dinsdag 30 september 2008

Opstekertje

Ben ik een beetje aan het rondsurfen, kom ik op MBO2010 een publicatie tegen van Kennisnet over een onderzoek over CGO. Kom ik daar mijn eigen weblog tegen in de lijst van bronnen die door een zeker percentage van de ondervraagden wordt geraadpleegd. Geen schokkende aantallen, maar toch!

Cgo_2 

Waarom het in het onderwijs maar niet lukt...

Tijdens de het minisymposium van M&I/Partners rond de toepassing van ICT in het onderwijs stond dit thema min of meer centraal: 'waarom het in het onderwijs maar niet lukt'. Vanuit de praktijk gaven Joke Snippe (lid CvB InHolland) en Ricardo Winter (lid CvB ROC van Amsterdam)  hun ervaring als bestuurder met dit fenomeen. Buitengewoon openhartig werd uit de doeken gedaan dat bestuurders het ook niet altijd weten, docenten veel voor hun kiezen krijgen, de complexiteit vaak onderschat wordt, niet alleen de techniek maar ook met name de consequenties voor processen en mensen.

Zelf heb ik als laatste mijn verhaal (hier op SlideShare, helaas zonder animaties) over het voetlicht gebracht. Ik heb al eerder wat onderwerpen hier de revue laten passeren. Dat blijkt achteraf een aantal voordelen te hebben. Op de eerste plaats helpt het je om dingen wat te expliciteren, je krijgt bovendien ook nog eens wat feedback. Maar ook achteraf heb je de mogelijkheid om nog een aantal dingen alsnog even te noemen, die in het verhaal niet aan bod zijn gekomen, gewoon domweg vergeten in het vuur van het verhaal.

Voor mij speelt in elk geval mijn eigen verwondering over alles wat ik om mij heen zie gebeuren rondom de mogelijkheden en effecten van informatisering. En daar zijn allerlei   in te ontdekken. Verder kun je op twee manieren naar de relatie tussen onderwijs en ICT kijken. Enerzijds is dat vanuit het onderwijs kijken naar wat er nodig is aan ICT om het onderwijs te ondersteunen. Anderzijds kun je kijken naar de mogelijkheden van ICT voor het onderwijs. Dat gaat om allerlei meer en minder bekende voorbeelden van web 2.0, persoonlijke leeromgevingen, sensortechnologie, mash-ups, games, noem maar op.

Maar dan de kern van het verhaal. Waarom schiet het maar niet op? En wat zou je daar aan kunnen doen? Joke Snippe noemde onder andere het fenomeen van het 'dominante design'. Als je eenmaal een product hebt (neem een horloge, of een auto) dan worden innovaties toegepast om het te verbeteren maar niet zozeer om het echt te veranderen. En dat speelt in het onderwijs ook. Tegelijkertijd gaf ze ook aan, dat er eigenlijk wel degelijk iets veranderd is door het gebruik van ICT. Het is immers niet voor niets dat het hele onderwijs stil ligt als de stroom een keertje uitvalt.

