donderdag 29 november 2007

DEUG Conferentie 2007

Deug_logo_2007_klein De PeopleSoft Gebruikersgroep, kortweg aangeduid als de DEUG (het was even zoeken, maar de afkorting komt van 'Dutch Education User Group') is de gebruikersvereniging van onderwijsinstellingen, die PeopleSoft gebruiken (meestal als studentadministratiesysteem). De gebruikersvereniging organiseert elke twee jaar een conferentie waarbij de laatste ontwikkelingen en ervaringen worden gedeeld. Met pakweg 300 aanmeldingen was de organisatie erg tevreden, al werd het begin van de conferentie aangegeven dat er nog wat 'bussen moesten arriveren'. Gezien het aantal naamkaartjes, dat halverwege de middag nog op de balie lag, waren toch nog wel enkele bussen de weg kwijtgeraakt. Oftewel: een gratis conferentie nodigt mensen makkelijk uit tot het stellen van andere prioriteiten.

In de afgelopen jaren heeft de markt naast PeopleSoft een groot aantal administratieve pakketten voor de onderwijsmarkt gezien: Icarus, Noise, Probol. Van al die applicaties staat PeopleSoft nog zo'n beetje als enige overeind. Ook sinds de overname van PeopleSoft door Oracle zijn er flink wat onderwijsklanten bijgekomen. Of dat alles betekent, dat het 'dus' de beste applicatie is, is voor mij als kritische buitenstaander niet helemaal vanzelfsprekend. Nou heb ik vandaag een aantal presentaties gezien, vooral die, waar het ging over het gebruik van PeopleSoft als ondersteuning van het Competentiegericht onderwijs. Nou laat ik eerlijk zijn, een groot deel van de presentaties konden voor mij als PeopleSoft-leek natuurlijk ook in het Chinees worden gegeven. Ik kan dus niet meer dan mijn indruk weergeven, dat het er allemaal best gelikt uitziet.

Maar...

Er is nog een hoop te doen in Nederland als het gaat om het ondersteunen van competentiegericht onderwijs met ICT. Laat het dan niet aan de applicaties zelf liggen, maar aan de mensen, die het allemaal moeten bedenken, programmeren, inrichten en gebruiken. Ook op zo'n dag als vandaag worden presentaties gegeven door toch niet de eerste beste consultants, waar het niet verder gaat dan de inmiddels bekende open deuren (de jeugd verandert, het onderwijs verandert, ICT moet dat ondersteunen, de ICT-voorzieningen zijn nog niet zover, enzovoorts). Wat ik nou op zo'n dag als vandaag mis, is een echte onderwijskundige onderbouwing van al die schema's, schermen, structuren, enzovoorts. Alsof de ICT-mensen aan de onderwijsmensen moeten uitleggen wat de onderwijsvernieuwing inhoudt. Leer een aap niet klimmen!

Een groot gemis in dit geheel is de onduidelijkheid over competenties, hoe je ze ontwikkelt, toetst en registreert. Ik heb Kennisnet al eerder geadviseerd te gaan werken aan een standaard voor het meten en registreren van competenties, dat uit te werken in een programma van eisen waarmee vervolgens de softwarebouwers mee aan de slag kunnen. Zonder zo'n standaard blijven we nog wel een tijdje met zijn allen allerlei verschillende wielen (van vierkant tot ovaal) uitvinden.

Of zouden we het met een club mensen aandurven het voortouw te nemen door er een wiki over op te zetten als aanvulling op de bestaande wiki´s over competenties?

maandag 26 november 2007

Prioriteren

"Leren ze bij jullie ook prioriteren?", aldus Antoinette, een bijzonder vlotte dame die bij één van de ministeries ondermeer werkt als facilitator bij allerlei veranderingstrajecten. Ik ontmoette haar op een training 'Creatief probleemoplossen' (waarover later meer) als de enige niet-onderwijsdeelnemer.
"Mensen roepen maar dat ze het 'druk-druk-druk' hebben. Volgens mij is dat gewoon een kwestie van prioriteren, toch? Als zoveel mensen er last van hebben, waarom leren ze dat bij jullie dan niet?"

Tja, daar zit je dan, met je mond vol onderwijstanden, zonder goed antwoord op zo'n vraag. Nou heb ik net het boek van Stephen Covey , "De zeven eigenschappen van effectief leiderschap" gelezen. (Overigens vond ik het niet zo'n goede titel, het gaat eigenlijk niet over leiderschap maar over effectief zijn, de originele titel geeft dat al aan met 'Seven habits of highly effective people').
In het boek wordt bij één van die eigenschappen de tijdmanagement-matrix besproken.

