vrijdag 30 september 2011

Online masterclass over zelfsturend leren

Vanmiddag was de eerste uitzending van een reeks masterclasses van OpenU.nl.
Deze eerste masterclas ging over het bevorderen van zelfstandig leren. In een live stream interviewde Rob Koper dr Wendy Kicken over dit onderwerp. Tegelijkertijd konden alle aangemelde deelnemers via een chatbox vragen stellen.

"Hoe organiseer je als docent onderwijs waarmee zelfstandig leren wordt bevorderd?" was de kernvraag voor deze bijeenkomst. Zelfstandig leren komt niet uit de lucht vallen. Veel onderwijs is nog vrij traditioneel docentgestuurd. Dat maakt het niet makkelijk om studenten zelfstandig te laten leren, zeker als ze van een opleiding komen waar ze het niet hebben geleerd. Veel docenten proberen de zelfsturing te bevorderen maar als het niet lukt, keren ze snel terug naar de vertrouwde docentsturing.
De oorzaak ligt niet alleen bij de student. Het is ook belangrijk dat een docent goed kijkt naar de eigen vooronderstellingen. Een student moet hulp krijgen bij die zelfstandigheid. Dat geldt voor alle onderwijstypes.

Kicken onderscheidt een aantal kenmerken van een zelfsturende student:

  • De student is in staat om de eigen prestaties te beoordelen
  • Hij kan de eigen prestaties analyseren
  • Verder kan hij verbeterpunten formuleren
  • Daarvoor kan hij een plan van aanpak maken

Hoewel Kicken dat niet noemde lijkt me, dat het niet blijft bij het plannen van verbeteracties.

Ondersteuning voor het zelfstandig leren moet enerzijds komen van een goed gestructureerde leeromgeving en anderzijds van de docent / mentor. Daarbij is het van essentieel belang dat een docent vooraf erkend dat een student hulp nodig heeft om zelfstandig te leren werken.

Een gestructureerde leeromgeving kent verschillende elementen:

  1. Een student moet weten waar hij aan toe is. Zorg daarom voor een goede metadatering van de leeropdrachten. Geef informatie informatie over de te ontwikkelen vaardigheden en kennis. Welke voorkennis is nodig, aan welke eisen moet worden voldaan? Wanneer ben je klaar met de opdracht?
  2. Reflectie is belangrijk maar ook moeilijk. Waarop moet een student reflecteren, op basis van  welke criteria, wanneer is iets onvoldoende, voldoende of goed?
    Geef de student stimuli om goed te kunnen reflecteren: wat kun je doen om… Met oefenen moet het reflecteren worden geïnternaliseerd!
    Reflecteren hoeft niet een-op-een maar kan ook in groepjes. Een docent kan dat groepsgesprek ondersteunen door goede reflectievragen te stellen. Het gaat er om dat een student niet blijft steken in 'Het ging wel goed'. Het gaat er om dat hij ook kijkt naar wat er kan worden verbeterd.
  3. Een ontwikkelingsportfolio is een belangrijk onderdeel van die gestructureerde leeromgeving. Het is een instrument dat de ontwikkeling van de student in kaart brengt. Het biedt een handreiking om stil te staan bij het leerproces.
    Een portfolio moet een student helpen om prestatie te beoordelen, zwakkere prestaties te kunnen analyseren. Om een plan van aanpak te kunnen maken voor verbetering. 
De vraag is, hoe je nu effectief gebruik maakt van een portfolio? Studenten moeten daar mee leren om te gaan zodat reflecties verder gaan dan 'het gaat goed' of ik moet beter mijn best doen'.

Naast de leeromgeving spelen ook de docent en mentor een belangrijke rol. Zij moeten met hun interventies het verschil maken tussen een diepgaande en een globale analyse van een zwakke prestatie. tussen globale en effectieve verbeterpunten en een passend en een niet-passend plan van aanpak.Met name in een dialoog komt de reflectie goed tot stand. Daarbij horen stimulerende vragen als: Wat heb je gedaan? Hoe vond je dat het ging, is dat altijd zo? Wat doe je straks anders dan wat ik nu gezien heb? Wat doe je de volgende keer om van een 6 een 7 te maken?

Er is verschil tussen een reflectieve dialoog van een docent en een begeleidingsgesprek van een mentor. Een reflectieve dialoog kan plaatsvinden tijdens de les en is gericht op de korte termijn.
Een begeleidingsgesprek is gericht op langere termijn.

