dinsdag 16 april 2013

Het Onderwijsschandaal, schotschrift van Coen Free

Coen Free heeft met zijn schotschrift 'het Onderwijs-schandaal' een fraai stukje proza afgeleverd met een plaatje van 'His Master's Voice' op de voorkant. Het boekje werd uitgedeeld tijdens de afgelopen CVI Managementconferentie. Tijdens de conferentie heb ik er weinig over gehoord, wat niet vreemd is natuurlijk. Toen had niemand nog tijd gehad om het te lezen. Jammer dat Free er weer niet voor gekozen heeft, het boekje online te publiceren. 

Ik heb het inmiddels gelezen en voel me geroepen er op te reageren, zoals ik al eerder reageerde op uitspraken en uitgaven van Free. Ik moet zeggen, dat dit keer mijn weerstand groeide naarmate ik verder kwam in het boekje. Free doet allerlei nogal wat nogal ongenuanceerde uitspraken over van alles en iedereen. 
Dat er in Nederland nog zoveel leerlingen en studenten in de diverse onderwijstypen een diploma halen, kan verklaard worden door de 'Wet van Posthumus' (docenten passen beoordelingen aan aan het niveau van de studenten). 
Loek Nieuwenhuis is 'oliedom' omdat die een onderwijsstelsel propageert met en publiek-private samenwerking. 
Werkgevers wentelen opleidingskosten af op de belastingbetaler, door middel van de kwalificatiestructuur wordt cao- en loonpolitiek bedreven. 
Er is sprake geweest van intimidatiepraktijken, dreigementen met repressieve maatregelen en ergelijke politieke spelletjes van Tweede Kamerleden tegen onderhandelings-vertegenwoordigers van het onderwijs bij de totstandkoming van de WEB
Etc. etc..  
Mensen, die kritisch zijn op de huidige situatie worden de hemel in geprezen, degenen die er anders over denken zijn oliedom. Het boekje is één grote aanklacht tegen het huidige onderwijsbestel waar leerlingen veel te vroeg moeten kiezen en daarom veel talent verspild wordt. In het document worden (Free's) conclusies regelmatig met vette letters beklemtoont, alsof het volume even flink omhoog moet. 
Pas helemaal aan het einde (in de bijlage!) komt een klein beetje uit de verf waar Free eigenlijk naar toe wil: een 'comprehensief  onderwijsmodel' naar Amerikaans of Fins model. (Ik heb even moeten opzoeken wat er nu precies bedoeld wordt met zo'n comprehensief model.)

Terwijl ik na het lezen nadacht over een reactie, moest ik denken aan 'cést la ton qui fait la musique'. De toonzetting van Free zal behoorlijk mensen in het harnas jagen. De vraag is, of hij op die manier bereikt, wat hij wil bereiken. Ik verwacht niet zo veel in een atmosfeer waarin het onderwijsdebat vooral wordt gedomineerd door snel in de wiek geschoten mensen.

Maar toch...
Ik heb me de vraag gesteld, of Free ondanks de toon misschien wel gelijk heeft? Is een comprehensief model de oplossing voor het onderwijs en daarmee voor de economie en welvaart op langere termijn voor Nederland? Eerlijk gezegd ben ik wel gecharmeerd van het idee. Tegelijkertijd denk ik na over het masterplan, dat nodig zal zijn om het onderwijs op die manier te hervormen. Groter dan de Mammoetwet en de WEB samen! In veel gevallen is een 'cold turkey' een goede veranderstrategie, de vraag is of dat hier ook voor geldt. Het zou Free sieren als hij ook zijn licht laat schijnen over zo'n veranderstrategie, en liefst wat uitgebreider dan te verwijzen naar hoe Noorwegen dat een tijd terug heeft gedaan. Het zou waarschijnlijk een stuk inspirerender en motiverender overkomen om het voor elkaar te krijgen dan via een schotschrift als dit.