(Bron: www.franklincovey.nl, ik vond deze op prioriteitenmatrix.utilo.nl/)
De matrix gaat over de combinatie van belangrijk-urgent waarbij het accent ligt op kwadrant II: belangrijk maar niet urgent. Dan gaat het over de langere-termijndingen, je weet wel, die dingen die je nodig hebt om te voorkomen dat je al te vaak in kwadrant I bezig moet zijn.
Ik heb het in elk geval in mijn oren geknoopt: het gaat om prioriteiten stellen, om het voor jezelf bepalen wat op een bepaald moment echt belangrijk is. Daar hoort dan ook bij, dat je leert 'nee' te zeggen. Anders schiet het nog niet op.
In het boek worden nog veel meer nuttige dingen besproken, maar er is heel wat over te vinden, blijkt na een rondje surfen. Dat hoef ik niet nog een keertje over te doen.
Op de FranklinCovey-website staat veel meer over de zeven eigenschappen, compleet met tests en tools. Er blijkt een ook in Nederland een FranklinCovey-club actief te zijn. Ik vond het boek wel aardig om te lezen, in elk geval kan ik wel wat met de inhoud. Maar dat er zo'n complete cultus omheen aan het ontstaan is. Als je dat allemaal niet wilt, kun je je ook beperken tot een simpel checklistje.

zondag 25 november 2007

Rekenvaardigheden

De Volkskrant besteed de laatste tijd nogal wat aandacht aan rekenvaardigheden. Inmiddels start ook weer de voorronde van de 'Nationale Rekentoets' (je kunt er ook aan meedoen!). In een apart artikel wordt nog eens ingegaan op de manier waarop rekenen in de hersenen plaatsvindt en hoe daar in het rekenonderwijs rekening mee gehouden wordt. Stonden de boekjes vroeger vol met allerlei abstracte sommen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen) en dat bladzijde na bladzijde. Er werd nauwelijks aandacht besteed aan verhalen, waaruit de sommen gehaald moesten worden. Dat is nu wel anders. Eerst verhalen, daarna abstracties, en, om te toetsen of ze het begrepen hebben: ook het tekenen van de som komt in de nieuwe methode terug (zie ook het bericht Gecijferdheid). Daarmee wordt de aandacht verlegd van routine naar strategie. (Eigenlijk een prima voorbeeld van 'nieuw leren'!) Het blijkt in elk geval veel beter te passen bij de manier waarop het brein werkt. Dat zie je bijvoorbeeld terug in de manier waarop kinderen leren om complexe delingen te maken. Wij deden dat nog aan de hand van staartdelingen, tegenwoordig gebeurt dat anders, zie ook een artikeltje in de Volkskrant.

Onderzoek toont aan dat er verschillende gebieden actief zijn bij het verwerken van rekenopgaven. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om een gebied, waar de waarde van het getal wordt ingeschat, een gebied voor de visuele representatie en een gebied voor de labeling (hoe noem je een getal?). Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van allerlei andere gebieden in de hersenen, zoals bijvoorbeeld de ruimtelijke oriëntatie. Het combineren van de resultaten uit die gebieden maakt dat er gerekend wordt. Dat verklaart, waarom verschillende kinderen dan ook verschillende methoden gebruiken om tot uitkomsten te komen.

In het boek 'Ben ik dat' van Mark Mieras komt ook terug, dat er een verband bestaat tussen het ruimtelijk inzicht en de rekenvaardigheden. Er kan een verband worden aangetoond tussen mensen met een beperkt ruimtelijk inzicht en (basale) rekenvaardigheden:

"Kinderen die te weinig kruipen, rennen en fietsen zouden minder goed worden in rekenen. Beweging helpt de hersenen om hun ruimtelijke oriëntatie te ontwikkelen en daarna gaat het rekenen ook makkelijker. De som vijf min drie is immers ook op te vatten als vijf stappen naar rechts en drie stappen naar links."

Als er problemen zijn in de ontwikkeling van een kind (denk bijvoorbeeld aan Roemeense weeskinderen, die tijdens hun vroege jeugd min of meer gevangen gehouden werden in een bijzonder prikkelarme omgeving), dan leidt dat tot tal van ontwikkelingsproblemen, waaronder het vermogen om te leren rekenen.
Nou is dat natuurlijk extreem maar het heeft me wel aan het denken gezet. Een hele tijd terug heb ik eens iets gelezen over allerlei veranderingen bij de jeugd. Er werd toen al gewezen op het feit dat doordat kinderen meer voor de tv zaten en meer met de computer bezig waren in elk geval de grove motoriek afnam (minder buiten spelen) en juist de verfijnde motoriek (muis!) toenam. Leuke Freakonomics-vraag: zou er een correlatie zijn met beperkte rekenvaardigheden?

woensdag 21 november 2007

En waarom bloggen we ook alweer?

Het begon met één van de laatste berichtjes van René Slot (Tips van René): waar doe ik het allemaal voor? Zo af en toe bekruipt me dat ook wel eens. En zelfs de nog meer gedreven bloggers kennen wel een writersblock.

Het is nu ruim een jaartje geleden dat ik met bloggen ben begonnen: tijdens de studiereis naar de CIT in Charlotte, waar Willem Karssenberg als huisblogger was uitgenodigd verslag te doen van het gebeuren. Dit jaar heb ik ook weer lekker meegeblogd in Nashville. De meeste berichtjes heb ik ook op mijn eigen weblog gezet omdat ik daar wat meer mogelijkheden had om links en plaatjes te gebruiken dan op de Nashvillesite.

