zondag 18 mei 2008

Reactie op de Onderwijsraad

De onderwijsraad vraagt op een forum input op een aantal stellingen rondom 'leermiddelen in de 21ste eeuw':

  1. Er tekent zich steeds duidelijker een kloof af tussen aan de ene kant de mogelijkheden van ict en het gebruik ervan in de samenleving, en aan de andere kant het ict-gebruik door scholen (po, vo, mbo). De kwaliteit van het onderwijs vraagt om een versnelde invoering van ict in onderwijs. Een goede manier daartoe is leraren actiever te doen zijn op het gebied van het maken en toepassen van digitale leermiddelen en onderdelen van digitale leermiddelen.
    De vraag is: 'waarom blijft het onderwijs achter bij het inzetten van digitale leermiddelen?'. Het feonomeen, dat mensen (lees: docenten) allerlei ontwikkelingen omarmen maar dat in hun werk niet of nauwelijks doen? Blijkbaar is het onderwijs 'bestand' tegen dit soort invloeden van buitenaf, ondanks de miljoenen die er van buitenaf in worden gestopt om het gebruik te stimuleren. Blijkbaar lost de invoering van digitale leermiddelen lang niet altijd de problemen op van de docenten, die er mee moeten (leren) werken. Dat betekent m.i. dus dat enerzijds leraren gestimuleerd moeten worden (door bijscholing maar ook door andere prikkels zoals via eisen in de wet BIO, functioneringsgesprekken), maar anderzijds zal er vooral gekeken moeten worden naar de context waarin die leermiddelen worden toegepast: de infrastructuur, de samenhang en afstemming tussen al die verschillende leermiddelen, het gebuikersgemak.
    Blijkbaar kost het veel tijd om de verandering teweeg te brengen. Als dat dan toch zo is, leg dan de accenten met name op de plek waar de leraren vandaan komen: PABO's en lerarenopleidingen!
  2. Open source software en open educatieve content bieden kansen bij uitstek: leraren kunnen daarmee zelf hun leermiddelen kiezen en op maat arrangeren. Hieraan zou veel meer bekendheid moeten worden gegeven. Ook kunnen leraren meer dan nu bepaalde onderdelen van methoden zelf maken en beschikbaar stellen voor andere leraren.
    In het verleden is wel gebleken dat het onderwijs erg veel last heeft van (leraren met) het 'not invented here syndrome': er wordt veel tijd besteed aan het zelf aanpassen van materiaal van uitgevers of anderen. Je zou dus verwachten, dat heel veel leraren de beschikbaarheid van open content zouden omarmen. Delen is een heel ander verhaal, dat blijkt zwaar tegen te vallen, vooral omdat het directe voordeel voor de leraar zelf maar heel beperkt is (het weggeven is direct, het misschien terugkrijgen nog maar de vraag). Daarbij komt, dat er ook nog veel extra werk aan vastzit: metadateren.
    Naar mijn idee wordt in deze stelling ook nog veel te gemakkelijk gedacht over de kwaliteiten, die leraren moeten hebben om leermiddelen te kunnen kiezen en te arrangeren.
    Ook de beschikbaarheid van open source en vrije educatieve content moet worden gezien in het licht van wat er nodig is om het gedrag van een leraar te veranderen. Het zal directe voordelen moeten opleveren in de vorm van beter materiaal, minder werk, betere resultaten en een groter enthousiasme bij de leerlingen. Alleen als er sturing plaatsvindt op die kenmerken, zullen leraren gestimuleerd kunnen worden.
  3. Aan het gebruik van open source software en open educatieve content zitten veel haken en ogen: juridische, bedrijfseconomische en onderwijskundige. De overheid moet de regie nemen bij het oplossen van deze problemen. Dergelijke oplossingen zullen leraren stimuleren meer te doen aan het ontwikkelen van content.
    Dit is mij een veel te vrijblijvende stelling: De overheid moet de regie nemen. Wat is dan 'regie nemen'? Weer nieuwe regeltjes of regelingen bedenken? En wie gaat het uitvoeren? Het Ministerie van OC&W? Of wordt het uitbesteed? Aan wie dan? Kennisnet, Surf, het Ruud de Moor Centrum, of instellingen als Cinop, KPC, APS en/of anderen? Die zijn er toch al jaren mee bezig.
    Van een opmerking als 'Dergelijke oplossingen zullen leraren stimuleren meer te doen aan het ontwikkelen van content' krijg ik altijd kippenvel. Weer zo'n niet onderbouwde aanname.

Kortom, het kan alleen maar lukken als de maatregelen er voor zorgen dat

  • De toepassing van ICT en digitale leermiddelen de problemen op de werkvloer daadwerkelijk oplossen
  • De leer- en hulpmiddelen heel makkelijk, bijna drempelloos te gebruiken zijn. Dus een goed werkende infrastructuur, zeer intuitieve programma's, ondersteuning aanwezig
  • Er op verschillende terreinen stimulansen worden gegeven:
    • deskundigheidsbevordering
    • via (indirecte) beloningen (bijvoorbeeld Grassroots-achtige projecten)
    • meer dwingend maatregelen (eisen in de wet BIO, functioneringsgesprekken)

Een deel van het probleem zal zichzelf (weliswaar langzaam) wel oplossen als zittende leraren langzaamaan worden vervangen door nieuwe (maar dan wel die van de netgeneratie).

2 opmerkingen:

  1. Hoi Jef,

    De link is naar een blog post van mij. De juiste URL is
    http://www.onderwijsraad.nl/discussie/read.php?f=2&i=1234&t=1234

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Jef van den Hurk20 mei 2008 om 11:53

    Sorry, inmiddels aangepast...

    BeantwoordenVerwijderen

Reacties zijn welkom