Competentiegericht leren vergt een andere manier van beoordelen, zoveel is wel duidelijk. De competentiematrix moet daarbij een rol spelen, ook dat wordt door (bijna) iedereen die zich met deze materie bezighoudt ook wel onderschreven. Maar hoe dat er dan uit moet zien, hoe je dat in een digitale tool verwerkt, tja, dan gaat het ineens alle kanten op.
Op basis van oudere versies van de kwalificatiedossiers is er heel wat geëxperimenteerd met een competentiemeter. Ik heb inmiddels heel wat die meters voorbij zien komen. Van heel simpel (links de competenties, bovenin de niveaus) tot erg complex (links kerntaken, bovenin de competenties, kruisjes in de cellen met daaraan beroepsproducten gekoppeld, die vervolgens weer gerelateerd zijn aan allerlei (integrale) opdrachten, als die beoordeeld worden, verkleuren de cellen in de competentiematrix, heel vernuftig). Er zijn ook meters op basis van een 'platte' competentiematrix: links de competenties vervolgens daaronder de kerntaken (of werkprocessen). De kolommen worden gebruikt om de opdrachten weer te geven, in de cellen van de matrix wordt dag aangegeven op welke competenties en welke kerntaken de opdracht betrekking heeft. Voordeel van deze laatste vorm is de eenvoud, nadeel is het feit, dat de competenties en kerntaken niet echt met elkaar gekoppeld zijn, competenties staan daardoor niet echt in een praktijkgerichte context.
Toch even voor alle duidelijkheid: het beoordelen gebeurt niet in een (digitale) competentiematrix. Die wordt gebruikt om het beoordelingsresultaat te registreren. Nu wilde we met het competentiegericht leren natuurlijk ook af van die heel fijnmazige eindtermen. De kunst is nu om de registratie van de beoordelingen op basis van het competentiegerichte onderwijs niet zo heel erg fijnmazig te maken maar toch wel het geheel af te dekken.
In de laatste versie van de kwalificatiedossiers is een beroep beschreven in de vorm van kerntaken. Elke kerntaak bestaat uit een aantal werkprocessen. Er is ook een gestandaardiseerde lijst van 25 competenties benoemd die gerelateerd worden aan de kerntaken en de werkprocessen.
Dat levert een matrix op met links de kerntaken en bovenin de competenties. Op de kruispunten (cellen in de matrix) staan dan eventuele relaties aangegeven met een kruisje.
In de dossiers zijn kerntaken tot op het niveau van werkprocessen allemaal uitgewerkt. Onder elk werkproces staan de bijhorende competenties weergegeven met daaraan gekoppeld de bijbehorende gedragskenmerken, kennis en vaardigheden. Het lijkt er op dat er naar een competentiematrix per kerntaak gewerkt wordt. Als op dat niveau beoordeeld en vooral geregistreerd moet worden, is dat Informatietechnisch een behoorlijke gruwel: het gaat om gigantische bergen informatie die geregistreerd moeten gaan worden.
Nu zijn we afgelopen week bezig geweest met het bekijken van een competentiemeter in het LMS dat we binnen ROC Eindhoven gebruiken (Fronter). Samen met de bouwers van de applicatie hebben we gekeken naar het hele gebeuren. En dan kom je tot soms heel verrassende inzichten.
Je kunt het geheel in een slimme boomstructuur bouwen (opleiding - kerntaak - werkproces - competenties - (en evt) competentienivaus) op een manier dat een kerntaak, die in meerdere opleidingen terugkomt, of competenties, die onder meerdere werkprocessen vallen, enzovoorts, aan elkaar worden gekoppeld. Dat zou wel eens een hele hoop voordelen op kunnen leveren:
1. De hele boomstructuur is wellicht door middel van een XML-bestand vanuit COLO in te lezen. Daar wordt immers aan gewerkt.
2. Je hoeft eigenlijk geen moeilijk dingen te bedenken ten aanzien van het digitaal weergeven van eigenlijk een drie-dimensionale matrix (kerntaak of werkproces - competentie - niveau).
3. Doordat de elementen van de boomstructuur aan elkaar gekoppeld zijn kun je ook eens kijken hoe je er voor zou staan als je een andere opleiding zou willen gaan volgen in het kader van een overstap of vervolgstudie.
Dit vergt nog wat nader onderzoek ... wordt vervolgd.