Wat beweegt mensen (nou ja, mij dan) om te bloggen? Natuurlijk roep je hard naar iedereen dat je het vooral doet voor jezelf Het helpt je om de dingen wat op een rijtje te zetten en het is een aardig archief van wetenswaardigheden. Maar wees nou eerlijk: als je nou nooit eens een reactie kreeg (op de weblog zelf of anders in de wandelgangen van mensen) of als de statistieken bleven steken op een dermate laag getal dat het niet anders kon, dan dat het de bezoekjes waren die je zelf aan je eigen weblog bracht ter controle van de tekst of de layout, zou je het dan blijven doen?

Ik vond het dan ook leuk dat ik bij thuiskomst uit Amerika een berichtje vond met een trackback naar Rino's blog met een citaat van een van mijn recente berichtjes. En inmiddels blijkt mijn berichtje over Google en Windows in elk geval bij onze dienst I&A de oren gespitst te zijn. (Allicht, nu betalen we jaarlijks een enorm bedrag voor 20.000 emailaccounts met 20MB opslag...)
Nog een ander voordeel van bloggen: je bent niet de enige, je maakt deel uit van een hele gemeenschap. Zo zit ik (net als enkele andere blijkbaar) met smart te wachten op het verslag van Willem over 'de strijd der Titanen'.

Ook was het aardig, dat ik via weer een ander berichtje van Willem terecht kwam bij de vernieuwde site van ROC-nieuws. Ik kende de site niet eens! Staat daar naast een hoop actueel nieuws ook een hele berg educatieve weblogs, waar ook de mijne tussen mag staan. (Ik heb wel weer een hele hoop achterstallig werk weg te werken, is nu wel duidelijk.)

Dus met dank aan alle lezers en medebloggers, vanwege het gevoel dat ook ik 'een steen heb verlegd in een rivier op aarde'.

dinsdag 13 november 2007

Nashville (6) - Persoonlijke portals

Er staat iets te gebeuren. Tijdens de conferentie ben ik gaan kijken naar Windows Live@Edu. Naar mijn idee de opvolger van Hotmail. Ik weet dat het GraafschapCollege is overgestapt naar Live@Edu en heb ook mijn eigen organisatie geadviseerd er eens naar te kijken.
Tijdens de presentatie werd duidelijk dat Live@Edu veel meer is dan een aangeklede e-mailbox. Allerlei tools die het mogelijk maken om te communiceren, te plannen, samen te werken, documenten te delen, enzovoorts. Op zich wist ik dat wel maar realiseer me, dat ik de impact daarvan niet had overzien. Het gaat me niet eens zozeer om de tooltjes zelf, ook niet om de enorme opslagcapaciteit, die wordt aangeboden, maar vooral om het fenomeen, dat er een complete, persoonlijke portal wordt aan­geboden buiten de schoolinfrastructuur om. Een onderwijsinstelling maakt er alleen handig gebruik van door de eigen systemen er op aan te sluiten om vervolgens de communicatie met de student via dat portal te laten lopen. Daarmee wordt ook een hele hoop eigen hardware en beheer uit handen geno­men. Geen eigen mailservers, geen upgrades naar nieuwe versies (nieuwe en verbeterde functio­nali­teiten worden automatisch toegevoegd).
De infrastructuur is ook geschikt voor studenten na hun opleiding: geen gedoe om aparte alumni systemen in het leven te roepen en te houden.

Maar ook Google doet mee. Op de conferentie hingen ze werkelijk met de benen buiten om de presentaties van Google te kunnen volgen. Daar hetzelfde verhaal: allerlei persoonlijke tools om te communiceren, samen te werken, documenten te bewaren en te delen, enzovoorts, en dat allemaal in een persoonlijke portal.
In een presentatie werden de verschillende tools nog eens gedemonstreerd. De traagheid van het netwerk maakte, dat ik het snel voor gezien hield, maar ik ga er zeker nog eens naar kijken. Ook nieuwsgierig? Met een Google account kun je naar http://groups.google.com, zoek daar naar “Teaching with Google” (inclusief aanhalingstekens), en kijk dan bij de “Googles Tools List”.

Het Central Piedmont Community College heeft inmiddels voor Google gekozen om een aantal redenen. Tijdens de presentatie werd een vergelijking tussen Google en Windows gepresenteerd. Daar heb ik wat foto’s (foto1 en foto2) van gemaakt.

Het verhaal past in de trend van een persoonlijke digitale omgeving, waarin het mogelijk is, dat mensen zichzelf presenteren, communiceren met de virtuele wereld, samenwerken, enzovoorts. Er hoeven natuurlijk maar een paar knoppen aan worden toegevoegd en hup, daar staat je persoonlijk portfolio. Het is de kracht van het aan elkaar knopen van losse elementen. Van die mogelijkheid maak je als onderwijsinstelling (of werkgever of nog anderszins) gebruik van, zolang je een relatie hebt met die student. Er wordt een verbinding gelegd met die persoonlijke omgeving zodat gegevens kunnen worden uitgewisseld.

Ik heb even nagedacht, wat dat dan betekent voor elektronische leeromgevingen of leermanagement­systemen en nog andere zaken. Nou, die kunnen alvast stoppen met het bedenken, uitbouwen of verbeteren van hun communicatiefunctionaliteiten. Niet meer doen, gewoon aanhaken bij deze ontwikkelingen. Wat het gaat betekenen voor al die portalbouwers? Voorlopig zal dat nog wel meevallen. Portals hebben meer functionaliteiten dan alleen communicatie maar ook daar zullen ze op hun tellen moeten passen!
Het aanbieden van leermaterialen is een andere zaak. De opleidingsstructuur (zeg maar: de leerroute die aan een student wordt gekoppeld) hoort naar mijn idee in een aparte infra­structuur thuis binnen de school zelf, nou ja ‘binnen’, in elk geval beheerd door de school. Het plaatje, dat in mijn hoofd aan het ontstaan is, moet ik snel eens uitwerken.

