En alweer een column over het nieuwe onderwijs, het competentiegerichte leren in de Volkskrant. Dit keer van Pieter Hilhorst. Het stukje is ook te lezen op zijn weblog. Maar dit stukje was me uit het hart gegrepen. Pieter is zelf eens in de praktijk gaan kijken. Een dagje roc, een dagje competentiegericht leren in de praktijk.
De voorbeelden liegen er niet om: er gaapt nog een grote kloof tussen de theorie van het nieuwe leren en de dagelijkse praktijk in de schoolbanken. Maar gelukkig trapt hij niet de valkuil om het nieuwe leren dus maar meteen als mislukt experiment te bestempelen.
In zijn boek 'de vijfde discipline' beschrijft Peter Senge ergens aan het begin wat het verschil is tussen een ontdekking of een uitvinding en een innovatie. Pas als een ontdekking of uitvinding leidt tot een daadwerkelijke verandering in het handelen van mensen of een organisatie is er sprake van innovatie. Mensen moeten wennen aan iets nieuws voordat ze het gaan gebruiken, vervolgens passen ze hun manier van werken (of leren) aan. Processen veranderen. En als de effecten bevallen, wordt de verandering doorgezet en is er sprake van een innovatie.
Vanuit die optiek is het duidelijk dat 'het nieuwe leren' in het stadium van 'ontdekking' of 'uitvinding' zit. Er moet nog heel wat gebeuren voordat het echt bij iedereen tussen de oren zit en de onderwijsorganisaties er op ingericht zijn, de wetgeving er op is afgestemd, er voldoende lesmaterialen beschikbaar zijn, enzovoorts. Het probleem is dat je het niet een klein beetje kunt proberen, je zult het integraal moeten aanpakken. Alsof je langzaamaan een fiets kunt bouwen door te beginnen met het voorwiel, om vervolgens te roepen dat het niet werkt, dat je nog steeds niet kunt fietsen om dan maar het hele idee van een fiets maar weg te gooien...
Vanmiddag door een collega gewezen op een grappig filmpje op YouTube, een competentiesketch van Wim Sterken op een bijeenkomst van, ja hoe kan het ook anders, Beter Onderwijs Nederland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties zijn welkom