Elearning wordt steeds hipper. Elektronische leeromgevingen zijn er al een hele tijd maar worden tot dusver -wat positieve uitzonderingen daargelaten- hooguit gebruikt als digitale boekenkast annex doorgeefluik van lesmateriaal. Langzaam maar zeker komt daar verandering in. Niet alleen omdat steeds duidelijker wordt hoe elearning effectief kan worden ingezet. Zie onder andere Simons, Stiles maar ook Kennisnet en JISC. Het idee van 'flipping the classroom' neemt inmiddels ook een hoge vlucht (al is elearning daarbij helemaal niet noodzakelijk).
De noodzaak om er daadwerkelijk iets mee te doen, wordt steeds duidelijker. Krimpregio's, docententekort en financiële overwegingen spelen daarbij een rol. Daar kan een nieuw aspect aan worden toegevoegd: Elearning als concurrentiefactor. MIT en Harvard zijn twee Amerikaanse top-universiteiten die het initiatief genomen hebben tot EDx: les krijgen van de wereldtop. De cursussen bestaan uit lesmateriaal (dictaten of boeken), een college, bestaande uit stukjes video van 8 tot 12 minuten. Verder (vooral doe-hetzelf) opdrachten en examens!
(bron)
Er zijn initiatieven die hier wel wat op lijken, al gaan die (veel) minder ver. Zo gaat komend jaar de Universiteit van Nederland van start. Een variant is de Wereld Leert Door van Matthijs van Nieuwkerk. Daarin interviewt hij dagelijks een wetenschapper. In twaalf minuten bouw je geen concurrentie op, lijkt me, al wordt 'uitzending gemist' wellicht een nieuwe bron van leermiddelen.
Een interessant thema is de begeleiding. De ambitie van EDx is om 1 miljard (1.000.000.000) mensen onderwijs te geven op deze manier. Hoe je daar een adequate begeleiding op zet, is me een raadsel. Op HBO- en universitair niveau lijkt me dat niet het grootste probleem. De vraag is wel of dat niet de echte concurrende factor zal zijn. Een slimme universiteit zal profiteren van de mogelijkheden door het eigen begeleide onderwijs te 'blenden' met het aanbod van EDx
Of een dergelijke opzet ook concurrerend zal zijn voor het MBO en VO, is maar de vraag. Een goede begeleiding is naar mijn idee daar een cruciale factor. Maar toch, het lijkt me de moeite waard hier eens op door te filosoferen...
Het onderwijs is voortdurend in verandering, ingegeven door de maatschappelijke en technologische veranderingen. Heel veel mensen werken op hun manier aan een beter onderwijs voor morgen op basis van de inzichten van vandaag. Maar tegelijkertijd kijken we verder, over de grenzen van morgen heen. Werken aan het onderwijs van overmorgen!
maandag 10 december 2012
dinsdag 20 november 2012
Afstandsleren en onderwijstijd - belemmeringen zitten tussen je oren
Recent heb ik een leuk project gedaan waarbij een aantal scenario's rondom afstandsleren op een rijtje is gezet. Bij die scenario's is ook met name gekeken hoe ICT kon worden ingezet om het afstandsleren zowel inhoudelijk als organisatorisch te ondersteunen. Een belangrijk vraagstuk daarbij , hoe de verschillende scenario's zich verhouden tot de (huidige) regels rondom onderwijstijd.
De scenario's zijn verwerkt in een notitie. Ze dienden ook als basis voor een website die is opgezet door mensen van SchoolMaster onder de naam 'digitaal verantwoord afstandsleren' (een naam die een beetje gekozen is op de afkorting 'DIVA').
Tijdens de laatste saMBO~ICT conferentie is het project gepresenteerd en op veel blogs aangehaald.
Ik heb mijn bevindingen ook verwerkt in een artikel voor het vakblad Profiel, Eerlijk gezegd dacht even van 'oei' toen ik het artikel drukklaar weer onder ogen kreeg. Lekker prikkelende titel en wat uitgelichte statements, die ietwat uit de context zijn gehaald en daardoor wat extra gewicht krijgen. Maar goed, als dat een bijdrage levert aan de discussie is het mij best.
Ik verdedig in het artikel de stelling dat de belemmeringen rond afstandsleren op basis van de regels voor onderwijstijd (voor een deel) tussen de oren zitten. Afstandsleren kun je grofweg om twee redenen willen inzetten: om het leren effectiever te maken en om het onderwijs efficiënter te maken. In het eerste geval gaat het om de kwaliteit van het onderwijs, in het tweede geval is het de bedoeling dat het bereik van een docent wordt vergroot, dat een docentuur productiever gemaakt kan worden.
Afstandsleren om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren kan zonder probleem ook plaatsvinden buiten de IIVO-uren (IIVO - 'in instellingstijd verzorgd onderwijs', kortweg contacttijd ofwel de verplichte 850 of 1000 klokuren per jaar in het dagonderwijs van het MBO). Scholen hebben de verplichting om 1600 uur per jaar aan onderwijs- en leeractiviteiten aan te bieden. Daarvan zijn dus 850 uur contacttijd. Die worden door de inspectie ook gecontroleerd. Daarbuiten kun je zonder probleem afstandsleren in de betekenis van tijd- én plaasonafhankelijk onderwijs aanbieden. Met ICT zijn die uren veel effectiever te maken. Op die manier is dus veel winst te halen.
Om het bereik van een docent te vergroten zijn wel vormen nodig die binnen de IIVO vallen. Anders heeft het voor het rendement geen zin. De Inspectie heeft er overigens helemaal geen probleem mee, als op die manier afstandsonderwijs wordt gerealiseerd. Zo kan een docent via een elektronische leeromgeving een groep studenten op afstand actief begeleiden. Het moet echter wel aantoonbaar zijn dat zowel docent als studenten aanwezig zijn, actief bezig zijn en ook nog zinvolle leeractiviteiten uitvoeren. En daar zit hem nu de kneep. Hoe maak je dat aantoonbaar? Daar zijn allerlei oplossingen voor te bedenken. Daarbij is het echt niet nodig dat een docent op alle schermen van studenten mee kan kijken. Door dergelijke afstandslessen slim in te richten en studenten aan het begin, halverwege en aan het einde van de les iets digitaal in te laten leveren of een activiteit te laten uitvoeren, heeft een docent zicht op wat studenten doen. Door daar op te reageren, laat ook de docent zijn actieve betrokkenheid zien.
Kortom, er is veel mogelijk, wellicht meer dan de meesten zich realiseren. Een aantal belemmeringen zitten inderdaad tussen de oren! Tegelijkertijd zou het mooi zijn als de verschillende vormen van afstandsleren niet alleen afhankelijk zijn van de registeerbaarheid er van. Kwaliteit moet ook een rol spelen. Daar mag nog wel wat inspectiewater in de onderwijswijn. Bijvoorbeeld in de vorm van een zeker aantal uren van de IIVO die via afstandsleren ingevuld mag worden. Het zou veel pijn bij de scholen weghalen.
De scenario's zijn verwerkt in een notitie. Ze dienden ook als basis voor een website die is opgezet door mensen van SchoolMaster onder de naam 'digitaal verantwoord afstandsleren' (een naam die een beetje gekozen is op de afkorting 'DIVA').
Tijdens de laatste saMBO~ICT conferentie is het project gepresenteerd en op veel blogs aangehaald.
Ik heb mijn bevindingen ook verwerkt in een artikel voor het vakblad Profiel, Eerlijk gezegd dacht even van 'oei' toen ik het artikel drukklaar weer onder ogen kreeg. Lekker prikkelende titel en wat uitgelichte statements, die ietwat uit de context zijn gehaald en daardoor wat extra gewicht krijgen. Maar goed, als dat een bijdrage levert aan de discussie is het mij best.
Ik verdedig in het artikel de stelling dat de belemmeringen rond afstandsleren op basis van de regels voor onderwijstijd (voor een deel) tussen de oren zitten. Afstandsleren kun je grofweg om twee redenen willen inzetten: om het leren effectiever te maken en om het onderwijs efficiënter te maken. In het eerste geval gaat het om de kwaliteit van het onderwijs, in het tweede geval is het de bedoeling dat het bereik van een docent wordt vergroot, dat een docentuur productiever gemaakt kan worden.
Afstandsleren om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren kan zonder probleem ook plaatsvinden buiten de IIVO-uren (IIVO - 'in instellingstijd verzorgd onderwijs', kortweg contacttijd ofwel de verplichte 850 of 1000 klokuren per jaar in het dagonderwijs van het MBO). Scholen hebben de verplichting om 1600 uur per jaar aan onderwijs- en leeractiviteiten aan te bieden. Daarvan zijn dus 850 uur contacttijd. Die worden door de inspectie ook gecontroleerd. Daarbuiten kun je zonder probleem afstandsleren in de betekenis van tijd- én plaasonafhankelijk onderwijs aanbieden. Met ICT zijn die uren veel effectiever te maken. Op die manier is dus veel winst te halen.
Om het bereik van een docent te vergroten zijn wel vormen nodig die binnen de IIVO vallen. Anders heeft het voor het rendement geen zin. De Inspectie heeft er overigens helemaal geen probleem mee, als op die manier afstandsonderwijs wordt gerealiseerd. Zo kan een docent via een elektronische leeromgeving een groep studenten op afstand actief begeleiden. Het moet echter wel aantoonbaar zijn dat zowel docent als studenten aanwezig zijn, actief bezig zijn en ook nog zinvolle leeractiviteiten uitvoeren. En daar zit hem nu de kneep. Hoe maak je dat aantoonbaar? Daar zijn allerlei oplossingen voor te bedenken. Daarbij is het echt niet nodig dat een docent op alle schermen van studenten mee kan kijken. Door dergelijke afstandslessen slim in te richten en studenten aan het begin, halverwege en aan het einde van de les iets digitaal in te laten leveren of een activiteit te laten uitvoeren, heeft een docent zicht op wat studenten doen. Door daar op te reageren, laat ook de docent zijn actieve betrokkenheid zien.
Kortom, er is veel mogelijk, wellicht meer dan de meesten zich realiseren. Een aantal belemmeringen zitten inderdaad tussen de oren! Tegelijkertijd zou het mooi zijn als de verschillende vormen van afstandsleren niet alleen afhankelijk zijn van de registeerbaarheid er van. Kwaliteit moet ook een rol spelen. Daar mag nog wel wat inspectiewater in de onderwijswijn. Bijvoorbeeld in de vorm van een zeker aantal uren van de IIVO die via afstandsleren ingevuld mag worden. Het zou veel pijn bij de scholen weghalen.
donderdag 15 november 2012
Onderwijsdagen 2012 - Epiloog: tear down that wall
Het zit weer op, de Onderwijsdagen 2012. Nieuwe locatie (WTC Rotterdam), nieuwe formule (drie dagen, een waterscheiding tussen HO enerzijds en MBO, VO en PO anderzijds).
Ik kijk met wat gemengde gevoelens terug. Ik heb vast veel gemist tijdens de eerste dag maar ik vond de kwaliteit van de lezingen die ik tijdens de tweede dag heb gevolgd door de bank genomen beperkt. Ik heb een aantal blogposts dan ook niet afgemaakt, laat staan gepubliceerd. Dat ben ik op MBO conferenties beter gewend!
Dat werd tijdens de derde dag ook bewezen. Duidelijke inhoud die er toe deed, veel vaart. En presentaties over PO-situaties bleken ook relevant voor VO en MBO. Waar is zo'n waterscheiding dan voor nodig, zou je zeggen. Sterker nog. Het accent dat Frans van Kalmthout tijdens de opening van de tweede dag nog legde op de noodzaak van een omslag van onderwijzen naar leren, verbaasde me. Daar ging het in het MBO tien, vijftien jaar geleden al over. HO-presentaties van weblectures, activerende didactieken, toepassingen van ICT in het onderwijs, ik ken sterkere voorbeelden uit het MBO en VO. De aanduiding in het programma, dat de tweede dag 'ook onderwerpen bevatte die geschikt konden zijn voor het MBO' werd wat mij betreft niet waargemaakt.
Kortom: haal weg die waterscheiding en maak gebruik van de mogelijkheden om weer samen op te trekken vanuit een overtuiging dat er meer is dat de sectoren verbindt dan onderscheidt..
Hack de onderwijsdagen
Een hele groep mensen zit te wachten op Jaap Walhout om wijs te Googlen, blijkt de sessie vervallen te zijn. Karin Winters draait er haar hand niet voor om en hackt de sessie. Even een presentatie van SlideShare afhalen en hup, een prima presentatie over social media in het onderwijs!
In een sneltreinvaart komt een groot aantal toepassingen en aansprekende voorbeelden voorbij. Een aantal dingen moet ik nog nader bekijken, dat was ter plekke niet mogelijk...
- Op Facebook is op de site 'socialmediainhetmbo' heel veel materiaal te vinden. Het aardige van het gebruik van Facebook in het onderwijs is dat je niet persé 'vriend' hieft te zijn van je leerlingen of studenten om met ze te kunnen werken.
- Weblogs kunnen worden gebruikt om verslagen te maken over BPV, het geven van feedback, over ervaringen. Het kan een etalage zijn van resultaten of leerproducten en een blog is natuurlijk ook geschikt om kennis te delen.
Het is uitermate simpel om een blog aan te maken in Blogger. Studenten vinden het bloggen niet altijd makkelijk, vinden het ook ouderwets. In verband met de bewaarplicht (examendossier)is het wel verstandig een pdf-export te maken.
Het is ook leuk om eens te kijken bij blogs van studenten. Zo is Vera Camilla bekend geworden van haar blog, er is een Meidenblog en natuurlijk is er bij de Edubloggers ook heel wat te halen. - Social media kunnen veel betekenen voor mini-ondernemingen. Vaak blijven de speciaal gemaakte websites echter in de lucht nadat het project is gestopt. Er kan niets meer gekocht worden, het verhaal is niet meer actueel. Dat is jammer. Scholen waar die mini-ondernemingen worden georganiseerd, zouden zo'n onderneming moet (laten) voortzetten, de site uit de lucht halen of een verzameling sites aanleggen als historisch archief.
- Karin liet nog allerlei voorbeelden voorbijkomen: Pinterest om foto's of afbeeldingen te verzamelen en te presenteren, PbWorks om een wiki te maken. Samen wiki's maken is erg leuk maar begint een beetje 'uit' te raken. Het is ook niet zo gebruiksvriendelijk maar biedt veel mogelijkheden om samenwerkend leren te stimuleren.
- Ze gaf ook allerlei voorbeelden van het gebruik van video's in het onderwijs: van instructie, gefilmde praktijksituaties voor reflectie, tot producties van leerlingen zelf.
- LinkedIn kwam uiteraard nog voorbij
- Ook nog een aardige voor webconferentie of webinars: Anymeeting. Waarom moeilijk (of duur) doen als het makkelijk (en gratis) kan?
- Als laatste werd het gebruik van badges genoemd. Bij bepaalde toepassingen kun je badges verdienen zoals je vroeger een sticker of stempel in je schrift kon verdienen. FourSquare en Facebook werken er mee. Dat kan in het onderwijs natuurlijk ook. Gebruik badges bij leerprestaties in plaats van een beoordeling. Een badge staat dan voor iets dat je weer of kunt. Badges sparen wordt dan een sport. In feite hebben we het dan over gamification.
Zo zie je maar. Je kunt nog zo'n goed programma in elkaar draaien. De leukste dingen gebeuren vanuit onverwachte situaties en spontane acties. 10 punten voor Karin Winters - of nee, een mooie badge!
Onderwijsdagen (6) - Krimpen met kansen
Teun Meijer van FIER onderwijsgroep vertelt samen met Sandra ter Horst van Kennisnet over de mogelijkheden van ICT in krimpsituaties.
Nederland kent krimpregios en anticipeerregios.
Het probleem is zeer manifest in het PO. In de helft van de gemeentes is die daling ongeveer 10%. Voor het VO en MBO zal dat in een wat latere fase ook gaan gebeuren.
Minder leerlingen en studenten betekent ook minder inkomsten. Dat heeft consequenties voor gebouwen, personeel en voorzieningen. Daarmee staat de kwaliteit van het onderwijs onder druk.
Overigens vangt het wel voor een deel het probleem van het lerarentekort op, maar dat loopt lang niet parallel.