Er zitten natuurlijk allerlei consequenties aan deze ontwikkelingen. Privacy, afhankelijkheid van een externe leverancier (die immers niet wordt betaald en waar je dus nog niet zo makkelijk kunt aankloppen als er iets niet werkt), wennen aan het feit dat je afhankelijk bent van een infrastructuur waar je zelf nauwelijks invloed op hebt (dat vinden de meeste IT’ers niet leuk). Maar de wereld is niet maakbaar, het gebeurt en je kunt er beter maar op voorbereid zijn.

zondag 11 november 2007

Nashville (5): CIT -1 (Tips & Tricks)

De conferentie is begonnen! Drie dagen van presentaties, workshops, lezingen, voordrachten en andere leuke en minder leuke dingen. Na vier presentaties merk ik, dat mijn aandacht begint te verslappen dus in afwachting van de officiele opening maar even van de gelegenheid gebruik gemaakt om alvast wat resultaten weer te geven. Ik heb me voorgenomen de leuke presentaties in aparte berichtjes te verwerken, de rest in een overzicht weer te geven. 

Vanmorgen wilde ik persé bij de eerste presentatie zijn van enkele mensen van het Piedmont Community College van Charlotte, NC. Die hadden vorig jaar ook een dergelijke presentatie en die was gewoon heel leuk. Niks moeilijk doen, gewoon in een razend tempo een hoop knoppencombinaties, tooltjes, websites en andere tips en trucs de revue laten passeren.
De presentatie begon met heel leuke, inspirerende video van Michael Wesch onder de naam:
Web 2.0 ... The Machine is Us/ing Us. Zeer de moeite waard om in een presentatie mee te nemen!

Om het met betrekking tot de tips en trucs wat makkelijk te maken, hebben ze een lijst gemaakt en die op een website gezet onder de naam www.tropicalteachers.com. Die naam is ingegeven door het idee dat lesgeven net zo leuk moet zijn als op het strand zitten, sterker nog, je zou het vanaf het strand moeten kunnen doen. Alleen blijkt er een foutje in de link te zitten waardoor het niet werkt. Klik hier voor de goede lijst.

Het eerste deel ging over allerlei toetsencombinaties die het sneller en makkelijker maken om op de pc dingen voor elkaar te krijgen. Daar zijn meerdere redenen voor te bedenken: het is sneller, minder belastend voor je gewrichten én minder storend tijdens presentaties (muisaanwijzers over het scherm, klikken, dat soort dingen).

Verder kwamen allerlei tools voorbij: Wikipedia (missie: 'bringing all human knowledge to humanity"), Googletools, fotobewerkingsprogramma's en nog een hele hoop meer. Het is zaak om die dingen gewoon uit te proberen. Ik verwacht natuurlijk wat onderzoeksresultaten van gerenommeerde web 2.0 adepten op wat weblogs terug te zien, wat betreft de nog onbekende zaken.

Nasville (4)

Cimg1081_2Wat doe je op een vrij dag in Amerika? Je kunt van alles bekijken maar een bezoek aan een 'mall' is natuurlijk een must.
Vandaag dus een paar uur lang door een grandioze mall geslenterd. Ik viel daar van de ene verbazing in de andere. Natuurlijk de afmetingen, hectares groot, een aantal afzonderlijke winkels zijn al groot genoeg om een behoorlijk formaat V&D te herbergen. Je kunt daar makkelijk een dag doorbrengen met allerlei vertier en boodschappen. Midgetgolf bij fluoriserend licht, een jungle- en een waterrestaurant. Roggen voeren, soms van meer dan een meter. Die beesten steken hun bek boven het water en daar kun je dan eten in stoppen. En natuurlijk fastfood eten. En dat is ze aan te zien, die Amerikanen (ik weet het, ik blijf er over bezig maar ik kan er maar niet aan wennen, al die tonnages overgewicht).

Cimg1080_2Als ik dan zo'n plein vol met etende mensen zie, omringd door allerlei verschillende fastfoodtentjes dan bekruipt me toch een triest gevoel. Consumentisme, korte-termijn behoeftebevrediging, het nooit-genoeg syndroom. Een hele mall vol met overbodige producten, zodanig ingericht en uitgestald dat er vooral gekocht wordt. Is dit nou de ultieme 'American Dream'? Wat een leegte.