Blijft voor mij alleen nog de vraag, waarom dat plaatje van 'His Master's Voice' op de voorkant prijkt. Is dat een verwijzing naar dat ene zinnetje over onderzoekers en adviseurs die veel geld verdienen door goed 'te luisteren naar 'His Master's Voice'? Of is het door Free een beetje subliminaal bedoeld om zichzelf als zodanig te willen afficheren? Dat mag van mij best voor een groot denker en vernieuwer  die Free onmiskenbaar is. Maar dan graag een wat aangenamer arrangement en een wat minder oorverdovend volume...  

donderdag 11 april 2013

Kun je met zoveel repressieve maatregelen nog wel spreken van governance in het MBO?

De MBO-raad denkt momenteel na over de Governance in het MBO. Geert Wammes geeft tijdens de Managementconferentie een toelichting.
De definitie van governance is behoorlijk uitgebreid maar komt neer op 'goed bestuur'. Het gaat om sturen, toezicht houden, realisatie van doelstellingen, communiceren en afleggen van verantwoording.

Er zijn veel aanleidingen om er nu aandacht aan te besteden. Hoewel er maar bij betrekkelijk weinig opleidingen zijn met problemen, straalt dat onmiddellijk af op de hele sector. Amarantis heeft geleid tot veel rapporten en inzichten. Alles bij elkaar zijn er enkele instellingen, waar het financieel beheer niet in orde is.
Wanneer een instelling failliet gaat, de consequenties door alle overige instellingen moet worden opgevangen. Er is momenteel een governancecode (Goed bestuur in de BVE-sector van 2009) die niet overal goed wordt nageleefd, zoals blijkt uit een evaluatie vorig jaar. Allerlei elementaire dingen als een klachtenregeleing, een klokkeluidersregeling ontbreken in instellingen. Kwaliteitszorg en - borging blijven achter. Dat blijkt uit het Inspectieverslag over 2011 -2012. Er komt overigens een nieuw toezichtskader van de Inspectie, dat strenger zal zijn dan het voorgaande. Het thema zal dus prominenter terug komen.
De hoge beloningen van sommige bestuurders staat ook in het lijstje. Dat heeft ook gevolgen voor het imago. Als laatste thema spelt de transparantie en verantwoording. Ook daar zijn verbeteringen mogelijk.
Alles bij elkaar zorgden deze aanleiding voor een 'wake up call', waarbij het MBO-bestuur streeft naar een groter 'zelfreinigend vermogen'.

De actuele context wordt voor een belangrijk deel gevormd door de Amarantisrapporten en de reacties daarop in de beleidsreacties van de minister, een conferentie op 11 februari en het kamerdebat van 20 maart. Medio april komt de minister met een governancebrief waarin wordt uiteengezet hoe het ministerie hier op gaat sturen.
Een ander interessant gebeuren in deze context is het voornemen van Zadkine/Albeda om vanuit een innige samenwerking te komen tot de vorming van een aantal MBO-colleges. Het zou wel eens een trend kunnen zijn in de sector.

De MBO-raad heeft een aantal uitgangspunten geformuleerd. Daarbij wil men geen stelselwijzigingen en een handhaving van de huidige sturingsfilosofie van de WEB. De minister denkt echter na over meer mogelijkheden om grip te krijgen op de situatie. Hoofdelijke aansprakelijkheid, ontslagmogelijkheden, een eed voor bestuurders, versterking van de OR. Een en ander lijkt wel op repressie wat zal leiden tot een pittig debat.
Een uitgangspunt voor de MBO-raad is ook, dat bij voorkomende incidenten niet alleen gewezen wordt naar de sector en de MBO-raad maar dat ook Inspectie en ministerie in actie komen: proportionele verhoudingen tussen alle actoren.
De MBO-raad stelt verder een aantal maatregelen voor, waaronder informatie, detectie en risicomanagement met bijbehorende borgingsmechanismen. Ook een beter financieel toezicht. denk aan het feit dat Amarantis al twee jaar onder verscherpt toezicht stond van de Inspectie, maar dat heeft niet geleid tot maatregelen,mdie de problemen hadden kunnen voorkomen. Tot slot wil de MBO-raad aandacht voor cultuur, gedrag en een moreel kompas.

In de aanpak wil de MBO-raad komen de volgende elementen terug. Het zal niet het bestuur van de MBOraad zijn, die acteert, maar de vereniging. Er moet sprake zijn van zelfregulering met zelfcorrigerend en zelfreinigend vermogen. Er wordt gestuurd op een intercollegiale aanpak. Als er problemen zijn bij een instelling, springen andere instellingen te hulp. Daarmee wordt aangetoond dat de sector zelf in staat is zaken aan te pakken. Instellingen worden vooral in hun kracht gezet.