Er zijn allerlei initiatieven om er iets aan te doen. Daarbij was het gebruik van ICT nogal onderbelicht.
Kennisnet wil meedenken om het onderwijs betaalbaar te houden en meer fleixibiliteit te realiseren.
Onderwijsgroep FIER heeft te maken met een terugloop van van 2200 naar 1700 leerlingen. Het aantal scholen wordt verminderd van 20 tot 12. In de praktijk betekent dat veel combinatieklassen: grote groepen met veel variatie. Lastig te organiseren. ICT is nodig om het binnen de klas te kunnen organiseren.
Met behulp van Live@edu worden agendas ingezet wat overzicht geeft aan leerkrachten. Binnen de klas wordt gewerkt met leerlijnen. Per leerling wordt bekeken of die voor of achter loopt en dat wordt vertaald naar een overzichtelijke individuele planning. ICT helpt hier dus om de voortgang van de leerlingen te kunnen plannen en te volgen.
In de opzet wordt uitgegaan van 10% instructie, 20% groepswerk en 70% zelfwerkzaamheid. Daarbij wordt veel gebruik gemaakt van de Khanacademie en andere bronnen. Sugata Mitri is hierbij ook een inspiratiebron geweest. Leerlingen kunnen voor een deel zelf kiezen wat voor leeractiviteiten worden gebruikt. Er is een portfolio aan gekoppeld. Er wordt gebruik gemaakt van een aangeschafte methode voor rekenen. Op dit moment zijn andere vakken in ontwikkeling.
Het stelt hoge eisen aan de leerkracht. Die moet goed inzicht hebben in de voortgang van de leerling. Het blijkt dat gemiddelde leerlingen ook gemiddeld vooruit gaan, maar dat goede leerlingen erg hard vooruit gaan.
Een aantal activiteiten zit nog in de planning. Dat is uitgewerkt in een plan van eisen. Denk aan een persoonlijk leerstofaanbod, filters voor het zoeken van leermiddelen op basis van leerstijl, het plannen van de leeractiviteiten in een agenda.
Een leerkracht moet kunnen zien war een leerling mee bezig is en een signaaltje krijgen als een leerling op een afwijkende manier bezig is.
Er vindt overleg plaats met MicroSoft om te kijken hoe Office 365 hier in een rol kan spelen.
Kennisnet heeft er een webdossier over: kansenbijkrimp.kennisnet.nl
Nederland kent krimpregios en anticipeerregios.
Het probleem is zeer manifest in het PO. In de helft van de gemeentes is die daling ongeveer 10%. Voor het VO en MBO zal dat in een wat latere fase ook gaan gebeuren.
Minder leerlingen en studenten betekent ook minder inkomsten. Dat heeft consequenties voor gebouwen, personeel en voorzieningen. Daarmee staat de kwaliteit van het onderwijs onder druk.
Overigens vangt het wel voor een deel het probleem van het lerarentekort op, maar dat loopt lang niet parallel.
Er zijn allerlei initiatieven om er iets aan te doen. Daarbij was het gebruik van ICT nogal onderbelicht.
Kennisnet wil meedenken om het onderwijs betaalbaar te houden en meer fleixibiliteit te realiseren.
Onderwijsgroep FIER heeft te maken met een terugloop van van 2200 naar 1700 leerlingen. Het aantal scholen wordt verminderd van 20 tot 12. In de praktijk betekent dat veel combinatieklassen: grote groepen met veel variatie. Lastig te organiseren. ICT is nodig om het binnen de klas te kunnen organiseren.
Met behulp van Live@edu worden agendas ingezet wat overzicht geeft aan leerkrachten. Binnen de klas wordt gewerkt met leerlijnen. Per leerling wordt bekeken of die voor of achter loopt en dat wordt vertaald naar een overzichtelijke individuele planning. ICT helpt hier dus om de voortgang van de leerlingen te kunnen plannen en te volgen.
In de opzet wordt uitgegaan van 10% instructie, 20% groepswerk en 70% zelfwerkzaamheid. Daarbij wordt veel gebruik gemaakt van de Khanacademie en andere bronnen. Sugata Mitri is hierbij ook een inspiratiebron geweest. Leerlingen kunnen voor een deel zelf kiezen wat voor leeractiviteiten worden gebruikt. Er is een portfolio aan gekoppeld. Er wordt gebruik gemaakt van een aangeschafte methode voor rekenen. Op dit moment zijn andere vakken in ontwikkeling.
Het stelt hoge eisen aan de leerkracht. Die moet goed inzicht hebben in de voortgang van de leerling. Het blijkt dat gemiddelde leerlingen ook gemiddeld vooruit gaan, maar dat goede leerlingen erg hard vooruit gaan.
Een aantal activiteiten zit nog in de planning. Dat is uitgewerkt in een plan van eisen. Denk aan een persoonlijk leerstofaanbod, filters voor het zoeken van leermiddelen op basis van leerstijl, het plannen van de leeractiviteiten in een agenda.
Een leerkracht moet kunnen zien war een leerling mee bezig is en een signaaltje krijgen als een leerling op een afwijkende manier bezig is.
Er vindt overleg plaats met MicroSoft om te kijken hoe Office 365 hier in een rol kan spelen.
Kennisnet heeft er een webdossier over: kansenbijkrimp.kennisnet.nl
Onderwijsdagen (5) - Steve Jobs School
Het valt inderdaad op: er lopen wel heel erg veel mensen rond met tablets. Wat kun je daar mee in het onderwijs?
Toine Maes interviewt Maurice de Hondt.
Toine: wat Maurice eigenlijk zegt: mijn kind is een individu dus het onderwijs moet daarop zijn afgestemd. Daarnaast groeien die kinderen op in deze tijd.
Maurice: klopt. Ik heb een zoon die door allerlei leerproblemen een vreselijke schooltijd heeft gehad maar nu prima terecht is gekomen. De school paste niet bij dat kind, of andersom. Nu heb ik een klein kind dat spelenderwijs met allerlei tools leert omgaan.
Het lijkt er op dat basisscholen kinderen opleiden voor de CITO-toets. Terwijl als je nu kijkt naar waar kinderen mee bezig zijn, veel er van hebben ze niet op school geleerd.
Met behulp van moderne technologie heb je heel veel mogelijkheden voor talentontwikkeling. Op verl scholen gebeurt al veel met name dank zij een innovatieve schoolleider. Maar wat als die weer vertrekt. Wanneer technologie goed is ingezet is er een fundament gelegd, dat mede door de standaardisatie niet meer zo
makkelijk los te laten is.
Het onderwijs moet gaan om het voorbereiden van kinderen op de toekomst en niet op de Citotoets.
Het onderwijs van nu is genormaliseerd naar oude maatstaven. Daar ontbreken de normen voor het voorbereiden op een toekomst. Een kind van 8 kan op een computer een cursus Italiaans doen maar op school ren onvoldoende haalt omdat hij slordig schrijft. Dat is niet meer van deze tijd. Een student definieert een tentamen als een periode van drie uur waarin je Google even moet vergeten.
De normen zijn bepaald op basis van het referentiekader van nu. Kerndoelen zijn prima zolang het geen keurslijf wordt. Er zijn veel onderwijsmensen die graag veranderingen in deze richting zouden willen. De kerndoelen, de Citotoetsen, de Inspectie, enzovoorts worden echter vaak gezien als belemmeringen. Toch zijn er ook veranderingen op til, ook in de politiek. We moeten af van de schijnzekerheden die ontstaan door kwaliteit te beschouwen als datgene wat meetbaar is en dus papieren zekerheden zijn. En voor een deel vallen die belemmeringen erg mee. De Inspectie is er op zich niet op tegen, dus zoek de dialoog.
Maurice zou Maurice niet zijn als hij er geen peiling op losgelaten zou hebben. Daaruit blijkt, dat 60% van de mensen het geen goed idee te vinden. Maar van de mensen, met kleine kinderen met een tablet in huis blijkt 80% het een goed idee te vinden.
Toine Maes interviewt Maurice de Hondt.
Toine: wat Maurice eigenlijk zegt: mijn kind is een individu dus het onderwijs moet daarop zijn afgestemd. Daarnaast groeien die kinderen op in deze tijd.
Maurice: klopt. Ik heb een zoon die door allerlei leerproblemen een vreselijke schooltijd heeft gehad maar nu prima terecht is gekomen. De school paste niet bij dat kind, of andersom. Nu heb ik een klein kind dat spelenderwijs met allerlei tools leert omgaan.
Het lijkt er op dat basisscholen kinderen opleiden voor de CITO-toets. Terwijl als je nu kijkt naar waar kinderen mee bezig zijn, veel er van hebben ze niet op school geleerd.
Met behulp van moderne technologie heb je heel veel mogelijkheden voor talentontwikkeling. Op verl scholen gebeurt al veel met name dank zij een innovatieve schoolleider. Maar wat als die weer vertrekt. Wanneer technologie goed is ingezet is er een fundament gelegd, dat mede door de standaardisatie niet meer zo
makkelijk los te laten is.
Het onderwijs moet gaan om het voorbereiden van kinderen op de toekomst en niet op de Citotoets.
Het onderwijs van nu is genormaliseerd naar oude maatstaven. Daar ontbreken de normen voor het voorbereiden op een toekomst. Een kind van 8 kan op een computer een cursus Italiaans doen maar op school ren onvoldoende haalt omdat hij slordig schrijft. Dat is niet meer van deze tijd. Een student definieert een tentamen als een periode van drie uur waarin je Google even moet vergeten.
De normen zijn bepaald op basis van het referentiekader van nu. Kerndoelen zijn prima zolang het geen keurslijf wordt. Er zijn veel onderwijsmensen die graag veranderingen in deze richting zouden willen. De kerndoelen, de Citotoetsen, de Inspectie, enzovoorts worden echter vaak gezien als belemmeringen. Toch zijn er ook veranderingen op til, ook in de politiek. We moeten af van de schijnzekerheden die ontstaan door kwaliteit te beschouwen als datgene wat meetbaar is en dus papieren zekerheden zijn. En voor een deel vallen die belemmeringen erg mee. De Inspectie is er op zich niet op tegen, dus zoek de dialoog.
Maurice zou Maurice niet zijn als hij er geen peiling op losgelaten zou hebben. Daaruit blijkt, dat 60% van de mensen het geen goed idee te vinden. Maar van de mensen, met kleine kinderen met een tablet in huis blijkt 80% het een goed idee te vinden.
Onderwijsdagen (4) - Toine Maes: het broeit in onderwijsland
Toine Maes - directeur Kennisnet
Onderwijs wordt, ondanks het feit sat het regelmatig negatief in het nieuws is, meer en meer gezien als een investering in plaats van een kostenpost. Daar hoort de vraag bij wat het rendement is van die investeringen.
Afgelopen jaar kwam het McKinsey-rapport: onderwijs zit in de watertrappelstand, hard werken maar het komt geen meter vooruit.
Er zijn landen die een enorme stap gezet, van good naar great of van great naar excellence. Kern van de aanpak die landen is focus op de docent.
De aanpak van dat rapport is gebeurt door veel mensen uit de sector en de politiek er bij te betrekken. Daardoor is het het een gedragen rapport wat er toe heeft geleid dat onderwijs gespaard wordt in de bezuinigingen.
Het derde punt van het afgelopen jaar zijn de financiële problemen van enkele instellingen duidelijk geworden. Het is dan makkelijk om op een negatieve stoel te gaan zitten, het is juist de kunst én noodzaak om toch positief te blijven.
Het onderwijs moet meer werk maken van massamaatwerk. Meer aandacht voor de individuele student op een efficiënte manier. Andere sectoren hebben dat almlang gedaan en daar de vruchten van te plukken. Daarvoor is de inmiddels ingezette professionaliseringsslag nodig. Dat vraagt ook om het terugdringen van de regeldruk zodat docenten hun tijd echt kunnen besteden aan waar voor ze aangesteld zijn.
Massamaatwerk kan niet gerealiseerd worden zoner ICT. Instellingen zijn zich aan het organiseren omdat voor elkaar te krijgen. Kijk naar saMBO~ICT, IPVO, SION, de manier waarop de onderwijsraden zich voorbereiden op een grotere inzet van ICT.
Alle sugnalen maken duidelijk dat het broeit in onderwijsland!
Onderwijs wordt, ondanks het feit sat het regelmatig negatief in het nieuws is, meer en meer gezien als een investering in plaats van een kostenpost. Daar hoort de vraag bij wat het rendement is van die investeringen.
Afgelopen jaar kwam het McKinsey-rapport: onderwijs zit in de watertrappelstand, hard werken maar het komt geen meter vooruit.
Er zijn landen die een enorme stap gezet, van good naar great of van great naar excellence. Kern van de aanpak die landen is focus op de docent.
De aanpak van dat rapport is gebeurt door veel mensen uit de sector en de politiek er bij te betrekken. Daardoor is het het een gedragen rapport wat er toe heeft geleid dat onderwijs gespaard wordt in de bezuinigingen.
Het derde punt van het afgelopen jaar zijn de financiële problemen van enkele instellingen duidelijk geworden. Het is dan makkelijk om op een negatieve stoel te gaan zitten, het is juist de kunst én noodzaak om toch positief te blijven.
Het onderwijs moet meer werk maken van massamaatwerk. Meer aandacht voor de individuele student op een efficiënte manier. Andere sectoren hebben dat almlang gedaan en daar de vruchten van te plukken. Daarvoor is de inmiddels ingezette professionaliseringsslag nodig. Dat vraagt ook om het terugdringen van de regeldruk zodat docenten hun tijd echt kunnen besteden aan waar voor ze aangesteld zijn.
Massamaatwerk kan niet gerealiseerd worden zoner ICT. Instellingen zijn zich aan het organiseren omdat voor elkaar te krijgen. Kijk naar saMBO~ICT, IPVO, SION, de manier waarop de onderwijsraden zich voorbereiden op een grotere inzet van ICT.
Alle sugnalen maken duidelijk dat het broeit in onderwijsland!
woensdag 14 november 2012
Onderwijsdagen (3) - BYOD in het onderwijs
Tom Visscher - Hogeschool InHolland
Gerard Verwoolde - Hogeschool Utrecht
Veel onderwijsinstellingen gaan uit van Bring Your Own Device voor hun medewerkers.
Kernvraag is hoe die devices goed ingezet kunnen worden in het onderwijs.Tom was tot voor kort 'old school'. Hij liet studenten vooral foto's en later filmpjes maken in projecten. Dat moet zo eenvoudig mogelijk zijn.
Sinds kort is hij over naar BYOD met name iPhone en IPad, gekoppeld aan de SkyDrive. Punt is wel dat er veel verschillende formaten video's zijn. Twee springen er uit: WMV en MP4. Maar die werken niet op alle devices. Zo werkt WMV wel op een laptop maar niet op een iPad. Een standaard die op meerdere devices werkt is H.264-MP4.
Tom laat vervolgens zien hoe de video's op een Skydrive op verschillende devices werken. Samenwerken lukt dus prima op verschillende devices.
Gerard Verwoolde gaat in op de achtergronden van wat nodig is om mobiel te kunnen werken.
Om met BYOD te kunnen werken, is het nodig om aan een aantal randvoorwaarden te kunnen voldoen.
Veel van de voorzieningen gaan over de IP-netwerken, tot het koffieapparaat toe.
Wat mensen willen en verwachten: any time, any place, any where, always online, any device (BYOD, CYOD, COIT), And QoS, access to any authorized content.
Het aantal devices met een IP- adres neemt snel toe. Tot zelfs Philipslampen toe: die kun je dan met je iPad aansturen voor helderheid en kleur. Een overstap naar IPv6 is daarvoor noodzakelijk.
Beveiliging is een issue. Met Quarantainenet is een netwerk goed te beveiligen. Het gevaar zit meer in en het menselijk gedrag. Ook registraties van allerlei gegevens via internet geeft zicht op Big Brother scenarios. Gerard geeft een voorbeeld van de proef waarbij mensen een beloning krijgen als ze de spits mijden. Er worden dan veel gegevens geregistreerd (route, tijd, snelheid, uitstoot, etc).
De beschikbare bandbreedte is nog wel een uitdaging. Kern van het verhaal is, dat je niet zomaar zenders kunt bijhangen. Zenders kunnen elkaar storen. Goed inmeten is van belang!
