Beter Onderwijs Nederland timmert behoorlijk aan de weg. Als spreekbuis van alle critici van het 'nieuwe leren' wordt een uitgebreide campagne gevoerd tegen allerlei vernieuwingen in het onderwijs. In de Volkskrant van 22 december 2006 verscheen een open brief aan Maria van der Hoeven, minister van Onderwijs onder de kop 'Geen competentiegericht MBO'.
In de brief worden allerlei kritische noten gekraakt die samen een behoorlijk verontrustend beeld van die onderwijsvernieuwing schetsen. Kritische docenten, die de mond worden gesnoerd, geld dat alleen maar ten goede komt aan het uitdijend management en studenten die aan hun lot worden overgelaten en die 'hun eigen kennis moeten construeren' (met aanhalingstekens!). En natuurlijk: er is geen empirisch bewijs dat het nieuwe leren beter is dan het oude leren.
In een recent boek 'De nieuwe schoolstrijd' komen Ad en Marijke Verbrugge in een artikel 'Verzuipt het onderwijs?' met meer van hetzelfde. In het boek wordt door enkele auteurs weerwoord gegeven maar dat gebeurt eigenlijk niet echt overtuigend. In een ander artikel toont Ria Bronneman-Helmers (SCP) zich als een fervent voorstander van de kritische noot van Beter Onderwijs Nederland. Dat gebeurt in een analyse van een aantal kenmerken van het nieuwe leren. Ik kan alleen maar kan vaststellen dat hier op een heel pretentieuze manier het nieuwe leren onderuit wordt gehaald op basis van extreme situaties (basisscholen waar kinderen helemaal zelf mogen weten wat ze willen leren) of ‘niet te miskennen signalen’ (toename van het aantal leerlingen dat in België naar school gaat). Als dit het empirisch bewijs is waarmee het oude leren moet worden verdedigd…
Natuurlijk: het onderwijs kampt met een aantal grote problemen. Typisch is, dat de zowel de voor- als de tegenstanders van de onderwijsvernieuwing deze problemen zien als het uitgangspunt voor hun overtuiging dat het onderwijs wel of juist niet moet vernieuwen.
Zonder nou alle argumenten van de criticasters van het nieuwe leren te willen ontkennen, moet ik zeggen dat ik een zekere sensitiviteit in hun benadering mis. Zo zijn er wel degelijk onderzoeksresultaten te melden ten aanzien van het leren van mensen op basis van modern hersenonderzoek (overigens, de inzichten zijn niet nieuw: Locke beschreef in 1695 in zijn ‘Essays on Human Understanding’ al een manier van leren die het huidige constructivisme aardig benadert).
Kijk verder eens om je heen, zie hoe de wereld verandert op een manier en met een snelheid die zijn weerga in de geschiedenis niet kent.
De informatisering en globalisering brengt nieuwe mogelijkheden, nieuwe vormen van leren, samenwerken, produceren, meerwaarde creëren die grote gevolgen heeft en nog grotere gevolgen zal hebben op de economische positie van Nederland en Europa in de wereld (zie ‘de wereld is plat’ van Friedman). En dat wil je oplossen door de docent weer de mogelijkheid te geven om de deur van het klaslokaal achter zich dicht te trekken en zich te richten op de middenmoot van de klas? Om te concurreren met de iPod, MSN, Blueberry, Flickr, YouTube, SecondLife, Hyves, Google wat betreft de aandacht van de student?
We hebben nog veel op te lossen in het nieuwe leren, vooral wat betreft de organisatie van het geheel en ook wat betreft het kennisniveau van de studenten. Daarbij moet er goed geluisterd worden naar de critici zoals Beter Onderwijs Nederland om te komen tot een goede mix van de oude ervaringen en de nieuwe mogelijkheden.
Ad Verbrugge uitte de wens om het zelf te gaan doen (“Voor ons hoeft Het Nieuwe Leren niet te verdwijnen, al geloven wij er niet in. Maar wij willen ook geld van de overheid om scholen in te richten, gebaseerd op onze ideeën - Brabants Dagblad, 20 december 2006”). Tja, krijgen die leerlingen in elk geval goed geschiedenis: zien ze daar hoe het onderwijs vroeger was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties zijn welkom