Naast het project Flexibel Leren wordt door Kennisnet momenteel een onderzoek uitgevoerd naar 'de competentiemeter'. De vraag was eigenlijk: wat zou Kennisnet kunnen of moeten ondernemen op het gebied van het registreren van de competentiegroei van studenten. Dan gaat het onderzoek gauw in de richting van het ontwikkelen van een tool om mbo-instellingen te faciliteren dat te gaan doen.
In een uitgebreide en vooral boeiende discussie met onder andere Frans Thijssen van ROC de Leijgraaf kwamen we eigenlijk tot een heel andere conclusie.
Een paar fragmenten uit de discussie:
- Het beoordelen van de student en het registreren van de behaalde resultaten (in de vorm van competenties) zijn twee aparte zaken. Het beoordelen moeten we vooral aan de experts overlaten! Het is wel belangrijk om je te realiseren dat het beoordelen (en dus het registreren van de resultaten) van competentie gerichte opdrachten erg lastig is. Vroeger gaf je een cijfer voor een proefwerk en uiteindelijk werd dat cijfer via wat algoritmen meegenomen in een totaalresultaat in de vorm van een rapport of cijferlijst. Nu moeten opdrachten op tal van competenties worden beoordeeld. Als dat heel nauwgezet gebeurt, dan is de hoeveelheid te registreren informatie een veelvoud van vroeger en zijn de algoritmes om te komen tot een eindresultaat (geslaagd of gezakt) heel wat lastiger te construeren. En dat, terwijl we het beoordelen juist meer integraal en eenvoudiger wilden maken.
- Even uitgaande van de kwalificatiestructuur hebben we te maken met een opleiding met daarin kerntaken, die onderverdeeld zijn in werkprocessen met daaronder competenties die elk gekenmerkt worden door een aantal componenten. Er bestaat een matrixrelatie tussen enerzijds de kerntaken en werkprocessen en anderzijds de competenties. Dat betekent, dat je de structuur van een kwalificatie niet zomaar in een gewone boomstructuur kunt weergeven. Een bepaalde competentie komt immers in verschillende werkprocessen terug. Dat betekent, dat als ik binnen een bepaalde werkproces gewerkt heb aan een bepaalde competentie moet dat natuurlijk gerelateerd zijn aan diezelfde competentie bij de overige werkprocessen.
- De kwalificatiedossiers zijn door COLO doorzoekbaar gemaakt en op een website gezet. Nou zou het natuurlijk geweldig zijn als dat gebeurde op basis van één standaardlijst van kerntaken met de daaronder liggende structuren in een onderlinge samenhang. Op het moment dat je de hele lijst in de vorm van een XML-bestand inleest in een onderwijssysteem sla je een paar vliegen in één klap! Niet alleen hoeven de structuren dan niet nog eens opnieuw ingeklopt te worden in het eigen informatiesysteem, ook is de relatie tussen verschillende opleidingen gewaarborgd. Wanneer een student overstapt van de ene naar de andere opleiding of na een opleiding doorstudeert op een hoger niveau kunnen de behaalde resultaten in de oude opleiding meteen afgemeten worden aan de eisen van de nieuwe opleiding.
- Cito is natuurlijk de club die nadenkt over toetsen en assessments. Zij hebben dan ook een methodiek ontwikkeld om competenties te kunnen beoordelen: het Protocol Portfolio Score. Die methodiek lijkt me de moeite waard eens nader te onderzoeken omdat het aanknopingspunten biedt om (met wat werk onder de motorkap) het registreren van de resultaten van een competentiebeoordeling sterk te vereenvoudigen.
- Ook de relatie tussen het registreren van competentiegroei en studiepunten kwam aan bod. Een beetje kort door bocht komt het op het volgende neer: Competenties registreren: vooral aan de hand van formatieve beoordelingen om het leertraject te kunnen bijsturen, studiepunten registreren: vooral aan de hand van summatieve beoordelingen om de voortgang van het studietraject te kunnen monitoren én als formeel resultaat op basis waarvan een diploma kan worden uitgereikt. De twee beoordelingen lopen natuurlijk voor een belangrijk deel parallel en moeten ook beschouwd worden als elkaars spiegelbeeld. Het kan niet zo zijn, dat een student alle studiepunten heeft verzameld terwijl een aantal competenties nog niet zijn behaald of andersom.
Uiteindelijk ging het om de vraag op welke manier Kennisnet het traject zou moeten ondersteunen. Wat mij betreft niet met tooltjes. Dat is aan de softwareleveranciers. Mijn advies aan Kennisnet is: zet een traject op waarbij een standaard wordt gedefinieerd voor het beoordelen en registreren van de resultaten van het competentiegericht onderwijs, uitgewerkt naar een pakket van eisen waarmee de softwareleveranciers aan de slag kunnen. Een traject, vergelijkbaar met het vaststellen van de metadatastandaard of de e-portfoliostandaard dus.
Lijkt me een geweldige klus (en dan 'geweldig' in de zin van zowel groot als leuk).