Een probleem voor BYOD is wel dat de fiscus BYOD niet ondersteunt: in de meeste gevallen komt er een naheffing op de vergoeding. Daarmee wordt het verl te duur voor de instelling on BYOD te faciliteren.
Een ander aandachtspunt is het gezondheidsaspect. Er zijn risico's bij een zeeer intensief gebruik van mobieltjes. Er zijn aanwijzingen dat sommige mensen ook gevoleig zijn voor de straling van accesspoints. Wat in elk geval voorkomen moet worden is een asbestverhaal: dat pas na tientallen jaren het effect duidelijk wordt.
Met nog een leuke tip voor: een filmpje.
Gerard Verwoolde - Hogeschool Utrecht
Veel onderwijsinstellingen gaan uit van Bring Your Own Device voor hun medewerkers.
Kernvraag is hoe die devices goed ingezet kunnen worden in het onderwijs.Tom was tot voor kort 'old school'. Hij liet studenten vooral foto's en later filmpjes maken in projecten. Dat moet zo eenvoudig mogelijk zijn.
Sinds kort is hij over naar BYOD met name iPhone en IPad, gekoppeld aan de SkyDrive. Punt is wel dat er veel verschillende formaten video's zijn. Twee springen er uit: WMV en MP4. Maar die werken niet op alle devices. Zo werkt WMV wel op een laptop maar niet op een iPad. Een standaard die op meerdere devices werkt is H.264-MP4.
Tom laat vervolgens zien hoe de video's op een Skydrive op verschillende devices werken. Samenwerken lukt dus prima op verschillende devices.
Gerard Verwoolde gaat in op de achtergronden van wat nodig is om mobiel te kunnen werken.
Om met BYOD te kunnen werken, is het nodig om aan een aantal randvoorwaarden te kunnen voldoen.
Veel van de voorzieningen gaan over de IP-netwerken, tot het koffieapparaat toe.
Wat mensen willen en verwachten: any time, any place, any where, always online, any device (BYOD, CYOD, COIT), And QoS, access to any authorized content.
Het aantal devices met een IP- adres neemt snel toe. Tot zelfs Philipslampen toe: die kun je dan met je iPad aansturen voor helderheid en kleur. Een overstap naar IPv6 is daarvoor noodzakelijk.
Beveiliging is een issue. Met Quarantainenet is een netwerk goed te beveiligen. Het gevaar zit meer in en het menselijk gedrag. Ook registraties van allerlei gegevens via internet geeft zicht op Big Brother scenarios. Gerard geeft een voorbeeld van de proef waarbij mensen een beloning krijgen als ze de spits mijden. Er worden dan veel gegevens geregistreerd (route, tijd, snelheid, uitstoot, etc).
De beschikbare bandbreedte is nog wel een uitdaging. Kern van het verhaal is, dat je niet zomaar zenders kunt bijhangen. Zenders kunnen elkaar storen. Goed inmeten is van belang!
Een probleem voor BYOD is wel dat de fiscus BYOD niet ondersteunt: in de meeste gevallen komt er een naheffing op de vergoeding. Daarmee wordt het verl te duur voor de instelling on BYOD te faciliteren.
Een ander aandachtspunt is het gezondheidsaspect. Er zijn risico's bij een zeeer intensief gebruik van mobieltjes. Er zijn aanwijzingen dat sommige mensen ook gevoleig zijn voor de straling van accesspoints. Wat in elk geval voorkomen moet worden is een asbestverhaal: dat pas na tientallen jaren het effect duidelijk wordt.
Met nog een leuke tip voor: een filmpje.
Onderwijsdagen 2012 (2) - Weblectures en activerende techniek.
Liora Groen - VU
Er zijn veel verschillende vormen van weblectures. Gewoon opgenomen colleges, een verhaal van een docent voor een camera, een webinar, waarbij interactie via chats mogelijk is.
Groen heeft onderzoek gedaan naar verschillende weblectures, waaronder kennis
De vorm die je kiest hangt samen met de kennis die overgedragen moet worden. Grote vraag is hoe je studenten activeert.
Er wordt een casus gepresenteerd waarbij het gaat over een vak Radiologie. De docent vond de studenten niet actief leerden in de traditionele vorm van colleges en practica.
In de nieuwe vorm zijn de colleges afgeschaft. Studenten krijgen wekelijks zelfstudie opdrachten via BlackBoard. Tijdens de werkcolleges gaat de docent dieper in op de theorie. Studenten zijn nu veel meer betrokken en ook bij het begin van een werkcollege is de beginkennis van alle studenten op peil. In feite is er sprake van een 'flipped classroom'. De nieuwe vorm levert niet noodzakelijk een hoger studieresultaat op.
De hogere betrokkenheid is gemeten op basis van de ervaringen van de docent. Studenten zijn niet gevraagd naar hun ervaringen.
Het onderzoek richtte zich op 10 lessituaties. Alle situaties bestaan uit weblectures, activerende werkvormen en opdrachten en toetsen.
De activerende werkvormen liggen vooral op het vlak van groepsopdrachten en werkcolleges.
Opdrachten en toetsen spelen een belangrijke rol in de feedback naar de student. Die krijgt een beter beeld van zijn voortgang, er zijn meer mogelijkheden om bij te sturen. Het zorgt ook een beter kennisniveau aan het begin van de werkvolleges. Ook de participatie van de studenten vergroot hierdoor.
De vraag is nog maar of de weblectures een cruciale rol spelen in de moduleblokken of dat het alleen maar één van de vormen is om vooraf kennis over te dragen. Ook is het de vraag of de weblecture zelf bijdraagt aan het activeren van de student.
De conclusies van het geheel zijn erg mager: kies je weblecture afhankelijk van kennis en doel, koppel weblectures aan activerende werkvormen, gebruik opdrachten en toetsen om betrokkenheid te vergroten.
Er zijn veel verschillende vormen van weblectures. Gewoon opgenomen colleges, een verhaal van een docent voor een camera, een webinar, waarbij interactie via chats mogelijk is.
Groen heeft onderzoek gedaan naar verschillende weblectures, waaronder kennis
De vorm die je kiest hangt samen met de kennis die overgedragen moet worden. Grote vraag is hoe je studenten activeert.
Er wordt een casus gepresenteerd waarbij het gaat over een vak Radiologie. De docent vond de studenten niet actief leerden in de traditionele vorm van colleges en practica.
In de nieuwe vorm zijn de colleges afgeschaft. Studenten krijgen wekelijks zelfstudie opdrachten via BlackBoard. Tijdens de werkcolleges gaat de docent dieper in op de theorie. Studenten zijn nu veel meer betrokken en ook bij het begin van een werkcollege is de beginkennis van alle studenten op peil. In feite is er sprake van een 'flipped classroom'. De nieuwe vorm levert niet noodzakelijk een hoger studieresultaat op.
De hogere betrokkenheid is gemeten op basis van de ervaringen van de docent. Studenten zijn niet gevraagd naar hun ervaringen.
Het onderzoek richtte zich op 10 lessituaties. Alle situaties bestaan uit weblectures, activerende werkvormen en opdrachten en toetsen.
De activerende werkvormen liggen vooral op het vlak van groepsopdrachten en werkcolleges.
Opdrachten en toetsen spelen een belangrijke rol in de feedback naar de student. Die krijgt een beter beeld van zijn voortgang, er zijn meer mogelijkheden om bij te sturen. Het zorgt ook een beter kennisniveau aan het begin van de werkvolleges. Ook de participatie van de studenten vergroot hierdoor.
De vraag is nog maar of de weblectures een cruciale rol spelen in de moduleblokken of dat het alleen maar één van de vormen is om vooraf kennis over te dragen. Ook is het de vraag of de weblecture zelf bijdraagt aan het activeren van de student.
De conclusies van het geheel zijn erg mager: kies je weblecture afhankelijk van kennis en doel, koppel weblectures aan activerende werkvormen, gebruik opdrachten en toetsen om betrokkenheid te vergroten.
Onderwijsdagen 2012 (1) - Keynote Jim Stolze
Het thema van vandaag is de DLWO, de digitale leer-en werkomgeving. Daar hangen veel thema's aan vast. Denk aan BYOD, learninng analytics.
Nu loop ik zelf al meer dan een half leven in het MBO rond. Wat dat betreft valt het me op, dat de dagvoorzitter Frans van Kalmthout het thema 'van doceren naar leren' zo expliciet aanhaalt.
Nico juist presenteert als projectleider van Surf de wiki voor het project DLWO op http://www.mindz.com/plazas/Surf/book. Zeker een nader onderzoek waard.
Van Kalmthout vergelijkt de fases van een DLWO met een middeleeuwse burcht. De gesloten burcht komt overeen met een elo als BlackBoard. Later komen er verbindingen naar buiten: de stad. De laatste fase is die van het vrij veld waarin de er een verbinding is met de hele wereld.
Keynote van Jim Stolze
Internetstrateeg, TEDx
Jim is dag en nacht bezig om TEDx events te organiseren om alle goede ideeën beschikbaar te maken voor het onderwijs. Het is geen baan maar een passie.
Hij verwijst naar zijn ervaringen
In het onderwijs. Zijn mooiste momenten zijn de momenten waarop het kwartje valt voor een student, wanneer het licht aan gaat. Tegelijkertijd hebben docenten het vreselijk druk met verwerken van informatie, met registraties, een informatieoverload. Dat resulteert in passiviteit ten aanzien van het gebruik van ICT. Onderzoek toont aan dat bedrijven een uur productiviteit per medewerker kunnen winnen als medewerkers beter omgaan met mail.
Mensen vlucht, vechten of bevriezen. Waar meer informatie binnenkomt, daalt de productiviteit.
Jim was zelf bijzonder connected. Eind 2008 was hij bezig met een these waarbij wilde onderzoeken of die connectiviteit wel zo productief is. Hij ging zoeken naar mensen die in een cold turkey zich afsloten van internet. Uiteindelijk kon hij niemand vinden en heeft hij zichzelf als proefpersoon gebombardeerd. Op 30 november nog veel mailtjes verstuurt en dingen uit geprint.
De eerste week ging goed. Maar hij ontving veel brieven, handgeschreven. Die heeft hij ook handgeschreven beantwoordt. Er was ook veel aandacht aan besteed in de media.
Week 2 werd het lastiger. Het versturen van een artikel voor een deadline was niet mogelijk via internet. Dus uitgeprint en in de auto naar Ameide gereden. Je kunt niet opzoeken waar het ligt. Een artikel versturen naar nu.nl deed hij per fax. Maar wat is het faxnummer van nu.nl?
De derde week ging het weer een stuk beter. Arie Boomsma interviewde hem in die tijd. Die had in die tijd eenmprogramma 40 dagen zonder sex. Jim: 'Makkie, probeer maar eens 40 dagen zonder internet'. Hij kreeg zelfs last van 'fantoompijn'. Die week was hij productiever dan ooit. Hij concludeerde dat monotasken iets is wat we afgeleerd zijn. Het voelde als een verrijking.
Omdat er geen mailcommunicatie meer was werden er afspraken gemaakt en was de communicatie veel diepgaander dan voorheen met mail.
In de vierde week miste hij een aantal zaken, de lol en inspiratie van twitter, dat soort dingen.
Uiteindelijk hedt het een boek opgeleverd 'hoe overleef ik mijn inbox, 50 tips voor een beter online leven'. Uiteindelijk zijn het er maar 31 geworden, vanwege een deadline...
Na die maand zaten er 1400 mailtjes in zijn inbox. Toch maar niet alles in keer weggegooid. Alles wat aan meer mensen was gestuurd: weg. Alles wat vanaf social media kwam: weg. Uiteindelijk bleven er 6 mailtjes over waaronder een uitnodiging van TED. (waarom die een mailtje stuurden, terwijl hij toch duidelijk offline was?)
Worden mensen gelukkiger van internet:
Window to the world, social interaction versus information overload, internet addiction.
Er is sprake van een aandachtseconomie. Er is momenteel een enorme vraag naar aandacht. Tegelijkertijd is het aanbod aan aandacht kleine dan ooit. Aandacht is een valuta. Aandacht is feite een investering.
Je kunt veel nuttige toepassingen bedenken: real time. In feite gaat het ook om right time.
Onze besluiten worden gestuurd door algoritmes. Denk aan de tomtom of google maps. Je hoeft niet alles te zoeken, maak gebruik van slimme sites als Zite.
Reputatie is een wisselkoers. Als Frits Wester
In Orlando staat een avonturenpark rondom Harry Potter. Vanuit het idee dat reputatie een wisselkoers is, werden zeven fervente bloggers geselecteerd. Die kregen een brief van Perkamentus met de mededeling dat ze op een bepaald moment moesten inloggen op een bepaalde webcast. Daar werd medegedeeld dat er een avonturenpark werd geopend. Die zeven bloggers wisten in 24 tijd 350 miljoen fans te bereiken. Als je nog eens een schoolkrant wilt uitbrengen.
Er is een vervolgboek gekomen met de titel 'Uitverkocht' met een foto van een bonnetje op voorkant. De truc was, dat op die manier mensen het boek eerder kopen als ze de afbeelding van het bonnetje er af willen halen. Er mocht geen reclame voor gemaakt worden, het moest door reacties van lezers gepromoot worden. Hij reageerde ook op tweets met de vraag'waar ben je in het boek?'.
Door een lage oplage was het boek de eerste dag uitverkocht...
Later is het boek herschreven als ebook met een veertigtal lezers: cocreatie.
Hij geeft aan dat leerlingen heel slim met allerlei dingen omgaan. Slim cocreëren. Ruilen een werkstuk over statistiek voor een filmopdracht via facebook. Die gaan veel slimmer om met alle mogelijkheden van internet dan wij...
Nu loop ik zelf al meer dan een half leven in het MBO rond. Wat dat betreft valt het me op, dat de dagvoorzitter Frans van Kalmthout het thema 'van doceren naar leren' zo expliciet aanhaalt.
Nico juist presenteert als projectleider van Surf de wiki voor het project DLWO op http://www.mindz.com/plazas/Surf/book. Zeker een nader onderzoek waard.
Van Kalmthout vergelijkt de fases van een DLWO met een middeleeuwse burcht. De gesloten burcht komt overeen met een elo als BlackBoard. Later komen er verbindingen naar buiten: de stad. De laatste fase is die van het vrij veld waarin de er een verbinding is met de hele wereld.
Keynote van Jim Stolze
Internetstrateeg, TEDx
Jim is dag en nacht bezig om TEDx events te organiseren om alle goede ideeën beschikbaar te maken voor het onderwijs. Het is geen baan maar een passie.
Hij verwijst naar zijn ervaringen
In het onderwijs. Zijn mooiste momenten zijn de momenten waarop het kwartje valt voor een student, wanneer het licht aan gaat. Tegelijkertijd hebben docenten het vreselijk druk met verwerken van informatie, met registraties, een informatieoverload. Dat resulteert in passiviteit ten aanzien van het gebruik van ICT. Onderzoek toont aan dat bedrijven een uur productiviteit per medewerker kunnen winnen als medewerkers beter omgaan met mail.
Mensen vlucht, vechten of bevriezen. Waar meer informatie binnenkomt, daalt de productiviteit.
Jim was zelf bijzonder connected. Eind 2008 was hij bezig met een these waarbij wilde onderzoeken of die connectiviteit wel zo productief is. Hij ging zoeken naar mensen die in een cold turkey zich afsloten van internet. Uiteindelijk kon hij niemand vinden en heeft hij zichzelf als proefpersoon gebombardeerd. Op 30 november nog veel mailtjes verstuurt en dingen uit geprint.
De eerste week ging goed. Maar hij ontving veel brieven, handgeschreven. Die heeft hij ook handgeschreven beantwoordt. Er was ook veel aandacht aan besteed in de media.
Week 2 werd het lastiger. Het versturen van een artikel voor een deadline was niet mogelijk via internet. Dus uitgeprint en in de auto naar Ameide gereden. Je kunt niet opzoeken waar het ligt. Een artikel versturen naar nu.nl deed hij per fax. Maar wat is het faxnummer van nu.nl?
