Het is altijd leuk om een uitnodiging te krijgen voor een promotie. Dit keer kwam die uitnodiging van Bert van Veldhuizen, (nu nog) beleidsmedewerker bij het Regio College, binnenkort vertrekt Bert echter naar de Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN).
Hij promoveerde met het proefschrift 'Lerend werken, werkend leren' op de professionalisering van docenten in het MBO. Meestal (Vaak? Soms? Zo heel veel promoties heb ik nou ook weer niet meegemaakt) geeft de promovendus aan het begin een samenvatting van het onderzoek. Dat gebeurde dit keer niet en dat is jammer voor diegenen die het proefschrift (370 pagina's) vooraf niet hadden gelezen. Inmiddels heeft Wilfred Rubens een prima samenvatting op zijn blog staan.
Het onderzoek was gericht op de volgende onderzoeksvraag:
Hoe en in welke mate draagt zelfgestuurde professionele ontwikkeling van docenten bij aan het realiseren van de organisatiedoelstellingen van het Regio College op het gebied van onderwijsontwikkeling en teamontwikkeling?
Uit het onderzoek concludeerde hij:
... dat de professionele ontwikkeling van docenten gebaat is bij een programma dat het leren van docenten op de werkplek organiseert en de docenten in staat stelt zelf hun leerproces te sturen. Bovendien dragen de individuele leerprocessen die docenten in zo'n programma doormaken, zij het indirect, bij aan de collectieve leerprocessen in docententeams.
Alle opponenten waren vol lof over het proefschrift en het onderzoek. Met name het feit dat Bert het aangedurfd heeft om zijn eigen werkpraktijk als onderzoeksdomein te gebruiken. Het vergt veel van een onderzoeker om het onderscheid te kunnen blijven maken tussen enerzijds zijn rol van betrokken collega en anderzijds van objectieve onderzoeker. Vervolgens werden loftuitingen even aan kant gezet om Bert het vuur aan de schenen te leggen! Kritische vragen over het model ("moet dat niet uitgebreid worden met economische factoren, waaruit ook een noodzaak om te leren uit naar voren komt?"), het onderzoek ("mag je deze conclusies wel trekken op grond van het beperkte kwantitatieve onderzoek?" of "heb je als participerend onderzoeker met de interventie eigenlijk niet bijgedragen aan de resultaten?" of "is het verschil in vooropleiding van de participanten in het onderzoek betrokken?"). Soms werd een vraag zo academisch gesteld dat niemand er nog een touw aan vast kon knopen, maar uiteindelijk wist Bert ook die vragen te pareren, zo te horen met zweet in zijn handen.
Het is duidelijk: Niet alleen het uitvoeren van zo'n onderzoek is hard werken, dat gaat door tot de promotieplechtigheid zelf!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties zijn welkom