In 'de Sociale Agenda' (zie ook hier) staat een door René Diekstra geschreven essay over 'goede burgers'. Een boeiend verhaal over de verschillende kenmerken van goed burgerschap: zelfbeheersing, zelfredzaamheid en sociale betrokkenheid.
Waaraan kun je in een gemeenschap afmeten of er goede burgers zijn gevormd? 'Vertrouwen en geluk', aldus Diekstra. Mensen verdienen vertrouwen, als ze enerzijds de goede intentie hebben iets goed te doen, maar daarnaast ook over de competenties beschikken dat daadwerkelijk te doen. Geluk blijkt een factor te zijn die in de statistieken sterk samenhangt met de mate waarin je anderen kunt vertrouwen. En dat vertrouwen hangt dan weer af van de mate waarin mensen actief goed burgerschap vertonen.
Diekstra gaat in op een aantal maatregelen ter bevordering van actief burgerschap, zoals een gedragscode, acties om de collectieve zelfredzaamheid in wijken te verbeteren en stimuleren van vrijwilligerswerk.
Ook voor het onderwijs is hier een belangrijke taak weggelegd. Naast een element in het curriculum zou goed burgerschap deel uit moeten maken van de schoolcultuur. Wordt hier nu weer een maatschappelijk probleem over de schutting van het onderwijs gegooid? Nee en ja. 'Nee' omdat de hiermee samenhangende problemen zich niet alleen buiten de school, maar ook in de school manifesteren. Het mes van het werken aan een goede schoolcultuur snijdt dus aan twee kanten. Maar ook weer 'ja', als er allerlei 'meetbare' eisen worden gesteld aan scholen of curricula om er aandacht aan te besteden.
Ik kan er niets aan doen, maar ik vind het altijd prachtig als er in of vanuit de school allerlei activiteiten plaatsvinden, los van de 'normale' schoolpraktijk, waar zo ontzettend veel impliciet geleerd wordt. Competentiegericht, praktijkgericht leren via het 'hidden curriculum'! Laat het onderwijs dit maatschappelijk probleem dus maar oppakken!
Wat ik overigens zo aardig vind aan dit soort artikelen zijn de onderdelen, waarin zaken worden gerelativeerd. Zijn veel mensen werkelijk zoveel onbeschofter dan vroeger of kan een deel verklaard worden uit het feit dat er sprake is van een zekere ontwikkeling van beschaafdheid waardoor we ook gevoeliger zouden zijn voor onbeschoft gedrag. Of er ook daadwerkelijk sprake is van een ontwikkeling van die beschaafdheid? Dorien Pessers is daar in een reactie niet zo positief over:
Als het gaat om het bevorderen van respectvolle, hoffelijke rituele omgangsvormen in Nederland moeten we eerlijk zijn: dat zal een moeilijke opgave zijn in het land dat van oudsher als het meest onbeschaafde land van Europe bekendstaat. Door de eeuwen heen hebben diplomaten, handelaren, en reizigers verslag uitgebracht van de grofheid en de lompheid van de Nederlanders. Geen gevoel voor rituelen, decorumof beschaafde omgangsvormen. Het zit blijkbaar in onze cultuur want de toeristen van nu constateren nog steeds hetzelfde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties zijn welkom