De derde week ging het weer een stuk beter. Arie Boomsma interviewde hem in die tijd. Die had in die tijd eenmprogramma 40 dagen zonder sex. Jim: 'Makkie, probeer maar eens 40 dagen zonder internet'. Hij kreeg zelfs last van 'fantoompijn'. Die week was hij productiever dan ooit. Hij concludeerde dat monotasken iets is wat we afgeleerd zijn. Het voelde als een verrijking.
Omdat er geen mailcommunicatie meer was werden er afspraken gemaakt en was de communicatie veel diepgaander dan voorheen met mail.
In de vierde week miste hij een aantal zaken, de lol en inspiratie van twitter, dat soort dingen.
Uiteindelijk hedt het een boek opgeleverd 'hoe overleef ik mijn inbox, 50 tips voor een beter online leven'. Uiteindelijk zijn het er maar 31 geworden, vanwege een deadline...
Na die maand zaten er 1400 mailtjes in zijn inbox. Toch maar niet alles in keer weggegooid. Alles wat aan meer mensen was gestuurd: weg. Alles wat vanaf social media kwam: weg. Uiteindelijk bleven er 6 mailtjes over waaronder een uitnodiging van TED. (waarom die een mailtje stuurden, terwijl hij toch duidelijk offline was?)
Worden mensen gelukkiger van internet:
Window to the world, social interaction versus information overload, internet addiction.
Er is sprake van een aandachtseconomie. Er is momenteel een enorme vraag naar aandacht. Tegelijkertijd is het aanbod aan aandacht kleine dan ooit. Aandacht is een valuta. Aandacht is feite een investering.
Je kunt veel nuttige toepassingen bedenken: real time. In feite gaat het ook om right time.
Onze besluiten worden gestuurd door algoritmes. Denk aan de tomtom of google maps. Je hoeft niet alles te zoeken, maak gebruik van slimme sites als Zite.
Reputatie is een wisselkoers. Als Frits Wester
In Orlando staat een avonturenpark rondom Harry Potter. Vanuit het idee dat reputatie een wisselkoers is, werden zeven fervente bloggers geselecteerd. Die kregen een brief van Perkamentus met de mededeling dat ze op een bepaald moment moesten inloggen op een bepaalde webcast. Daar werd medegedeeld dat er een avonturenpark werd geopend. Die zeven bloggers wisten in 24 tijd 350 miljoen fans te bereiken. Als je nog eens een schoolkrant wilt uitbrengen.
Er is een vervolgboek gekomen met de titel 'Uitverkocht' met een foto van een bonnetje op voorkant. De truc was, dat op die manier mensen het boek eerder kopen als ze de afbeelding van het bonnetje er af willen halen. Er mocht geen reclame voor gemaakt worden, het moest door reacties van lezers gepromoot worden. Hij reageerde ook op tweets met de vraag'waar ben je in het boek?'.
Door een lage oplage was het boek de eerste dag uitverkocht...
Later is het boek herschreven als ebook met een veertigtal lezers: cocreatie.
Hij geeft aan dat leerlingen heel slim met allerlei dingen omgaan. Slim cocreëren. Ruilen een werkstuk over statistiek voor een filmopdracht via facebook. Die gaan veel slimmer om met alle mogelijkheden van internet dan wij...
zondag 4 november 2012
Elearning in het kwadraat
Kennisnet en OU organiseren een aantal Massterclasses voor het onderwijs.
Eén ervan is de masterclass 'Hoe ziet de electronische leeromgeving van de toekomst er uit?' Het is een interactieve cursus van één week, geleid door Wilfred Rubens. Meer dan 200 mensen hebben zich ingeschreven. Ieder is volkomen vrij om er meer of minder tijd aan te besteden.
Een e-learningcursus over e-learning, dat is nog eens e-learning in het kwadraat!
Er wordt veel gediscussieerd (al is dat lang niet door 200 mensen) en dat levert allerlei nieuwe inzichten op. Afgelopen vrijdag was er een live sessie waarin Wilfred inging op drie thema's:
- Wat is een elektronische leeromgeving, en hoe wordt deze gebruikt?
- Welke ontwikkelingen zijn van invloed op de toekomst van de elektronische leeromgeving, en waar moet je op letten bij de selectie?
- Voorbeelden didactisch zinvol gebruik
Wilfred heeft zelf een samenvatting gegeven op zijn eigen blog.
Een aantal dingen valt me op in de discussies die er gevoerd zijn en worden:
- De stelling dat 'een elo niet nodig is voor eigentijds onderwijs omdat er voldoende andere tools beschikbaar zijn' liet een ambivalent antwoord zien:
- Ja, je kunt eigentijds onderwijs verzorgen zonder elo
- Maar liever niet! De elo biedt structuur, is gestandaardiseerd, is beter beheersbaar, geeft mogelijkheden voor het volgen van studenten.
- Veel deelnemers zijn nogal negatief over visie en leiderschap. Omdat dat ontbreekt, schiet het niet op met de elo. Ik ben het daar wel mee eens maar mis toch een duidelijk perspectief. Hoe ziet zo'n visie er dan uit, wat verwacht je van dat leiderschap? Ik heb het gevoel (maar kan dat niet voldoende onderbouwen vanuit de discussies) dat de focus daarbij te veel op het gebruik van de elo zelf is gericht. Docenten zouden meer gestimuleerd (en gefaciliteerd) moeten worden om er iets mee te gaan doen. Naar mijn idee gaat dat helemaal niet werken. Het gebruik van de elo is een oplossing voor een probleem of een kans voor een verbetering of zelfs doorbraak. Het gaat om de visie op een aantal zaken: Wat is goed onderwijs? Wat is de rol van de school in het (leven lang) leertraject van de student of leerling? Wat is de relatie tussen de school en de omgeving, inclusief stakeholders als overheid en Inspectie?
Ook speelt een aantal ontwikklelingen waar een school rekening moet houden. Krappere budgetten, docententekort, krimpregio's, macrodoelmatigheid, noem maar op.
Dat levert alles bij elkaar een aantal principiële uitgangspunten en vraagstukken op. Het gebruik van een electronische leeromgeving moet bekeken worden vanuit dat perspectief. Als duidelijk is welke bijdrage een elo levert, is het vervolgens ook helemaal niet meer vrijblijvend voor docenten om er mee aan de slag te gaan. Het gaat dan niet om het gebruik van de elo maar om het bereiken van een aantal doelen.
Het zou wel eens interessant zijn als een school helemaal niets zegt over het al dan niet gebruiken van een elo maar wel aangeeft dat een team het met 10% minder budget zal moeten doen. - Hoe gaat een elo zich ontwikkelen in de komende vijf jaar?
Vijf jaar geleden wisten we nog niet wat Twitter was, bestonden de iPad en andere tablets nog niet. Hoe kun je op basis van onbekende ontwikkelingen voorspellen wat er de komende vijf jaar met een elo gaat gebeuren?
Het is wel een interessante exercitie omdat het beelden oplevert van de eisen en wensen die aan een elo worden gesteld. Naar mijn idee moet een elo twee werelden in zich zien te verenigen: - een heel flexibele omgeving met een koppeling naar of een integratie met allerlei tools, toepasbaar in het onderwijs en voor de communicatie aan de ene kant
- een heel gestructureerde, gestandaardiseerde omgeving om onderwijsorganisatie en studentvolg en dergelijke te faciliteren.
- Didactisch gebruik
Hier wordt veel literatuur aangehaald o.a. van Simons en Stiles en links gegeven, zoals naar Kennisnet en JISC. - De relatie met onderwijstijd kwam in de discussies een aantal keer terug. Ik heb zelf een artikel geschreven over dat onderwerp, binnenkort ga ik daar verder op in.
De cursus zelf werd ook getoetst aan een aantal uitgangspunten van kwalitatief goede digitale cursussen.
Volgens Chickering& Gamson (1987) zijn er "seven principles of good- Practice".
- Encourage student-staf
- Encourage co-operation among students
- Encourage active learning
- Give prompt feedback
- Emphasise time to task
- Communicate high expectations
- Respect divers talents and ways of learning.
Een paar aandachtspunten zijn er altijd wel: juist de veelheid aan bijdragen in de discussie maakt het geheel wat onoverzichtelijk. Eigenlijk een teken van een 'te groot' succes. Maar daarmee verdient de cursus ook op deze manier het predikaat 'e-learning in het kwadraat'.
woensdag 31 oktober 2012
Het onderwijs in het regeerakkoord 2012
De digitale inkt van het Regeerakkoord 2012 is nog 'nat' maar nu het beschikbaar is, ben ik nogal nieuwsgierig wat 'Den Haag' voor het onderwijs in petto heeft. In de inleiding staat:
Als je de doorrekening van het CPB bekijkt, staat er echt, dat er zo'n 900 miljoen wordt geïnvesteerd in het onderwijs (zie blz 33). Dat is een hele hoop geld. 200 miljoen voor het afschaffen van de langstudeerboete, 700 miljoen als 'intensivering'. Daarvan is overigens 250 miljoen voor het MBO bestemd.
Al wordt die berg geld enigszins gerelativeerd als aan de besparingenkant staat dat er de komende jaren 1 miljard op het onderwijs wordt bezuinigd. Ook dat staat in de doorrekening (zie blz 28). Solide en sociaal...
Als je vervolgens kijkt, wie de rekening betalen: afschaffing van de gratis schoolboeken, een korting op het hoger onderwijs, minder opleidingen in het MBO, sociaal leenstelsel en de OV-kaart van studenten wordt omgezet in een kortingskaart, er wordt niet meer geïnvesteerd in innovatie van het groen onderwijs en ook de investeringen in onderwijsvernieuwingen vervalt, kenniscentra worden samengevoegd.
Een aantal maatregelen lijkt toch wel interessant:
"We investeren extra in onderwijs en stellen hogere kwaliteitseisen aan leraren en schoolleiders. Ook dat is solide en sociaal."En in het onderwijshoofdstuk:
"Het belang dat wij hechten aan goed onderwijs, wordt onderstreept door het feit dat wij onderwijs buiten de bezuinigingen hebben weten te houden en er in deze crisistijd zelfs in investeren."
Als je de doorrekening van het CPB bekijkt, staat er echt, dat er zo'n 900 miljoen wordt geïnvesteerd in het onderwijs (zie blz 33). Dat is een hele hoop geld. 200 miljoen voor het afschaffen van de langstudeerboete, 700 miljoen als 'intensivering'. Daarvan is overigens 250 miljoen voor het MBO bestemd.
Al wordt die berg geld enigszins gerelativeerd als aan de besparingenkant staat dat er de komende jaren 1 miljard op het onderwijs wordt bezuinigd. Ook dat staat in de doorrekening (zie blz 28). Solide en sociaal...
Als je vervolgens kijkt, wie de rekening betalen: afschaffing van de gratis schoolboeken, een korting op het hoger onderwijs, minder opleidingen in het MBO, sociaal leenstelsel en de OV-kaart van studenten wordt omgezet in een kortingskaart, er wordt niet meer geïnvesteerd in innovatie van het groen onderwijs en ook de investeringen in onderwijsvernieuwingen vervalt, kenniscentra worden samengevoegd.
Een aantal maatregelen lijkt toch wel interessant:
- Er wordt veel gedaan aan professionalisering van docenten en schoolleiders.
- 'Er worden afspraken gemaakt met de onderwijssector over onder andere 'het zo effectief mogelijk benutten van kostbare onderwijstijd'. Daarbij wordt 'de huidige wettelijke onderwijstijdnorm gemoderniseerd'. Dat zou goed nieuws kunnen betekenen voor de mogelijkheid om (meer) afstandsleren in te zetten. (Daarover binnenkort meer). Hoewel het ook zou kunnen betekenen, dat er nog wat harder gecontroleerd wordt op het halen van de norm, blijven we voorlopig optimistisch.
- Het Lerarenregister wordt (vergelijkbaar met de Wet BIG in de Zorgsector) van 2017 verplicht gesteld. Dat gaat consequenties hebben voor het HR-beleid. Slecht presterende leraren moeten makkelijker kunnen worden ontslagen.
- Jet Bussemaker mag met een stofkam door het onderwijs om allerlei administratieve verplichtingen en voorschriften uit het onderwijs te kammen. Dat hebben we al vaker gehoord en blijkbaar nog niet veel opgeleverd, zodat het nog een keertje moet gebeuren. Maar toch...
- 'Focus op vakmanschap' gaat door maar met een wat realistischer tijdpad.
- Minder opleidingen en uitstroomprofielen in het MBO en HBO is ook al een oude wens. Kleine opleidingen worden afgebouwd. Ik ben benieuwd of dat bedoeld is voor heel specialistische opleidingen als instrumentmaker of goudsmid of dat er een minimumnorm komt waaronder opleidingen binnen een roc of aoc niet meer aangeboden kunnen worden.
- Er komt een Techniekpact tussen onderwijs en bedrijfsleven.
- Er wordt stevig bezuinigd op de Kenniscentra, als die al niet helemaal opgaan in de Stichting Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (het voormalige COLO).
- De gratis schoolboeken verdwijnen weer.
- Maar het onderwijs komt ook op andere plekken in het regeerakkoord terug. Er komt zoiets als TBO, 'onder toezichtstelling van het onderwijs', vergelijkbaar met TBS dus. Benieuwd, wie dat mag gaan uitvoeren.
Er worden bruggen gebouwd, met name tussen bezuinigingen en investeringen...
donderdag 25 oktober 2012
Het verhaal van Thijs, maar dan anders
Thijs is een gewone jongen die een leuke MBO-opleiding wil gaan volgen. Hij bezoekt een open dag, heeft een gesprek met een intaker en krijgt vervolgens op een maat gemaakt onderwijsarrangement aangeboden.
Dit verhaal van Thijs wordt uitgebreid verteld in een boekje, dat op de Triple A website van saMBO~ICT staat. Het Triple A gedachtegoed is inmiddels bij een groot (?) publiek bekend. Het is een beschrijving van de processen in een onderwijsinstelling. Die beschrijving dient als basis om geautomatiseerde systemen te kunnen ontwikkelen die het onderwijs en de bedrijfsvoeringsprocessen ondersteunen.
Nu is de Triple A Encyclopedie geen boek voor op een nachtkastje naast je bed. Het is behoorlijk conceptueel en algemeen geformuleerd. Het verhaal zal daarom niet voor iedereen een herkenbaar een beeld opleveren van wat die procesbeschrijvingen en programma's nu eigenlijk betekenen voor het onderwijs. Juist om die reden is het boekje Thijs geschreven. Dat boekje geeft een aardig beeld hoe het onderwijs er door de ogen van een student uitziet. Nou ja, als je er van uitgaat dat alle processen helemaal conform Triple A zijn ingevoerd in zijn meest flexibele vorm. De praktijk is weerbarstiger. Het werkelijke verhaal van Thijs ziet er op elke onderwijsinstelling weer anders uit. In het voorwoord wordt de lezer dan ook van harte uitgenodigd zijn eigen verhaal van Thijs te schrijven. Ga er maar aan staan...
Misschien ben je toch wel nieuwsgierig naar het verhaal van Thijs binnen je eigen instelling. Waar zal hij tegen aan lopen? Wat voor problemen zal hij tegenkomen? Er is nu een instrument waarmee je je eigen verhaal van Thijs kunt schrijven én dat inzicht geeft in een aantal verbeterpunten in de onderwijs- en bedrijfsvoeringprocessen van je instelling.
M&I/Partners heeft op verzoek van saMBO~ICT een instrument ontwikkeld waarmee je in kaart kunt brengen waar je als onderwijsinstelling staat met de onderwijs- en bedrijfsvoeringsprocessen, afgezet tegen Triple A: de Triple A Maturityscan. Het is een uitgebreide vragenlijst met als resultaat inzicht in de 'volwassenheid' van de processen. Het resultaat vormt tegelijkertijd de basis voor het eigen verhaal van Thijs. Die beleeft zijn avonturen immers afhankelijk van de manier waarop de processen verlopen.
Het resultaat van een ingevulde vragenlijst vormt zeker geen oordeel in de zin van goed of fout. Als processen en informatievoorzieningen zich op het laagste maturityniveau bevinden kunnen die wel wat verbetering gebruiken. Voor de rest bepalen onderwijsinstellingen zelf, welk volgend maturityniveau wordt nagestreefd.