Ik heb het probleem van twee kanten benaderd door enerzijds te kijken naar het gebruik van ICT in het onderwijs zelf, anderzijds naar het gebruik van ICT als ondersteuning van bijvoorbeeld onderwijslogistiek. Dat allerlei projecten waarmee ICT in het onderwijs moest worden gebracht, niet zijn gelukt, heeft naar mijn idee een aantal redenen. Daarbij wordt het ontbreken van deskundigheid van docenten vaak als eerste genoemd. En ik vraag me af of dat nou de belangrijkste reden is. Ik heb in elk geval de 90-9-1 regel even aangehaald.
Maar ook een slechte implementatieaanpak speelt een rol. Als een enkele enthousiaste docent er mee aan de slag gaat en van alles voor elkaar krijgt gaat het alsnog mis, als het vervolgens opgeschaald moet gaan worden naar een team, een opleiding of zelfs hele school. Het gaat meestal niet alleen om het gebruik van de nieuwe applicatie maar ook om het aanpassen van het programma, het maken van nieuwe opdrachten, het feit dat er ook nog een cursus gevolgd moeten worden en het allemaal volgende week moet gaan draaien. Kortom, een essentiële randvoorwaarde is dat het hele team er vanaf het begin mee aan de slag gaat. Dan kan er ook een taakverdeling gemaakt worden (wie de ICT, wie de extra opdrachten, wie kijkt er nog eens naar de planning, enz).
En als er subsidies mee gemoeid zijn: drie keer achter de oren krabben! Want meestal zijn plannen zodanig opgesteld dat het geld op is op het moment dat er sprake is van het opschalen van het project. De daadwerkelijke implementatie komt er dus weer even bij.
Ook op een ander punt wil ik docenten nog een hart onder de riem steken. Het is altijd maar druk, druk, druk, er komt alleen maar iets bij, er gaat niets af. En bedenk, dat veranderen alleen maar lukt, als de moeite ook daadwerkelijk iets oplevert. Als het resultaat ver weg ligt, is de motivatie om iets te veranderen niet groot meer. En ver weg betekent hier: ik de moeite, iemand anders het voordeel (het registreren van absenties levert een docent zelf niet zoveel op). Ver weg betekent ook: nu de moeite en (veel) later tijdwinst. Als er niet op heel korte een duidelijke tijdwinst te boeken valt dan is dat te vergelijken met 'ik heb het nu te druk om iemand in te werken die mij wat werk uit handen kan nemen'.

Het laatste onderwerp van mijn presentatie houd je nog even tegoed. Want ook bij mij komt het bloggen er gewoon bij en er gaat ergens anders (nog) niet iets af. Dus ik moet even prioriteren...

donderdag 25 september 2008

Een ei gelegd

Het is een zware bevalling geweest, maar eindelijk is mijn ei gelegd. Op het Minisymposium van M&I/Partners van aanstaande maandag ga ik een presentatie geven over Onderwijs & ICT. In een paar eerdere berichten heb ik al een paar tipjes van de sluier opgetild.
Natuurlijk heb ik me laten inspireren door tal van andere mensen die ook denken, praten, schrijven over de grenzeloze mogelijkheden, die ICT biedt, maar vooral hun eigen beschouwingen delen met de rest van de wereld. Presentaties, waar ik wat aan heb gehad, zijn die onder meer van Wilfred Rubens en José Bours, Willem Karssenberg, Michael van de Wetering (CTO Kennisnet) en nog vele andere, meer anonieme mensen. Waarvoor mijn oprechte dank.

Toch zal mijn presentatie een andere invalshoek hebben (en dat is dan ook waarschijnlijk de reden dat het wat langer duurde). Waar met name de eerste twee kijken naar het effect van web 2.0 (en veel meer) op het leren, en Michael ingaat op 'the long tail', wil ik met name kijken naar de implementatiekant van ICT in het onderwijs in het onderwijs. Nou heb ik maar een half uurtje, dus meer dan aantippen zal me niet gaan lukken. Kern van het verhaal is in elk geval dat er veel meer aandacht moet zijn voor een integrale benadering van onderwijsvernieuwing en toepassing van ICT. De presentatie zelf zet ik later nog ergens neer.

Nog een ander aspect wat ik niet onder stoelen of banken wil steken is mijn verwondering over alle nieuwigheden, die er steeds maar weer bijkomen. Zo maakt Wilfred een terloopse opmerking over Animoto. Ik ben geen gadgetsman, ik heb gewoon geen zin om allerlei nieuwe dingen uit te zoeken (dus ook wel een beetje een 'lurker'). Maar dit moest ik toch ook een keertje proberen, net zoals ik onlangs ook wat moest freubelen met Picasa. Dit biedt weer perspectief!

dinsdag 16 september 2008

Trends over het voetlicht brengen (2)

Ik ben al een tijdje aan het nadenken over de trends in de informatisering. Eigenlijk gaat het me nog niet eens over de trends en ontwikkelingen zelf, het gaat vooral over wat dat met mensen doet. De trigger voor mij om er op deze manier naar te kijken, kwam afgelopen zomer hoog op een berg in Zwitserland waar ik even pauzeerde tijdens een flinke tocht. Ik zat daar op een rots en genoot van het uitzicht, met mijn voeten in de edelweiss en een bijna absolute stilte om me heen.