Via de chat kwamen allerlei vragen binnen, die werden beantwoord. Ik noem een paar interessante discussiepunten
  • Is dit evidence based?
    Er zijn drie onderzoeken geweest, die alle drie dezelfde positieve resultaten lieten zien. Het is inmiddels duidelijk dat alleen een portfolio geen zin heeft, studenten weten niet vanzelf hoe een portfolio gebruikt moet worden.Met dialoog en gestructureerde leeromgeving gaat het wel werken.
  • Waarom lukt die zelfsturing wel in het dagelijks leven maar niet op school?
    Wellicht speelt de overgang van docentgestuurd naar studentgestudeerd onderwijs een rol. Daar wordt nogal dogmatisch tegen aan gekeken.
  • In welke mate zijn studenten in staat om zelfstandig te leren? Denk aan de nieuwe inzichten in de ontwikkeling van de hersenen.Met name jongens zouden pas veel later in staat zijn tot zelfstandig leren vanwege een andere ontwikkeling van de hersenen. In feite gaat dat over het plannen op de langere termijn. Voor het korte termijn plannen geldt dat veel minder. Verder is het ook een nurture-nature verhaal: in de praktijk blijkt met een goede stimulering het zelfstandig leren kan worden gestimuleerd.
  • Waarom moeten studenten zo nodig zelfstandig leren? Er moet natuurlijk wel een evenwicht zijn tussen zelfstandig leren en klassikaal kennis overdragen! In elk geval is het leren effectiever.
Alles bij elkaar was het een aardig experiment. De techniek haperde wat. Het multitasken valt nog niet mee. Luisteren, aantekeningen maken en de chat in de gaten houden. Toch was het de moeite waard om eens mee te maken.
Wat zou er beter kunnen? In elk geval de techniek, maar dat wordt nog wel opgelost. De vorm vind ik te statisch, ondanks de chat. Waarom niet vooraf de presentatie beschikbaar gesteld en wat actiever op de discussie ingegaan? Eens zien hoe dit zich verder ontwikkeld.

donderdag 29 september 2011

Ook voor flexibel onderwijs geldt: de proof of the pudding...

Het is niet echt gebruikelijk dat ik berichten plaats over mijn werk bij klanten. Soms zijn er redenen om dat wel te doen: Onze inzending voor een presentatie op de Onderwijsdagen (nr 35) is gehonoreerd!

De presentatie zal gaan over een flexibiliseringsproject bij het Hoornbeeck College. Dat project  is gebaseerd op het idee om uit te gaan van de 80-20 regel als je maatwerk aan studenten wilt leveren. Daarbij wordt die regel zodanig uitgelegd, dat studenten voor pakweg 80% aan een zeker basisprofiel voldoen. Voor 20% hebben ze behoefte aan een persoonlijke invulling van het leertraject. Met dat uitgangspunt hoef je eigenlijk ook 'maar' 20% van je onderwijs te flexibiliseren. Maatwerk met mate, zou je kunnen zeggen. Natuurlijk hoeft die verhouding niet echt 80-20 hoeft te zijn, 90-10 of 95-5 mag ook. Het principe is dus schaalbaar!

In de voorbereidingsfase is alles uitgewerkt in afspraken, zijn de processen beschreven en zijn er leereenheden gemaakt als vulling voor een flexcatalogus.
En net op het moment dat ICT een onmisbare schakel begon te worden kwam de Eduartemodule OLS (Onderwijslogistiek) op de markt. Omdat het Hoornbeeck College al een groot deel van de Eduarte modules had geïmplementeerd of nog aan het implementeren is, was een keus snel gemaakt: de module bleek prima te passen op het programma van eisen dat vooraf was opgesteld.

Nu is de voorbereiding voor de implementatie in volle gang. Als eerste roc van Nederland gaat binnenkort  een eerste pilot van start op één Hoornbeecklocatie, daarna volgen pilots op de andere locaties.
'The proof of the pudding is in the eating'. Tijdens het inrichten, presenteren en uitproberen van de applicatie groeit het inzicht in de onderliggende processen, ontstaat inzicht in de mogelijkheden en worden oplossingen bedacht voor problemen die zich voordoen. Er wordt momenteel dan ook erg veel geleerd, zowel door het Hoornbeeck College als door de leverancier en niet in de laatste plaats door mij als adviseur.

En op 8 november delen we onze ervaringen op de Onderwijsdagen. Dan volgt hier wel weer een verhaal over de stand van zaken op dat moment.


zondag 25 september 2011

Blogger vs Weblog: ik ben er uit...

Ik heb de knoop doorgehakt: Ik verhuis mijn blog van weblog naar blogger.
Opnieuw zijn er allerlei problemen bij weblog. Ik kom er gewoon niet meer in, weblog herkent mijn wachtwoord niet meer. Nu ik verschillende keren mijn wachtwoord heb aangepast en steeds dat berichtje krijg dat ik niet geautoriseerd ben, is voor mij de maat vol.

Maar ja, dat betekent wel wat. Een complete export en import (daarvoor zul je eerst moeten kunnen inloggen), is me nogal een klus. Daarom heb ik eens geprobeerd wat er gebeurt als ik mijn bericht opzoek op weblog, het kopieer en importeer in blogger. Vervolgens links aanpassen en eventueel plaatje downloaden en uploaden en hup, daar staat het hele verhaal. Dat ga ik geen 450 keer herhalen. Ik doe dat steeds als ik een bericht heb waarbij het zinvol is te verwijzen naar een eerder bericht. Zo heb ik dat met de laatste post ook gedaan. Eerst het verhaal geschreven over Joshua Foer. Vervolgens heb ik enkele relevante berichten, waarnaar ik wilde  verwijzen, van weblog naar blogger overgezet. Daarna het oorspronkelijke bericht afgemaakt. Kost wat extra werk, maar op die manier groeit mijn blogger archief ook wat sneller.

Verder heb ik ook de domeinnaam onderwijsvanovermorgen.nl geregistreerd en laten verwijzen naar onderwijsvanovermorgen.blogspot.com. Als ik nog een keer ga verhuizen, hoef ik alleen daar de verwijzing maar aan te passen.