Er komt een interne Governance Agenda voor het MBO. daarin:
1. Jaarlijkse risicoanalyse van elke instelling. Hiervoor worden de gegevens gebruikt uit de benchmark, gegevens van DUO, etc.
2. Indien er sprake is van een risico veindt er een gesprek plaats tussen bestuur MBO-raad en CvB om de situatie verder in kaart te brengen en een aanpak met een ondersteuning af te spreken.
3. Als er geen verbetering optreedt, komt er een commissie van deskundigen die een advies geven.
De instelling zal altijd zelf aan het stuur blijven.

De commissie Hooge heeft hetnonderzoek gedaan naar het naleven van de governancecode. Daaruit is een aantal aanbevelingen gekomen, die door de MBO-raad worden meegenomen in de voogetselde aanpak. Naast afspraken over het op orde brengen van de naleving wordt ook nagedacht over een nieuwe code waarbij het naleven daarvan wordt opgenomen als integrale lidmaatschapseis. Handhaving daarvan kan leiden tot royement van een instelling als lid.

Persoonlijke noot: governance is vooral bedoeld als een manier om een instelling te besturen vanuit een eigen verantwoordelijkheid. Een governancecode zou dan eigenlijk nodig zijn om met elkaar af te spreken, wat je precies verstaat onder die verantwoordelijkheid. Als de minister maar in feite ook de MBO-raad dreigt met allerlei repressieve maatregelen en de code een handhavingsinstrument wordt, is er dan nog wel sprake van governance?

woensdag 10 april 2013

Afstandsleren: van onderwijstijd naar leertijd op de #cvimc


Tijdens de Managementconferentie verzorg ik samen met Albert Vlaardingerbroek van het Noorderpoort een presentatie over afstandsleren. De presentatie  is vooral pleidooi om meer te experimenteren met verschillende vormen van, zeg maar, 'zelfstandig leren ondersteund met ict' en over het uitwisselen van ervaringen hierbij.

De presentatie is het verhaal over de zoektocht die we afgelopen jaar samen (met Marc Keizer van SchoolMaster) hebben uitgevoerd naar de mogelijkheden van afstandsleren binnen de kaders van begeleide onderwijstijd in het MBO. De verschillende vormen van afstandsleren hebben we uitgewerkt in een aantal scenario's. De verschillende scenario's hebben we toegepast op een eigenlijk heel eenvoudig verhaal van een docent, die enkele lessen voorbereidt en uitvoert. In het verhaal volgen we ook één van de studenten. De verhalen zijn na te lezen op www.digitaalverantwoordafstandsleren.nl.
De verschillende scenario's leggen we vervolgens langs de meetlat van begeleide onderwijstijd. En dan blijkt er veel mogelijk, meer dan menigeen denkt. En het ziet er naar uit dat de regels voor begeleide onderwijstijd worden versoepeld. Je zou zeggen dat niets een goede toepassing van afstandsleren meer in de weg staat.

Tijdens de presentatie gaan we in het waarom van afstandsleren en op de meerwaarde, die ict daarbij biedt.
Natuurlijk is ict geen een absolute voorwaarde voor afstandsleren, maar voegt wel veel toe! Een goede en goed gedoseerde toepassing van afstandsleren maakt van onderwijstijd echte leertijd! En daar is iedereen toch om te doen?
We hebben een aantal stellingen klaargezet waar deelnemers tijdens de presentatie direct op kunnen stemmen. Na afloop laat ik hier wel weten hoe men over dit thema denkt.

zondag 7 april 2013

Interactief presenteren op de Managementconferentie #cvimc


Ik vind het altijd een uitdaging om een presentatie interactief te maken. Natuurlijk kun je wat stellingen inbouwen in je presentatie en daarmee de aanwezigen tot een discussie verlokken. Dit keer pakken we het wat anders aan.