En toen kreeg ik een SMS-je...

(de inhoud van het bericht doet er eigenlijk niet zo toe maar het was een waarschuwing van het thuisfront voor een naderend onweer later op de dag).

Ik had natuurlijk mijn mobieltje thuis kunnen laten. De reden dat ik dat toen niet deed, had alles te maken met bereikbaarheid. Als er iets zou gebeuren zou ik iemand kunnen waarschuwen. Een mobieltje gaat dus over veel meer dan alleen maar kunnen bellen zonder snoer uit de muur. Voor mij heeft een mobieltje blijkbaar (bijna onbewust) ook te maken met een gevoel van veiligheid. Ook neemt het een paar zorgen weg. Zolang het ding niet afgaat, staat mijn huis niet in brand en hebben mijn kinderen geen ongeluk gehad.
Nou gaat het niet om het mobieltje zelf, dat is alleen maar een verschijningsvorm van de informatisering net als een computer, een iPod, internet en kabel-TV dat zijn. De kern is de tijd- en plaatsonafhankelijke beschikbaarheid van informatie, veel informatie. En natuurlijk, het uitwisselen ervan (communicatie).

Informatisering doet dus iets met mensen. Daar zijn heel veel voorbeelden van te noemen. Ik noem er een paar.

Informatisering maakt van mij een expert. In tal van apparaten zijn tegenwoordig chips ingebouwd die het apparaat slimmer maken. Of het nou gaat om een fototoestel met allerlei automatische belichtingsmogelijkheden en tegenwoordig zelfs gezichtsherkenning. Ik hoef dus zelf niet meer te beschikken over de expertise van een vakfotograaf. Ook kan ik met twee vingers een symphonie spelen op een keyboard, mijn auto is in staat zichzelf achteruit in parkeren.
Tegelijkertijd maakt Informatisering ook, dat mijn persoonlijke expertise minder vanzelfsprekend is. Ik hoef het niet te proberen om tijdens een presentatie te beweren dat nog maar 10% van de basisschool leerkrachten gebruik maken van ICT in het onderwijs. Iemand uit het publiek kan dat ter plekke via een slimme gsm controleren en nog tijdens de presentatie vertellen dat de Vier-in-balans Monitor 2008 aangeeft dat het wel 90% is!

Informatisering maakt mij slimmer. De kennis van de hele wereld staat mij ter beschikking. Of het nou gaat om expliciete kennis (via bijvoorbeeld Wikipedia) of om veel meer diffuse kennis (denk aan de 'wisdom of the crowds'), kennis is veel makkelijker, sneller en actueler dan ooit te voren. Ook het ontsluiten, bewerken of analyseren van informatie met rekenprogramma's, routeplanners of statistische analyseprogramma's is makkelijker dan ooit, waardoor veel verborgen kennis openbaar wordt en nieuwe kennis gemaakt wordt. Denk aan het combineren van verschillende informatiebronnen (mash-ups) waardoor nieuwe mogelijkheden ontstaan.
De keerzijde is natuurlijk dat ik ook dommer wordt. Waarom nog hoofdrekenen, topografie of jaartallen leren? Of zelfs een correcte spelling en grammatica? Daar hebben we toch spellingcheckers voor?
(Laat er geen misverstand over zijn dat ik vind dat dat wel degelijk erg belangrijk is, maar dat is een ander verhaal.)

