Op 11 februari werd door saMBO~ICT alweer de tweede conferentie Onderwijslogistiek gehouden. Een aantal key-note sprekers en een tiental workshops over de laatste stand van zaken op dit actuele terrein. Want actueel is het: in de Tweede Kamer werd net de dag ervoor gedebatteerd over het MBO naar aanleiding van de vele klachten die er momenteel zijn vanuit de studenten en het JOB.
De eerste keynote werd gegeven door Jan-Pieter Janssen, voorzitter van het CvB van het Cita Verde College. In een kort tijdbestek ging hij langs het invoeringstraject van CGO bij het Cita Verde College steeds vanuit de invalshoek van 'de samenhang der dingen' en de noodzaak daarbij uit te gaan van standaardisatie. Vanuit die samenhang der dingen werd de relatie gelegd tussen het onderwijs en de noodzakelijke ICT-voorzieningen. Daarbij speelden met name de nieuwe Eduarte kernregistratie (KRD), het Eduarte begeleidingssysteem (DBS) en Fronter als ELO de belangrijkste rol.
Aan het einde ging Janssen met name in op een aantal onderzoeksvragen / risico's:
- Alles is in beweging: er zijn vele ontwikkelingen op tal van terreinen. Het is ook noodzakelijk om een zekere rust in het traject in te bouwen, af en toe te reflecteren en dan pas weer verder te gaan.
- De menselijke factor: aan de hand van een anekdote werd duidelijk gemaakt, dat het niet gaat om het installeren van een voorziening, een mooie start maar ook om een cultuurverandering en het sturen op continuteit. Nadat een voorziening was gerealiseerd om cijfers inzichtelijk te maken op internet bleek al snel dat er nu ook een gedragsverandering van docenten nodig was: cijfers moeten nu continu worden ingeleverd in plaats van een paar dagen voor de rapportvergadering.
- De technische match: Het applicatielandschap ontwikkelt zich voortdurend en dat kan consequenties hebben voor bijvoorbeeld koppelingen, zoals ze bij Cita Verde op een bepaald moment ondervonden.
- Behoud van overzicht en samenhang. De complexiteit van het geheel maakt het lastig om een goed beeld over het geheel te behouden.
Alles bij elkaar een aardige kijk in de Cita Verde keuken…
Peter van 't Riet is Lector ICT en Onderwijsinnovatie (Licto) bij Hogeschool Windesheim. Het Licto richt zich vooral op het mesoniveau: de onderwijsorganisatie. Daarover wordt (naar zijn zeggen) over het algemeen weinig onderzocht en gepubliceerd, in tegenstelling tot het microniveau (docenten, studenten) en het macroniveau (de onderwijssector). (Ik heb het gevoel dat hij dan toch nogal wat publicaties heeft gemist, maar dat kan aan mij liggen.)
In zijn presentatie Van 't Riet plaatste de huidige ontwikkelingen in een historisch perspectief door terug te kijken naar kenmerkende aspecten van de afgelopen 5 decennia. De jaren 60 lieten met name een sterke bevolkingsgroei en welvaartsontwikkeling zien. Het onderwijs kende veel kleine instellingen die de groei van het aantal onderwijsdeelnemers niet zonder meer kon volgen. Uit die tijd stamt dan ook de Mammoetwet. De jaren zeventig leiten een sterke stijging van het aantal (kleine) scholen zien met een steeds inefficiënter regulerend overheidsapparaat. Denk alleen al aan het Rijksinkoopbureau… Vanaf de jaren 80 vond steeds meer concentratie van instellingen plaats terwijl in de jaren 90 het rationaliseren van van de organisatie veel aandacht kreeg. Centralisatie van diensten, onderwijsbeheerdenken en natuurlijk de invloed van informatiesystemen. In het afgelopen deceenium kwam met het internet de buitenwereld naar binnen. Daarbij speelde een verdere emancipatie van het individu een steeds sterkere rol. Innovatiedenken werd belangrijker. Inmiddels vint ook een emancipatie van de professional plaats.
Van 't Riet ging uitgebreid in op een onderzoek dat hij heeft uitgevoerd naar de problemen met plannen en roosteren. Ingegeven door studenten, die ontevreden waren over hun roosters, afdelingen, die ontevreden waren over het roosterproces, roostermakers die ontevreden zijn over het aanleveren van informatie, organisaties die geconfronteerd worden met leegstand.