Op donderdag geef ik met een copresentator een presentatie over elearning en onderwijstijd. Daarbij willen we gebruik maken van wat ICT-mogelijkheden om tijdens de presentatie het publiek te laten reageren op een aantal vragen en stellingen. Ik heb het een en ander ingericht met PollEverywhere.
Je kunt een account aanmaken op de site waar verder geen kosten aan verbonden zijn. Er zijn betaalde varianten maar voor het gebruik dat ik er van wil maken is dat niet nodig. Het aantal antwoorden per poll is dan wel beperkt tot 40. Je kunt bij het aanmaken van een account aangeven dat je uit het onderwijs komt. (wat voor extra mogelijkheden dat oplevert, heb ik verder niet onderzocht...).

Op de site heb je dan de mogelijkheid 'polls' aan te maken: vragen met een aantal antwoordmogelijkheden. Dat kan vrije tekst zijn of een meerkeuze antwoord. Deelnemers kunnen hun antwoord (tekst) of een antwoordcode (meerkeuze)  doorgeven via sms, een tweet of via een website.
De vragen kunnen worden gedownload in een Powerpoint bestand. Eén vraag per dia. De dia's kun je vervolgens kopiëren en in je eigen presentatie opnemen. Als je op de website bepaalde onderdelen van de vraag aanpast of van de instellingen aanpast, wordt dat overgenomen in je presentatie! Kan het handiger?

Komende donderdag weten we in elk geval wat beter hoe mensen aankijken tegen de relatie tussen elearning en onderwijstijd...

(Dit bericht is ook te vinden op de #cvimc/blog)


maandag 25 maart 2013

Gaat het onderwijs dan nu echt digitaliseren?


Innoveren betekent vernieuwen. Toch gaat het bij innovatie lang niet altijd niet om iets nieuws maar om het (slim) combineren van dingen die al langer bestaan. Toen de eerste auto werd gebouwd werd in feite het  paard vervangen door een motor. Dat betekende nog lang geen innovatie van de mobiliteit. Voordat voor het eerst een auto van Schotland naar Londen kon gaan, moest men paard en wagen met brandstof vooruit sturen. Pas nadat ook een heel netwerk van verharde wegen en brandstofpunten ontstond, kon de mobiliteit echt toenemen: innovatie gaat om een combinatie van factoren.

Er zijn genoeg voorbeelden van sectoren waar de digitalisering tot grote veranderingen, tot innovaties heeft geleid. Denk aan wat elektronisch betalen heeft betekend voor de banken, hoe de muziekwereld is veranderd. Wie fotografeert er nog met filmrolletjes? Vakanties boek je op internet, internetnieuws wint het van de dagbladen.
In het onderwijs wordt ICT al dertig jaar toegepast, maar door allerlei oorzaken heeft dat (kleinschalige uitzonderingen daargelaten) tot dusver niet geleid tot een echte innovatie van het onderwijs. Onderwijs is erg gebaat bij de inzet van ICT. Met name als ICT een deel van het werk van een docent
Momenteel zijn er allerlei signalen, dat een kentering aanstaande is.