Informatisering maakt de markt is transparanter dan ooit. Ik kan feilloos de plek vinden waar een bepaald product het goedkoopste wordt aangeboden of allerlei varianten van een product met elkaar worden vergeleken. De (digitale) markt is ook bijzonder klantvriendelijk. Ik ben nog nooit een winkel binnengelopen waar ik de tweede keer meteen wordt herkend ("Goedemorgen, meneer van den Hurk, hoe bevalt product X? Weet u, dat veel mensen die dit product hebben gekocht ook product Y hebben gekocht?"). Bovendien laten veel mensen weten, wat ze van een bepaald product vinden, zodat ik gebruikerservaringen uit de eerste hand beschikbaar heb.
Maar informatisering maakt kiezen wel moeilijker, juist omdat er veel meer keuze is. Mensen worden niet per definitie gelukkiger van meer keuze. Er is immers veel meer om spijt van te hebben of over te twijfelen. En een persoonlijke benadering heeft ook zijn prijs. Dat is immers alleen maar mogelijk als de leverancier veel informatie van mij heeft. Big Brother is watching me.

Dankzij de informatisering heb ik meer vrienden, kennissen, lotgenoten, collega's, mede- en tegenstanders dan ooit tevoren. Profielen op internet maken het mogelijk om anderen te vinden of om mezelf te laten vinden. Ik heb talloze manieren om mijzelf te presenteren én te promoten. En al datgene zou wel eens onbedoeld een grote eeuwigheidswaarde kunnen hebben! Dat kan ook tegen je werken!
Bovendien kunnen ook hackers, headhunters, phishers, vandalen of geheime diensten er gebruik van maken...

Het meest fascinerende vind ik de manier waarop het gaat. De ontwikkeling wordt niet bewust een bepaalde kant opgestuurd maar vindt gewoon plaats als een resultante van het gedrag van talloze mensen: emergentie (het geheel is meer dan de som van de onderdelen). We doen het niet, het overkomt ons met zijn allen.
Zoals ik in een eerder bericht al opmerkte: Flickr is nooit bedacht om er communities mee te faciliteren maar ze ontstaan wel rond bepaalde thema's!

En steeds opnieuw sta ik verbaasd over de talloze mogelijkheden die informatisering biedt. Het kan toch niet anders dan dat ook tot in de haarvaten van het onderwijs doordringt. En toch gebeurt dat niet. Maar dat is weer een ander (deel van het) verhaal...

zondag 14 september 2008

Ken Robinson

Via een reactie op een berichtje van een tijdje terug kwam ik op de website van The RSA (Royal Society for the encouragement of Arts, Manufacturing and Commerce). In juni 2008 gaf Sir Ken Robinson daar een boeiende lezing over zijn visie op het onderwijs.
Hij houdt daarin een warm pleidooi voor een andere benadering van onderwijs, waarin hij vooral het accent legt op het stimuleren van creativiteit. Niet het traditionele, industriegebaseerde onderwijs maar onderwijs waar elke student krijgt wat hij nodig heeft. Hij vergelijkt het huidige onderwijs met het broeikaseffect: even rampzalig.

Op zich een herkenbaar verhaal, met veel elementen die momenteel ook in de verhalen over onze onderwijsontwikkelingen te plaatsen zijn. Misschien een goede keynote voor een grote IT-conferentie...

Even niks te doen? Ga er even voor zitten: 'Changing Paradigms'.

zondag 7 september 2008

Nieuwe trend...

Ik heb de afgelopen nogal wat tijd besteed aan het doorwerken van allerlei boeken, documenten, websites en weblogs om een beeld te krijgen van de belangrijkste ontwikkelingen op hoofdlijnen. In al die documenten komen deskundigen aan het woord of worden onderzoeksresultaten gepresenteerd waarin één of meerdere ontwikkelingen of trends aan bod komen.

Een hele mooie in dit rijtje is een publicatie uit 2000 van het SCP: Trends, dilemma's en beleid met daarin een bijdrage van Paul Schnabel over onder meer de (naar mijn idee nog steeds geldende) 5 i's: Individualisering, informalisering, informatisering, intensivering, internationalisering.