De avond in goed gezelschap doorgebracht in het Ryman Auditorium voor een speciaal programma: Opry at the Ryman. Een countryshow die life op de radio wordt uitgezonden.
Nou, dat hebben we geweten, wat een ervaring. De gemiddelde leeftijd van de artiesten was ruim boven de 70, het leek wel een reünie van een bejaardentehuis. Ze kregen de hele zaal plat met vreselijk ouwbollige grappen: 'Waarom zijn getrouwde vrouwen zoveel dikker dan ongetrouwde? Ongetrouwde komen thuis, kijken in de koelkast en gaan naar bed, getrouwde vrouwen kijken in hun bed en gaan dan naar de koelkast', wat een dijenkletser! Maar wel de hele zaal plat!
De muziek was prima, als je van die ouwe country houdt. En het moet gezegd: er waren minstens twee nummers met meer dan drie akkoorden in de begeleiding. Zeg maar het niveau van Frans Bauer.
Het meest facinerende was toch als elke keer tussen de nummer aandacht besteed moest worden aan 'a message from on of our sponsors'. En dat waren er heel wat. Leest een presentator life een lovende reclametekst voor over een een of ander overbodig product. Dat was eerst verbazingwekkend, maar groeide van lachwekkend (heb je hem weer) tot hilarisch (in één boodschap werd tot zeven keer toe vermeld dat 'the strawberry, the banana and the apple-cinnamon muffin' toch onvergetelijk van smaak waren. Om vervolgens twee boodschappen later doodleuk muffins van een ander merk aan te prijzen.
En natuurlijk werden Amerika, het leger en God de hemel in geprezen. Wat zijn ze toch trots, die Amerikanen.

zaterdag 10 november 2007

Nashville (3): Het Amerikaanse onderwijssysteem

450pxeducation_in_the_united_states_1

Op vrijdag werd een bezoek gebracht aan het Vollunteer State Community College, inde buurt van Nashville. Tijdens het bezoek werd mij snel duidelijk dat ik eenwat minder goed beeld had van het Amerikaanse onderwijssysteem dan dat ikvooraf had gedacht. En er waren meer mensen die daar last van hadden. DeAmerikaanse Wikipedia gaf uitkomst, compleet met een redelijk overzichtelijkschema.
In het schema is te zien, dat een Community College onderwijs verzorgt na de Highschool en toegang geeft tot vervolgonderwijs.

Dat schema kon worden aangevuld met een beschrijving op een anderesite (http://www.usastudyguide.com/overview.htm, waar het volgende nog werdvermeld:

Students who have completed high school and would like to attend college or university must attend what is referred to as an undergraduate school. These are schools that offer either a two-year degree(called an associate degree) or a four-year degree (called a bachelors) in a specific course of study. That course of study is called the major. While most schools that offer a four-year degree will admit students who have not yet chosen a major, all students are required to select (or declare) a major by their second year at school. Students who complete an associate degree can continue their educationat a four-year school and eventually complete a bachelor degree

Een Community College is dus een school, die onderwijs verzorgt na deHighschool (of aan mensen met een Highschool degree, dus ook volwassenen, dieom wat voor reden dan ook niet naar een College zijn gegaan) om hen voor tebereiden op een studie aan een College of University.

 

vrijdag 9 november 2007

Nashville (2)

De eerste dag zit er op. Mijn ogen willen eigenlijk niet meer maar toch maar even doorbijten om de laatste berichten aan het thuisfront door te kunnen geven.
Er is vandaag erg hard gewerkt door de hele groep. Siteseeing Nashville, ballonnen blazen als spoedcursus 'risico's nemen' ter voorbereiding van het 'durven vragenstellen' tijdens het bezoek aan het community college morgen. En natuurlijk een uiterst vermoeiende bootreis gemaakt: lopend buffet en steeds maar weer dat glas naar de mond brengen. En dat alles met een prima countryband.
Een hardnekkig probleem met de internetverbinding bleek pas na veel moeite van een uiterst aardige hotelmedewerker opgelost. De website die het hotel gebruikt om te kunnen inloggen blijkt niet te werken op Explorer 7. Inmiddels Firefox er bij geïnstalleerd. En nu draait het als een zonnetje...
Kan ik morgenvroeg tenminste even Skypen met mijn familie.
(Toch blijf ik dat tijdsverschil lastig vinden: als ik kort na het ontbijt even naar huis bel, blijken mijn kinderen na een lange schooldag het huiswerk al bijna af te hebben!

Nashville (1)

Inmiddels is het donderdag 8 november 2007 6:36 uur. Mijn hoofd en vooral mijn ogenvoelen aan alsof ik meer dan 24 uur op ben geweest wat ik vervolgens een hele korte nachtrust heb goed moeten maken. Dat is dan ook zo.Bij de voorbereidingen had ik me al bedacht dat het natuurlijk erg gunstig is datje vanuit Eindhoven rechtstreeks naar Schiphol kunt reizen met de trein. Kwartvoor acht instappen, en hup, half tien op Schiphol. Meer dan tijd genoeg. Ikhad geen rekening gehouden met de 'treinen rijden nooit op tijd'-fobie vanenkele van mijn collega's. Er moest dus een busje geregeld worden, dat (inverband met een 'de wegen staan vol files'-fobie) natuurlijk op tijd moestvertrekken. Als je dan dus rekening houdt met voldoende extra tijd om tweebanden te verwisselen en de motor van het busje eventueel een keertjevervangen, moet je dus om kwart voor zes 's morgens klaarstaan.