Er zijn tal van mogelijkheden te noemen waarop het (Nederlandse) onderwijs gebaat is bij de inzet van ICT. De vraag is, welk van die mogelijkheden daadwerkelijk leidt tot een innovatie van het onderwijs. Bij innovatie denk ik aan ambities zoals een hoger leerrendement door nieuwe didactische werkvormen maar ook praktijkgericht onderwijs met de inzet van externe deskundigen via ICT-kanalen (crowdsourcing, cocreatie). Leertrajecten op maat, mede gebaseerd op learning analytics. De inzet van elearning om onderwijs effectiever en efficiënter te maken.
Die ambities vragen om een combinatie van factoren die afzonderlijk al beschikbaar (kunnen) zijn. Langzaam maar zeker zijn er meer en meer factoren zichtbaar die elkaar kunnen versterken en op die manier tot daadwerkelijke innovaties kunnen leiden. Een overzicht:
  • Steeds meer scholen maken gebruik van tablets. Wat voorheen niet lukte met pc's en later laptops blijkt nu een stuk makkelijker te realiseren met tablets, waarschijnlijk omdat die heel intuïtief werken.
  • Afstandsleren bestaat al lang. Denk aan de papieren cursussen van PBNA, LOI, NTI of OU. Tegenwoordig is er veel aandacht voor MOOC's, Internet maakt het mogelijk om les te krijgen van de beste geleerden van de wereld. De muren van de school vervagen, inmiddels ook in Nederland, zoals bij de UvA
  • Er verschijnen didactische concepten als flipping the classroom, waarbij ICT een belangrijke ondersteunende rol vervult, nou ja, kan vervullen.
  • Op allerlei manieren roepen tal van prominente figuren op om meer aandacht te besteden aan de mogelijkheden van ICT. Denk aan Nelie Smit-Kroes met haar recente oproep. Wellicht past hierbij ook de oproep van Marc Zuckerberg waarin hij oproept om het programmeren weer in het curriculum op te nemen in dit rijtje thuis.
  • Er is veel belangstelling voor de professionalisering waarbij ICT-vaardigheden een steeds prominentere rol krijgen.
  • En last but not least: ook in de regelgeving komt er meer ruimte (in elk geval voor het MBO). In een recente brief van Minister Bussemaker geeft ze aan dat de regels voor onderwijstijd worden veranderd. Dat biedt meer ruimte voor scholen om te experimenteren met de inzet van elearning in het onderwijs.   
We zijn er nog niet, maar ik vermoed een behoorlijke omslag binnen nu en enkele jaren.

zondag 3 maart 2013

Onderwijs anders organiseren (#cvimc)


In aanloop op de 'Managementconferentie IJzersterk' in april kwam op 1 maart een zeer divers gezelschap bij elkaar voor de preconferentie 'Onderwijs anders organiseren' in het Innovatiehuis in Den Bosch.
Rond het thema 'Beter onderwijs tegen dezelfde of lagere kosten' werd gediscussieerd en werden presentaties gehouden. Al in het voorstelrondje bleek dat veel mensen op zoek zijn naar inspiratie hoe je onderwijs (anders) kunt organiseren. Dat voorstelrondje leverde meteen een breed palet aan onderwerpen op: van vraagtekens aan de ene kant via organiseren van onderop en hanteren van krimp tot een pleidooi voor een revolutie in het beroepsonderwijs.

In eerste discussieronde over 'waar je van droomt in het onderwijs' werd in een kleinere groep een boeiend beeld geschetst van hoe het anders zou moeten. Geen opleidingen op basis van het verleden, zelfs niet op basis van vandaag. Onderwijs moet gaan over de samenleving van over 10 jaar om de jongeren van nu goed te kunnen voorbereiden. Natuurlijk weet je niet, hoe de wereld er over 10 jaar uitziet. Maar je weet wel wat op dit moment veelbelovende technieken, methoden en devices zijn. Een belangrijk deel van het onderwijs moet daarom gebaseerd zijn op en gebruik maken van die technieken. Augmented reality, tablets, 3D-printen, datamining, noem maar op. Het bedrijfsleven moet daar volop bij betrokken worden en uitgedaagd worden om mee te denken over wat er over 5 of 10 jaar van hun werknemers zal worden gevraagd.