Mocht je nog wat tips hebben over een complete migratie of over de opmaak: ik houd me aanbevolen op www.onderwijsvanovermorgen.nl!

Liever het eigen dan het Google-geheugen

Joshua Foer is een Amerikaans wetenschapsjournalist die in 2006 the USA Memory Test won nadat hij een jaar eerder zijn geheugen was gaan trainen. Hij schreef er sindadien verschillende boeken over waaronder recent het Geheugenpaleis. Op 28 oktober houdt Four de van der Leeuw-lezing in Groningen onder de titel: 'Onderwijs: Internet of geheugen?'.
Het zal niet verrassend zijn hoer daar over denkt. In een recent artikel in de Volkskrant zegt hij:
'In de laatste eeuw is het idee van stampen, van feiten leren, bijna een vies woord geworden in het onderwijs. Het argument is: we vergeten die feiten toch, waarom zou je ze dan leren? Maar leerlingen vergeten die feiten vanwege de manier waarop het onderwijs is ingericht. Een van de best bewezen principes van de cognitieve wetenschap is spaced learning. Als je wilt dat mensen informatie onthouden, moet je die informatie geven, een tijdje met rust laten, ernaar terugkeren, weer een tijdje met rust laten, enzovoorts. In het onderwijs zie je juist het tegenovergestelde: we proppen informatie in één blok, we blokken voor een examen, en de volgende dag wordt gezegd: oké, je hoeft het niet meer te weten. Tweederde van de Amerikaanse 17-jarigen kan niet bij benadering zeggen wanneer de Amerikaanse Burgeroorlog werd uitgevochten. Dat komt niet omdat het ze nooit verteld is'.
Op de vraag of we terug moeten naar het traditionele onderwijs in plaats van het bevorderen van creativiteit, sociaal gedrag en zelfwerkzaamheid zegt hij vervolgens:
'Dat is een heel oud debat. Als puntje bij paaltje komt, wil je toch dat leerlingen een zekere basiskennis hebben. Het is prachtig om iets te leren door een toneelstuk op te voeren, maar je kunt niet om de tafels van vermenigvuldiging heen. Maar natuurlijk is het ook goed als leren leuk en stimulerend is. We hoeven echt niet terug naar de drill and kill-methoden van vroeger.'
Feitenkennis is belangrijk als de basis voor de algehele, toepasbare kennis. Het is niet voldoende als je weet waar iets is opgeslagen (zie : het Googlegeheugen), dan heb je het niet paraat. Het is juist de parate kennis, die je nodig hebt om nieuwe kennis een plek te geven (constructivisme). Creativiteit bestaat voor een belangrijk deel natuurlijk uit het op verrassende, nieuwe manieren met elkaar te combineren van verschillende feiten.
Foer ziet ook het gevaar voor een het devalueren van het geheugen omdat het toch op internet is opgeslagen. In die zin onderschrijft hij de zorgen die Nicholas Carr beschrijft in zijn boek 'Het ondiepe'.

Ik ben in elk geval benieuwd naar de van der Leeuw-lezing dit jaar.

Actueel oud nieuws

Er is momenteel veel te doen over laptops in het onderwijs, mobile learning, BYOD, enzovoorts. Er lopen discussies op LinkedIn, er wordt van alles georganiseerd, er worden handreikingen gegeven en presentaties aan gewijd.
Vorige week werd tijdens de saMBO~ICT conferentie met enig leedvermaak tijdens een pauze iets verteld over een nieuwsbericht dat scholen in Amerika massaal bezig waren om die laptops weer uit het onderwijs te krijgen. Dat is natuurlijk 'hot news'. Ik ben dus op zoek gegaan naar dat nieuwsbericht. Ik vond het betreffende nieuwsbericht al betrekkelijk snel.

Maar wacht eens even. In het bericht worden voorbeelden van 2007 aangehaald. En toen werd er al over geblogd o.a. Annet Smith.

Ook wordt Mark Warschauer aangehaald. Warschauer is vooral een criticus van het One Laptop Per Child (OLPC) programma waarmee Nicholas Negroponte de armoede in de armste landen wilde aanpakken. Warschauer vindt dat investeringen in scholen, docenten en dergelijke meer zouden opleveren. Het ontbreken van laptops is nou eenmaal niet de zwakste schakel in die landen.
Het onderzoek dat in het artikel wordt aangehaald (Learning with Laptops: A Multi-Method Case Study) laat inderdaad zien dat in het eerste jaar na invoering laptop leerlingen minder scoorden. Maar het onderzoek toonde ook aan dat die leerlingen die achterstand daarna weer snel inhaalden! Worden hier selectief wat conclusies aangehaald?