We zijn eigenlijk zelf wel benieuwd hoe het staat met de processen binnen jouw instelling. Als je een volledig ingevulde vragenlijst terugstuurt aan M&I/Partners, verwerken we de gegevens in een anonieme benchmark. Je krijgt een klein rapportje waarin je eigen resultaten zijn afgezet tegen de gemiddelde resultaten van alle inzenders. Aan het gebruik van het instrument of aan de benchmark zijn in elk geval geen kosten verbonden.
Nieuwsgierig naar je eigen verhaal van Thijs? Download hier de Maturityscan Triple A.
Dit verhaal van Thijs wordt uitgebreid verteld in een boekje, dat op de Triple A website van saMBO~ICT staat. Het Triple A gedachtegoed is inmiddels bij een groot (?) publiek bekend. Het is een beschrijving van de processen in een onderwijsinstelling. Die beschrijving dient als basis om geautomatiseerde systemen te kunnen ontwikkelen die het onderwijs en de bedrijfsvoeringsprocessen ondersteunen.
Nu is de Triple A Encyclopedie geen boek voor op een nachtkastje naast je bed. Het is behoorlijk conceptueel en algemeen geformuleerd. Het verhaal zal daarom niet voor iedereen een herkenbaar een beeld opleveren van wat die procesbeschrijvingen en programma's nu eigenlijk betekenen voor het onderwijs. Juist om die reden is het boekje Thijs geschreven. Dat boekje geeft een aardig beeld hoe het onderwijs er door de ogen van een student uitziet. Nou ja, als je er van uitgaat dat alle processen helemaal conform Triple A zijn ingevoerd in zijn meest flexibele vorm. De praktijk is weerbarstiger. Het werkelijke verhaal van Thijs ziet er op elke onderwijsinstelling weer anders uit. In het voorwoord wordt de lezer dan ook van harte uitgenodigd zijn eigen verhaal van Thijs te schrijven. Ga er maar aan staan...
Misschien ben je toch wel nieuwsgierig naar het verhaal van Thijs binnen je eigen instelling. Waar zal hij tegen aan lopen? Wat voor problemen zal hij tegenkomen? Er is nu een instrument waarmee je je eigen verhaal van Thijs kunt schrijven én dat inzicht geeft in een aantal verbeterpunten in de onderwijs- en bedrijfsvoeringprocessen van je instelling.
M&I/Partners heeft op verzoek van saMBO~ICT een instrument ontwikkeld waarmee je in kaart kunt brengen waar je als onderwijsinstelling staat met de onderwijs- en bedrijfsvoeringsprocessen, afgezet tegen Triple A: de Triple A Maturityscan. Het is een uitgebreide vragenlijst met als resultaat inzicht in de 'volwassenheid' van de processen. Het resultaat vormt tegelijkertijd de basis voor het eigen verhaal van Thijs. Die beleeft zijn avonturen immers afhankelijk van de manier waarop de processen verlopen.
Het resultaat van een ingevulde vragenlijst vormt zeker geen oordeel in de zin van goed of fout. Als processen en informatievoorzieningen zich op het laagste maturityniveau bevinden kunnen die wel wat verbetering gebruiken. Voor de rest bepalen onderwijsinstellingen zelf, welk volgend maturityniveau wordt nagestreefd.
We zijn eigenlijk zelf wel benieuwd hoe het staat met de processen binnen jouw instelling. Als je een volledig ingevulde vragenlijst terugstuurt aan M&I/Partners, verwerken we de gegevens in een anonieme benchmark. Je krijgt een klein rapportje waarin je eigen resultaten zijn afgezet tegen de gemiddelde resultaten van alle inzenders. Aan het gebruik van het instrument of aan de benchmark zijn in elk geval geen kosten verbonden.
Nieuwsgierig naar je eigen verhaal van Thijs? Download hier de Maturityscan Triple A.
De Maturityscan is gemaakt in Excel. Het bevat enkele macro's. Afhankelijk van je beveiligingsinstellingen krijg je een daarvoor een waarschuwing. Het uitschakelen van de macro's beïnvloedt de werking van het instrument niet. Het instrument valt onder de Creative Commons licentie BY-NC-SA
maandag 22 oktober 2012
Het einde van de roc's in zicht?
En alweer staat een groot roc op omvallen vanwege zware financiële problemen. Verschillende nieuwsmedia hadden afgelopen weekend grote koppen over de problemen bij Zadkine. En Zadkine is niet de enige, zoals blijkt uit een overzicht bij RTL-nieuws waar ook het Frieslandcollege, ROC Nijmegen en ROC Leiden op staan. Van het lijstje is Amarantis inmiddels al opgeheven en is ROC Zeeland gefuseerd met ROC Westerschelde. Van veel andere instellingen komen berichten dat ze er financieel niet al te rooskleurig op staan. Overigens dateert het eerste roc-faillissement alweer van de vorige eeuw, toen het Dudokcollege in Hilversum het niet meer kon bolwerken en is overgenomen ('opgeslokt'?) door het ROC van Amsterdam.
De berichten roepen de vraag op, of we daadwerkelijk te maken hebben met megalomane bestuurders die uit een zekere persoonlijke prestigedrang allerlei besluiten nemen op kosten van MBO-studenten en -docenten? Of gaat het meer om goede mensen op de verkeerde plek? (Of verkeerde mensen op een goede plek?) Ik denk dat dat laatste het geval is.
Ik ken nogal wat MBO-bestuurders en ja, daar zijn mensen bij, die (achteraf gezien) wel eens verkeerde besluiten hebben genomen. Persoonlijk ken ik er geen één (al is dat statistisch natuurlijk niet erg onderbouwd) die besluiten neemt die (in zijn of haar overtuiging) tegen het belang van het onderwijs in gaan. Dan kunnen dan nog steeds verkeerde besluiten zijn, maar die worden niet uit eigenbelang genomen. Daar wordt door veel mensen anders over gedacht, zoveel is duidelijk uit allerlei reacties en commentaren. Jammer, want dat vertroebelt het zicht op de werkelijke oorzaak. Er zit iets goed fout in ons onderwijssysteem, waardoor dit soort dingen mogelijk zijn. Het is een combinatie van omvang en complexiteit en -niet in de laatste plaats- een overheid met behoorlijk wat boter op het hoofd. Die schuiven de verantwoordelijkheid voor hun beslissingen in een zwier- en zwabberbeleid maar al te makkelijke en al te graag door naar de bestuurders. Voorbeeld: De overheid heeft roc's eerst enorme investeringen laten doen in opleidingstrajecten voor volwassenen (Educatie). Vervolgens besluiten diezelfde overheid dat ook andere aanbieders concurrerend trajecten mogen gaan aanbieden. Veel roc's hebben daardoor veel verlies geleden en veel mensen moeten ontslaan. Het is één van de oorzaken van de financiële problemen bij Zadkine.
Verder zijn er nog wat andere zaken die bij Zadkine spelen, die in dit artikel wat beter belicht worden en waaruit blijkt dat ook de overheid een rol speelt bij de problemen..
Dat alles neemt niet weg, dat er goede bestuurders nodig zijn, die verstandige besluiten nemen. Wie het niet goed doet, moet terecht vertrekken. Zolang er niet iets verandert in het systeem, is dat een schijnoplossing, want dan komen er gewoon weer nieuwe mensen in dezelfde situatie terecht.
Betekent het, dat we maar weer een traject in moeten van defusies en opsplitsing? Ik mag hopen van niet. Ondanks het feit dat roc's onderwijskolossen zijn, die (zoals blijkt) niet zo eenvoudig te besturen zijn, zou het opheffen er van weer een hele stap terug zijn. Kleinere instellingen zijn prima in staat om goed onderwijs te verzorgen, zijn minder complex en beter bestuurbaar en misschien niet eens duurder. Toch zou een besluit om daar op korte termijn weer naar te streven wel eens heel verkeerd kunnen uitpakken.
Het punt is, dat we nu eenmaal met die roc's zitten. Ook hier geldt, dat dat achteraf misschien wel een verkeerd (politiek!) besluit begin jaren negentig is geweest. Dat nu terugdraaien vergt echter een enorme investering in geld én tijd, die vervolgens niet aan onderwijs besteed wordt. Het weer opsplitsen van de grote instellingen zal ook nauwelijks rendement opleveren in termen van beter onderwijs. Het is namelijk helemaal niet zo, dat de huidige roc's per definitie slecht onderwijs verzorgen. Goede opleidingen krijgen alleen minder aandacht in de media. Een oplossing moet gezocht worden in nieuwe vormen van organisatie en sturing. Dat krijgt op sommige plaatsen al vorm! Denk aan het toepassen van TheoryU bij het ROC van Amsterdam. Ook het professionaliseren van bestuurders en managers maakt daar deel van uit.
Roc's forever? Dat zou wat mij betreft veel te kort door de bocht zijn. We kunnen de toekomst van de komende twee jaar al nauwelijks voorspellen,laat staan die van over vijf, tien of twintig jaar. Tijdstip en manier waarop roc's overgaan in andere onderwijsorganisatievormen is gewoon nog niet bekend.
maandag 15 oktober 2012
Kracht van de massa? - Blog Action Day 2012
Edubloggers zijn (voor zover ik ze ken) mensen die met een oprechte passie schrijven over en voor het onderwijs. Bij veel bloggers zie ik daarnaast ook een maatschappelijke betrokkenheid. Daarbij gaat het over het gedachtegoed van Groen Links, vrouwenemanicipatie, vrijheid op het internet of nog heel andere zaken.
Het is dan ook via de edublog-community dat ik alweer 4 jaar geleden terecht kwam bij 'Blog Action Day'. Elk jaar op 15 oktober wordt wereldwijd door duizenden bloggers in meer dan 100 landen aandacht besteed aan een thema. In de afgelopen jaren werd al aandacht besteed aan Armoede (2008), Klimaat (2009), Water (2010) en Voedsel (2011).
Dit jaar is het thema 'the Power of We'. Het gaat dan vooral over de manier waarop mensen samenwerken om een verschil te maken. Dat kan natuurlijk op allerlei manieren. Voor mij zou het dan met name kunnen gaan over de manier waarop ICT, internet en / of social media van invloed zijn op de manier waarop mensen samenwerken. Daar zijn allerlei variaties op te bedenken. Van de Arabische Lente, Wikinomics of crowdsourcing. Je kunt zelfs terug grijpen naar 2006, het jaar waarop Time Magazine 'iedereen' uitriep tot Persoon van het Jaar: You.
Al crowdsourcend wilde ik mijn licht opsteken bij mijn blogcollega's. Wat voor inspiratie zouden zij mij kunnen geven over dit thema? Dus maar eens gegoogled op 'Blog Action Day 2012'. Dat leverde wel wat historische resultaten op, maar geen 2012. Dan maar eens gezocht op Twitter op hashtag #powertowe en #bad2012.
Mmm, dat valt tegen. Weinig power voor (deze?) Blog Action Day, althans uit de Nederlandse Edublog delegatie... Nou ja, misschien hebben we gewoon meer verstand van onderwijs?
Het is dan ook via de edublog-community dat ik alweer 4 jaar geleden terecht kwam bij 'Blog Action Day'. Elk jaar op 15 oktober wordt wereldwijd door duizenden bloggers in meer dan 100 landen aandacht besteed aan een thema. In de afgelopen jaren werd al aandacht besteed aan Armoede (2008), Klimaat (2009), Water (2010) en Voedsel (2011).
Dit jaar is het thema 'the Power of We'. Het gaat dan vooral over de manier waarop mensen samenwerken om een verschil te maken. Dat kan natuurlijk op allerlei manieren. Voor mij zou het dan met name kunnen gaan over de manier waarop ICT, internet en / of social media van invloed zijn op de manier waarop mensen samenwerken. Daar zijn allerlei variaties op te bedenken. Van de Arabische Lente, Wikinomics of crowdsourcing. Je kunt zelfs terug grijpen naar 2006, het jaar waarop Time Magazine 'iedereen' uitriep tot Persoon van het Jaar: You.
Al crowdsourcend wilde ik mijn licht opsteken bij mijn blogcollega's. Wat voor inspiratie zouden zij mij kunnen geven over dit thema? Dus maar eens gegoogled op 'Blog Action Day 2012'. Dat leverde wel wat historische resultaten op, maar geen 2012. Dan maar eens gezocht op Twitter op hashtag #powertowe en #bad2012.
Mmm, dat valt tegen. Weinig power voor (deze?) Blog Action Day, althans uit de Nederlandse Edublog delegatie... Nou ja, misschien hebben we gewoon meer verstand van onderwijs?
woensdag 10 oktober 2012
Is er leven na de dood?
Ik ben bang van wel...
De aanleiding voor deze vraag was eenvoudig: ik ben aan het opruimen en aan het (re)organiseren.
Ik heb alles bij elkaar een erg groot aantal accounts en daarmee samenhangende wachtwoorden. Tijd om eens wat te gaan snoeien. Per slot van rekening hoop na mijn verscheiden nog lang voort te leven in de nagedachtenis van veel mensen, maar moet er aan mijn digitale leven maar snel een eind komen als het zover is. Dat betekent wel dat mijn nabestaanden in elk geval over mijn inloggegevens moeten kunnen beschikken.
Ik ben dus op zoek gegaan naar een mogelijkheid om mijn wachtwoorden ergens op te slaan. Ik heb verschillende oplossingen gevonden, waaronder KeePass en LastPass.
KeePass is een programmaatje, dat je gewoon op vanaf een USB-stick kunt draaien en dat alle wachtwoorden versleuteld in een digitaal bestandje opslaat.
LastPass gaat wat verder. Daar kun je plug-ins voor installeren, die je vragen of je het wachtwoord wilt opslaan en die ook desgewenst je automatisch aanmelden, mits je de kluis met het hoofdwachtwoord hebt geactiveerd.
Voor beide applicaties is een app beschikbaar op de iPad.
Ik heb eerst LastPass gebruikt maar vond de USB-stick oplossing van KeePass toch ook wel aardig. Punt is echter, dat KeePass wachtwoorden niet automatisch opslaat. Je moet dus steeds inloggen, je gegevens (nogmaals) invoeren en weer afsluiten. Als je dan wilt weten wat je ook alweer voor wachtwoord gebruikte voor je Twitter- of LinkedIn-account na de laatste keer dat je dat wachtwoord gewijzigd had (omdat je dat nieuwe wachtwoord alweer vergeten was nadat je onlangs een nieuw wachtwoord had ingevoerd omdat je het voorgaande alweer vergeten was...) moet je je USB-stick erbij halen, het hoofdwachtwoord invoeren en het wachtwoord opzoeken.
Nee, dan werkt LastPass een stuk makkelijker.
Bij het doorwerken van mijn wachtwoordenlijst kwam ik ook mijn vorige web-log nog tegen. Dat drama is nu ongeveer een jaar geleden, ik zou mijn oude onderwijsvanovermorgen.web-log onderhand wel op kunnen ruimen.
Opnieuw ingelogd (ik zou mijn wachtwoord niet meer weten, LastPass wist het nog wel...) en eens gekeken hoe ik er van af kon komen.
Dat lijkt keurig geregeld. Ergens onder de instellingen staat er iets van site verwijderen. Dan moet je nog aanvinken, dat je het zeker weet, op een knop drukken en dan wachten op een e-mailtje met een link, dat de site daadwerkelijk verwijdert. Na een hele tijd wachten op een e-mailtje (ook de spambox gecontroleerd) het nog maar eens geprobeerd. Ik wacht nog steeds op de mailtjes...
Ik ben eens gaan googlen op 'account verwijderen'. Dat leidde me naar de 'Accountkiller'. De naam is wat duisterder dan de inhoud, van bijna 500 sites is slechts weergegeven hoe je van een account kunt afkomen. Ik ben onaangenaam verrast door het feit, dat er nogal wat sites zijn waarbij het niet mogelijk is om van een account af te komen. Namen als Skype, WordPress maar ook AH prijken op de zwarte lijst. Er is ook een grijze lijst, waarbij je een mail moet sturen om van je account af te komen, of waarbij het alleen maar kan als een gerelateerd hoofd-account wordt opgeruimd. Denk aan Picasa en Blogger!
Kortom, er is nog een digitaal leven na de dood...
De aanleiding voor deze vraag was eenvoudig: ik ben aan het opruimen en aan het (re)organiseren.