Verhalen van drie sprekers moesten vervolgens inspiratie geven voor die dromen uit de eerste ronde (zo gauw de presentaties online beschikbaar zijn, zet ik de links er bij):
1. Leon Abbink - projectleider van de Netwerkschool van het ROC van Twente 
Het motto van de Netwerkschool is beter onderwijs tegen dezelfde of lagere kosten. Bij de opzet van de Netwerkschool stond de vraag centraal: Welke keuzen zou je maken als je helemaal opnieuw mocht beginnen met het beroepsonderwijs? Op basis van 10 pijlers is er gesleuteld aan het onderwijs. En net zoals het bij een automonteur niet zou werken als je hem aangeeft dat hij een auto beter moet laten rijden maar dat hij niet aan de motor mag zitten, is dat ook zo bij een redesign van het onderwijs.
Bij de start keek men met name naar de cultuur van de netwerkschool. Binnen het project definieerde men een cultuurkaart  op basis waarvan iedereen  elkaar kan aanspreken. Het ging om kernwaarden en de werkhouding die daarbij hoorde. Geen regels maar afspraken op basis van de cultuurkaart. Het team organiseerde ook de betrokkenheid van andere partijen zoals ouders en bedrijven.
Het onderwijsmodel kent enkele fasen in de opleidingen. In eerste instantie zijn studenten intern gericht, eerst eens proeven, rondkijken. In de tweede fase zijn ze voor een zeel extern gericht: deels stage, deels intern. De laatste fase is de student vooral extern gericht, veel stage, elearning. Wellicht heb je voor de verschillende fasen ook verschillende docenten nodig.
2. Raymond Schuring - Ondernemer in de schoonmaakbranche
"In Nederland zijn we gewend snel naar een ander te wijzen, niet realiserend dat er drie vingers naar jezelf wijzen". Daarmee opende Raymond Schuring zijn betoog. Schuring had genoeg van het ondernemerschap, heeft alle schepen zich verbrand en is met helemaal niets opnieuw begonnen.
Vervolgens is hij met een nieuw concept opnieuw begonnen. Hij heeft in Nederland de eerste Nederlandse werknemerscoöperatie in de schoonmaakbranche opgezet. Het doel was om mensen alle ruimte te kunnen geven om binnen een bedrijf goed te kunnen functioneren en niet verplicht te doen wat iemand van achter een bureau bedacht. Mensen hebben dan voor 100% medezeggenschap in het bedrijf. Ze kunnen daarbij keuzen maken van wat ze wel en wat ze niet doen. Ze hebben in elk geval veel (meer) plezier in het werk, desnoods tegen wat minder inkomen. Het bedrijf heeft een maximum omvang zodat het niet weer een traditioneel bedrijf wordt omdat het vanwege de omvang weer georganiseerd moet worden. Wanneer het doorgroeit, wordt een nieuwe coöperatie opgezet.
Klanten worden alleen geaccepteerd als ze in dezelfde lijn denken. Dat levert een heel solide klantenbestand op. Maatschappelijk gezien past dit ook in een streven van het doorbreken van altijd maar groeien. Tevreden zijn met wat je hebt. Alles wat je meer hebt, kun je verliezen en leidt tot stress.
(Het verhaal doet me denken aan de uitzending van Tegenlicht over Ricardo Semler. In elk geval 'stof tot nadenken'.)
3. Marc Coenders - Spoedcursus leidinggeven
Met een gedicht van Jacob Winkler Prins als motto gaf Marc een spoedcursus leidinggeven "aan de binnenkant". Met de binnenkant bedoelt Marc eigenlijk datgene waar het bij het werk om gaat: mensen vanuit hun kennis, ervaring en passie de ruimte geven om hun werk te doen.  Elementen uit dat leidinggeven aan de binnenkant:

  • Minder blauw - verander van kijkrichting, stop het oordelen, let op je taal ('werkvloer'), neem de tijd
    • Van buiten naar binnen betekent van regelen naar leren.
    • In je eentje gelijk hebben is een makkie. Samen gelijk hebben kost iets meer tijd, neem die tijd
  • Connectiviteit - nieuwe verbindingen, structuur van betrokkenheid, regel niet te veel, word verbindingsofficier
    • Werk niet top down, maar van gepland naar spontaan
    • Wees verbindingsofficier, wees alert op cultuuraspecten (dat werkt bij ons niet), verbind communities, veilig interactieklimaat
  • Cocreatie - focus op doen, stuur op interventies, op wat mensen samen willen ondernemen in plaats van elkaar steeds maar proberen te overtuigen, wees aanwezig op de 'plek der moeite', wees co-auteur
  • Lerende cultuur - nieuwsgierigheid, energie lef flow, zorg dat de beweging niet stopt, maak de u-bocht (Theory U)
    Met de 'plek der moeite' wordt het overgangsgebied bedoeld tussen het loslaten van het oude terwijl het nieuwe nog moet worden bedacht. Dat is lastig.
Kern van de hele middag was het anders organiseren van het onderwijs. Steeds lag de nadruk op het loslaten van het regelen en meer overlaten aan de mensen zelf, aan de groep. Ik vond het inspirerend om op deze manier over onderwijs bezig te zijn. Tegelijkertijd sloot het aan bij mijn persoonlijke zoektocht naar een goede manier om scholen daarbij te helpen. 


dinsdag 22 januari 2013

Hoezo sturen op ict-projecten?