Naeen erg lange reis met vele formulieren (hoezo alle gegevens maar één keerregistreren?) kwamen we met een tijdsverschil van zeven uur 's avonds inHouston aan. Daar (tegen mijn eigen gewoontes en de adviezen aan mijn eigenkinderen in) een 'Grilled Barbecue Hamburger' weggewerkt, je weet wel, zo'nding dat prachtig op de foto staat maar binnen de kortste keren op je bordverandert in een zompige berg doorweekt brood met onbestemd beleg.
Bij de doorreis naar Nashville gaf de piloot aan een vreemde melding op zijncomputerscherm te krijgen, wat nog even opgelost moest worden. En wat kun jeanders van een buslading vermoeide en dus melige ICT'ers verwachten? "Evencontrol-alt-del!" En verdomd, na twintig minuten discussiëren met wat techniciwerd het hele vliegtuig 'opnieuw opgestart'.

 

Nog wat Amerikaanse impressies? Amerikanen:

  • Hebben sinds vorig jaar nog niet zo veel aan de lijn gedaan.
  • Ze verbruiken nog steeds erg veel energie, wat vanuit een nachtelijke vlucht wel een schitterend panorama over de verlichte steden biedt!
  • Moeten nog het een en ander leren over gebruikersvriendelijke apparatuur. Vorig jaar al en nu ook weer moet je overal gaan zoeken naar waar de lichtknopjes toch zitten op al die schemerlampen. Blijken die heel decoratief te zijn weggewerkt in de vorm van een moertje… Op de hotelkamer staat ook zo´n koffiezetapparaatje dat iets wegheeft van een primitieve Senseo. Als je die instelt op één kopje koffie, er één koffiepad in doet, maar er (net als thuis) wat extra water in doet, kun je even later gaan zitten knoeien met een overstroomde kop slappe koffie.

 

dinsdag 6 november 2007

Voorbereiding Amerika

Steeds als ik een tijdje naar het buitenland moet (mag!), begint het van te voren al te kriebelen. Waar moet ik allemaal aan denken? In elk geval had ik wat aan de steun van Willem Karssenberg, die al een aardige checklist had gemaakt. Een tijdje terug tipte hij me overigens voor een overzicht met tips voor conferentiebloggers. Verder vond ik nog een aantal andere tips terug op de speciale cviweblog van de studiereis.
Een groot deel van koffers al gepakt, Skype geïnstalleerd op mijn laptop én op de computer thuis, mijn creditkaart vervangen, fototoestelletje van mijn vrouw geconfiskeerd (de mijne begint te haperen), paspoort klaargelegd, een fotoalbum aangemaakt, wat mij betreft kunnen we.
Morgen nog een drukke dag, laat thuis en dan een korte nacht (men vond het nodig om mij om kwart voor zes op te laten halen, waarschijnlijk om voor de files op Schiphol te kunnen zijn).

Ik rapporteer de komende in elk geval op de cviweblog, dus als het hier even rustig is, kijk daar dan maar even.

Tot na de jetlag...

zondag 4 november 2007

Succesvol veranderen

Zoals in het voorgaande verhaal al werd aangegeven: het ELD is één van de producten van een hele reeks die in samenhang moeten zorgen voor een innovatie van het onderwijs. Het effect moet zijn, dat er minder uitval is, dat meer studenten in één keer op een goede plek terecht komen, dat het onderwijs effectiever en efficiënter kan worden.
Dat betekent tevens dat de mensen in het onderwijsveld zullen moeten veranderen, lees: hun gedrag moeten aanpassen. We hebben de afgelopen jaren de kreten al voorbij zien komen: van docent naar coach, enzovoorts.

Tijdens de ELD-conferentie gaf Ben Tiggelaar een presentatie over het omgaan met verandering met als kernvraag: Wat maakt in de praktijk dat bij de meeste veranderingstrajecten veel mensen terugvallen in hun oude gedrag? Tijdens zo'n project worden immers afspraken gemaakt over nieuwe procedures en werkwijzen. Ondanks het commitment, dat daarbij wordt uitgesproken, blijken mensen de deur achter zich nog niet dicht te hebben gedaan, of…

Onderzoek heeft uitgewezen, dat gedrag voor pakweg 95% wordt bepaald door onbewuste, geautomatiseerde routines. (Het overkomt iedereen wel eens dat er onderweg ineens achterkomt dat je een heel stuk hebt gereisd, zonder dat je je bewust was van de afgelegde weg.) Je kunt dus zelfs bij heel complexe handelingen op de automatische piloot vertrouwen! Op zich is dat een heel natuurlijk fenomeen. Je hoeft geen kostbare tijd te besteden aan het bewust nadenken over waar je mee bezig bent. Je hoeft alleen aandacht te besteden aan dingen, die afwijken van het normale patroon. Als je het in een veranderingstraject dus hebt over afspraken over ander gedrag (gedrag dat dus afwijkt van het normale patroon) kun je begrijpen, dat dat nieuwe gedrag eerst moet inslijpen tot een routine. Je hersenen zijn nou eenmaal geprogrammeerd om terug te vallen op die oude routines.