Ik heb alles bij elkaar een erg groot aantal accounts en daarmee samenhangende wachtwoorden. Tijd om eens wat te gaan snoeien. Per slot van rekening hoop na mijn verscheiden nog lang voort te leven in de nagedachtenis van veel mensen, maar moet er aan mijn digitale leven maar snel een eind komen als het zover is. Dat betekent wel dat mijn nabestaanden in elk geval over mijn inloggegevens moeten kunnen beschikken.
Ik ben dus op zoek gegaan naar een mogelijkheid om mijn wachtwoorden ergens op te slaan. Ik heb verschillende oplossingen gevonden, waaronder KeePass en LastPass.
KeePass is een programmaatje, dat je gewoon op vanaf een USB-stick kunt draaien en dat alle wachtwoorden versleuteld in een digitaal bestandje opslaat.
LastPass gaat wat verder. Daar kun je plug-ins voor installeren, die je vragen of je het wachtwoord wilt opslaan en die ook desgewenst je automatisch aanmelden, mits je de kluis met het hoofdwachtwoord hebt geactiveerd.
Voor beide applicaties is een app beschikbaar op de iPad.
Ik heb eerst LastPass gebruikt maar vond de USB-stick oplossing van KeePass toch ook wel aardig. Punt is echter, dat KeePass wachtwoorden niet automatisch opslaat. Je moet dus steeds inloggen, je gegevens (nogmaals) invoeren en weer afsluiten. Als je dan wilt weten wat je ook alweer voor wachtwoord gebruikte voor je Twitter- of LinkedIn-account na de laatste keer dat je dat wachtwoord gewijzigd had (omdat je dat nieuwe wachtwoord alweer vergeten was nadat je onlangs een nieuw wachtwoord had ingevoerd omdat je het voorgaande alweer vergeten was...) moet je je USB-stick erbij halen, het hoofdwachtwoord invoeren en het wachtwoord opzoeken.
Nee, dan werkt LastPass een stuk makkelijker.
Bij het doorwerken van mijn wachtwoordenlijst kwam ik ook mijn vorige web-log nog tegen. Dat drama is nu ongeveer een jaar geleden, ik zou mijn oude onderwijsvanovermorgen.web-log onderhand wel op kunnen ruimen.
Opnieuw ingelogd (ik zou mijn wachtwoord niet meer weten, LastPass wist het nog wel...) en eens gekeken hoe ik er van af kon komen.
Dat lijkt keurig geregeld. Ergens onder de instellingen staat er iets van site verwijderen. Dan moet je nog aanvinken, dat je het zeker weet, op een knop drukken en dan wachten op een e-mailtje met een link, dat de site daadwerkelijk verwijdert. Na een hele tijd wachten op een e-mailtje (ook de spambox gecontroleerd) het nog maar eens geprobeerd. Ik wacht nog steeds op de mailtjes...
Ik ben eens gaan googlen op 'account verwijderen'. Dat leidde me naar de 'Accountkiller'. De naam is wat duisterder dan de inhoud, van bijna 500 sites is slechts weergegeven hoe je van een account kunt afkomen. Ik ben onaangenaam verrast door het feit, dat er nogal wat sites zijn waarbij het niet mogelijk is om van een account af te komen. Namen als Skype, WordPress maar ook AH prijken op de zwarte lijst. Er is ook een grijze lijst, waarbij je een mail moet sturen om van je account af te komen, of waarbij het alleen maar kan als een gerelateerd hoofd-account wordt opgeruimd. Denk aan Picasa en Blogger!
Kortom, er is nog een digitaal leven na de dood...
vrijdag 5 oktober 2012
En weer wat nieuwe ontdekkingen op mijn iPad
Sinds ik een iPad heb, heb ik regelmatig wat geschreven over mijn ervaringen, teleurstellingen en ontdekkingen. Alles bij elkaar constateer ik een redelijk stijgende lijn in mijn enthousiasme. Ik ontdek steeds meer mogelijkheden om er productief mee om te gaan. Ik wil een par voorbeelden beschrijven van apps, die ik steeds intensiever aan het gebruiken ben. Het zijn wellicht voorbeelden waarvan een groot aantal intensieve iPad-gebruikers zegt 'dat wist ik allang', die moeten dit bericht dan maar overslaan.
CloudOn
Al eerder schreef ik iets over CloudOn. Het is een app, die het mogelijk maakt om op de iPad te werken met Office, (weliswaar nog 2007 en Engelstalig, maar ik ben niet zo verwend). Wat ik er zo prettig aan vind is het feit dat het toetsenbord is uitgebreid met een aantal knoppen, die ik node mis op het gewone iPad-toetsenbord, zoals de pijltjestoetsen of een Delete-knop.
Perfect is het nog allemaal niet. Wat gepresenteerd wordt als een voordeel, ervaar ik wat anders. Alle bewerkingen worden meteen automatisch opgeslagen. Dat betekent wel, dat er geen Opslaan-functionaliteit in zit, waar mee te leven valt, maar ook geen Opslaan Als-functionaliteit. En dat is erg lastig als je een nieuwe versie wilt maken. Je kunt wel een document openen vanuit de mail en dat bewerken. Waar het document vervolgens blijft, is onduidelijk. Je moet het opnieuw mailen om het te kunnen opslaan.
Ondanks deze nadelen biedt het wel een oplossing voor de moment dat je een geen pc of laptop beschikbaar hebt. Afgelopen week heb ik een hele tijd op mijn iPad aan wat documenten zitten werken in CloudOn omdat mijn laptop in gebruik was door iemand anders. En dat viel niet eens tegen! Het feit, dat je over de volledige Word functionaliteit kunt beschikken, vind ik al heel wat.
Opslag in de cloud
CloudOn werkt met verschillende cloud-opslagdiensten zoals Google Drive (voorheen Google Docs), DropBox en Box. Met name Box vind ik een sterke oplossing. Gebruiksvriendelijk en veel functionaliteiten. Er is (net als bij DropBox en SkyDrive overigens) ook een desktop-app. Daarmee krijg je ook een map op je pc, die gesynchroniseerd wordt met de cloud en dus met je bestanden op je iPad.
Inmiddels be ik wel een grootverbruiker van allerlei cloud-opslagdiensten. Daar heb ik stevig in moeten organiseren en standaardiseren om het overzichtelijk te houden.
Er zijn nog veeeeel meer apps, die de moeite waard zijn om aandacht aan te besteden. Dat komt weer een volgende keer, als ik weer wat enthousiaster ben over mijn iPad...
CloudOn
Al eerder schreef ik iets over CloudOn. Het is een app, die het mogelijk maakt om op de iPad te werken met Office, (weliswaar nog 2007 en Engelstalig, maar ik ben niet zo verwend). Wat ik er zo prettig aan vind is het feit dat het toetsenbord is uitgebreid met een aantal knoppen, die ik node mis op het gewone iPad-toetsenbord, zoals de pijltjestoetsen of een Delete-knop.
Perfect is het nog allemaal niet. Wat gepresenteerd wordt als een voordeel, ervaar ik wat anders. Alle bewerkingen worden meteen automatisch opgeslagen. Dat betekent wel, dat er geen Opslaan-functionaliteit in zit, waar mee te leven valt, maar ook geen Opslaan Als-functionaliteit. En dat is erg lastig als je een nieuwe versie wilt maken. Je kunt wel een document openen vanuit de mail en dat bewerken. Waar het document vervolgens blijft, is onduidelijk. Je moet het opnieuw mailen om het te kunnen opslaan.
Ondanks deze nadelen biedt het wel een oplossing voor de moment dat je een geen pc of laptop beschikbaar hebt. Afgelopen week heb ik een hele tijd op mijn iPad aan wat documenten zitten werken in CloudOn omdat mijn laptop in gebruik was door iemand anders. En dat viel niet eens tegen! Het feit, dat je over de volledige Word functionaliteit kunt beschikken, vind ik al heel wat.
Opslag in de cloud
CloudOn werkt met verschillende cloud-opslagdiensten zoals Google Drive (voorheen Google Docs), DropBox en Box. Met name Box vind ik een sterke oplossing. Gebruiksvriendelijk en veel functionaliteiten. Er is (net als bij DropBox en SkyDrive overigens) ook een desktop-app. Daarmee krijg je ook een map op je pc, die gesynchroniseerd wordt met de cloud en dus met je bestanden op je iPad.
Inmiddels be ik wel een grootverbruiker van allerlei cloud-opslagdiensten. Daar heb ik stevig in moeten organiseren en standaardiseren om het overzichtelijk te houden.
- Voor mijn werkbestanden gebruik ik nu Box. Omdat alle bestanden meteen gesynchroniseerd worden heb ik mijn bestanden vrijwel meteen beschikbaar op een andere pc of mijn iPad. Bovendien heb ik meteen een backup.
Box heeft heel veel apps, die allerlei functionaliteit toevoegen. Daar zitten heel interessante dingen bij. Eén invoegtoepassing, die ik na een kort gebruik weer verwijderd heb, was Box for Office. Met die app kreeg je in je lint in Office 2010 applicaties een knop 'Save to Box'. Daarmee kun je een bestand waar je aan werkt, direct in Box opslaan. Als je Box for Windows gebruikt en je slaat je bestanden op in de map My Box Files, worden de bestanden automatisch gesynchroniseerd met Box en heb je invoegtoepassing dus niet nodig. Die maakt namelijk het opstarten van de Officeprogramma's wat trager. - Voor mijn persoonlijke bestanden gebruik ik de Skydrive van MicroSoft. Daar heb ik veel ruimte (25 Gb). Ik maak regelmatig een backup van mijn bestanden (ondanks Box) en die backup synchroniseer ik weer met mijn SkyDrive. Een redundante oplossing, zou je kunnen zeggen.
- DropBox gebruik ik als archief van alle nuttige en nutteloze documenten, artikelen, wetenswaardigheden, presentaties van anderen, enzovoorts.
- Met Google Docs doe ik niet zo veel. Ik vind de mogelijkheden om formulieren te maken heel aardig, dus dat gebruik ik regelmatig.
- iCloud. Tja, de Apple iCloud. Ik vind dat nog steeds een behoorlijk ondoorgrondelijk gebeuren. Ik heb het zo ingesteld, dat mijn iPad nu automatisch wordt gebackupt, maar hoe ik daar verder mee om moet gaan, is me niet helder. Ik heb me daar nog niet zo geweldig in verdiept, dat komt nog een keer.
GoodReader
Goodreader is bij de meeste iPad-gebruikers wel bekend. Het is een prima reader voor documenten. PDF-documenten kun je ook annoteren. Verder zijn de mogelijkheden om je bestanden te organiseren helemaal niet zo slecht.
Het is pas recent, dat ik ontdekte, dat je ook daar een koppeling kunt leggen naar Box, DropBox en SkyDrive. Dat betekent weer, dat je de zaken weer beter georganiseerd kunt krijgen.
Het is pas recent, dat ik ontdekte, dat je ook daar een koppeling kunt leggen naar Box, DropBox en SkyDrive. Dat betekent weer, dat je de zaken weer beter georganiseerd kunt krijgen.
MindJet
Ik maak regelmatig gebruik van mindmaps als ik structuur moet aanbrengen in een berg gegevens of als ik in de beginfase van een project bezig ben. Het zou mooi zijn als dat ook op een iPad kon. Veel mensen lijken behoorlijk enthousiast te zijn van MindCreator. Ik heb de app gedownload en kan niet anders zeggen: ik vind een draak van een app. Niet mee te werken. Op mijn pc heb ik veel gewerkt met FreeMind, (met name omdat het gratis is). Op mijn iPad ben ik niet verder gekomen, dan een FreeMind Viewer. Dat schiet ook niet op.
Recent liep ik tegen MindJet aan, de gratis app van MindManager. Daar word ik weer vrolijk van. Daar valt op een iPad tenminste mee te mindmappen. Ik heb nog niet zoveel ervaring, maar dat gaat beslist komen.
Recent liep ik tegen MindJet aan, de gratis app van MindManager. Daar word ik weer vrolijk van. Daar valt op een iPad tenminste mee te mindmappen. Ik heb nog niet zoveel ervaring, maar dat gaat beslist komen.
SlideShark
Ik heb ooit eens een (korte) presentatie gegeven over Bring Your Own Device. Ik heb toen Prezi gebruikt om daar eens ervaring mee op te doen. Bovendien: Bring Your Own Device betekent ook Bring Your own Apps! Die presentatie wilde ik toen geven vanaf mijn iPad met een Prezi Viewer. De organisatie had echter gerekend op een presentator die ook letterlijk aan BYOD deed. Ik heb het toen maar van mijn laptop gedaan.
Op een iPad moet je overigens eigenlijk werken met KeyNote. Dat is een mooi presentatieprogramma, dat erg intuïtief werkt en waar je mooie resultaten mee kunt bereiken. Maar ja, veel van mijn presentaties staan in PowerPoint. En op mijn laptop gebruik dat bij voorkeur. Daarbij gebruik ik veel animaties om een verhaal te kunnen vertellen, terwijl de plaatjes worden opgebouwd. Als ik zo'n presentatie dan op mijn iPad wilde laten zien, kwam daar toch altijd weer een verminkte presentatie uit. Vergelijk met SlideShare.
Nu heb ik SlideShark gevonden. Die app werkt wel enigszins omslachtig (je moet de presentatie eerst mailen, dan openen in SlideShark om het te kunnen uploaden en dan vervolgens weer te downloaden naar je iPad). Maar het resultaat is er naar: je kunt je PowerPoint op je iPad met animaties laten zien.
SlideShark kun je ook weer koppelen aan je Box account. Door bij Box een app the downloaden kun je vanuit je Box-bestanden een powerpoint-presentatie direct openen in SlideShark. Makkelijk!
Overigens kun je bij SlideShark wat extra opslagruimte verdienen door anderen over te halen het ook te gaan gebruiken. Als je het wilt uitproberen: met deze link krijg je zelf 25% extra opslagruimte en krijg ik ook wat extra's...
SlideShark kun je ook weer koppelen aan je Box account. Door bij Box een app the downloaden kun je vanuit je Box-bestanden een powerpoint-presentatie direct openen in SlideShark. Makkelijk!
Overigens kun je bij SlideShark wat extra opslagruimte verdienen door anderen over te halen het ook te gaan gebruiken. Als je het wilt uitproberen: met deze link krijg je zelf 25% extra opslagruimte en krijg ik ook wat extra's...
donderdag 27 september 2012
Kennisgericht onderwijs - de proef op de som
Een van de redenen om Competentiegericht onderwijs, inmiddels omgedoopt in Beroepsgericht onderwijs, in te voeren, had onder andere te maken met de beperkte waarde en houdbaarheid van kennisgericht onderwijs.
Inmiddels heb ik zelf een vierdaagse cursus Prince2 Practitioner achter de rug. Over kennisgericht onderwijs gesproken! Morgen mag ik laten zien, wat ik er van opgestoken heb in een onvervalst 'praktijkgericht examen'. Pakweg 100 theoretische meerkeuzevragen over een paktijksituatie.
De reden dat ik vorig jaar een Foundation examen heb gedaan en nu een Praktitioner examen ga doen, heeft strikt genomen een symbolische waarde. In opdrachten zie je steeds vaker, dat het van adviseurs en vooral projectmanagers wordt gevraagd. Dus moet je je laten certificeren.
In de praktijk werkte ik al lang met Prince2, tenminste voor zover dat vereist was of een voordeel bood. In de praktijk kwam het nogal eens neer op 'PINO': Prince in name only. Oftewel, schrijf in je projectplan dat het conform Prince2 is en doe er verder niets meer mee.
Als je de opzet van Prince2 bekijkt of behandeld krijgt tijdens een cursus, dan kun je één ding concluderen. Het is erg gericht op gedetailleerde kennis van de systematiek. Daarbij komt het me goed van pas, dat mijn passieve kennis van Prince2 behoorlijk goed is, het probleem is vooral mijn gebrek aan actieve kennis. Wat ik lees, vind ik allemaal logisch en herkenbaar. Als je me vraagt welke stappen je moet doorlopen bij een bepaalde activiteit, sta ik met mijn mond vol tanden. Nou ja, een meerkeuze examen gaat me behoorlijk af, in een examen met open vragen zou ik behoorlijk de mist in gaan. Toch moet je je niet in de meerkeuzevragen vergissen. Daar zitten heel geniepige vraagjes bij, waar je absoluut de mist in gaat als je de vraag niet goed leest én interpreteert.
