In de afgelopen weken , maanden, jaren heb ik veel nagedacht, gepraat, gepresenteerd over het organiseren van onderwijs, onderwijslogistiek, flexibel maken van onderwijs. En steeds als ik het er over heb, of als ik nadenk over wat ik heb gezegd of wil gaan zeggen, komen er nieuwe inzichten die het totaalplaatje weer meer verhelderen.
Over het algemeen voer ik die gesprekken met of geef ik die presentaties aan mensen die vooral het onderwijs vertegenwoordigen: managers, stafmedewerkers, adviseurs, onderzoekers. Tegelijkertijd probeer ik in gesprek te komen met de mensen die het daadwerkelijk doen. Docenten, loopbaanbegeleiders, teamleiders, mensen van 'de vloer'. Die gesprekken verlopen vaak enigszins anders. Dat kan variƫren van blijde herkenning of eyeopeners tot regelrechte weerstand of ongeloof. Als ik die weerstand kan plaatsen, bijvoorbeeld omdat mensen bepaalde beelden hebben bij flexibilisering die in de praktijk niet kloppen, dan is een open discussie goed mogelijk en houden mensen er een positief gevoel aan over.
Ik realiseer me terdege dat de dagelijkse praktijk van een docent er vaak wat anders uitziet dan waar echt rekening mee gehouden wordt in het bedenken en vooral uitvoeren van allerlei vernieuwingsplannen.
Dat wordt enerzijds vaak afgedaan met dooddoeners als 'docenten zijn daar niet mee bezig' of 'docenten zijn nou eenmaal conservatief'. Anderzijds hoor je uitspraken
'er is meer geld nodig' of 'mensen moeten wel gefaciliteerd worden' of 'managers moeten keuzen maken'.
Tot zover
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties zijn welkom