De Wetenschappelijk Technische Raad van Surf heeft onlangs het vijfde trendrapport uitgebracht. Het rapport bevat bijdragen van een aantal gerenommeerde namen op het snijvlak van ICT, onderwijs en onderzoek. Terecht stelt Karl Dittrich (voorzitter van de WTR) in zijn voorwoord dat in deze rapportage niet zozeer de techniek centraal staat maar het gebruik van het toenemend aanbod.
Het rapport is opgezet vanuit drie thema's (het individu in zijn sociale context, de vervagende grenzen in een netwerkmaatschappij en de (hoger) onderwijsinstelling als kennisonderneming).
Op zich een boeiende verzameling beschrijvingen van de ontwikkelingen op dit terrein hoewel de samenhang tussen de artikelen een beetje ontbreekt. Ik ben bij ongeveer 40 benoemde trends gestopt met turven. De trends die in de verschillende bijdragen genoemd worden, zijn nogal verschillend van karakter, soms impliciet ('steeds meer diensten krijgen…', 'specialistische voorzieningen evolueren in toenemende mate naar…') maar steeds stellig. In elke bijdrage worden op basis van de bevindingen wel aanbevelingen gedaan.
Een paar doorsneden en impressies.
- Karl Dittrich geeft aan dat het hoger onderwijs zich op de borst mag kloppen als het gaat om het gebruik van ICT in onderwijs, onderzoek en administratieve processen, met name dankzij SURF. Tegelijkertijd geeft hij aan dat de toepassing van ICT in het onderwijs zelf teleurstellend is in die zin, dat het onderwijs in de kern eigenlijk niet veranderd is. We moeten daarom afstappen van het idee, dat ICT tot een paradigmashift zou moeten leiden. Martin Valcke trekt dezelfde conclusie vanuit de waarneming dat er eigenlijk nog geen 'killer application' is gevonden, hoewel dat wel verwacht werd van het internet. Beiden geven aan, dat dat eigenlijk niet nodig is. Sterker nog, Valcke schrijft, dat de roep om een killer application het zicht op de ontwikkeling van ICT in het onderwijs vertroebelt.
- In veel bijdragen komt de individualisering aan bod. Er moet meer aandacht zijn voor individuele kenmerken (Dittrich), flexibiliseren van het aanbod (Robert-Jan Simons), 'snowflakes' (Erik Duval), en (indirect) persoonlijke services (Jos van Hilligersberg).
- Ook (sociale) netwerken en de rol van ICT daarbij is in veel bijdragen een belangrijk onderwerp. Het ontstaan van leernetwerken staat daarbij centraal waarbij er ook een vervaging optreedt tussen leren en werken.
- Een aantal auteurs (Dittrich, Valcke, Simons) pleit voor meer onderzoek om meer te kunnen werken vanuit 'evidence based practices'.
- Natuurlijk komen ook technologische ontwikkelingen aan bod. Heel interessant is de beschrijving van de mogelijkheden van 'lichtpaden' in een glasvezelnetwerk (Jaap van Till), die directe verbindingen tussen pc's mogelijk maken waardoor schakelstations (routers en dergelijke) kunnen worden overgeslagen wat snelheidswinst betekent. Maar deze techniek blijkt ook veel veiliger te zijn omdat er veel minder mogelijkheden zijn om in te breken op de informatiestroom. Sonia Heemstra de Groot gaat in op de ontwikkelingen van draadloze communicatie waarbij allerlei mogelijkheden ontstaan voor 'ubiquitous learning'.
- Thema's die ook veel aandacht krijgen, zijn governance en outsourcing.
Alles bij elkaar bieden de verschillende bijdragen een doorsnede van de actuele stand van zaken in het ho op basis waarvan de WTR een tiental ambities formuleert. Het gaat daarbij om samenwerking op terreinen als een gezamenlijke infrastructuur mbt netwerken, beveiliging en een nieuw rol- en takenmodel voor informatiseringsdiensten. Er moet gewerkt worden aan een geïntegreerde visie op ICT-toepassingen in het onderwijs, faciliteiten voor de neXt generation, meer aandacht voor controle op eigen gegevens voor de gebruiker en meer differentiatie en keuzevrijheid voor het gebruik van ICT. Verder aandacht voor draadloze netwerken en een Digitale Wetenschappelijke Bibliotheek Nederland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties zijn welkom