maandag 30 april 2007

Topcollege MBO-management

In de serie Topcolleges MBO-management ben ik op 26 april in de gelegenheid geweest om het eerste college bij te wonen, gegeven door Coen Free, Algemeen Directeur van het Koning Willem I College in Den Bosch en initiatiefnemer van de School voor de Toekomst. Het onderwerp van het college was ‘Visie, beleid en strategie: Innovatie in 3d’.
(Nu was er nog geen handout beschikbaar en de plaatjes passeerden regelmatig net iets vlugger dan ik kan schrijven, dus af en toe miste ik net het laatste stukje, maar goed.

In het eerste deel ging Free vanuit het thema ‘Visie’ in op de maatschappelijke ontwikkelingen en de daaruit voorkomende problemen. Als waarschuwing werd de parabel van de gekookte kikker aangehaald (zet een kikker in een pan heet water en hij springt eruit, zet hem in pan met koud water en verwarm het water, dan zal kikker blijven zitten, totdat hij gekookt is. Moraal: veranderingen gaan geleidelijk, je hebt het vaak niet in de gaten totdat het te laat is).
Groei van de wereldbevolking, toename van de gemiddelde leeftijd en meer welvaart, globalisering en technologisering leiden o.a. tot een energiecrisis, milieuproblemen, politieke instabiliteit, allerlei migratiestromen, enzovoorts. Er werden veel voorbeelden aangehaald zoals die ook beschreven zijn in ‘de Aarde is Plat’, van Friedman, zoals de snelgroeiende economieën van India en China. De Westerse Wereld is daar (nog) niet op toegerust, is bezig de koek te verdelen in plaats van hem groter te maken (kikker!).

Er is een parallel te trekken met de de periode die begon met de uitvinding van de boekdrukkunst in 1450. Dat leidde uiteindelijk met de stellingen van Luther in 1517 tot de Renaissance met een periode van grote instabiliteit en onrust. De digitale revolutie laat op dit moment een vergelijkbaar patroon zien. Oude structuren mbt religie, politiek, arbeid, zorg en onderwijs zijn daarmee aan het einde van hun levenscyclus gekomen en dus aan vervanging toe. Zie de huidige onrust in die sectoren in de vorm van onkerkelijking, politieke hervormingen, onderwijsvernieuwingen, reorganisatie in de zorg, nieuwe economische modellen, andere opvattingen over arbeid en beroepen. Beroepen komen en gaan, vakkennis is geen garantie meer op een baan, beroepskennis veroudert, het is dan legitiem je af te vragen wat je dan nog met beroepsonderwijs moet! Een diploma voor een beroepsopleiding heeft niet meer als vroeger een ´eeuwigheidswaarde´. De kwantitatieve leerplicht (leeftijdsgrens) moet dan ook worden vervangen door een kwalitatieve leerplicht (minimaal dat nivau behaald)’.

Tijdens de presentatie worden tal van voorbeelden besproken van de veranderende wereld en de manier waarop wij daar tegenaan kijken. Open gemeenschappen (wikipedia, vrije content zoals het OpenCourseware Consortium waar inmiddels ook de OU in participeert), het oprukken van technologie in het lichaam (zie o.a. Warwick), mogelijkheden om de hersencapaciteit te vergroten of apparaten aan te sturen met gedachten.

In een discussie binnen de groep werd gesproken over de impact van de huidige veranderingen op de verschillende generaties. En natuurlijk gaan die veranderingen veel sneller dan vroeger maar daar staat tegenover dat de wereld en daarmee ons referentiekader groter is. De impact van de eerste auto voor mensen die nooit meer van de wereld hadden gezien dan het eigen dorp was natuurlijk navenant. Na de boekdrukkunst ontstond in feite ook een informatie-overload voor grote groepen mensen (al zullen zij dat waarschijnlijk wel anders genoemd hebben).

Toch zijn er grote verschillen te zien tussen de ‘oudere’ generatie en de huidige jonge generatie die opgroeit met technologie, beschikbare infomatie en communicatiemogelijkheden als gegeven. Zij regelen hun omgeving met ´mouse, mobile & manual (afstandsbediening)’

Uiteindelijke hebben alle ontwikkelingen er toe geleid dat er meer ‘ruimtes’ ontstonden. Moesten we vroeger het met de fysieke ruimte doen, we beginnen steeds meer een beeld te krijgen van de mentale ruimte (de mogelijkheden van de hersenen) en tegelijkertijd ontstaat nog een ruimte: de digitale of virtuele ruimte. Dit komt terug in de titel van de presentatie: 3D.