Een analyse bij een 8-tal HBO-instellingen bracht aan het licht dat er sprake was van wel 10 plannings- en roosterprocessen, die voor een belangrijk deel in een keten zitten. En als er aa het begin van de keten iets mis gaat heeft de rest van de keten er last van. Hij noemde onder andere periodeplannen, onderwijsplannen, tentamenplannen, studentenplannen, financiële en personele plannen, locatie- en ruimteplannen, stageplannen. Deze plannen werden afgezet tegen de verschillende niveaus van de organisatie (bestuur en strategisch management - unit - processen - informatie - applicaties). Dat leverde tal van conclusies en aanbevelingen op. Onvoldoende sturing, gebrek aan standaardisatie, te weinig denken in ketens.
Aan de oplossingenkant legde van 't Riet de nadruk op standaardisatie. Daarbij stelde hij de vraag wat voor type organisatie een onderwijsinstelling eigenloijk wilde zijn? Een holding met daaronder units die elk hun eigen 'merk' ('brand') vertegenwoordigden of juist een onderwijsinstelling als 'merk'? In het eerste geval staan er duidelijke schotten tussen de afdelingen, in het tweede geval zijn er allerlei mogelijkheden voor studenten om gebruik te maken van het aanbod van de hele instelling. En daar was-t-ie weer: standaardiseren om te flexibiliseren.
Met Aventus als voorbeeld kwamen op een heel herkenbare manier periodisering, onderwijseenheden en onderwijscatalogus weer voorbij.
Paul Oomens is beleidsmedewerker bij het Ministerie van OC&W. Hij liet in zijn keynote een aantal van de huidige problemen rondom onderwijslogistiek de revue passeren. Een beetje politieke ondertoon, maar desalniettemin een paar uitspraken, waar ik tenminste nog wel eens over wil nadenken. Een aardig gebruik van Dilbert waarmee zijn stellingen af en toe werden benadrukt.
Er wordt veel geklaagd over het onderwijs en dan met name over het MBO. Een relativering, dat het met de meeste studenten prima gaat, dat er 'slechts' 64 (van de misschien wel 10.000!) opleidingen onvoldoende scoren, vindt Oomens niet op zijn plaats. Zeker in een debat waar een partij als de SP eigenlijk nog strakker wil gaan reguleren, bijna naar een vorm van 'staatsonderwijs' wil.
In elk geval komt er een kernvraag bovendrijven: is het onderwijs nog wel organiseerbaar? Dat plaatst het verhaal over onderwijslogistiek en meer flexibele leerroutes wel in een bijzondere context, omdat dat die doelen niet automatisch leiden tot een betere organiseerbaarheid. Hij pleitte dan ook voor slimme samenwerkingsverbanden, met name in tijden van schaarste (die in de nabije toekomst wel eens heel pregnant kan worden).
Een tweede doordenkertje van Oomens: "Kijk uit met het oplossen van problemen, die zijn veroorzaakt door oplossingen van andere problemen."
Oomens noemde het voorbeeld van een roostergenerator die in staat zou zijn te komen tot heel flexibele leerroutes terwijl je het ook zou kunnen zoeken in het meer samenvoegen van heel specialistische opleidingen. Het voorbeeld viel niet bij iedereen even goed, waarschijnlijk omdat er momenteel naarstig wordt gezocht naar allerlei oplossingen op dat terrein…
Nog allerlei andere zaken kwamen voorbij. Extra geld dat door het huidige kabinet toch beschikbaar was gesteld aan het MBO (maar waar ook weer allerlei verplcithingen tegenover staan!). Een vraag over domeininstroom leverde een minidiscussie op of het nu juist een administratieve of onderwijskundig accent zou gaan krijgen in de roc's.
Er waren veel presentaties, die ik graag had willen volgen. De onderwerpen die daarin aan bod kwamen, suggereerden in elk geval een bijna revolutionaire vooruitgang op het gebied van onderwijslogistiek en meer flexibiliteit voor het onderwijs. Als ik dan rondkijk in de MBO-instellingen kan ik niet anders dan concluderen, dat er op veel plaatsen nog een behoorlijke kloof is tussen de ontwikkelingen, concepten en mogelijkheden aan de ene kant en (op veel plaatsen) de realiteit van alle dag aan de andere kant. Er wordt ontzettend hard gewerkt op veel plaatsen, ik zie op dit terrein echt resultaten in roc's als Eindhoven, Aventus, Drenthe, Leijgraaf en ongetwijfeld op meer plaatsen. Maar de echte praktijk ziet er vaak veel weerbarstiger uit, ook op de werkvloeren van deze roc's, laat staan op de werkvloer van heel veel andere onderwijsinstellingen. Ik zie dan ook een behoefte aan structuur, haalbare doelen, minder complexiteit. Kortom, een beetje bescheidenheid als het gaat om na te streven ambities op het gebeid van flexibel onderwijs en onderwijslogistiek.