Een belangrijke succesfactor bij het adapteren van nieuw gedrag blijkt voort te komen uit imitatie en dan met name van iemand met autoriteit of iemand, die sympathiek wordt gevonden. Sleutelfiguren hebben dus een bepalende de rol.
Daarnaast wordt het aanleren van gedrag beïnvloed door twee drivers: pijn en plezier. Een handeling, die een negatieve emotie (frustratie, onzekerheid, verdriet, woede, zeg maar: pijn) oproept, zal snel afgewezen worden. Als een handeling een positieve emotie (trots, liefde, zekerheid, hoop, zeg maar: plezier) oproept zal het snel worden geadapteerd.
Wat tevens speelt is het feit, dat een effect van de verandering ten aanzien van het ik - hier - nu een veel grotere stimulans oproept ten opzichte van het zij - daar - straks.

Neem nou een docent die met een nieuw computerprogramma aan de slag moet. "Waarom iets nieuws als het oude ook werkte?" (terugvallen in de oude routine). "Waarom doet dat stomme programma niet wat ik wil?" (pijnprikkels). "Wat schiet ik er mee op?" (ontbreken van plezierprikkel, maar ook ik-hier-nu).
Werken met een nieuwe applicatie voor bijvoorbeeld een betere registratie van de begeleiding van studenten gaat dus alleen maar werken als het programma zeer gebruikersvriendelijk is, een directe meerwaarde voor de gebruiker oplevert en ook door sleutelfiguren (management!) wordt gebruikt. Het feit dat een ELD de student een betere kans biedt bij zijn vervolgopleiding mag dan wel waar zijn, maar vormt voor degenen, die op de werkvloer met die studenten bezig zijn, nog geen prikkel om een registratieprogramma te gaan gebruiken.

Dit is natuurlijk voer voor innovatieadviseurs! En applicatieontwikkelaars, managers, begeleiders, administratief medewerkers, projectleiders, enzovoorts...

zaterdag 3 november 2007

Het ELD werkt!

In de afgelopen maanden heeft de organisatie van het Elektronisch Leer Dossier (ELD) informatiebijeenkomsten gehouden in het land. Daar waren kritische geluiden te horen over allerlei aspecten van het ELD, met name met betrekking tot het ´HOE´ (Het 'WAT' regelt de inhoud van het ELD, de standaard over welke gegevens worden overgedragen, het 'HOE' gaat over de overdracht zelf). Op 1 november j.l. werd de jaarlijkse ELD-conferentie gehouden in de Rode Hoed in Amsterdam. Ik was nieuwsgierig naar de stand van zaken met betrekking tot het 'Proof of Concept', de test waarin zou worden aangetoond dat het ELD echt werkt.

Lieneke Jongeling, voorzitter van de Stuurgroep ELD, gaf het ELD weer met een voor de hand liggende maar wel mooie metafoor: een brug. Bij mij ontstond het beeld van een onderwijssysteem van allemaal losliggende eilanden met daarbij een plaatje van jongeren die klaarstaan om naar het volgende eiland te zwemmen naast een brug in aanbouw.
In een forumdiscussie met een aantal spelers uit de onderwijsketen werden de voordelen van een (volledig geïmplementeerd en werkend!) ELD nog eens uit de doeken gedaan.

Daar kwam de kern van het hele verhaal naar mijn idee toch net te weinig aan bod: Het ELD gaat over de overdracht van gegevens tussen instellingen, over de metaforische brug. De echte kern zit hem echter niet in de brug zelf. De kern zit ergens anders, die zit voor een beperkt deel in het bruggenhoofd op de eilanden (de administratieve systemen) maar vooral in de toevoerwegen vanuit alle delen van het eiland naar die brug toe: het primair proces en de begeleiding én daarnaast een goede registratie van de resultaten daarvan. Als er geen goede begeleiding is, als de resultaten van die begeleiding niet goed worden geregistreerd, dan heb je niets aan een mooi administratiesysteem en al helemaal niets aan de overdracht van gegevens. Eenzelfde probleem zit aan de andere kant. Natuurlijk is het mooi als je gegevens binnenkrijgt. Als er bij de intake verder niets mee gebeurt of als de mensen, die er iets mee moeten doen, er niet voor zijn opgeleid, dan heeft het nog steeds geen zin.
De zwakke schakel zit dus in de kwaliteit van het onderwijs en de registratie van gegevens (wat overigens door de organisatie wel wordt herkend en erkend). Het ELD wordt pas echt zinvol, als dat binnen de scholen op orde is.
Nou houd ik ervan de dingen eens om te draaien: gebruik het ELD nou juist als een stimulans om te werken aan de verbetering van de kwaliteit van de begeleiding en de registratie: met een ELD kunnen die verbeteringen leiden tot een zichtbaar effect.

Gerard van der Hoorn gaf als projectleider van de 'Proof of Concept' een presentatie en demonstratie van de werking van het ELD.

De bedoeling was dat gegevens uit de schooladministratie van de ene school met één druk op de knop konden worden overgedragen aan het schakelpunt een database die de gegevens kon opvangen, bewaren en doorsluizen. Met wederom één druk op de knop zouden de gegevens dan weer kunnen worden opgehaald door de volgende school. Een aantal softwareleveranciers had de eigen applicatie aangepast en aangesloten op het schakelpunt.

Toen werd er live 'op de knoppen gedrukt'. En verdomd, je zag de gegevens bijna letterlijk van de ene kant van de zaal naar de andere flitsen. Hartstikke mooi, ik was echt onder de indruk! Het ELD werkt dus echt, nou ja, technisch dan.