De jaarlijkse Horizonrapporten beschrijven de actuele ontwikkelingen waarbij steeds wordt aangegeven of de effecten in de komende 1 tot 2 jaar, in de komende 3 tot 4 jaar of na 5 jaar en langer duidelijkk merkbaar zullen worden. In het Horizonrapport van 2008 worden Grassroot video en collaboration webs in de eerste categorie genoemd, mobiel breedband en 'data mashups' (het combineren van informatie van verschillende bronnen) in de tweede categorie en collectieve intelligentie (wisdom of the crowds) en 'social operating systems' in de derde categorie. Er staat nog veel meer in het rapport, in elk geval de moeite waard hier kennis van te nemen.

Het Advies van de Onderwijsraad 'leermiddelen voor de 21ste eeuw' geeft ook een overzicht van de recente en te verwachten ontwikkelingen waarbij ze onderscheid maken tussen 'toegangstechnologieën' (draadloos internet), elektronische schoolborden en elo's (vreemd om dat in één hoofdstuk te combineren), Web 2.0 (sociale netwerksites, blogs, wiki’s, social software en folksonomies), semantische technologieën en robotica, games, mobiele systemen en sensor technologie. Het advies (meer open leermiddelen, docenten laten arrangeren) is hierop gebaseerd.

En dan is er nog het boek 'Megatrends Nederland' van Adjiedj Bakas. Eerlijk gezegd is dat een boek waar ik niet vrolijk van wordt. Voor een deel komt dat doordat sommige geschetste toekomstbeelden meer weg hebben van doemscenario's. Ik geef toe, ik verdenk mezelf er een beetje van dat ik mijn kop wat dat betreft misschien in het zand steek, maar toch. Ook de stelligheid waarmee de hoofdstukken worden beschreven, heeft iets heel arrogants. Nee, mijn boek is het niet (overdrachtelijk dan, want ik heb het wel gekocht!).
Coen Free heeft een extra hoofdstuk aan het boek toegevoegd over de te verwachten onderwijsontwikkelingen. Ook Free heeft betere stukken geschreven. De drie scenario's missen aan verbeeldingskracht, de vijf trends zijn niet altijd even duidelijk. Op hoofdlijnen zijn ze wel aardig: ICT stuurt de onderwijsinnovatie, de internetgeneratie grijpt de macht, eLearning wordt het helemaal, driedimensionale leeromgevingen (al begint dat deel wat verwarrend doordat Free in eerste instantie de fysieke, mentale en virtuele omgeving op een rijtje zet) en tot slot, fysieke en virtuele tribalisering.

Een aantal andere interessante bronnen heb ik al eerder besproken, waaronder het WTR-trendrapport en de Vier-in-Balans Monitor.

En er zijn er nog veel meer. Veel weblogs met verwijzingen naar weer een boek of website. Zo af en toe een hele mooie relativering daartussen zoals deze van John van Dongen.

Wat wel opvalt, is dat er zo ontzettend veel geschreven wordt over al die trends. Het lijkt wel weer een nieuwe trend op zichzelf!

Doorschieten

De kogel is blijkbaar door de kerk. Wat alweer een aantal jaren terug werd voorgesteld in het document 'Met losse teugel', blijkt nu daadwerkelijk uitgewerkt te gaan worden: het MBO gaat werken met domeinen. Dat betekent, dat studenten niet meteen hoeven te kiezen maar zich binnen een bepaalde sector eerst een jaar kunnen oriënteren.

Ik had de berichtgeving zelf gemist maar kwam het tegen bij een berichtje van Karin Winters. Wat me in dat berichtje opvalt is de haast emotionele reactie van Karin. Die ziet het dus duidelijk niet zitten. Natuurlijk, het moet niet weer zo'n top-down verhaal worden, terecht dat Dijsselbloem er dus even wordt bijgehaald. Ook terecht dat er bepaalde twijfels nog even worden duidelijk gemaakt. Er is veel uitval met name in het eerste jaar door een verkeerde studiekeuze. Dan is het nog maar de vraag of dit de oplossing is, natuurlijk. Wat onderzoek is dan niet verkeerd (mooie klus voor het nieuwe onderzoeksinstituut TIER).

Nee, wat me zo opvalt in de reactie van Karin is de invulling die meteen gegeven wordt aan dat oriëntatiejaar.

