Een tijdje terug schreef ik al over het boek van Nicholas Carr: wat het internet doet met je hersenen. Inmiddels heeft onderzoek 'aangetoond' dat ICT (en niet alleen internet) impliciet wordt gebruikt als geheugen. De Volkskrant schrijft in een bericht dat studenten bij het van buiten leren van feiten eerder onthouden waar informatie staat dan de informatie zelf.
Eigenlijk niets nieuws onder de zon. Al sinds mensenheugenis besteden we ons geheugen uit aan externe middelen, varierend van een knoop in een zakdoek, spiekbriefjes, boodschappenlijstjes of partners (wie onthoudt in jouw gezin de verjaardagen en de visitekalender of welk kledingstuk in wiens kast thuishoort?). daar wordt sinds het computertijdperk dus een dimensie aan toegevoegd, want heeft ICT natuurlijk meer mogelijkheden dan al die andere geheugensteuntjes, dankzij tools als Google.
Het is maar de vraag of we er echt efficiënter door worden. De afhankelijkheid leidt ook weer tot een afnemend vermogen om dingen te onthouden, verbanden te leggen.
In elk geval een schrijnende tegenstelling: computer Watson, die Jeopardy wint terwijl meer dan de helft van Roemeense studenten zakt voor een eindexamen…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties zijn welkom