Kennisnet heeft, mede op initiatief van ROC-i-Partners, een standaard uitgewerkt voor de uitwisseling van e-portfolio’s. gebaseerd op de internationale IMS-e-portfolio standaard. Meer informatie over de standaard is te vinden op e-portfolio.kennisnet.nl.
Kennisnet heeft in een regeling instellingen de mogelijkheid geboden om ervaring op te doen met het gebruik van de e-portfoliostandaard. Op 31 januari werden tijdens een slotbijeenkomst in Utrecht de resultaten van de verschillende projecten gepresenteerd. Het ging om 7 'proof-of-concept'-projecten. Informatie over de projecten is hier te vinden.
Uit de evaluatie kwam in elk geval naar voren dat de duur van de projecten te kort was en dat er meer gedaan had kunnen worden aan kennisuitwisseling.
Toch een beetje advocaat van de duivel spelen: als je uitgaat van 7 proof-of-concept projecten kan er nog niet echt gesproken worden van een geslaagde regeling: er is nog maar weinig sprake van ‘proven concepts’. Er is maar weinig terecht gekomen van een daadwerkelijke gegevensuitwisseling tussen verschillende systemen. Overigens niet verwonderlijk als je kijkt naar de stand van zaken bij de leveranciers. Een recent onderzoek van Theo Hensen vat de houding van de leveranciers samen met ‘veel commercie, weinig daden, enkele uitzonderingen daargelaten’.
Andere problemen zitten ook binnen de organisaties. Een groot aantal verschillende systemen binnen één organisatie. Ook het implementeren van blijkt in de praktijk nog niet mee te vallen. De manier waarop een portfolio ingezet zou kunnen worden in het onderwijs is immers nog lang niet uitgekristalliseerd. Voor gebruikers (leerlingen en docenten!) vaak een verplicht nummer in plaats van dat het gebruikt of zelfs ervaren wordt als een instrument aan de hand waarvan de voortgang van de leerling kan worden gepresenteerd.
Als je de resultaten nu bekijkt vanuit een andere invalshoek: evaluatie van de afspraak, stimuleren van het gebruik, en vooral het pushen van leveranciers, dat soort dingen, dan is er wel degelijk een behoorlijke stap gemaakt! Het is belangrijk, dat dit nu verder wordt opgepakt vooral door de klantvraag ('wij willen e-portfolio!') verder uit te dragen om meer druk op de leveranciers te zetten. De applicaties vormen immers een randvoorwaarde! De maatschappelijke ontwikkelingen rondom employability maken de tijd rijp om het hele e-portfolioprogramma in te brengen, in elk geval onder de aandacht te brengen in allerlei gremia op regionaal, nationaal of zelfs internationaal niveau. Theo Mensen van het CWI geeft er al een slogan voor: ‘niemand de poort uit zonder portfolio’.
Natuurlijk zijn er op het terrein van e-portfolio ook ontwikkelingen. De huidige, technische uitwerking van de standaard is vooral gebaseerd op een bepaalde structuur van de gegevens in de vorm van gedefinieerde velden ondergebracht in bepaalde groepen. Uitwisseling tussen systemen kan ook op een andere manier worden gerealiseerd als er meer uitgegaan wordt van een semantisch portfolio. Geen vastgelegde velden maar een uitwisseling op basis van een metadatering van de gegevens. Eens kijken waar dat in de nabije toekomst toe leidt...