Toen ik een aantal jaren voor het eerst begon na te denken hoe je de flexibiliteit in een onderwijsorganisatie vorm moest geven en ondersteunen met ICT leidde dat een project onder de titel 'het leren organiseren'. Dat de titel nog steeds actueel is bewijst het boekje dat is uitgegeven door Artefaction in samenwerking met het Friesland College: 'Leren Organiseren'. Sietske Waslander en Maaike van Kessel hebben een onderzoek naar de organisatie van het onderwijs bij het Friesland College uitgewerkt in dit boekje. Waslander heeft overigens al meer gepubliceerd op dit terrein, wat in dit boekwerkje weer terugkomt.
Het boekje heeft me op een aantal punten weer aan het denken gezet. Op de eerste plaats is de sociologische benadering van de maatschappelijke ontwikkelingen en de manier waarop dat doorwerkt in het onderwijs heel boeiend. Vanuit drie principes (traditie, dirigisme en marktmechanisme) worden drie samenlevingen beschreven: 'woonland' (gericht op zelfvoorziening, stabiel maar niet flexibel), 'reisland' (besluitvorming door één instantie, daardoor zijn grootschalige veranderingen mogelijk maar dat lukt niet meer in meer complexe samenlevingen) en 'trekkersland' (gericht op het voorzien in individuele behoeftes door vraag en aanbod, geschikt voor grote verschillen tussen individuen maar kan leiden tot ongewenste vormen van ongelijkheid). De manier waarop het onderwijs is vormgegeven, hangt sterk samen met de vorm waarin de samenleving is georganiseerd. In een agrarische samenleving gebeurt op een traditionele manier van kennisoverdracht van vader op zoon. Dat voldoet niet meer in een industriële samenleving, waar het onderwijs onder de hoede van de overheid komt (dirigisme) maar ook volgens industriële principes van massaproductie en standaardisatie (grote groepen krijgen hetzelfde, gestandaardiseerde aanbod). De kennissamenleving leidt op die manier tot een streven naar meer geïndividualiseerd onderwijs op basis van massa-individualisatie.
In de studie wordt vervolgens ingegaan op 7 manieren waarop het onderwijs tracht maatwerk te leveren. Zes van die vormen zouden vergelijkbaar zijn met de strategieën die bedrijven hanteren om maatwerk te leveren.
- Cosmetische aanpassingen
Vaak blijkt het al genoeg om naar buiten toe te zeggen dat je flexibel bent terwijl het onderwijs niet noemenswaardig is veranderd. - Uitstellen van de invloed van de klant.
Maatwerk vereist invloed van de klant. Hoe meer die invloed zich in het productieproces laat gelden, des te meer problemen zal dat opleveren. Door die invloed pas heel laat in het traject toe te laten blijven de problemen beperkt. Denk aan een iPod (gewoon standaard productieproces, de klant stelt het apparaat gewoon in naar eigen voorkeur als hij het al gekocht heeft), denk ook aan IKEA: heel veel varianten mogelijk maar de klant maakt zijn keuze pas in de winkel. In het onderwijs komt dit terug in de vorm van modularisatie. - Samenwerking en combinaties.
Door samenwerking te zoeken zijn er meer variaties te maken van producten of diensten. Denk aan een samenwerking tussen een VMBO en een MBO met gezamenlijke programma's. - Terugdringen van heterogeniteit
Klinkt een beetje vreemd maar door in de markt van veel aanbod te gaan specialiseren kun je een bepaalde klantengroep aan je binden. Een vakschool of een gymnasium zijn hier voorbeelden van. De populatie is uitermate homogeen wat de complexiteit natuurlijk beperkt. - Extra resources
Een grote variatie aan klantvragen kan natuurlijk ook opgelost worden door extra resources in te zetten, mits de klant daarvoor wil betalen, natuurlijk. - Digitalisering
En natuurlijk, alles wat kan worden gedigitaliseerd kan op maat worden gemaakt. E-learning biedt veel mogelijkheden voor flexibiliteit.
Daarnaast zien de auteurs nog een zevende vorm, die specifiek zou zijn voor het onderwijs: de eenheid van organisatie vergroten. Enkele docenten op een grotere groep studenten, waardoor de flexibiliteit binnen die groep toenemen. Naar mijn idee is dit niet een louter onderwijsaangelegenheid. Wat er in feite gebeurt, is dat er wordt gedecentraliseerd. In plaats van een centrale planning waarop docenten voor een beperkte tijd aan groepen leerlingen worden gekoppeld (=les) komt er een planning op hoofdlijnen. De verfijnde planning wordt overgelaten aan het team en de groep studenten. De voorbeelden worden -na het beschrijven van een aantal praktijkcases- achter in het boek nog eens uitgewerkt met schema's en kenmerken.
Een aantal fenomenen worden in het boekje nog eens prima op een rijtje gezet. De fricties, die ontstaan door de manier waarop de overheid stuurt op input (850 klokuren, inschrijving in een crebo) terwijl we streven naar een vormgeving op output: dat bijt elkaar. Ook de manier waarop flexibiliteit leidt tot meer coördinatie- en complexiteitskosten: dat wat je (meer) moet doen door de andere vormen van organiseren. Als er meer keuze is, moet een student meer moeite doen om te kiezen, en dat moet weer worden begeleid.
Wat me opvalt, is dat de publicatie nog een vorm van maatwerk beschrijft die echter niet expliciet in het rijtje is op genomen: zelforganisatie. De informatievoorziening maakt het mogelijk dat een deel van het werk wordt verlegd naar de klant zelf. Denk aan internetbankieren. Ook het naar je eigen hand zetten van een mobiele telefoon of iPod hoort daarbij. Het zelf samenstellen van een pakket leeractiviteiten is daar natuurlijk een onderwijsvoorbeeld van.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties zijn welkom