Mooi voorbeeld van hoe je oud nieuws weer actueel kunt maken...

zaterdag 24 september 2011

Het Google-geheugen



Een tijdje terug schreef ik al over het boek van Nicholas Carr: wat het internet doet met je hersenen. Inmiddels heeft onderzoek 'aangetoond' dat ICT (en niet alleen internet) impliciet wordt gebruikt als geheugen. De Volkskrant schrijft in een bericht dat studenten bij het van buiten leren van feiten eerder onthouden waar informatie staat dan de informatie zelf.
Eigenlijk niets nieuws onder de zon. Al sinds mensenheugenis besteden we ons geheugen uit aan externe middelen, varierend van een knoop in een zakdoek, spiekbriefjes, boodschappenlijstjes of partners (wie onthoudt in jouw gezin de verjaardagen en de visitekalender of welk kledingstuk in wiens kast thuishoort?). daar wordt sinds het computertijdperk dus een dimensie aan toegevoegd, want heeft ICT natuurlijk meer mogelijkheden dan al die andere geheugensteuntjes, dankzij tools als Google.
Het is maar de vraag of we er echt efficiënter door worden. De afhankelijkheid leidt ook weer tot een afnemend vermogen om dingen te onthouden, verbanden te leggen.
In elk geval een schrijnende tegenstelling: computer Watson, die Jeopardy wint terwijl meer dan de helft van Roemeense studenten zakt voor een eindexamen…  

Het ondiepe, wat het internet doet met onze hersenen

(Oorspronkelijk item op web-log)
Het boek van Nicholas Carr heeft me aan het denken gezet. In het kort gezegd beschrijft Carr de consequenties van veelvuldig internetgebruik op de hersenen. En wat hij beschrijft, maakt me niet vrolijk.
Hersenen zijn plastisch, zenuwbanen passen zich aan aan de taken die ze te verwerken krijgen. De manier waarop het internet in elkaar zit maakt, dat bepaalde taken van informatieverwerving en -verwerking oppervlakkiger verlopen, dat kennis minder makkelijk wordt opgebouwd, dat leervaardigheden afnemen. We worden er dus dommer van! Niet alleen als individuen maar gezien de schaal waarop het gebeurt ook als mensheid. Aldus Carr.
Er is meer informatie voorhanden maar dat maakt ook dat die oppervlakkiger wordt opgenomen. Het internet is een gigantische informatiebron. Hyperlinks maken het mogelijk om niet alleen maar lineair door teksten of zelfs hele informatiebronnen te gaan maar er steeds stukjes uit te pikken en weer verder te springen naar het volgende stukje. Mensen vinden het steeds moeilijker om zich te concentreren op langere teksten.

Gereedschap is in feite een verlengstuk van het lichaam. Elk stuk gereedschap zorgt voor betere prestaties maar dat is niet gratis. Met elk stuk gereedschap verdwijnt of verkleint ook een bepaald vermogen. Of het nu gaat om een notitieblok als verlengstuk van je geheugen, een landkaart om je te oriënteren, een machine om meer kracht te kunnen zetten. De moderne technologie neemt een mens heel veel uit handen. In een aantal voorbeelden schetst Carr hoe dat ten koste gaat van creativiteit en kennis.
Zo beschrijft het in een aantal hoofdstukken allerlei thema's, die verband houden met zijn stelling. Carr gaat uitgebreid in op allerlei ontwikkelingen die verband houden met zijn waarneming. De ontwikkeling van het schrift en wat het lezen met de ontwikkeling van hersenen heeft gedaan. De invloed van de boekdrukkunst, het ontstaan van het internet. Hij beschrijft de plasticiteit van de hersenen en de manier waarop die beïnvloed wordt door het internet. Hoe bedrijven als Google inspelen op de nieuwe manier van informatieverwerving, het in feite in stand houden en versterken!

Het boek heb ik gelezen op mijn iPad. Eigenlijk had ik (in eerste instantie) niet zo'n last van dat verlies aan concentratie. Totdat ik me realiseerde dat het me elke keer weer moeite kostte om er toe te zetten weer een stukje te lezen. Het schrijven van dit stukje heeft me ook veel moeite gekost. Het bleek, dat ik me veel van de zaken die ik had gelezen, maar moeilijk kon herinneren. Elke keer dat ik nog eens door het boek bladerde om een bepaald stukje terug te vinden, merkte ik dat ik hele stukken weer las alsof het de eerste keer was…Dus geen internet meer in het onderwijs? Nog los van het feit dat veel van de ontwikkelingen zich niet zomaar laten sturen, valt er ook wel wat te relativeren. Carr gaat vooral uit van hyperteksten en webpagina's met allerlei kleurrijke, grafische symbolen en plaatjes, die de aandacht afleiden. Lang niet alle applicaties en educatieve programma's zitten op die manier in elkaar. Met wat Carr aandraagt kan ook rekening gehouden worden bij het ontwerp van (educatieve) programma's. Niettemin maakt Carr duidelijk dat er een keerzijde zit aan de informatietechnologie

maandag 19 september 2011

saMBO~ICT conferentie (4) Keynotes


Het is me inmiddels duidelijk: ik ben een trage blogger. Als ik zie wat Joël de Bruin inmiddels over de saMBO~ICT conferentie heeft geschreven, dan loop ik behoorlijk achter. Maar ik maak het me ook makkelijk: wat er al is hoeft niet over. Voor een overzicht van Joël kun je kijken op Blogisch!
Waar Joël niet over schreef is de keynote van Arjan Kastelein, lid RvB van ROC West-Brabant, die ik toch de moeite waard vond. Helaas geen presentatie bij saMBO~ICT.
Kastelein vraagt zich af, hoe belangrijk infrastructuur nog is en wat de veranderende rol van ICT in de onderwijscultuur is. Eerst de infrastructuur: 

