Stelling: de productiviteit van het onderwijs moet omhoog.
De stijging van de productiviteit van het onderwijs blijft achter bij andere sectoren. Dat betekent, dat de kosten stijgen maar dat daar niet (evenredig) meer 'onderwijsproduct' tegenover staat. In veel sectoren worden werknemers productiever, met name door allerlei innovaties en de inzet van ICT. In het onderwijs gebeurt dat maar heel beperkt. Uit het rapport 'Naar meer doelmatigheid in het MBO' wordt op verschillende manier gekeken naar productiviteit. Daarbij worden verschillende indicatoren gebruikt waaronder de PCI (Performance Cost Index). Dat kan worden gerelateerd aan het aantal studenten dat per jaar deelneemt aan het onderwijs (kosten per student per jaar), het kan ook worden gerelateerd per diploma (kosten per diploma). Uit allerlei berekeningen blijkt dat de PCI-deelname stijgt van ruim € 6400 in 2007 naar bijna € 6900 per student per jaar in 2009. De PCI-diploma komt in 2009 uit op iets meer dan € 22.000. De conclusie van het rapport is, dat door de bank genomen de productiviteit nagenoeg gelijk blijft (inflatie was in dit plaatje niet meegenomen).
Nu lijkt het me een beetje ongenuanceerd om zomaar te stellen dat de productiviteit 'niet (genoeg) omhoog gaat. Op de eerste plaats vraagt lesgeven tegenwoordig wat meer van een docent dan vroeger. Studenten en leerlingen zijn behoorlijk wat mondiger, de complexiteit in het onderwijs is behoorlijk toegenomen door tal van oorzaken. Daarmee omgaan zou ook kunnen worden opgevat als productiviteitstijging. Ook neemt de uitval al een tijdje af en gaan meer studenten naar het hoger onderwijs: het rendement neemt dus toe.
Daar staat ook nog iets anders tegenover. De belangstelling om in het onderwijs te werken neemt door de bank genomen af. Daarmee wordt de docent een schaars goed en moet er dus meer voor hetzelfde worden betaald. Datzelfde gaat ook op voor koper of olie: door schaarste daarvan gaat de prijs omhoog zonder dat dat leidt tot meer product per eenheid koper of olie.
Deze nuanceringen nemen niet weg, dat er allerlei ontwikkelingen gaande zijn die maken dat onderwijsinstellingen zich zorgen moeten maken. Op een één of andere manier komt een 'sense of urgency' nog niet echt tot uitdrukking, terwijl ik denk dat daar alle reden voor is.
- Je hoort er niet zoveel meer van maar er is nog steeds sprake van een groot dreigend lerarentekort. Met name in de techniek zal in de komende jaren een groot deel van de docenten het onderwijs gaan verlaten.
- De financiële ruimte voor het onderwijs zal er de komende jaren niet groter op worden. Veel instellingen kampen al met behoorlijke financiële problemen. Met allerlei bezuinigingen in het verschiet (de 30+ maatregel in het MBO, Passend Onderwijs, Actieplan MBO) zal de situatie er niet veel beter op worden. Natuurlijk zegt de politiek dat 'er niet bezuinigd mag worden op het onderwijs'. Klinkt goed, maar als er meer geld vrij gemaakt wordt voor salarissen en er wordt alleen maar 'niet bezuinigd' dan is duidelijk dat er wel degelijk minder te besteden zal zijn.
- Eén van de maatregelen uit het Actieprogramma MBO houdt in dat de huidige vierjarige BOL-opleidingen worden geïntensiveerd. Een verkorting naar drie jaar (dus ook een driejarige ipv vierjarige bekostiging, is dat geen bezuiniging?), meer uren in het eerste jaar (van 850 naar 1000) en meer lessen op[ school in plaats van in een stage (maximaal 250 uur in het eerste en tweede jaar). Dat leidt tot een concentratie van uren die op school gegeven moeten worden.
Naar mijn idee is er maar één conclusie mogelijk: de productiviteit van een onderwijsuur moet omhoog! ICT zal daar een grote rol in moeten spelen. Mooi thema om een paar keer op terug te komen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties zijn welkom