Op veel scholen in het MBO (maar waarschijnlijk ook daarbuiten) wordt momenteel geworsteld met de invoering van CGO. Stiekum denk ik, dat er in het MBO heel wat mensen zijn, die opgelucht zijn dat ze nog een paar jaar respijt hebben gekregen.
Als ik vanuit mijn ervaringen en waarnemingen van de afgelopen jaar door mijn oogharen het hele veld probeer te overzien, zie ik een aantal traditionele fasen van veranderingsprocessen de revue passeren. Eerst ontkenning (letterlijk citaat van een onderwijsdirecteur van enkele jaren geleden: "Weer een hype, we noemen de eindtermen gewoon competenties, dan zijn we klaar"). Daarna herkenning ("Jongeren worden mondiger, weten meer van ICT, kennis veroudert sneller dan vroeger"). Vervolgens erkenning ("Jongeren hebben een eigen verantwoordelijkheid voor hun leerresultaten, leren is een actief proces, leren doe je vooral in de praktijk, leren doe je overal, ook op school, alle lerenden hebben recht op een ongelijke behandeling").
Toen werden de mouwen opgestroopt. Competentiegerichte kwalificatieprofielen werden geschreven, nieuwe onderwijsconcepten bedacht en uitgeprobeerd. Op veel plaatsen schoot het helemaal door van 'traditioneel onderwijs' naar een bijna dogmatische benadering van activerend leren, natuurlijk leren, zelfsturend leren en allerlei andere vormen. De kwalificatiedossiers met hun kerntaken, kernkwalificaties en vele verschillende soorten competenties voldeden niet. Er werd een nieuwe structuur bedacht met kerntaken, werkprocessen en een gestandaardiseerde competentieset.
Ondertussen begon het te gisten. Ontevreden studenten en docenten, negatieve publiciteit, onderzoeken en rapporten, een reflecterende overheid, een reorganisatie in de sturing (MBO2010), uitstel van invoering.
En daar staan we nu. Ploeterend maar vooral lerend. Zoekend naar houvast, naar helderheid in de complexiteit. Wat me daarbij opvalt, is dat ondanks alle kritiek en ondanks het ontbreken van 'evidence based practices' er nog steeds een vooral positief beeld bestaat over het CGO. Dat is mooi.
Wat me nog meer opvalt is, dat er zo weinig wordt gedaan om het ontwerpen van opleidingen en de onderwijsorganisatie op een wat meer efficiënte manier aan te pakken. Dat is veel minder mooi.
Vaak vindt er een ontwerp en implementatie plaats op het niveau van een opleiding, soms van een sector of unit maar bijna nooit op het niveau van een hele onderwijsinstelling. Op die manier Worden er weer zo ontzettend veel wielen uitgevonden. Daarmee blijven ongelooflijk veel kansen onbenut. Veel van de strategische doelen, die op instellingsniveau worden geformuleerd (denk aan 'aanval op uitval', 'doorlopende leerlijnen', 'samenwerking in de regio', 'flexibilisering van het onderwijs', noem ze maar op), kunnen niet op opleidingsniveau en hooguit gedeeltelijk op sector of unitniveau worden vormgegeven.
Voorbeeld: stel een student na een verkeerde studiekeus in de gelegenheid om zonder tijdverlies over te stappen naar een andere opleiding. In de huidige situatie moet die student gedwongen een paar maanden wachten om vervolgens in een nieuwe opleiding weer helemaal van voren af aan te beginnen.
Nog een voorbeeld: De mogelijkheid om je breed te oriënteren op een aantal opleidingen door aan de hand van allerlei opdrachten competenties te verwerven en ervaring op te doen. Na verloop van tijd wordt het duidelijk wat de student precies wil en wordt de opleiding met een gerichte keuze van een aantal opdrachten en vakken afgerond met een diploma.
Zo zijn er tal van voorbeelden te bedenken, die allemaal roepen om een aantal ontwerpprincipes op het niveau van de hele instelling, dus van een onderlinge afstemming van de organisatie van de opleidingen.
En dan de informatievoorziening. Er zijn natuurlijk positieve uitzonderingen te noemen, maar zal er bij het ontwerpen van nieuwe (competentiegerichte) opleidingen weinig rekening gehouden worden met het realiseren van de noodzakelijke, ondersteunende informatievoorziening. Dat wordt hooguit los van het cgo-implementatietraject aangepakt. Juist een gestandaardiseerde informatievoorziening is een voorwaarde om opleidingsoverstijgend te werk te kunnen gaan. En trouwens ook om het betaalbaar en beheersbaar te kunnen houden. Het zal duidelijk zijn: een gestandaardiseerde informatievoorziening kan alleen maar gebaseerd zijn op een aantal (roc-brede) afspraken over de manier, waarop opleidingen in elkaar zitten, hoe daarbinnen gewerkt wordt. (Dat betekent overigens niet, dat alle opleidingen op hetzelfde opleidingsconcept gebaseerd moeten zijn, het gaat om de onderwijsorganisatie!)
Naar mijn idee liggen hier de kansen: het uitwerken van een aantal roc-brede afspraken, gebaseerd op de strategische doelen. En dat vervolgens uitgewerkt in een onderwijsorganisatiemodel waarmee de opleidingen aan de slag kunnen. En die roc-brede afspraken zijn niet zo heel moeilijk op te stellen. Neem een aantal vergevorderde opleidingen, leg de ontwerpen over elkaar en je zult zien, dat ze al heel grote overeenkomsten vertonen!
Hier kom ik nog een (paar) keer op terug...