  • Infrastructuur is belangrijk maar is ook een geldkwestie. Denk aan bezuiningen en afnemende leerlingaantallen. Maar ook kleinschaIigheid kost geld. De ontwikkelingen gaan snel, en tegelijkertijd nemen de wensen toe zoals BYOD en BYOA.
  • Leerlingen maken zich niet druk over infrastructuur, als het maar mobiel kan, liefst met eigen spullen. Dat maakt de aanschaf van (nieuwe) computers voor een onderwijsinstelling het overdenken waard.
  • Het gaat niet meer alleen om any time, any place maar ook om any device en any app en dus ook  any platform. De infrastructuur moet zodanig worden ingericht om dat te ondersteunen.
En de rol van ICT in de onderwijscultuur? Belangrijke notie is, dat het niet gaat om  IT maar om ET = education technology

  • Tien jaar geleden kwamen de eerste mobieltjes en daarmee de regel, de les begint, mobieltjes uit. Nu is het mobieltjes aan. Dat leidt tot een veranderopdracht  voor de docenten die daar niet voor zijn opgeleid. daarom moet je de koplopers inzetten en tegelijkertijd rekening houden met de veranderbaarheid van de massa..
  • ET is  niet zozeer  een  kostenthema maar een opbrengstenthema, het gaat om het rendement: Hoe wordt het onderwijs er beter van? Productiever? Andere vormen van leersupport kan men bieden, kan informeel leren worden ondersteund? Leren doe je immers 24 uur per dag. 
  • Onderwijs gaat steeds meer over vraaggericht werken. Hoe ga je om met verschillen in de klas? Hoe organiseer je flexibilisering?.
  • Veel ICT projecten mislukken, je moet dus ook kijken naar het vergroten van de slaagkans daarvan. Veel projecten zijn gericht op innovaties maar dat wil maar niet landen op de vloer.
    In het bedrijfsleven is het normaal dat gekeken wordt naar de terugverdientijd van een  investering, rekening houdend met een best case en een worst case scenario. In het onderwijs is dat lastig. Welke factoren beïnvloeden de slaagkans? Misschien is het feit of  mensen er na verloop van een paar maanden nog steeds in geloven wel een goede graadmeter.
Korte reflectie op deze en de andere keynotes: .Als er iets is wat in alle keynotes duidelijk naar voren komt, is dat wel het feit dat heel mensen meer vragen dan antwoorden hebben.  

zondag 18 september 2011

Weblogdrama

Het begon allemaal een paar maanden geleden met een aankondiging van mijn weblogbeheerder Sanoma (web-log of webstreepjelog) dat het contract met Typepad was opgezegd en dat een migratie zou plaatsvinden naar Wordpress. "Het zal wel, ik zie het wel", dacht ik nog.
Aan het einde van de zomervakantie werd duidelijk dat de migratie op 23 augustus zou gaan plaatsvinden. Mijn 'Onderwijsvanovermorgen' ging uit de lucht, naar verwachting voor een dag of twee. Dat werden er uiteindelijk 25! Met wat schaarse mededelingen werden de bloggers op de hoogte gehouden. Steeds werd verwezen naar het verlossende mailtje, waarmee zou worden aangekondigd dat de weblog weer live zou staan. Inmiddels (het is nu 18 september) werkt het allemaal weer, al heb ik nog geen mailtje gehad.

Inmiddels kan ik ook weer bij mijn oorspronkelijke weblog: onderwijsvanovermorgen.weblog.nl, al word ik daar niet bepaald vrolijk van. De opmaak van al mijn berichten is veranderd, er worden verschillende lettertypes in een bericht gebruikt (ik vind dat oerlelijk!), statistieken zijn nergens te vinden evenals al mijn berichten van voor juni 2008 (en dat zijn er toch bijna 200!). De opmaak is lastig in te stellen.

Alweer een week geleden heb ik een nieuwe blog aangemaakt bij Blogspot waar ik inmiddels een aantal berichten heb geplaatst.
Nu sta ik voor de grote vraag: ga ik verder met Blogspot of ga ik terug naar mijn oude vertrouwde weblog (voortaan zonder streepje ertussen). Ik zie wel op tegen een complete migratie van de overgebleven berichten, compleet met plaatjes, interne verwijzingen en reacties. Hopelijk binnenkort ook de statistieken!

Ik moet beide blogs nog maar eens goed gaan vergelijken. Eén van de voordelen van Blogger
(Blogspot) lijkt te zijn, dat ik nieuwe berichten via mijn iPad kan plaatsen. In feite is dit een proefberichtje dat ik met een app voor de iPhone heb gemaakt. Of dat met de nieuwe omgeving van Weblog kan, moet ik nog gaan uitproberen.

Hoe dan ook, hopelijk tot ziens op één van beide blogomgevingen...