Over het thema ‘Beleid’ was Free heel kort. Hij gaf aan dat de ‘standaard’ volgorde van visie – strategie – beleid voor hem net zo goed kon worden omgedraaid tot visie – beleid – strategie omdat een groot deel van het beleid extern wordt bepaald. Hij haalde daarbij de Lissabondoelen aan en het feit dat zijn College als uitgangspunt hanteerde dat het voor 100% aan de wet- en regelgeving wilde voldoen.

Onder het thema ‘Strategie’ ging Free in op de manier waarop volgens hem het onderwijs vormgegeven zou moeten worden. Dat hij dat thema onderbouwde met toch weer een visie op leren doet aan de inhoud niets af. In een aantal voorbeelden liet hij zien dat het traditionele onderwijs veel te weinig rekening houdt met de manier waarop hersenen werken. Enerzijds wordt de werken overschat (als je in een filmpje met basketballende jongeren de opdracht krijgt om op de bal te letten mis je de gorilla die door het beeld wandelt! Bij een opdracht om het aantal keren dat de letter F in een zin voorkomt te tellen, zie je de F wel als die aan het begin van een woord staat maar niet als die aan het eind staat.). Hersenen filteren dus veel informatie! Tegelijkertijd wordt ook een groot deel van de hersencapaciteit niet benut. Daarbij passeren voorbeelden over de linker en rechterhelft van de hersenen. De huidige netgeneratie blijkt veel meer vanuit de rechter hersenhelft te werken (associatief, creatief, beeldend) dan ‘onze’ generatie, die het accent legt op de linkerhelft (lineair, expliciete kennis, logica). Daar is het onderwijs nog helemaal niet aan aangepast.

Free geeft voorbeelden van andere manieren om het leren te benaderen vanuit het concept van Mastery Learning. Hij noemt de Bono met de zes gekleurde hoeden ofwel 6 verschillende manieren om een situatie te benaderen. De uitgangspunten zijn verwerkt in een lesprogramma over leren denken, dat momenteel binnen de basisschool van het KW1C wordt gegeven. Gardner is de man van de meervoudige competenties. Ook daarmee is veel meer uit een persoon te halen dan wij nu in het onderwijs doen.
Ook het Leids Didactisch Model van Monique Boekaerts passeert de revue en dan met name het concept waarbij vanuit docentgestuurd onderwijs, via gedeelde sturing naar studentgestuurd onderwijs gaat. En hoewel het tijdens de presentatie niet werd besproken kan ook nog het J4-concept van de School van de Toekomst (Ton van der Moolen) in het rijtje worden opgenomen.
(De verschillende elementen komen terug in een aan de School van de Toekomst gerelateerde website 'EduSolution')

Het is de overtuiging van Free dat het succes van het onderwijs in landen als India en China mede te danken is aan de overname van het succeslvolle Angelsaksische onderwijsmodel gecombineerd met de oosterse manier van denken (waar meer nadruk op de rechter-hersenhelft functies ligt door toepassing van technieken zoals die van de Bono).
Free is op dit moment erg gecharmeerd van het Finse onderwijsmodel: 6 jaren basisonderwijs, 3 jaar vervolgonderwijs, uitstroom naar een theoretische (gymnasiumachtige) of meer praktische (MBO-achtige) opleiding. Daar bovenop de mogelijkheid voor een onderzoeksgerichte of technische universiteit. Docenten zijn allemaal universitair geschoold.

Wat dat alles betekent voor het onderwijs van de toekomst is uitgewerkt in enkele boekjes. De uitgave ‘van Diplomafabriek en Eilandenstructuur naar Leerdorp’ beschrijft hoe er bij het KW1C gewerkt wordt aan een leerdorp, uitgaande van fysieke, mentale en digitale ruimten (3D!).

In 'de Boom der Kennis' geeft Free als reactie op BON zijn visie op het Nederlandse onderwijsbestel.

Alles bij elkaar een bijzonder boeiend geheel. Wat me intrigeert is de benadering van het leren en de rol van de school daarin. Wat me nog interesseert, is de uitvoerbaarheid, de logistiek van het geheel. Lijkt me interessant om de lijnen door te trekken naar Flexibel Leren!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reacties zijn welkom