Tijdens de pauze heb ik wat interessante discussies gevoerd. Daar werden in korte tijd veel kritische noten gekraakt. Over beveiliging, privacy, over de gegevens die daadwerkelijk werden overgedragen, de overlap met BRON, over wielen die opnieuw werden uitgevonden, over de onduidelijkheid van de standaard, zelfs over het 'geldverkwistende' filmpje. Voor één van de softwareleveranciers gaf dat alles nog voldoende bedenkingen om het aanpassen van de software nog even af te houden. Als ik eerlijk ben, klinkt het allemaal toch als 'ja maar...', als beren op de weg, op alleen maar terugkijken wat er niet goed is gegaan of nog niet is gerealiseerd.

Kom op, jongens! Natuurlijk is het allemaal niet klaar, wordt het onderwijs zelf met dit resultaat er nog niet beter op. Maar met het ELD wordt wel een aantal cruciale randvoorwaarden gerealiseerd om het onderwijs en de begeleiding daadwerkelijk te kunnen verbeteren! En dan kom je terecht bij de plek waar het allemaal gebeurt, bij de mensen, die het moeten doen! Maar daar gaat het volgende verhaaltje over...

donderdag 1 november 2007

Aan alles komt een einde...

Ook voor deze innovatieadviseur blijkt de wereld groter zijn dan de onderwijswereld. Inmiddels is duidelijk dat ik op 1 januari aanstaande de overstap ga maken naar een adviesbureau waar ik me als senioradviseur zal gaan bezig houden met onder andere (hoe kan het ook anders) onderwijs en ICT.
(Omdat ik het met het bedrijf verder nog geen afspraken heb gemaakt over het bloggen laat ik de naam hier nog maar even achterwege, ingewijden weten het inmiddels).

Dat betekent natuurlijk voor mij persoonlijk een hele hoop. Laat ik er niet omheen draaien, als een 'omhooggevallen' docent heb ik buiten het onderwijs nog best een hoop te leren. Maar dat maakt het juist zo spannend. Het doet me in elk geval denken aan het boekje van Peter Vonk: "Neem nooit competente mensen aan (...) ". Natuurlijk, die hebben niks te leren, hebben dus geen uitdaging.

Het betekent ook afscheid nemen. Als ik me bedenk met hoeveel mensen ik de afgelopen jaren kennis heb gemaakt, gesproken en gewerkt heb, gemopperd heb op de grote boze buitenwereld, maar ook plezier heb gehad, en vooral: van geleerd heb. Dat moeten er toch zeker een paar honderd zijn geweest. Een beetje weemoed voel ik dan ook wel.
Maar van de andere kant, de wereld is klein en plat. We komen elkaar ongetwijfeld weer tegen. En daarnaast komen er ook weer een hele hoop nieuwe mensen bij!

Wat het betekent voor mijn weblog? Wie zal het zeggen. Het is leuk om te doen maar moet wel relevant zijn. Zolang ik kan blijf ik de onderwijsontwikkelingen volgen en becommentariëren. En wie weet zet ik er eentje naast: 'adviseurvoorovermorgen'. In elk geval in die hoek ook eens wat rss'jes gaan zoeken...

Zesjescultuur is voorbij!

De_zes_is_uit_99511cHad ik het in het laatste bericht nog over de zesjescultuur in het onderwijs, staat nu alweer in de krant, dat de zesjescultuur alweer voorbij is! Ron Welter van de Radboud Universiteit in Nijmegen heeft naar aanleiding van een uitspraak van Balkenende ('we moeten de mentaliteit van middelmatigheid achter ons laten') eens onderzocht hoe het zit me die zesjescultuur. Het blijkt dat van het aantal behaalde voldoendes het aantal van de zessen de afgelopen jaren sterk is gedaald!
Kijk, dat vind ik nou leuk. Niet zozeer, dat we (ze!) blijkbaar 'de mentaliteit van middelmatigheid' een beetje aan het verlaten zijn, maar dat iemand de handschoen oppakt als er weer eens een uitspraak de ruimte in wordt geslingerd.
Bij mij ontstaan wel onmddellijk weer een hoop extra vragen die me net zo interessant lijken om uit te zoeken. In dit geval niet zozeer dat het gebeurt maar vooral waarom het gebeurt. Is er een correlatie te leggen naar de prestatiebeurs? De invoering van het BAMA-systeem, studiepunten? Zouden we bij ons op het roc niet eens kunnen kijken in hoeverre dit ook bij ons speelt? En zo nog wat van die dingen.

Laten we niet te hard van stapel lopen. Nog vrij recent werd in een Europees onderzoek aangegeven dat tweederde van de Nederlandse studenten niet zoveel moeite deed om meer dan een zes te halen. Het maakt hier immers niet uit of je een zes of negen haalt, je krijgt toch toch evenveel studiepunten. Ik vond er wat over op de weblog van Qabouter.

Je kunt natuurlijk ook erg streng zijn. In 1999 werd het Marnixcollege in Ede door de inspectie op de vingers getikt omdat leerlingen daar met een zesjes- en zeventjesrapport bleven zitten in Havo-2 (bron: betaald artikel op de Volkskrantwebsite).