Tijdens de cursus hebben we veel discussies gevoerd over de 'sneaky' vraagstelling, 'de betonnen zwembandjes' en het nut van al die feitenkennis. Alsof je geen goed projectmanager kunt zijn als je bepaalde een opmerking niet in het kwaliteitsregister maar in een configuratie-itemrecord verwerkt. En al helemaal niet als je als projectmanager vergeet in het kwaliteitshandboek de naam van de voorzitter van de reviewbijeenkomst te noteren. En wat dacht je wat er met een project gebeurt, als de 'projectborging leverancier' wordt ingevuld door een externe?
Maar toch...
Aan het einde van de cursus kwam ik voor mezelf tot de conclusie, dat ik het eigenlijk toch wel eens ben met de aanpak. Vooral, omdat je in de praktijk toch wel pragmatisch om gaat met veel van die dingen. De uitgekiende systematiek van Prince2 en de feitenkennis die daarover bekend wordt verondersteld bij de examens, levert wel toch wat op. Op de eerste plaats is dat de gemeenschappelijke taal die door alle Prince2 project-betrokkenen wordt gebruikt. Het schept duidelijkheid. En ook wordt me steeds meer duidelijk, dat het makkelijker is om vanuit een behoorlijke feitelijke basis met beleid (lees: 'pragmatisch') om te gaan met de richtlijnen en voorschriften van Prince2 dan andersom: roepen, dat je het project volgens Prince2 aanpakt en dan vervolgens eigenlijk maar wat doet omdat het kennisfundament ontbreekt. In die zin was deze cursus weer een nuttige praktijkervaring die heeft geleid tot een bevestiging van wat ik eigenlijk al wist: feitenkennis is noodzakelijk.
Morgen maar eens kijken of ik dat ook in de praktijk kan brengen. Je mag duimen...
Inmiddels heb ik zelf een vierdaagse cursus Prince2 Practitioner achter de rug. Over kennisgericht onderwijs gesproken! Morgen mag ik laten zien, wat ik er van opgestoken heb in een onvervalst 'praktijkgericht examen'. Pakweg 100 theoretische meerkeuzevragen over een paktijksituatie.
De reden dat ik vorig jaar een Foundation examen heb gedaan en nu een Praktitioner examen ga doen, heeft strikt genomen een symbolische waarde. In opdrachten zie je steeds vaker, dat het van adviseurs en vooral projectmanagers wordt gevraagd. Dus moet je je laten certificeren.
In de praktijk werkte ik al lang met Prince2, tenminste voor zover dat vereist was of een voordeel bood. In de praktijk kwam het nogal eens neer op 'PINO': Prince in name only. Oftewel, schrijf in je projectplan dat het conform Prince2 is en doe er verder niets meer mee.
Als je de opzet van Prince2 bekijkt of behandeld krijgt tijdens een cursus, dan kun je één ding concluderen. Het is erg gericht op gedetailleerde kennis van de systematiek. Daarbij komt het me goed van pas, dat mijn passieve kennis van Prince2 behoorlijk goed is, het probleem is vooral mijn gebrek aan actieve kennis. Wat ik lees, vind ik allemaal logisch en herkenbaar. Als je me vraagt welke stappen je moet doorlopen bij een bepaalde activiteit, sta ik met mijn mond vol tanden. Nou ja, een meerkeuze examen gaat me behoorlijk af, in een examen met open vragen zou ik behoorlijk de mist in gaan. Toch moet je je niet in de meerkeuzevragen vergissen. Daar zitten heel geniepige vraagjes bij, waar je absoluut de mist in gaat als je de vraag niet goed leest én interpreteert.
Tijdens de cursus hebben we veel discussies gevoerd over de 'sneaky' vraagstelling, 'de betonnen zwembandjes' en het nut van al die feitenkennis. Alsof je geen goed projectmanager kunt zijn als je bepaalde een opmerking niet in het kwaliteitsregister maar in een configuratie-itemrecord verwerkt. En al helemaal niet als je als projectmanager vergeet in het kwaliteitshandboek de naam van de voorzitter van de reviewbijeenkomst te noteren. En wat dacht je wat er met een project gebeurt, als de 'projectborging leverancier' wordt ingevuld door een externe?
Maar toch...
Aan het einde van de cursus kwam ik voor mezelf tot de conclusie, dat ik het eigenlijk toch wel eens ben met de aanpak. Vooral, omdat je in de praktijk toch wel pragmatisch om gaat met veel van die dingen. De uitgekiende systematiek van Prince2 en de feitenkennis die daarover bekend wordt verondersteld bij de examens, levert wel toch wat op. Op de eerste plaats is dat de gemeenschappelijke taal die door alle Prince2 project-betrokkenen wordt gebruikt. Het schept duidelijkheid. En ook wordt me steeds meer duidelijk, dat het makkelijker is om vanuit een behoorlijke feitelijke basis met beleid (lees: 'pragmatisch') om te gaan met de richtlijnen en voorschriften van Prince2 dan andersom: roepen, dat je het project volgens Prince2 aanpakt en dan vervolgens eigenlijk maar wat doet omdat het kennisfundament ontbreekt. In die zin was deze cursus weer een nuttige praktijkervaring die heeft geleid tot een bevestiging van wat ik eigenlijk al wist: feitenkennis is noodzakelijk.
Morgen maar eens kijken of ik dat ook in de praktijk kan brengen. Je mag duimen...
zondag 23 september 2012
Edubloggersoverzicht: waardevol voor het onderwijs
Ik kreeg alweer een aantal weken geleden een bericht van Willem Karssenberg dat mijn blog was opgenomen in het EduBloggers overzicht. Inmiddels blijken er al zo'n kleine 140 Nederlandstalige onderwijsbloggers actief te zijn met een enorme diversiteit aan onderwerpen en thema's.
Geweldig is dat: het levert naar mijn idee een schat aan informatie voor iedereen die met onderwijs bezig is, vaak vanuit de praktijk, over evidence based gesproken!
Als ik dan door dat overzicht blader, zijn er een hele hoop blogs én bloggers, die ik nog niet ken. Nog een mooie klus om eens even wat blogs uit te zoeken, die me in mijn interessegebied liggen.
Ook aardig om een overzicht te zien van alle recent gepubliceerde berichten. Mijn naam werd in de recente berichten genoemd, helaas niet van wege mijn prestaties maar vanwege mijn afwezigheid. In elk geval: dank voor de tweets, sms'jes en blogberichten met beterschapswensen. Het gaat alweer wat beter na een uitgelopen middenoorontsteking, compleet met gescheurd trommelvlies én een antibiotica-allergie (mijn hele lijf is inmiddels jeukerig rood - paars gevlekt). Zelfs de felicitaties gehad van mijn huisarts met het bereiken van een triest record van vrijwel alle complicaties en bijwerkingen die er te bedenken zijn bij een dergelijke eenvoudige aandoening...
Desalniettemin, we gaan weer vrolijk aan de slag, nog onderwerpen genoeg om over te schrijven, al ontbreekt het wat meer aan de tijd. Gelukkig zijn er voldoende alternatieve blogs voorhanden voor al de berichten die ik de laatste tijd niet heb kunnen schrijven!
Geweldig is dat: het levert naar mijn idee een schat aan informatie voor iedereen die met onderwijs bezig is, vaak vanuit de praktijk, over evidence based gesproken!
Als ik dan door dat overzicht blader, zijn er een hele hoop blogs én bloggers, die ik nog niet ken. Nog een mooie klus om eens even wat blogs uit te zoeken, die me in mijn interessegebied liggen.
Ook aardig om een overzicht te zien van alle recent gepubliceerde berichten. Mijn naam werd in de recente berichten genoemd, helaas niet van wege mijn prestaties maar vanwege mijn afwezigheid. In elk geval: dank voor de tweets, sms'jes en blogberichten met beterschapswensen. Het gaat alweer wat beter na een uitgelopen middenoorontsteking, compleet met gescheurd trommelvlies én een antibiotica-allergie (mijn hele lijf is inmiddels jeukerig rood - paars gevlekt). Zelfs de felicitaties gehad van mijn huisarts met het bereiken van een triest record van vrijwel alle complicaties en bijwerkingen die er te bedenken zijn bij een dergelijke eenvoudige aandoening...
Desalniettemin, we gaan weer vrolijk aan de slag, nog onderwerpen genoeg om over te schrijven, al ontbreekt het wat meer aan de tijd. Gelukkig zijn er voldoende alternatieve blogs voorhanden voor al de berichten die ik de laatste tijd niet heb kunnen schrijven!
woensdag 19 september 2012
Hoe ver wil je gaan met het volgen van leerlingen?
WebWereld bericht dat in Amerika enkele scholen hun leerlingen willen gaan volgen met behulp van RFID-chips in een schoolpas. Het zou helpen tegen spijbelaars. Er zijn protesten van ouders die het een inbreuk vinden op hun privacy.
Als ik eerlijk ben, vind ik dit nog niet zo'n schokkende ontwikkeling. Eerder heb ik al eens een blog voor Kennisnet gemaakt waarin de ontwikkelingen wel spannender werden voorgesteld. Eerlijk gezegd zie ik ook niet zo, hoe je op deze manier het echte spijbelen terug kunt dringen, maar daarvoor heb ik niet voldoende informatie over de hele aanpak.
Verder lijkt het me geen sterk verhaal te veronderstellen dat de rfid-chip de privacy aantast, althans als men de juiste rfid-chip gebruikt. Er zijn allerlei verschillende typen rfid-chips. Het lijkt me, dat deze chips van een type zijn met een unieke code die alleen uitgelezen kan worden. Als die dan buiten het schoolterrein zouden worden uitgelezen, heeft de ontvanger alleen een nietszeggende ID-code van de chip. De bijbehorende gegevens zijn alleen beschikbaar in het schoolsysteem, toch? Of zouden er allerlei hackers geïnteresseerd zijn in het klonen van schoolpasjes?
In elke geval denk ik dat de kinderen van deze ouders geen mobieltje mogen hebben. Ze zouden eens gepeild kunnen worden...
Als ik eerlijk ben, vind ik dit nog niet zo'n schokkende ontwikkeling. Eerder heb ik al eens een blog voor Kennisnet gemaakt waarin de ontwikkelingen wel spannender werden voorgesteld. Eerlijk gezegd zie ik ook niet zo, hoe je op deze manier het echte spijbelen terug kunt dringen, maar daarvoor heb ik niet voldoende informatie over de hele aanpak.
Verder lijkt het me geen sterk verhaal te veronderstellen dat de rfid-chip de privacy aantast, althans als men de juiste rfid-chip gebruikt. Er zijn allerlei verschillende typen rfid-chips. Het lijkt me, dat deze chips van een type zijn met een unieke code die alleen uitgelezen kan worden. Als die dan buiten het schoolterrein zouden worden uitgelezen, heeft de ontvanger alleen een nietszeggende ID-code van de chip. De bijbehorende gegevens zijn alleen beschikbaar in het schoolsysteem, toch? Of zouden er allerlei hackers geïnteresseerd zijn in het klonen van schoolpasjes?
In elke geval denk ik dat de kinderen van deze ouders geen mobieltje mogen hebben. Ze zouden eens gepeild kunnen worden...
woensdag 12 september 2012
Hoe kleine dingen groot kunnen worden
Wat een prachtig en inspirerend vak heb ik toch. Het biedt me in elk de gelegenheid om met veel verschillende mensen over heel veel boeiende onderwerpen te discussiëren.
Vanmorgen een boeiend gesprek gehad waarin 'even een voorbeeld' voorbij kwam dat prachtig illustreerde hoe ICT werk en leren beïnvloedt. In het voorbeeld ging het over een aanbesteding rond mobiele telefonie in een onderwijsinstelling. Op zich niets bijzonders, tot men er wat verder over ging nadenken. Wat besteden we nu eigenlijk aan? Als iedereen zo'n beetje over een smartphone beschikt en we overal wifi hebben, moeten we dan nog betalen om met elkaar te kunnen bellen? Via mobiele devices kun je immers gratis berichten versturen (Whatsapp, Messenger) of met elkaar beeldbellen (Skype, Facetime). Via een beetje verbinding kun je bestanden met elkaar delen en dus online samenwerken. We hebben het dan over Unified Communications. Wat betekent dat voor de interne maar ook externe communicatie, wat betekent dat eigenlijk voor onze visie op de werkomgeving en dus eigenlijk op werken?
Daar komt nog iets bij, het gaat om een onderwijsinstelling. Studenten groeien op in een wereld waar dit soort zaken steeds gewoner worden, moet daar in het inderwijs geen aandacht aan worden besteed? Moet het onderwijs daar niet op worden ingericht?
Kortom: wat begon als een betrekkelijk eenvoudig iets groeit in korte tijd uit tot een fundamentele visiediscussie.
Ik word daar best heel vrolijk van. Ik zie er in elk geval iets van een kentering in als dergelijke vraagstukken binnen een organisatie leiden tot zulke existentiële discussies. Het zijn geen makkelijke trajecten maar ze kunnen veel energie losmaken!
Voor zo'n organisatie is het zaak zich niet te laten weerhouden door de schijnbare complexiteit van het vraagstuk en mogelijke complicaties. In het Volkskrantmagazine van afgelopen zaterdag stond een mooi artikel waarin nog eens duidelijk werd gemaakt dat social media de sociale verbondenheid tussen mensen niet zomaar vergroot. Mensen, die altijd al een groot netwerk hadden, worden door die social media nog eens gefaciliteerd in dat netwerken en het leggen en onderhouden van nog meer sociale contacten. Daar staat tegenover dat mensen die niet zo sociaal actief zijn, een grote kans hebben door social media nog eens extra gefrustreerd te raken. De kans is groot dat er vrijwel nooit iemand reageert op een tweet of berichtje. Daarmee worden ze nog eens bevestigd in hun betrekkelijke isolement.
Op dezelfde manier zal dat gaan spelen als binnen een organisatie zoiets als unified communications wordt ingevoerd. Sommigen zullen zich bedreigd coelen door dingen waar ze eigenlijk niet goed weten wat ze ermee aanmoeten.
Wel een belangrijk aandachtspunt in het traject maar laat het geen belemmering zijn er mee aan de slag te gaan!
Vanmorgen een boeiend gesprek gehad waarin 'even een voorbeeld' voorbij kwam dat prachtig illustreerde hoe ICT werk en leren beïnvloedt. In het voorbeeld ging het over een aanbesteding rond mobiele telefonie in een onderwijsinstelling. Op zich niets bijzonders, tot men er wat verder over ging nadenken. Wat besteden we nu eigenlijk aan? Als iedereen zo'n beetje over een smartphone beschikt en we overal wifi hebben, moeten we dan nog betalen om met elkaar te kunnen bellen? Via mobiele devices kun je immers gratis berichten versturen (Whatsapp, Messenger) of met elkaar beeldbellen (Skype, Facetime). Via een beetje verbinding kun je bestanden met elkaar delen en dus online samenwerken. We hebben het dan over Unified Communications. Wat betekent dat voor de interne maar ook externe communicatie, wat betekent dat eigenlijk voor onze visie op de werkomgeving en dus eigenlijk op werken?
Daar komt nog iets bij, het gaat om een onderwijsinstelling. Studenten groeien op in een wereld waar dit soort zaken steeds gewoner worden, moet daar in het inderwijs geen aandacht aan worden besteed? Moet het onderwijs daar niet op worden ingericht?
Kortom: wat begon als een betrekkelijk eenvoudig iets groeit in korte tijd uit tot een fundamentele visiediscussie.
Ik word daar best heel vrolijk van. Ik zie er in elk geval iets van een kentering in als dergelijke vraagstukken binnen een organisatie leiden tot zulke existentiële discussies. Het zijn geen makkelijke trajecten maar ze kunnen veel energie losmaken!
Voor zo'n organisatie is het zaak zich niet te laten weerhouden door de schijnbare complexiteit van het vraagstuk en mogelijke complicaties. In het Volkskrantmagazine van afgelopen zaterdag stond een mooi artikel waarin nog eens duidelijk werd gemaakt dat social media de sociale verbondenheid tussen mensen niet zomaar vergroot. Mensen, die altijd al een groot netwerk hadden, worden door die social media nog eens gefaciliteerd in dat netwerken en het leggen en onderhouden van nog meer sociale contacten. Daar staat tegenover dat mensen die niet zo sociaal actief zijn, een grote kans hebben door social media nog eens extra gefrustreerd te raken. De kans is groot dat er vrijwel nooit iemand reageert op een tweet of berichtje. Daarmee worden ze nog eens bevestigd in hun betrekkelijke isolement.