In de reeks Hoe? Zo! publiceert Kennisnet regelmatig nieuwe boekjes over relevante, ict-gerelateerde onderwerpen. Recent is in dat kader een publicatie 'Sturen op ict-projecten' uitgebracht. Voor dat boekje is een aantal mensen uit het onderwijs geïnterviewd en is een aantal belangrijke aspecten beschreven.
Eerlijk is eerlijk, over het algemeen zijn onderwijsinstellingen niet erg goed in het managen van projecten. Het is dan ook bijzonder nuttig om daar een publicatie over uit te brengen. In een aantal hoofdstukken komen achtereenvolgens de belangrijkste vraagstukken aan bod:

  • Hoe relevant zijn ict-projecten voor het management?
  • Hoe zorgen we voor betrokkenheid van het management bij ict?
  • Hoe nemen we goede besluiten over ict-investeringen?
  • Hoe zorgen we dat ict-projecten aansluiten bij onze strategie?
  • Hoe kunnen we het succes van ict-projecten vergroten?
  • Hoe krijgen we grip op ict in onze organisatie?
  • Wat zijn de valkuilen? 
Het boekje leest makkelijk weg en de belangrijkste aspecten komen allemaal wel een keer aan bod in een beetje Jip- en Janneke taal. Maar daarmee is het goede nieuws wel op. Ik houd er niet van andermans werk een beetje als een stuurman aan de wal te becommentariëren. Af en toe ontkom ik er niet aan en dit is zo'n geval. 'Sturen op ict-projecten' is nu eenmaal niet meer dan een open-deurenboekje. Het blijft allemaal een beetje steken in wolligheid.
'Om een zinnig besluit te kunnen nemen over wel of niet investeren in een project, is het goed om expliciet in kaart te brengen wat het project oplevert. Het is gebruikelijk om deze informatie vast te leggen in een businesscase. In de businesscase staat wat het project oplevert in kwalitatieve zin en – waar mogelijk – in financiële zin. Hierdoor wordt duidelijk wat de baten zijn van het project voor de instelling. In de businesscase staat ook wat het project kost. Daarbij gaat het niet alleen om de kostprijs van het systeem maar ook om bijkomende kosten en terugkerende kosten voor zaken als licenties en beheer. Ook de benodigde inspanningen – al dan niet omgerekend naar geld – vormen een onderdeel van de kosten. Tot slot wordt in de businesscase meestal ook aangegeven wat de risico’s zijn. De risico’s maken inzichtelijk hoe groot de kans is dat het project slaagt en dat het ook daadwerkelijk de beoogde resultaten gaat opleveren.'
Alles wat er staat klopt. Omschrijvingen als 'het is gebruikelijk', 'waar mogelijk', 'meestal' halen het belang van een essentieel element als een businesscase onderuit. Het bepalen van de baten wordt even aangehaald,  
in amper twee regels komt het onderwerp risico's voorbij. Nergens in het hele boekje wordt aandacht besteed aan communicatie: misschien wel het meest cruciale aspect om verwachtingen te managen en draagvlak te creëren en een project te laten slagen.
Voor een beetje projectmanager staat er helemaal niets nieuws in het boekje. Voor iemand, die echt zijn licht op wil steken over het succesvol sturen op ict-projecten wellicht wel maar op een zo'n compacte, versimpelde manier, dat die er niets mee opschiet. 

Het is natuurlijk makkelijk om op deze manier commentaar te leveren op een boekje als dit. Wat zou dan beter zijn geweest? Naar mijn idee: schrijf een herkenbaar verhaal over een projectmanager die een concreet project gaat uitvoeren. Beschrijf de problemen die hij tegenkomt en al dan niet oplost. De manier waarop er in het project gestuurd wordt, wat er mis gaat, als een opdrachtgever zijn rol niet pakt. Beschrijf in kaders de achterliggende theorie. Gebruik de Kennisnet-website om uitgewerkte voorbeelden van de bijbehorende businesscase, het projectplan, een organisatieplaatje, een risico- en een issuelog te laten zien. 

Hoezo helpt 'Sturen op ict-projecten' MBO-instellingen om beter te sturen op projecten?