zaterdag 17 september 2011

saMBO~ICT conferentie (3) Businesscases


Al eerder werd door Jan Kees Meindersma van Kennisnet een project aangekondigd waarbij onderzoek gedaan zou worden naar het gebruik van businesscases ter ondersteuning van ICT-investeringsbeslissingen. In het vervolgtraject zouden aan de hand van drie praktijkcases gewerkt worden aan een model dat goed toepasbaar zou moeten zijn in het MBO. (Klik hier voor de presentatie, helaas gaat die halverwege de mist in.)
Bij ROC Mondriaan draait nu één van die praktijkcases. Henri Roosdorp van ROC Mondriaan  gaf de context van het project weer.
De aansturing van ICT liep bij ROC Mondriaan op zijn zachtst gezegd niet al te best. De Stuurgroep ICT heeft twee jaar geleden een beleidsagenda 2010 opgezet met thema's als informatiemanagement, uitvoeringsorganisatie IM en IT, architectuur, applicatielandschap en de beleidscyclus ICT. Aan de hand van een raodmap werd een verbeterprogramma ingezet. Binnen die roadmap moesten nog wel allerlei keuzes worden gemaakt. 
Om goede keuzes te kunnen maken, is het nodig dat de doelen helder worden beschreven. Processen moeten worden beschreven voordat er naar een applicatie kan worden gekeken. Het gebruik van een applicatie is immers altijd gebaseerd op een gestandaardiseerd proces: standaardiseren is dus een noodzaak om een goed programma van eisen te kunnen opstellen. Ook is er een baten- en risicoanalyse nodig. Verder moet de scope worden bepaald. Bij dit alles kan een businesscase ondersteuning bieden.
Maarten Kuiper van Twynstra Gudde gaf een toelichting op de methodiek.
Onderwijsinstellingen hebben grote ambities (service bus implementatie, alle studenten een laptop, vervanging van een deelnemeradministratie). Een businesscase moet helpen om de goede afwegingen te maken.
Waarom dit project 
  • Rationale: waarom dit project?
  • Hoe dragen de projecten bij aan de visie op het onderwijs?
  • Er komt veel bij kijken: In businesscases wordt vaak naar de cijfers gekeken maar blijkt de praktijk helemaal niet over de cijfers te gaan
De verschillende doelgroepen worstelen met de beslissing. Een  bestuurder wil op de korte termijn geen gedoe en op de lange termijn een efficiënt gebruik van ICT, de onderwijsmanager vindt het te duur, de informatiemanager vraagt zich af hoe dit in het applicatielandschap past, de IT-afdeling mist de context, enzovoorts. 
De kernvraag moet altijd zijn: hoe kan de bijdrage van een ICT-investering aan het onderwijs worden vergroot? 
Dit traject gaat in feite over het vinden van een methodiek met de volgende kenmerken:
  • Meer evidence based 
  • Verhoogde kwaliteit van besluitvorming
  • Integrale beoordeling van investeringen
  • Investeringen in samenhang bekijken
De methodiek is nu in ontwerp maar kent de volgende onderdelen:
  • Mini business case, eigenlijk de inleiding van de eigenlijke business case
  • Een batenboom, moet de samenhang laten zien tussen het project ook in relatie met andere projecten
  • Een kwantitatieve businesscase
Tijdens de presentatie werd ingezoomd op een batenboom (overigens gaat de online presentatie van hieraf helaas mis!). Het opstellen van een batenboom is een kwalitatieve analyse, die de relatie legt tussen oplossingen - doelen - resultaten.
Noot: persoonlijk zou ik hier spreken van (project)resultaten - opbrengsten - effecten, zie onderaan een voorbeeld van een batenboom, die ik een tijdje geleden gemaakt heb).
In een vervolgstap worden de elementen in de batemboom waar mogelijk gekwantificeerd, bij elk doel (opbrengst) wordt gekeken naar de uitkomst, wanneer ben je tevreden?
De pilot van Mondriaan gaat over het uniformeren van processen rondom examinering.  Tijdens de presentatie ontstond hier een discussie met als conclusie: een businesscase moet je maken op het niveau van een programma. Projecten zijn dan in feite kosten die uiteindelijk moeten leiden tot de baten op programmaniveau. 
Een tweede pilot gaat starten bij Aventus rondom begeleiding.

Voorbeeld van een batenboom voor de invoering van een resultatenbeheersysteem.

donderdag 15 september 2011

saMBO~ICT conferentie (2) Social media in de klas

Hannelore Engels (@hanneloreengels) is een gepassioneerd docent die allerlei mogelijkheden van social media in het onderwijs onderzoekt en uitprobeert. Tijdens haar presentatie op de saMBO~ICT conferentie werd dat ook meteen in de praktijk toegepast, zoals het hoort: geen voorstelrondje, google maar even op je buurman of -vrouw. 
Daarna ging ze verder en vroeg ze aan het publiek om een definitie van social media op internet te zoeken. Dat leverde (uiteraard) verschillende definities op. Vervolgens ging de discussie even over de 'juiste' (lees: meest passende) definitie. Naar mijn idee was dat niet de essentie van de opdracht. Het liet meteen zien dat er van een begrip verschillende definities bestaan wat natuurlijk iets zegt over de betrouwbaarheid van internet als bron.
Eigenlijk is het in dit geval niet zo interessant dat het begrip van social media niet zo makkelijk in één betekenis te vangen is. Het is dan ook een hele verzameling van voorzieningen.
Over het gebruik van social media door studenten is wel het een en ander te zeggen. Zo kijken studenten toch wat makkelijker aan tegen de veronderstelde gevaren. Zij hebben de huiver niet die docenten vaak wat meer hebben. Veel docenten denken dat social media belangrijk zijn omdat studenten die 'altijd willen gebruiken'. In de praktijk blijkt, dat social media, die in  onderwijs worden gebruikt niet door studenten buiten de les worden gebruikt. 
De leerpiramide laat zien wat de effectiviteit is van bepaalde manieren van leren. Wat dat betreft zijn studenten van nu niet anders dan studenten van 20 jaar geleden, ze ervaren de wereld op hen heen alleen op een andere manier!
Social media moeten helpen om zoveel mogelijk de leereffecten aan de basis van de piramide te realiseren.