Geldt dat ook voor de BBL leerling die kok, autotechnicus, schilder of ICT’er wil worden? Was het niet de bedoeling dat die keuze en orientatie op het VMBO plaats zou vinden. Hoe gaan MBO’s dat in helmelsnaam voor elkaar krijgen? Vanzelfsprekend moet voortijdig schooluitval teruggedrongen worden (de verlenging van de leerplicht blijkt moeilijk te controleren), maar dit lijkt mij geen goede oplossing. Ik zie het nu al voor me dat de opleidingen eigenlijk met een jaar verlengd worden en wat gaan ze in dat “snuffeljaar” dan doen aan bijvoorbeeld beroepsvorming. Ben trouwens heel benieuwd wat het bedrijfsleven daar van vindt, sturen we “snuffelaars” die het nog niet weten de werkvloer op?

Ik kan me de twijfels alleszins voorstellen. Je ziet hetzelfde gebeuren als bijvoorbeeld besloten wordt om ergens vraaggestuurd onderwijs in te voeren. Daar kun je je allerlei beelden bij voorstellen maar een leraar die de krant gaat zitten lezen met als argument dat hij wel gaat zitten wachten tot de leerling met een vraag komt 'want het is toch vraaggestuurd onderwijs', die heeft het niet echt gesnapt, die is doorgeschoten in zijn beeld van vraagsturing. Op dezelfde manier is het 'natuurlijk leren'-concept op veel plaatsen doorgeschoten. Leren doe je het best in een situatie waarin het geleerde kan worden toegepast. Praktijkgericht, contextgericht onderwijs. Prima, maar om op die manier alles, maar dan ook alles aan praktijkgerichte opdrachten op te hangen is natuurlijk nooit de bedoeling geweest.
Ook bij de domeinvorming bestaat het gevaar dat men doorschiet op basis van de beelden die het oproept. Een 'snuffeljaar' bijvoorbeeld, met van alles wat, zonder echte diepgang (het beeld van Karin). Ik zie iets heel anders voor me. Een opleidingsysteem met individuele leerroutes (weer zo'n gevaarlijk beeld: nee, geen individueel onderwijs). Zo'n leerroute wordt stapsgewijs opgebouwd uit leereenheden op basis van wat een leerling op dat moment nodig heeft of waar die aan toe is.
Een leerling die eigenlijk niet weet wat hij wil, heeft in het orientatiejaar alle gelegenheid om in een aantal praktijkgerichte opdrachten te ontdekken waar zijn interesses liggen, die krijgt allerlei oriënterende opdrachten. En daarbij wordt al flink gewerkt aan de basiskennis en competenties. En als hij dan een keuze gemaakt heeft, tellen de gemaakte opdrachten mee. Je kunt immers niet zeggen dat hij nog niks geleerd heeft.
Een leerling die binnenkomt en aangeeft dat hij timmerman wil worden gaat aan de slag met timmeren! Niks verplicht oriënteren, aan de slag! In de oriëntatiefase kan hij wel van de gelegenheid gebruik maken om kennis te maken met een aantal aanverwante vakgebieden. Op die manier ontstaat naar mijn idee wel een heel ander beeld van een oriëntatiejaar.

Zo ver zijn we nog niet. De mogelijkheid om op die manier individuele leerroutes te organiseren, wordt momenteel onderzocht en uitgewerkt. Het biedt veel mogelijkheden om waar te maken wat veel onderwijsinstellingen tegenwoordig in hun missie hebben staan: de student centraal.

Moraal van het verhaal, laten we nou niet bij alle nieuwe ontwikkelingen roepen dat het allemaal niet kan maar kijken wat er wel mee kan, wat het kan opleveren.

woensdag 3 september 2008

ICT fundament voor vernieuwing

De Wetenschappelijk Technische Raad van Surf heeft onlangs het vijfde trendrapport uitgebracht. Het rapport bevat bijdragen van een aantal gerenommeerde namen op het snijvlak van ICT, onderwijs en onderzoek. Terecht stelt Karl Dittrich (voorzitter van de WTR) in zijn voorwoord dat in deze rapportage niet zozeer de techniek centraal staat maar het gebruik van het toenemend aanbod.
Het rapport is opgezet vanuit drie thema's (het individu in zijn sociale context, de vervagende grenzen in een netwerkmaatschappij en de (hoger) onderwijsinstelling als kennisonderneming).

