Op donderdag 29 januari wordt de eerste Nederlandse TeachMeet gehouden. En hoewel ik er via verschillende kanalen voldoende informatie had gehad en er dus makkelijk rekening mee had kunnen houden, moest het me toch overkomen dat ik te laat was met aanmelden. Door wat technische probleempjes met internet (of gewoon wat onhandigheid) lukte het me vervolgens ook niet om me op de speciale wiki op de reservelijst geplaatst te krijgen. Da's jammer, want ik had wel al nagedacht over een korte presentatie à la 'pecha kucha'. Dan is een weblog natuurlijk een weliswaar bescheiden maar toch vervangend medium. En de rest wens ik veel plezier en een leerzame bijeenkomst!
Ik had graag iets willen vertellen aan (dan wel mijn vragen willen delen met) het publiek onder de titel 'over koffieautomaten, mierennesten en web2.0', over de balans tussen ontwerpen en regelen aan de ene kant en zelforganisatie aan de andere kant. Vaak proberen we complexe problemen zoals de implementatie van CGO of de realisatie van meer flexibiliteit in het onderwijs via een ontwerptraject voor elkaar te krijgen. Dat leidt vaak tot veel frustratie omdat het van achter een tekentafel maar niet wil lukken om te komen tot een integraal ontwerp van een opleiding dat in de praktijk meteen goed blijkt te werken. Laat staan dat dat lukt voor een cluster van opleidingen of zelfs voor een hele onderwijsinstelling.
Zelforganisatie is iets van een heel andere orde. Breng een aantal mensen bij elkaar op basis van wat simpele afspraken en dan gebeurt er iets. Het geheel organiseert zichzelf. Mensen praten met elkaar, wisselen dingen uit, enzovoorts. Daarom worden koffieautomaten zo belangrijk geacht omdat daar die spontane kennisuitwisseling plaatsvindt die we formeel maar niet voor elkaar lijken te krijgen. Rondom de koffieautomaat ontstaat 'als vanzelf' een bepaalde, informele structuur waar mensen elkaar 'regelmatig' tegenkomen. Niks ontworpen, alleen een koffieautomaat neergezet.
Het lijkt op de werking van een mierennest. De mieren hebben elk afzonderlijk een zeer beperkt repertoir handelingen beschikbaar. Maar het mierennest als geheel is in staat tot complexe prestaties zoals het bouwen van bruggen over een waterloopje. Dit wordt aangeduid als emergentie, het geheel is meer dan de som van de onderdelen. Je zou eens moeten proberen om met een ontwerpbenadering een mierennest als geheel bij te sturen, te veranderen van gedrag. Dat gaat dus niet lukken. En als je het gedragsrepertoir van de afzonderlijke mieren zou willen aanpassen leidt dat tot wellicht heel vreemde, vaak ongewenste effecten op het niveau van het mierennest.
Een onderwijsorganisatie bestaat als geheel ook uit een hele reeks individuen, elk met zijn eigen gedragsrepertoire. Wat we met een ontwerpbenadering (regeltjes, afspraken) voor elkaar willen krijen, is in feite het aanpassen van het gedrag van die individuen zodat dat leidt tot een ander 'gedrag' van de organisatie. Wat zijn nu de aangrijpingspunten, de elementen om dat individuele gedrag van mensen zodanig bij te sturen dat andere structuren en processen ontstaan waarmee de organisatie als geheel beter presteert? Een koffieautomaat in elke klas?
Een ontwikkelingsgerichte benadering (één stap ontwerpen, stap zetten, toetsen aan lange termijn doel, bijsturen, nieuwe stap, enzovoorts) helpt natuurlijk wel een beetje.
Eigenlijk zijn we op zoek naar zoiets als de motor achter web2.0. Kijk maar eens naar de effecten daarvan. Het is een verzameling tooltjes, die een ander gedrag bij mensen oproepen dan waar ze voor bedoeld zijn. Op die manier ontstaat een emergent effect die allerlei bijzonder effectieve vormen van samenwerken, leren, organiseren teweeg kunnen brengen, die we van te voren niet hadden kunnen bedenken. En dat, ondanks het feit dat op de hele wereld nergens een ontwerp van web2.0 is te vinden!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties zijn welkom