Hannelore gaf een lijstje van redenen om social media toe te passen: 
  • Sluit aan bij de belevingswereld,
  • Past bij de competenties van de 21ste eeuw
  • Laagdrempelig
  • Persoonlijk
  • Sociale verbondenheid
  • Informeel/zelf georganiseerd leren
Op dit punt kwam er wat commentaar uit het publiek, waaruit wat scepsis doorklonk. Naar mijn idee ook wel terecht. Ik vind dat de vraag 'waarom social media' eigenlijk geen goede vraag is, het benadert het vraagstuk van de verkeerde kant. Het moet gaan over een onderwijskundige inrichting, over het bereiken van gewenste leereffecten. En dan komt de vraag om de hoek kijken, hoe je dat kunt bereiken en wat vooral social media daar aan kunnen bijdragen. 

Er kwamen wat voorbeelden voorbij. Op zich goede voorbeelden van het gebruik van social media alleen gingen de meeste niet over het gebruik in het onderwijs.
Enkele aardige voorbeelden waren het gebruik van instructables.com voor een event van het Cingel College waarbij deelnemers aan dat event onder meer de mogelijkheid hadden om het event te becommentariëren. Het bleek een groot succes. Verder werd het voorbeeld gegeven van het gebruik van Yammer. Hierbij bleek met name dat het in de klas wel werd gebruikt maar studenten buiten de klas snel weer naar de eigen kanalen als sms en facebook grepen.
Vanuit het publiek werd nog een voorbeeld gegeven: bijles wiskunde via MSN op de dag voor het examen.

Hannelore sloot af met een prachtig filmpje...

saMBO~ICT conferentie (1)

De alweer 24ste saMBO~ICT conferentie werd deze week gehouden op het Florijn College van ROC West Brabant in Breda.
Jan Bartling gaf aan de hand van een aantal plaatjes van Edward Hopper een overzicht van actuele projecten. zoals Leermiddelen in de Educatieve Contentketen II, Open source en open standaarden, trends en ontwikkelingen, enzovoorts....

Jaap Oomen, directeur van de Effent mavo van ROC MB gaf de eerste keynote onder de titel 'de mogelijkheden zijn ongekend'. Die belofte werd niet waargemaakt. Het verhaal concentreerde zich vooral op de angst van docenten om ICT te gaan toepassen. De gemiddelde leeftijd is immers al 49, de meeste mensen hebben maar een klein deel van hun leven ervaring kunnen opdoen met ICT waar studenten en leerlingen er mee opgegroeid zijn. De docenten van nu hebben lesgekregen van docenten van vroeger op een manier die ook past bij vroeger. 
Informatie en Communicatie Technologie zou meer kunnen bieden als die ICT'ers maar beter zouden informeren en communiceren. 

De mogelijkheden van een goede keynote zijn ongekend, jammer dat dat niet helemaal werd waargemaakt.

Op naar de sessies...


maandag 12 september 2011

Help, we hebben (g)een informatiemanager

Kennisnet brengt regelmatig tal van publicaties uit. Deze week worden meerdere publicaties gepresenteerd op de saMBO~ICT-conferentie, waaronder een uitgave over informatiemanagement en de rol van een informatiemanager in (MBO-) onderwijsinstellingen. Dit is een publicatie in de Hoe? Zo! reeks, die Kennisnet samen met saMBO~ICT uitbrengt.

Het boekje is een leuke uitgave geworden die duidelijk maakt wat informatiemanagent inhoudt en wat de rol van een informatiemanager daarin is (of zou moeten zijn). dat gebeurt op zijn 'Jip-en-Jannekes' maar zonder storende versimpelingen.
Er worden drie situaties onderscheiden, die ook in een zekere volgorde zijn gezet:
  • Het huis moet op orde
    Veel ICT-problemen, die opgelost moeten worden, perfomance moet beter.
  • Verbinden
    ICT-problemen zijn opgelost, nu moeten doelen en ambities enerzijds verbonden worden met de systemen anderzijds. 
  • Innovatie
    Verbeteren van processen met behulp van ICT om effectiever en efficiënter te kunnen werken, ook experimenteren 
De drie situaties vormen achtereenvolgens een opgaande lijn waarbij onderwijsambities in lijn zijn gebracht met de stand van de informatievoorzieningen: ambities kunnen hoger worden naarmate de ICT beter op orde is. Het zal duidelijk zijn: Een hoge ambitie met een slecht werkende ICT is een zeer ongewenste situatie.

Voor elk van de drie situaties is het speelveld van de informatiemanager in beeld gebracht: van een worsteling om het huis op orde te krijgen, via een opgave om te verbinden naar een uitdaging om te innoveren. De voorbeelden van situaties die hij tegen kan komen, spreken voor zich en worden goed in verband gebracht . met de kennis en competenties waarover de informatiemanager moet beschikken
Een informatiemanager speelt een cruciale rol tussen de 'vraagkant', de interne klanten, en de aanbodkant, de interne (of externe) leveranciers, zoals de dienst ICT. In veel instellingen maakt de informatiemanager deel uit van die dienst ICT, wat hem soms in een onmogelijke positie brengt.