Op zich een boeiende verzameling beschrijvingen van de ontwikkelingen op dit terrein hoewel de samenhang tussen de artikelen een beetje ontbreekt. Ik ben bij ongeveer 40 benoemde trends gestopt met turven. De trends die in de verschillende bijdragen genoemd worden, zijn nogal verschillend van karakter, soms impliciet ('steeds meer diensten krijgen…', 'specialistische voorzieningen evolueren in toenemende mate naar…') maar steeds stellig. In elke bijdrage worden op basis van de bevindingen wel aanbevelingen gedaan.

Een paar doorsneden en impressies.

  • Karl Dittrich geeft aan dat het hoger onderwijs zich op de borst mag kloppen als het gaat om het gebruik van ICT in onderwijs, onderzoek en administratieve processen, met name dankzij SURF. Tegelijkertijd geeft hij aan dat de toepassing van ICT in het onderwijs zelf teleurstellend is in die zin, dat het onderwijs in de kern eigenlijk niet veranderd is. We moeten daarom afstappen van het idee, dat ICT tot een paradigmashift zou moeten leiden. Martin Valcke trekt dezelfde conclusie vanuit de waarneming dat er eigenlijk nog geen 'killer application' is gevonden, hoewel dat wel verwacht werd van het internet. Beiden geven aan, dat dat eigenlijk niet nodig is. Sterker nog, Valcke schrijft, dat de roep om een killer application het zicht op de ontwikkeling van ICT in het onderwijs vertroebelt.
  • In veel bijdragen komt de individualisering aan bod. Er moet meer aandacht zijn voor individuele kenmerken (Dittrich), flexibiliseren van het aanbod (Robert-Jan Simons), 'snowflakes' (Erik Duval), en (indirect) persoonlijke services (Jos van Hilligersberg).
  • Ook (sociale) netwerken en de rol van ICT daarbij is in veel bijdragen een belangrijk onderwerp. Het ontstaan van leernetwerken staat daarbij centraal waarbij er ook een vervaging optreedt tussen leren en werken.
  • Een aantal auteurs (Dittrich, Valcke, Simons) pleit voor meer onderzoek om meer te kunnen werken vanuit 'evidence based practices'.
  • Natuurlijk komen ook technologische ontwikkelingen aan bod. Heel interessant is de beschrijving van de mogelijkheden van 'lichtpaden' in een glasvezelnetwerk (Jaap van Till), die directe verbindingen tussen pc's mogelijk maken waardoor schakelstations (routers en dergelijke) kunnen worden overgeslagen wat snelheidswinst betekent. Maar deze techniek blijkt ook veel veiliger te zijn omdat er veel minder mogelijkheden zijn om in te breken op de informatiestroom. Sonia Heemstra de Groot gaat in op de ontwikkelingen van draadloze communicatie waarbij allerlei mogelijkheden ontstaan voor 'ubiquitous learning'.
  • Thema's die ook veel aandacht krijgen, zijn governance en outsourcing.

Alles bij elkaar bieden de verschillende bijdragen een doorsnede van de actuele stand van zaken in het ho op basis waarvan de WTR een tiental ambities formuleert. Het gaat daarbij om samenwerking op terreinen als een gezamenlijke infrastructuur mbt netwerken, beveiliging en een nieuw rol- en takenmodel voor informatiseringsdiensten. Er moet gewerkt worden aan een geïntegreerde visie op ICT-toepassingen in het onderwijs, faciliteiten voor de neXt generation, meer aandacht voor controle op eigen gegevens voor de gebruiker en meer differentiatie en keuzevrijheid voor het gebruik van ICT. Verder aandacht voor draadloze netwerken en een Digitale Wetenschappelijke Bibliotheek Nederland.