Alweer een tijd geleden heeft de School voor Uiterlijke Verzorging van ROC Eindhoven zich met een project gemeld bij Kennisnet in het kader van de Regeling Streaming Media MBO. Inmiddels is het project in de afrondingsfase. Binnen het project zijn er verschillende resultaten opgeleverd. Voor een deel in de vorm van enkele videofilmpjes, die via de weblog van het project te vinden zijn.
Het project kende vooral een didactische insteek: door het maken van een video kan er achteraf veel beter gereflecteerd worden op het resultaat en de handelingen van de student. Daar kun je heel leuke dingen mee doen! Niet alleen worden bepaalde zaken voor de student zelf een stuk duidelijker, ook voor degene die de video maakt, is het een leerzaam traject. Die krijgt namelijk de opdracht om van het beeldmateriaal een samenvatting te maken van een paar minuten. Dan zul je je als filmer toch moeten afvragen wat je precies wilt laten zien. Kortom: video als een krachtig leermiddel.
Het project levert ook andere leerresultaten op. Zie daarvoor de weblog (die ik hierboven al aanhaalde). Als er dan een trendmatcher in de kenniskring zit, dan worden allerlei nieuwigheidjes natuurlijk razendsnel de wereld in gestuurd. Verder is het moeite waard om op het videoportaal van Kennisnet rond te kijken.
Maar er is meer te leren. Het moeilijkste van een dergelijk project is de daadwerkelijke implementatie in het onderwijs. Hoe vertaal je de resultaten in een aanpassing van het curriculum (opdrachten om video's te maken en daarmee te reflecteren zullen in de werkboeken moeten komen te staan)? Hoe zorg je nou, dat deze manier van werken voor de docenten een tweede natuur wordt, ook zonder een projectleider, die immers maar tijdelijk voor de ondersteuning beschikbaar is? Wat is de rol van het management hierin? Heb je wel genoeg materiaal en tijd om alle studenten (en niet alleen die studenten, die bij de pilot betrokken waren) goed aan bod te laten komen? Noem maar op. In het onderwijs zijn we heel goed in het uitvoeren van projecten, het opleveren van een projectresultaat. Maar het implementeren en vervolgens sturen op de effecten van zo'n projectresultaat, dat blijkt in de praktijk nog een hele kunst.
Naar mijn idee spelen subsidies hierbij een minder positieve rol dan gedacht. Men wordt vanwege het geld veel eerder verleid tot het uitvoeren van een vernieuwing, waarbij de focus vervolgens op het projectresultaat komt te liggen en niet op de daadwerkelijke implementatie ervan. Als de projectleider vervolgens geen projectleider meer is en het subsidiegeld inmiddels op en verantwoord is, daalt het stof neer en wordt alles weer zoals van te voren.
Ik heb bij Kennisnet al eens aangedrongen op een aanpassing van de regelingen. Laat het project bij de scholen. Als ze het zonder subsidie niet willen of kunnen, dan moeten ze het ook vooral niet doen! Besteed de subsidie vooral aan kennisdeling, communicatie, leren van elkaar, bovenop het project. Dan kan er uit elke subsidie-euro veel meer rendement worden gehaald omdat veel meer projecten een (kennisdelings-)bijdrage kunnen krijgen.
Als ik je goed begrijp zou de subsidie dus beter naar "een trendmatcher" kunnen gaan die verslag doet, kennis deelt en ervaringen uitwisselt.
BeantwoordenVerwijdereneen interessante gedachte!
Dat je subsidie heel anders zou kunnen aanwenden heb ik afgelopen donderdag nog beweerd:
http://www.karssenberg.nl/weblog/2007/05/videopower-to-people.html