jezelf af.'

Waar richt de kritiek zich vooral op?
De kritiek richt zich onder meer op een aantal punten:

  • De competentiegerichte kwalificatiestructuur en dan met name de uitgebreide, gedetailleerde kwalificatiedossiers, die immers allemaal in onderwijs moeten worden vertaald en verantwoord aan de inspectie.
    Het is wel boeiend te lezen, dat onderwijsinspecteur Bert de Vries ook vindt, dat het niet goed gaat met de nieuwe kwalificatiestructuur maar juist vanwege de ingeslopen vrijblijvendheid in de huidige kwalificatiedossiers: zie Nieuwspunt van januari, p4
  • Daarnaast is er het enorme aantal opleidingen. Het was de bedoeling dat er maximaal 130 kwalificaties zouden komen. Het zijn er twee keer zoveel, met alle uitstroomprofielen zijn het er een kleine 700.
    De vraag is, of dat aan de kwalificatiestructuur ligt. Die stelt alleen eisen aan de manier waarop een opleiding wordt beschreven. Elke opleiding wordt toch ergens aangevraagd en ontwikkeld?
    Daarnaast bepaalt een roc zelf, welke opleidingen worden aangeboden.
  • Competenties blijken in de praktijk moeilijk te toetsen te zijn.
    Daarom zie je in de praktijk steeds meer, dat niet de competenties worden getoetst maar de werkprocessen.

Laat ik even duidelijk stellen: Ik ben het voor het een groot deel eens met de geleverde kritiek op het CGO, op de manier waarop het is vertaald in de huidige kwalificatiedossiers en hoe het in de praktijk wordt uitgewerkt en ingevoerd. Er is genoeg te verbeteren op het gebrek aan noodzakelijke randvoorwaarden als een adequate sturing, professionalisering, tijd, middelen en ook is de informatievoorziening nog lang niet overal op orde. De implementeerbaarheid van CGO in termen van verandercapaciteit en veranderbereidheid is zwaar onderschat. Daar bovenop komt nog de rigiditeit, waarmee de overheid cq inspectie controleert op aan- en afwezigheid en de 850-uren norm en dergelijke. Kortom: er is nog veel te verbeteren.
Desondanks gaat het op heel veel plaatsen wel goed, levert CGO goede studenten en tevreden werkgevers op. En dat wordt in het artikel dan ook niet ontkend.

Toch vinden de roc-directeuren niet dat het hele CGO weer op de schop moet. Van stelselwijzigingen hebben scholen hun buik vol, maar er zit ook heus veel goeds in het betrekken van bijvoorbeeld omgangsvormen en zorgvuldigheid in een beroepsopleiding. ‘We leveren rijpere mensen af’, zegt Fred van Vliet, collegevoorzitter van het Grafisch Lyceum in Rotterdam, ‘maar die moeten zeker ook genoeg vakkennis hebben.’

Beeldvorming
Mijn kritiek op de kritiek heeft vooral betrekking tegen de beeldvorming, die het artikel oproept. Laat ik proberen dat duidelijk te maken aan de hand van een stelling:

Een van de grootste problemen bij de implementatie van CGO was (is) een verkeerde beeldvorming.

Informatie, die mensen krijgen, roept bepaalde beelden op. Besluiten, die worden genomen, acties die worden ingezet, weerstanden die worden opgeroepen, zijn gebaseerd op die beelden. Veel mensen binnen en buiten het onderwijs zijn in het verleden doorgeschoten in hun beelden van competentiegericht onderwijs en hebben het onderwijs op basis daarvan proberen in te richten.

  • Vraaggericht onderwijs? Dan moet je dus als docent achter je bureau blijven zitten totdat een student een vraag stelt.
  • Je leert het best van een praktijksituatie? Dan schaf je theorievakken af en breng je alle theorie onder in praktijkvakken.
  • Van docent tot coach? Dan mag je dus geen les meer geven, niets meer uitleggen, alleen nog maar begeleiden.
  • Flexibel onderwijs? Dan wordt het onderwijs dus hetzelfde als als een winkelwagentje vullen in de supermarkt.
  • Een leerling weet zelf het beste wanneer hij toe is aan een bepaald onderwerp? Dan bedenk je Iederwijs.

Als het artikel leest, worden daar nog wat voorbeelden aan toegevoegd.

  • Vanuit CGO aandacht besteden aan houdingsaspecten? Dan krijgen loodgieters een diploma als ze hun schoenen uitdoen.
  • Competentiegericht onderwijs op verschillende niveaus. Dan mag een niveau 1 een ruit ingooien en moet een niveau 4 zijn excuses aanbieden.

Het beeld, dat veel mensen hebben van CGO is diepzwartgallig en wordt niet er niet beter en zeker niet realistischer op door dit soort uitspraken. Het glas is halfvol. Er is veel te verbeteren maar er gaan ook dingen goed. Wat dat betreft is het goed dat er kritische geluiden worden afgegeven, maar op deze manier begint die kritiek wat mij betreft aan de verkeerde kant...

4 opmerkingen:

  1. Ik vraag me af waar dat vandaan komt: zwart-wit denkbeelden (zoals de doorgeschoten voorbeelden) nodig hebben. Om de werkelijkheid en beetje overzichtelijk te houden of zo? Zo komen we inderdaad nooit aan inhoudelijke finetuning toe. Omdat doorgeschoten denkbeelden weer allerlei onderbuikgevoelens oproepen en dito reacties.
    Bedankt voor je blog!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Helemaal met je eens, wat ik jammer vind is dat directeuren deze uitspraken doen. Velen van hen weten onvoeldoende wat er op de werkvloer afspeelt en zij zouden zich verantwoordelijk moeten voelen voor het feit dat CGO vaak niet goed opgepakt is. Ik ken veel docenten die het kwalificatiedossier van hun opleiding niet goed kennen, niet begrijpen wat de essentie van invoering van CGO inhoudt. Veel scholen hebben te laag gekwalificeerde of zelfs onbevoegde docenten voor de klassen staan. Dat zouden directeuren zich moeten aanrekenen, onvoldoende geinvesteerd in de professionalisering van de docenten, het is goedkoper een instructeur in te zetten. Insteken op bedrijfsvoering en dat is in klassikaal in lesuren (per vak) makkelijker en goedkoper. Ook de onvoorstelbare massa opleidingen is hen aan te rekenenen, meer leerlingen in huis door meer kekke opleidingen te starten, zonder gedegen onderzoek of er toekomst voor zo'n beroep is. Daarnaast staan ook zij nog eens toe dat de namen verengelsen..Aqua Leisure Host..bekt zo lekker in de advertenties.
    Als laatste vallen zij de docenten die er wel in geloven en er voor gaan op deze manier onvoorstelbaar af. Laat directies en CVB's die deze uitspraken doen ook de hand eens in eigen boezem steken..zij zijn mede verantwoordelijk.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Komen jullie allemaal maar naar de conferentie over de aansluiting mbo-hbo op 9 april in Utrecht
    http://www.nvvw.nl/page.php?id=8058

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Jan Lauwrens Haisma20 april 2010 om 11:34

    Goed verwoord. Hier lees ik de nuance terug die het onderwijs nodig heeft. Na flink doorgeschoten te zijn zie je nu volgens mij wel een terugkeer naar de werkelijke waarden in het onderwijs: de verbinding tussen de leerling en de school/docent. Want daar draait het in de kern toch om?

    BeantwoordenVerwijderen

Reacties zijn welkom