Op dezelfde manier zal dat gaan spelen als binnen een organisatie zoiets als unified communications wordt ingevoerd. Sommigen zullen zich bedreigd coelen door dingen waar ze eigenlijk niet goed weten wat ze ermee aanmoeten.
Wel een belangrijk aandachtspunt in het traject maar laat het geen belemmering zijn er mee aan de slag te gaan!
maandag 3 september 2012
Einde van de leerfabriek - stof tot nadenken
In het NRC van afgelopen zaterdag stond een uitgebreid artikel over de start van de nieuwe Techniekfabriek bij de NS, wat me stof tot nadenken heeft opgeleverd.
In het artikel wordt ingegaan op het feit dat roc's er niet in slagen voldoende techniekstudenten op te leiden. Veel bedrijven, zoals de NS, starten daarom hun eigen opleiding. FME-voorzitter Hamming steekt haar teleurstelling niet onder stoelen en banken:
Vervolgens komt het concept van de Techniekfabriek aan bod. Onderwijsadviseur Erica Aalsma geeft een toelichting:
Nog wat stof tot nadenken.
Er lijkt iets fundamenteel mis te zijn met het ontwerp van het MBO. Dat staat los van de kwaliteit van het onderwijs. Ook op artiestenopleidingen kan er immers heel goed onderwijs gegeven worden.
Als de markt, de afnemers, de werkgevers dus, zelf weer gaan opleiden omdat de MBO-instellingen het niet voor elkaar krijgen, is toch een fors signaal. Dat levert dan een aardig dilemma want niemand zit er op te wachten dat het MBO weer terug moet naar de tekentafel. Het lijkt me, dat daarmee het kind met het badwater wordt weggegooid. Maar het geeft stof tot nadenken, over de weeffouten van het systeem en hoe die aangepakt zouden kunnen worden...
In het artikel wordt ingegaan op het feit dat roc's er niet in slagen voldoende techniekstudenten op te leiden. Veel bedrijven, zoals de NS, starten daarom hun eigen opleiding. FME-voorzitter Hamming steekt haar teleurstelling niet onder stoelen en banken:
'Afgelopen maandag gaf Dezentjé Hamming een pittige speech op het Albeda College in Rotterdam. „De ROC’s hebben ons niet gebracht wat we ervan hadden verwacht”, zei ze. De ROC’s ontstonden in de jaren negentig, toen de ruim 500 mbo-instellingen moesten fuseren tot 50 Regionale Opleidingscentra. Volgens critici heeft dat geleid tot anonieme leerfabrieken, waar nog maar weinig aandacht is voor individuele leerlingen. Volgens velen is het niveau op de ROC’s onder de maat. „De ambitie is om excellent beroepsonderwijs te leveren, met een goede match met de arbeidsmarkt”, zegt Dezentjé Hamming van de werkgeversvereniging FME. „Die ambitie wordt volstrekt niet waargemaakt.”'en
'Scholen worden afgerekend op het aantal leerlingen dat een diploma haalt – maar niet op het feit of de leerling een baan vindt na zijn opleiding. Voor ROC’s is het daarom aantrekkelijker om een opleiding ‘dierenverzorging’ in stand te houden dan een opleiding elektrotechniek. „In Nederland zijn er ongeveer 20 plaatsen waar je een mbo-opleiding voor ‘artiest’ kunt volgen”, zegt Dezentjé Hamming van FME. „Ik noem dat opleiden voor de bijstand.”'Overigens wel grappig, hoe het artikel begint:
'De opening is spectaculair. De verlegen leerling aan de zijde van demissionair minister van Onderwijs Marja van Bijsterveldt (CDA) springt ineens van het podium en begint professioneel te dansen op een harde beat. Plotseling duiken er andere leden van de dansgroep op tussen het publiek: binnen mum van tijd ligt de hele crew te spinnen op het gangpad.'Wat voor opleiding zouden die studenten volgen? (Overigens ben ik het wel eens met die kritiek!)
Vervolgens komt het concept van de Techniekfabriek aan bod. Onderwijsadviseur Erica Aalsma geeft een toelichting:
'De ‘omgekeerde leerweg’ noemt Aalsma dat. „Het beroepsonderwijs is gedeformeerd”, zegt de onderwijskundige. „Bij de ROC’s ligt de nadruk nadruk veel te veel op het leren uit boeken, in de klas. Deze jongeren willen leren uit de praktijk.” Aalsma heeft het concept eerder toegepast. Vier jaar geleden begon het Koning Willem I College met de ‘Waterfabriek’. Op het ROC werd een werkende productielijn opgezet voor het vullen en verpakken van flesjes water. Door te werken met echte machines leren studenten hoe een modern productieproces in elkaar zit. De lokale Heinekenbrouwerij gaf advies.'Eh, wacht even. Was het niet Coen Free van het Koning Willem I die alweer ruim twee jaar geleden zo afgaf op die praktijkcomponenten van het MBO in zijn Manifest 'van CGO naar GGO'?
Nog wat stof tot nadenken.
Er lijkt iets fundamenteel mis te zijn met het ontwerp van het MBO. Dat staat los van de kwaliteit van het onderwijs. Ook op artiestenopleidingen kan er immers heel goed onderwijs gegeven worden.
Als de markt, de afnemers, de werkgevers dus, zelf weer gaan opleiden omdat de MBO-instellingen het niet voor elkaar krijgen, is toch een fors signaal. Dat levert dan een aardig dilemma want niemand zit er op te wachten dat het MBO weer terug moet naar de tekentafel. Het lijkt me, dat daarmee het kind met het badwater wordt weggegooid. Maar het geeft stof tot nadenken, over de weeffouten van het systeem en hoe die aangepakt zouden kunnen worden...
zondag 2 september 2012
Zoekt en gij zult vinden
Het leuke van computerblaadjes is, dat er allerlei dingen in staan die interessant zijn (of kunnen zijn). Het nadeel van computerblaadjes is, dat je ze binnen de kortste keren weer kwijt bent of dat je allang niet meer weet in welk tijdschrift of welk nummer dat ene artikel ook al weer stond.
Een van de oplossingen is dan, dat je even aandacht aan besteed op je eigen blog, dan heb je het als het ware in je eigen digitale archief staan.
Zo stond er in het septembernummer van Digitaalgids (een uitgave van de Consumentenbond) een leuk artikel met tips over het zoeken op internet. Dat had ik gelezen en ik dacht nog: 'Onthouden'. Maar ja, toen ik een paar dagen later op Google weer eens iets niet kon vinden, kon ik me die tips niet meer voor de geest halen. Vandaar dat ik ze maar even in mijn 'extended memory' plaats:
Een van de oplossingen is dan, dat je even aandacht aan besteed op je eigen blog, dan heb je het als het ware in je eigen digitale archief staan.
Zo stond er in het septembernummer van Digitaalgids (een uitgave van de Consumentenbond) een leuk artikel met tips over het zoeken op internet. Dat had ik gelezen en ik dacht nog: 'Onthouden'. Maar ja, toen ik een paar dagen later op Google weer eens iets niet kon vinden, kon ik me die tips niet meer voor de geest halen. Vandaar dat ik ze maar even in mijn 'extended memory' plaats:
- Voorspel het antwoord
Beredeneer hoe het antwoord er uit zou kunnen zien. Als je de vraag benadert vanuit de vraag ('wat is Twitter?') maak je veel minder kans dan wanneer je dat doet vanuit het antwoord ('met Twitter kun je'). - Splits de zindelen op
De geboortedatum van Mark Rutte vind je heel makkelijk met "Mark Rutte" "geboren op". Allerlei andere woorden (is, was, werd) zijn immers niet iteressant. - Truc met de puntjes
Als je niet precies weet welke waarde een bepaalde grootheid heeft maar je weet wel tussen welke waarden die grootheid inligt, gebruik dan puntjes. Bijvoorbeeld "maximumsnelheid van 30...80 kilometer" geeft alle resultaten tussen 30 en 80 weer. - Gebruik sterretjes
Met sterretjes kun je delen in de zin weglaten, bijvoorbeeld "alles over *hamsters". Daarmee vind je ook alles, waarbij er nog iets voor de hamster is opgenomen (alles over mijn hamster, alles over dwerghamsters, etc) - Gebruik bovenkoppen
Je kunt scherper filteren door uitsluitend in de titel van een website te zoeken. Normaal gsproken vind je immers alle websites waar de zoekterm in terugkomt. Met de toevoeging 'allintitle;' beperk je dat, bijvoorbeeld met: allintitle: "alles over hamsters". - Zoek in Google.com
Google.nl zoekt eerst in Nederlandse pagina's omdat lokale resultaten voorrang krijgen. Eeventueel ku je er nog /ncr achter plaatsen (= no country region). - Zoek binnen de site.
Als je iets wilt vinden in een website, kun je binnen die site zoeken met de toevoeging 'site:'. Zo geeft 'onderwijsvanovermorgen site: "e-learning"' alle berichten op mijn blog waar ik iets over e-leraning heb geschreven. - Bestanden zoeken
Om een bepaald document te vinden kun je bijvoorbeeld 'filetype:pdf' (of doc of xls, etc) toevoegen. - Zoeken in weblinks
Een website bestaat vaak uit allerlei mappen waar de informatie in is opgeslagen. Bij een normale zoekopdracht vind je alleen de informatie op de hoofdpagina. Met de toevoeging 'inurl:' zoek je in de weblinks naar de verschillende pagina's.
In de Digitaalgids stond als voorbeeld een vergelijking tussen 'korting sauna' en 'ínurl: korting sauna'. Volgens mij zijn er betere voorbeelden te vinden. Met de toevoeging vond ik in elk geval nog een ander blaadje, dat de tips ook overgenomen had... - Tijdmachine
Nieuws van jaren geleden kan worden gevonden via www.archive.org. Met de 'wayback machine' kun je websites van na 1996 terugvinden.
vrijdag 24 augustus 2012
Als water uit de kraan: diner pensant over de cloud.
'Als water uit de kraan' is de titel van een bijeenkomst over cloudoplossingen die M&I/Partners organiseert voor vertegenwoordigers van onderwijsinstellingen op 19 september in het Klooster in Amersfoort. Dit gebeurt aan de vooravond van de 26ste saMBO~ICT conferentie op 20 september in het Kontakt de Kontinenten in Soesterberg.
Er is veel te zeggen voor ICT 'als water uit de kraan'. ICT zou moeten werken als een nutsvoorziening. Kraan open, en het water komt eruit - zo simpel. Met de mogelijkheden om applicaties ‘als dienst’ af te nemen, om hele serverparken ‘in the cloud’ te zetten om snel extra opslag- en servercapaciteit bij te huren, lijkt ook voor onderwijsinstellingen die situatie steeds dichterbij te komen.
De praktijk blijkt weerbarstiger. Beveiliging van gegevens, een beperkte garantie op continuïteit, een flexibiliteit die tegen valt. Het valt niet mee om de potentiële voordelen ook werkelijk te realiseren.
De bijeenkomst heeft de vorm van een een diner pensant. Tussen de gangen door praten enkele ervaringsdeskundigen u bij over ontwikkelingen, mogelijke valkuilen én acties om die valkuilen te vermijden. Tijdens elke gang nodigen wij de deelnemers uit om ervaringen uit te wisselen, maar ook om vragen aan elkaar en de sprekers te formuleren.
Meer weten of aanmelden? Dat kan hier. Er is nog een beperkt aantal plaatsen beschikbaar!
Er is veel te zeggen voor ICT 'als water uit de kraan'. ICT zou moeten werken als een nutsvoorziening. Kraan open, en het water komt eruit - zo simpel. Met de mogelijkheden om applicaties ‘als dienst’ af te nemen, om hele serverparken ‘in the cloud’ te zetten om snel extra opslag- en servercapaciteit bij te huren, lijkt ook voor onderwijsinstellingen die situatie steeds dichterbij te komen.
De praktijk blijkt weerbarstiger. Beveiliging van gegevens, een beperkte garantie op continuïteit, een flexibiliteit die tegen valt. Het valt niet mee om de potentiële voordelen ook werkelijk te realiseren.
De bijeenkomst heeft de vorm van een een diner pensant. Tussen de gangen door praten enkele ervaringsdeskundigen u bij over ontwikkelingen, mogelijke valkuilen én acties om die valkuilen te vermijden. Tijdens elke gang nodigen wij de deelnemers uit om ervaringen uit te wisselen, maar ook om vragen aan elkaar en de sprekers te formuleren.
Meer weten of aanmelden? Dat kan hier. Er is nog een beperkt aantal plaatsen beschikbaar!
donderdag 16 augustus 2012
Wie kan me helpen met een kabeltje?
Een tijdje terug heb ik een prima laptop aangeschaft. Blij mee, werkt goed. Niks aan de hand.
Nu heeft leverancier SamSung bedacht, dat het wel handig is om geen VGA-poort meer aan te brengen in dat ding. Er werd dus keurig een verloopkabeltje meegeleverd van zoiets als Micro-HDMI naar VGA.
Ja ja, ik heb het al zo vaak gehoord: "dat kan helemaal niet want HDMI is digitaal en VGA is analoog". Dat zal allemaal wel, punt is dat ik zo'n kabeltje had wat prima werkte en nu niet meer. Waarschijnlijk ergens laten liggen.
Nu blijkt dat kabeltje niet zomaar ergens te krijgen te zijn. Ik heb veel winkels gehad, veel websites met kabeltjes in alle kleuren, maten en toepassingen maar nergens kan ik zo'n kabeltje krijgen.
Uiteindelijk kwam ik bij SamSung zelf uit. Daar noemen ze het een VGA-dongel. Die dingen zijn in Amerika wel leverbaar voor pakweg $25 - $40. Duur voor zo'n kabeltje, maar ja. Besteld bij Amazon maar helaas: ze komen vanuit Amerika niet bezorgen op mijn adres.
Maar als ze dat met samsung.com hebben, dan hebben ze het misschien ook wel bij samsung.nl. Als je de productcode weet, kun je daar zoeken. Die code wist ik nu vanuit de Amerikaanse site.
En jawel, een vriendelijke online meneer gaf aan, dat ik dat ding inderdaad bij hen kan bestellen.
Voor € 126,17.
Pardon?
Dus toch even crowdsourcing: wie kan me voor een redelijke prijs aan zo'n kabeltje helpen?
Nu heeft leverancier SamSung bedacht, dat het wel handig is om geen VGA-poort meer aan te brengen in dat ding. Er werd dus keurig een verloopkabeltje meegeleverd van zoiets als Micro-HDMI naar VGA.
Ja ja, ik heb het al zo vaak gehoord: "dat kan helemaal niet want HDMI is digitaal en VGA is analoog". Dat zal allemaal wel, punt is dat ik zo'n kabeltje had wat prima werkte en nu niet meer. Waarschijnlijk ergens laten liggen.
Nu blijkt dat kabeltje niet zomaar ergens te krijgen te zijn. Ik heb veel winkels gehad, veel websites met kabeltjes in alle kleuren, maten en toepassingen maar nergens kan ik zo'n kabeltje krijgen.
Uiteindelijk kwam ik bij SamSung zelf uit. Daar noemen ze het een VGA-dongel. Die dingen zijn in Amerika wel leverbaar voor pakweg $25 - $40. Duur voor zo'n kabeltje, maar ja. Besteld bij Amazon maar helaas: ze komen vanuit Amerika niet bezorgen op mijn adres.
Maar als ze dat met samsung.com hebben, dan hebben ze het misschien ook wel bij samsung.nl. Als je de productcode weet, kun je daar zoeken. Die code wist ik nu vanuit de Amerikaanse site.
En jawel, een vriendelijke online meneer gaf aan, dat ik dat ding inderdaad bij hen kan bestellen.
Voor € 126,17.
Pardon?
Dus toch even crowdsourcing: wie kan me voor een redelijke prijs aan zo'n kabeltje helpen?
Abonneren op:
Posts (Atom)