Vorige week schreef ik over de conferentie 'Ouders in de branding', waar Wim Veen opnieuw zijn verhaal vertelde over het leren van de jongeren. Daarin deed hij expliciet de uitspraak dat games in feite niet gaan over het geweld dat er in zit maar over het oplossen van problemen en (in geval van Massive Multiplayer Online Games) ook communicatie en samenwerking.
In een interview met Jeroen Dijsselbloem in Intermediair ging het even over het verbod op een zeer geweldadig spel, Manhunt 2. Dijsselbloem gaf aan, dat de politiek zo lang mogelijk moet zien te voorkomen dat iets verboden wordt.
Nou vind ik zelf, dat de politiek zich al veel te veel bezig houdt met het sturen op details (van een verbod op een specifieke game tot goudvissen in een vissenkom) en dat dat niet de taak is van de overheid. Daarbij komt, dat de maatschappelijke ontwikkeling in het algemeen en van het internet in het bijzonder een resultante is van een oneindig aantal factoren en dat de bestuurbaarheid daarvan niet in een aantal regeltjes is te vatten (denk ook nog even terug aan het verbod van de Amerikaanse overheid op de toepassing van web2.0 zaken als Facebook in het onderwijs in 2006: DOPA). De wereld is nou eenmaal niet maakbaar.
Wat dan te doen met dit soort uitwassen als ManHunt? Een moreel appèl op de makers? Op ouders? De wereld is niet maakbaar, het zal niet werken. Net zo min als een moreel appèl op makers en gebruikers van kinderporno en veel andere bocht.
Maar misscien dan toch wel een appèl op mensen als Wim Veen. Hij vergoelijkt het gebruik van geweld in de games. Het is maar de vraag, of spelers van gewelddadige spelletjes bij zich zelf denken 'hè, al dat geweld, dat hoeft voor mij niet zo, maar ik leer tenminste'.
Wim Veen is wat mij betreft absoluut niet verantwoordelijk voor het bestaan of verspreiding van gewelddadige games. En natuurlijk mag hij de voorbeelden gebruiken om duidelijk te maken wat de leereffecten van die games kunnen zijn. Maar van mij mag het verhaal aangevuld worden met een verwijzing dat er ook excessen bestaan waar ouders in elk geval nog maar eens over moeten nadenken of dat geschikt is voor hun kroost.
Hallo Jef,
BeantwoordenVerwijderenHet blijft een moelijk punt. Ik was bij 'Ouders in de Branding' bij een rondetafelsessie waaraan o.a. Wim Veen, een aantal ouders, maar ook enkele jongeren deelnamen. Een meisje viel Veen aan omdat het volgens haar bij sommige spelen wél degelijk over geweld gaat en dat ze soms excessen ziet bij vriendjes en klasgenoten. Hij kon daarop voor haar (en ook voor mij) geen bevredigend antwoord geven. Dit sluit aan op jouw verhaal. Veen heeft natuurlijk geen schuld aan excessen qua geweldadige games, maar het zou goed zijn als hij zijn beeld hier en daar wat nuanceert. Dus... Wim? Of past dit niet in jouw positieve beeld van jongeren?
Of hebben jongetjes dit 'gewoon' nodig om hun testosteron uit te laten wasemen? Want het zijn wel altijd jongens die de extreem gewelddadige spelen (willen) spelen.
Hoi Jeff,
BeantwoordenVerwijderenIk gun Wim Veen zijn game-enthousiasme en de 'bewijzen' via zijn zoon. Maar recente onderzoeken tonen aan .....
Je hebt de laatste ronde van 'Ouders in de branding' niet meegemaakt. Ik heb daar in de sessie 'Internetjes' de vloer aangeveegd met de onozelheid rond verslaving aan en geweld in games, onveilig surfen mailgedrag, enz.
Een door mij getoond filmpje maakte erg veel indruk:
http://www.digibewust.nl/page/downloads/Waar_is_chris_wmv_large.wmv
Mediawijsheid is harder nodig dan voorheen!