Op een paar punten blijft het boekje wat vaag. Als je naar de definitie van het NGHI kijkt, dan is een informatiemanager eindverantwoordelijk voor de informatievoorziening binnen de organisatie. Daar zou je bijna uit afleiden dat hij dus ook voor de kwaliteit van die informatie verantwoordelijk zou zijn. Nog even los daarvan staat er heel regelmatig (en ook wel terecht) dat hij zaken in concept uitwerkt, voorlegt en laat goedkeuren door het management, de directie of de CIO. Dat is niet helemaal te rijmen met die eindverantwoordelijkheid. Daar gaat het boekje verder niet op in.
Het negenvlak van Rik Maes wordt aangehaald maar moet het verder doen met een verwijzing naar diens website. Jammer, want juist dat negenvlak is heel verhelderend voor de rol van een informatiemanager. Lees eens een artikel van hem en ervaar hoe inspirerend het negenvlak kan zijn.

Dat neemt niet weg, dat het een bijzonder leesbaar en waardevol boekje is geworden (lees even over nog wat opmaakfoutjes heen, waaronder het begrip 'Ínvoeren' in het plaatje op blz 5 waar eigenlijk 'Innoveren' had moeten staan...

zaterdag 10 september 2011

Resultaten uit het verleden zeggen ook iets van de toekomst

Al een hele tijd terug liet webstreepjelog weten dat er een migratie op handen was van Typepad naar Wordpress. Eigenlijk ben ik een beetje naïef geweest en heb er indertijd mijn schouders een beetje over opgehaald. Een eerdere migratie was al niet zonder problemen verlopen, maar goed, je zou mogen verwachten dat ze ditmaal opgewassen zouden zijn tegen de uitdaging. Helaas, resultaten uit het verleden zeggen in dit geval ook iets over de toekomst!
Inmiddels zijn alle weblogs van het domein .web-log.nl al bijna drie weken uit de lucht. De communicatie naar de achterban verloopt dramatisch slecht. In het laatste bericht laat opper-weblogger Coen weten dat er al heel veel blogs zijn gemigreerd maar dat ze wachten met live zetten totdat alles achter de rug is. En ze hebben geen idee, hoe lang dat nog gaat duren. Hoe is het mogelijk?

Mijn groeiende frustratie heb ik via Twitter kunnen spuien. Dat leverde een heel attente tweet van Karin Winters op, dat mijn LinkedIn profiel er toch wel raar uitzag met zo'n "@&€)(;://€&-@"-vloek eronder. Nadat ik me een paar dagen later vertwijfeld afgetweet had of blogspot een goed alternatief zou zijn, liet Willem Karssenberg per omgaande tweet weten, dat dat helemaal niet zo verkeerd zou zijn. En als ik hulp nodig had...

Ondertussen maar eens Blogger (blogspot) gekeken. Nieuwe weblog aangemaakt: onderwijsvanovermorgen was als naam ook daar nog beschikbaar, dus dat was snel gepiept. Mijn eerste bericht gisteren gepubliceerd, voor een deel ook via mijn iPad. Ook dat is dus een voordeel van Blogger.
Voorlopig dus maar even via dit kanaal. En als web-log weer in de lucht is, ga ik maar eens kijken wat een migratie van de hele inhoud van web-log naar Blogger allemaal om het lijf heeft. Het zou toch wel zonde zijn, als dat allemaal verloren ging. Niet alleen de berichten, maar ook de reacties en de statistieken. Maar goed, met wat tips en tricks vanuit de cloud moet ik toch een eind kunnen komen. Ik heb daar tenminste vaak wat aan gehad. Wat betreft bieden resultaten uit het verleden wat hoop op een nieuwe toekomst voor het onderwijs van overmorgen!

Bring your own device op de dag van de verbindingen

Op 9 september werd op het Drijvend Paviljoen in Rotterdam de Dag van de Verbindingen georganiseerd door Connect-it Telecom.
Natuurlijk moet je als organisator de kans krijgen jezelf en je product te promoten, maar eerlijk gezegd waren die productpresentaties toch wat minder interessant dan de verhalen van Frank Thuss (HAN) en Fons 'See_Genius' van den Berg. Frank ging vooral in op allerlei praktijkvoorbeelden hoe allerlei devices kunnen bijdragen aan mobile learning. Fons ging vooral in op de noodzaak om onderwijs te laten aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen van nu. 'Onderwijs is de enige bedrijfstak waar de inzet van technologie ter discussie wordt gesteld'!
De presentaties staan binnenkort op de website.

 Ik was gevraagd om wat te vertellen over BYOD in het onderwijs. Ik had me niet zozeer op de inhoud gericht, daarvoor waren Frank en Fons gevraagd. Opvallend was wel dat op een inspiratiedag voor BYOD ik met mijn eigen iPad aankwam, die vervolgens niet aangesloten kon worden om de presentatie te geven. Nu betekent BYOD ook BYOA (Bring your own applications): ik was er op voorbereid dat het bestand op een laptop moest worden geïnstalleerd en had de Prezi, die ik had  gemaakt al gedownload en op een stick gezet. De technicus trok wit weg om de neus toen ik aangaf dat ik iets anders had dan een PowerPoint. Uiteindelijk bleek het allemaal wel te werken, met dank aan al die standaarden die het uitwisselen van bestanden op verschillende devices mogelijk maken...